Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NZa 2007

De Nederlandse Zorgautoriteit,

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11 van het bestuursreglement van de Nederlandse Zorgautoriteit;

Besluit:

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Wmg: de Wet marktordening gezondheidszorg (Stb. 2006, 415);

b. NZa: de Nederlandse Zorgautoriteit, als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wmg;

c. de Raad van Bestuur: de voorzitter en de overige leden van de NZa gezamenlijk, als bedoeld in artikel 4 van de Wmg;

d. de voorzitter: de voorzitter van de Raad van Bestuur;

e. portefeuillehouder: het lid dat door de Raad van Bestuur voor een bepaald aandachtsgebied is aangewezen als eerst verantwoordelijk bestuurslid;

f. directeur: de leidinggevende van één van de directies Zorgmarkten Care, Zorgmarkten Cure en Ontwikkeling;

g. stafhoofd: de leidinggevende van het Stafbureau Organisatieontwikkeling en Bedrijfsvoering of het Bureau Raad van Bestuur.

h. unithoofd: de leidinggevende van één van de units van de directies of staven.

i. medewerkers: personeel in tijdelijke of vaste dienst of als gedetacheerde bij de NZa werkzaam.

Artikel 2

Directie Zorgmarkten Care

1. De Directie Zorgmarkten Care is ten aanzien van de zorgmarkten Care belast met het toezicht op een goede werking van de zorgmarkten, de tarief- en prestatieregulering en het toezicht op de uitvoering van de in de AWBZ geregelde verzekering.

2. De Directie Zorgmarkten Care kent de units Verpleging en verzorging, Gehandicaptenzorg, Geestelijke gezondheidszorg en Verzekeraars en consumenten.

Artikel 3

Directie Zorgmarkten Cure

1. De Directie Zorgmarkten Cure is ten aanzien van de zorgmarkten Cure belast met het toezicht op een goede werking van de zorgmarkten, de tarief- en prestatieregulering en het toezicht op de uitvoering van de in de Zorgverzekeringswet geregelde verzekering.

2. De Directie Zorgmarkten Cure kent de units Zorginkoop instellingen, Zorginkoop vrije beroepen en Zorgverzekering en consumenten.

Artikel 4

Directie Ontwikkeling

1. De directie Ontwikkeling legt de basis voor effectieve methoden en instrumenten van markttoezicht in de zorg. De Directie Ontwikkeling is belast met het maken van economische analyses van markten en marktontwikkeling, het formuleren van visies op deelmarkten en het daarover adviseren aan de minister van VWS en het ontwikkelen van reguleringskaders en nieuwe instrumenten voor regulering.

2. De Directie Ontwikkeling kent de units Economische analyse, Visie en advies en Regulering en instrumenten.

Artikel 5

Stafbureau Organisatieontwikkeling en Bedrijfsvoering

1. Het stafbureau Organisatieontwikkeling en Bedrijfsvoering is belast met de personele, financiële en facilitaire ondersteuning en de informatievoorziening van de NZa.

2. Het Stafbureau Organisatieontwikkeling en Bedrijfsvoering kent de units Informatiemanagement, ICT, Facilitaire zaken, Financiën en Personeel en organisatie.

Artikel 6

Bureau Raad van Bestuur

1. Het Bureau Raad van Bestuur bewaakt de missie en strategie van de NZa in alle uitingen en biedt de organisatie zorginhoudelijke, juridische, beleidsmatige en communicatieve ondersteuning.

2. Het Bureau Raad van Bestuur kent naast een aantal adviseurs, de units Bezwaar, beroep en boetes en Communicatie.

Artikel 7

Binnen beleid en begroting

1. De op grond van artikel 9, 10 en 11 van dit besluit verleende bevoegdheden gelden voor de uitoefening van taken binnen het door de Raad van Bestuur vastgestelde beleid, de begroting en de personeelsformatie en overeenkomstig de door de Raad van Bestuur vastgestelde richtlijnen, waaronder de richtlijnen opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit.

