Besluit basisopleiding
De Raad voor Rechtsbijstand ’s-Hertogenbosch (hierna de Raad)
Gezien:
– Artikel 48c en 48d van de Wet justitie-subsidies (Staatsblad 1998, nr. 447);
– Artikel 3, lid 1 van het Besluit subsidie bewindvoerder schuldsanering (Staatsblad 2001, nr. 80 en Staatsblad 2004, nr. 200);
– Titel III van de Faillissementswet (Staatsblad 1998, nrs. 445 en 447);
– Art 1, lid 2 van het Reglement register bewindvoerder Wsnp van 1 oktober 2007.
Stelt het navolgende beleid vast met betrekking tot de basisopleiding bewindvoerder Wsnp voor niet-advocaten.
Artikel 1
De Raad kan opleidingen erkennen als basisopleiding bewindvoerder Wsnp. Met het succesvol afronden van zo’n opleidingstraject voldoet een kandidaat aan art 1, lid 2 van het Reglement register bewindvoerders Wsnp van 1 oktober 2007.
Artikel 2
Een opleidingsinstituut kan de Raad schriftelijk om erkenning van de opleiding verzoeken. Het verzoek dient vergezeld te gaan van documentatie waarmee de Raad het verzoek kan beoordelen.
Artikel 3
De Raad toetst het verzoek en de bijlagen aan de criteria die in dit besluit zijn vastgelegd. Mits het verzoek compleet is, neemt de Raad binnen zes weken na ontvangst een besluit. Tegen dit besluit is bezwaar mogelijk volgens de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 4
De erkenning geldt zolang de inhoud van een opleiding of de criteria voor erkenning niet wijzigen. Indien hier wel een wijziging in optreedt, vervalt de erkenning en dient de opleiding een nieuwe erkenningsprocedure te starten.
Wijzigen de criteria voor erkenning, dan vervalt de erkenning eveneens automatisch. De Raad dient het opleidingsinstituut in de gelegenheid te stellen in een vooraf gestelde termijn de inhoud aan te passen. Na verloop van deze termijn zal de Raad de opleiding aan de gewijzigde criteria toetsen en opnieuw beslissen over erkenning.
Artikel 5
De Raad kan, indien hij daartoe aanleiding ziet, ook bij een ongewijzigde inhoud, een opleiding opnieuw aan de criteria toetsen.
Artikel 6
Met inwerkingtreding van dit besluit vervalt het besluit Basisopleiding bewindvoerders van 24 maart 2006.
Artikel 7
Kandidaten die waren aangemeld voor de OSR basisopleiding bewindvoerder Wsnp in het voorjaar van 2007 maar niet konden deelnemen vanwege overschrijving of bijzondere omstandigheden, kunnen bij deelname aan de najaarsopleiding 2007 gebruikmaken van de subsidieregeling van het besluit basisopleiding bewindvoerder Wsnp van 24 maart 2006.
Artkel 8
Dit besluit treedt in werking op 1 november 2007.
1 oktober 2007.
W.M.C. de Vrey-Vringer, Voorzitter
H.P.H. van Griensven, Secretaris
Toelichting
Algemeen
Sinds 1998 is de Raad voor Rechtsbijstand ’s-Hertogenbosch verantwoordelijk geweest voor het opleiden van kandidaat-bewindvoerders Wsnp. Bureau Wsnp gaf OSR Juridische Opleidingen tweemaal per jaar opdracht een basisopleiding voor kandidaat-bewindvoerders te verzorgen en maakte afspraken over een curriculum, een opleidings- en een examenreglement en de planning. De kosten kwamen volledig voor rekening van de Raad. Daarnaast ontwikkelde de Raad criteria voor deelname en paste hij die toe.
Sinds enkele jaren is aan deelname van de opleiding een zogenaamde statiegeldregeling gekoppeld. De organisatie die de kandidaat aanmeldt, betaalt een voorschot van € 900,–. De Raad betaalt de overige kosten. Indien de kandidaat de opleiding succesvol afrondt, wordt ingeschreven in het bewindvoerderregister, twee jaar na registratie nog als bewindvoerder actief is en minimaal 40 benoemingen heeft aanvaard, betaalt de Raad het voorschot terug aan de organisatie.
Begin 2007 heeft de Raad besloten zijn rol in deze basisopleiding te gaan beperken. Dit besluit regelt dat met ingang van de najaarsopleiding 2007 de Raad geen directe bemoeienis meer heeft met de basisopleiding. Opleidingsinstituten kunnen er zelf voor kiezen een opleiding te ontwikkelen en aan te bieden en deelnemers dragen voortaan zelf de kosten van de opleiding.
In principe kunnen alle opleidingsinstituten een opleiding aanbieden die toegang biedt tot inschrijving in het register. De Raad hanteert criteria waaraan die opleiding moet voldoen.
Wil een opleiding het predikaat basisopleiding bewindvoerders (in de hiervoor beschreven zin) verdienen, dan zal de Raad de opleiding als zodanig moeten erkennen.
Artikelsgewijs
De erkenningsprocedure is beschreven in de artikelen 1, 2 en 3. Artikel 4 ziet op de geldigheidsduur van de erkenning. In de regel blijft de door de Raad afgegeven erkenning geldig zolang de criteria of de inhoud van de opleiding ongewijzigd blijven. Wijzigen inhoud of criteria wel, dan is een hernieuwde erkenning nodig. Als de erkenning vervalt omdat de Raad de criteria aanpast, ligt het voor de hand dat de opleiding tijd en gelegenheid krijgt de inhoud van de opleiding aan te passen aan de nieuwe criteria.
Denkbaar is dat de Raad op enig moment twijfelt of een erkende opleiding nog wel aan de criteria voldoet, bijvoorbeeld op basis van klachten van deelnemers of docenten. In dat geval kan de Raad de opleiding ambtshalve opnieuw toetsen aan de criteria. Dit staat beschreven in artikel 5.
Artikel 6 omvat een overgangsregeling. Een aantal kandidaten had nog gebruik willen en kunnen maken van de oude regeling. Zij waren aangemeld voor de voorjaarsopleiding 2007 maar werden niet door de Raad geplaatst (vanwege overschrijving) of konden vanwege bijzondere omstandigheden niet deelnemen.
Indien deze kandidaten zich aanmelden voor en worden toegelaten tot de najaarsopleiding, kunnen zij nog gebruik maken van de oude subsidieregeling.