De Raad voor de rechtspraak,
Gelet op artikelen 91, eerste lid, onder c, en 95, eerste lid, van de
Wet op de rechterlijke organisatie;
Besluit:
Artikel 1
Er is een Werkgroep disciplinaire tussenstappen, verder aan te duiden
als de werkgroep.
Artikel 2
1. De werkgroep heeft als taak het adviseren van de Raad voor de rechtspraak
en de Presidentenvergadering over de behoefte aan en mogelijkheden tot opneming,
in de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, van thans niet geregelde
disciplinaire sancties die kunnen worden opgelegd aan voor het leven benoemde
rechterlijke ambtenaren, met rechtspraak belast. Het advies omvat, indien
andere sancties dan de waarschuwing en het ontslag wenselijk en mogelijk worden
geacht, een voorstel voor de redactie van daarop betrekking hebbende wettelijke
bepalingen, met inbegrip van de formele aspecten (bevoegdheid tot en toetsing
van het opleggen van de sancties, daaronder begrepen de vraag of het wenselijk
is daartoe een gespecialiseerde competentie op te dragen aan een bestaand
of nieuw in te richten college).
2. De werkgroep regelt, op voorstel van haar voorzitter, haar werkwijze.
Zij toetst bij aanvang van haar werkzaamheden de opdracht op duidelijkheid
en uitvoerbaarheid en aanvaardt die, dan wel doet concrete voorstellen tot
wijziging daarvan aan de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, mr. F.W.H.
van den Emster, die namens de Raad voor de rechtspraak en de Presidentenvergadering
als opdrachtgever optreedt.
3. De werkgroep betrekt bij de advisering de in voorbereiding zijnde wet-
en regelgeving (o.a. wijziging Wrra en Brra inzake nevenbetrekkingen rechterlijke
ambtenaren) en het bij het bureau van de Raad voor de rechtspraak ten behoeve
van de functionele autoriteiten in voorbereiding zijnde protocol over hoe
te handelen jegens slecht functionerende of in strijd met de ambtsplicht handelende
rechters.
4. De werkgroep adviseert vóór 1 maart 2008.
Artikel 3
1. De werkgroep bestaat uit vijf leden, te weten:
mw. mr. M.L.J.C. van Emden-Geenen,
mw. mr. drs. R.B. Kleiss,
mw. mr. H.W. Samson-Geerlings,
mr. G.A.M. Stevens, tevens voorzitter, en
mr. J.G. Treffers.
2. De werkgroep wordt vanuit het bureau van de Raad voor de rechtspraak
bijgestaan door H. Springer, als deskundige, en mr. P.H. Banda, als secretaris.
Zij zijn voor de uitoefening van hun taak uitsluitend verantwoording schuldig
aan de werkgroep.
Artikel 4
De archiefbescheiden van de werkgroep berusten bij de Raad voor de rechtspraak.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.