De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op:
– artikel 8, tweede en derde lid en artikel 9, derde lid, van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer;
– artikel 10, eerste lid, artikel 16, derde lid en artikel 18, tweede en derde lid, van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer;
– artikel 1, eerste lid, onder de letters a en b en artikel 2, eerste lid, onder de letters a en b, van de Regeling van een vergoeding voor de vice-president van de Raad van State en de staatsraden;
– artikel 2, eerste lid, onder de letters a en b, van de nadere regeling van de rechtspositie van de Nationale ombudsman;
Besluit:
Artikel I
In de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer worden ingaande 1 januari 2007 de volgende bedragen gewijzigd:
a. De bedragen in artikel 8, tweede en derde lid, komen te luiden:
Reisafstand | Ingevolge art. 8 lid 2 | Ingevolge art. 8 lid 3 |
---|
0 km | € | 5.642,90 | € | 11.756,04 |
10 km | € | 9.311,60 | € | 19.399,17 |
75 km | € | 12.825,65 | € | 26.720,10 |
150 km | € | 17.120,60 | € | 35.667,92 |
b. Het bedrag in artikel 9, tweede lid, komt te luiden: € 4.777,94.
c. Het bedrag in artikel 9, derde lid, komt te luiden: € 2.293,41.
Artikel II
In de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer worden ingaande 1 januari 2007 de volgende bedragen gewijzigd:
a. Het bedrag in artikel 10, eerste lid, komt te luiden: € 2.474,38 per jaar.
b. Het bedrag in artikel 16, derde lid, komt te luiden: € 2.184,03 per jaar.
c. Het bedrag in artikel 16, tweede lid komt te luiden: € 4.550,06 per jaar.
d. De bedragen in artikel 18, tweede en derde lid, komen te luiden:
Reisafstand | Ingevolge art. 18 lid 2 | Ingevolge art. 18 lid 3 |
---|
0 km | € | 266,55 | € | 555,31 |
10 km | € | 2.654,01 | € | 5.529,18 |
75 km | € | 5.309,05 | € | 11.060,53 |
150 km | € | 8.627,34 | € | 17.973,64 |
Artikel III
De bedragen in artikel 1, eerste lid, onder a en b, en in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de Regeling van een vergoeding voor de vice-president van de Raad van State en de staatsraden, alsmede de president en de overige leden in gewone dienst van de Algemene Rekenkamer komen met ingang van 1 januari 2007 als volgt te luiden:
a. € 627,–
b. € 522,–
Artikel IV
De bedragen in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de nadere regeling van de rechtspositie van de Nationale ombudsman, komen met ingang van 1 januari 2007 als volgt te luiden:
a. € 627,–
b. € 522,–
Artikel 5
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.
In de rechtspositieregelingen van politieke ambtsdragers is veelal het bedrag van de onkostenvergoeding genoemd met daarbij de bepaling dat dit bedrag ingaande 1 januari van ieder jaar wordt aangepast aan de stand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september daaraan voorafgaand. Dit besluit geeft uitvoering aan de desbetreffende bepalingen.