2. De directeuren en stafhoofden oefenen hun bevoegdheden uit in overeenstemming met hun portefeuillehouder.

Artikel 8

Afwezigheid of ontstentenis

Bij afwezigheid of ontstentenis van degene aan wie krachtens dit besluit een bevoegdheid is toegekend, valt deze bevoegdheid toe aan zijn of haar plaatsvervanger.

Artikel 9

Mandaat

1. De directeuren en stafhoofden zijn met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid, voor de uitvoering van de werkzaamheden van hun directie of staf, bevoegd om namens de NZa beschikkingen te nemen, met uitzondering van beschikkingen als bedoeld in de artikelen 48, 49, 76, 77, 78, 80 tot en met 89 Wmg en beschikkingen op bezwaar.

2. De directeuren en stafhoofden zijn bevoegd om namens de NZa beschikkingen te nemen ten aanzien van de rechtspositie van het personeel van hun directie of staf, met uitzondering van het aanstellen en bevorderen van unithoofden en het aanstellen en bevorderen van personeel in salarisschaal 14 of hoger, beschikkingen tot ontslag anders dan op verzoek van de medewerker, disciplinaire straffen als bedoeld in het Algemeen rijksambtenarenreglement en beschikkingen op bezwaar.

3. De directeuren en stafhoofden zijn bevoegd tot het verlenen van ondermandaat aan hun unithoofden voor het nemen van beschikkingen ten aanzien van de rechtspositie van het personeel van hun unit, met uitzondering van beschikkingen tot het aanstellen, bevorderen, schorsen en ontslaan en de beschikkingen vermeld in bijlage 2.

4. De portefeuillehouders zijn bevoegd te beslissen op een niet-ontvankelijk bezwaar onderscheidenlijk een verzoek tot het instellen van rechtstreeks beroep tegen beschikkingen betreffende hun aandachtgebied.

Artikel 10

Volmacht

De directeuren en stafhoofden zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden van hun directie of staf bevoegd, namens de NZa privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten met inachtneming van de in bijlage 3 opgenomen maxima ten aanzien van de uit die rechtshandelingen voor de NZa voortvloeiende financiële verplichtingen.

Artikel 11

Machtiging

1. De leden van de Raad van Bestuur zijn bevoegd namens de NZa handelingen te verrichten, anders dan besluiten en privaatrechtelijke rechtshandelingen.

2. De directeuren en stafhoofden zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden van hun directie of staf bevoegd, namens de NZa handelingen te verrichten, anders dan besluiten en privaatrechtelijke rechtshandelingen, voor zover het de normale uitoefening van hun functie betreft.

3. De directeuren en stafhoofden zijn, voor de uitoefening van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden, bevoegd verdere machtiging te verlenen aan de unithoofden en medewerkers van hun directie of staf, voor zover het de normale uitoefening van de functie als unithoofd, onderscheidenlijk medewerker betreft,

4. De unithoofden zijn bevoegd voor de bevoegdheden als bedoeld in het tweede lid verdere machtiging te verlenen aan de medewerkers van de onder hun verantwoordelijkheid vallende unit, voor zover het de normale functie-uitoefening van die medewerkers betreft.

Artikel 12

Vertegenwoordiging

De medewerkers van de Unit Bezwaar, beroep en boetes zijn, met uitzondering van de secretariële medewerkers, bevoegd de NZa te vertegenwoordigen in gerechtelijke procedures en daartoe alle noodzakelijke proceshandelingen te verrichten.

Artikel 13

Hoorzittingen

1. Behoudens in de gevallen waarin een adviescommissie ex artikel 7:13 Awb is ingesteld, hoort de portefeuillehouder in het kader van de behandeling van een bezwaar betreffende diens aandachtsgebied. De portefeuillehouder is bevoegd een medewerker te machtigen hem daarbij te vervangen.

2. De portefeuillehouder hoort in het kader van de oplegging van een boete.

3. De hoorzittingen zijn niet openbaar.

Artikel 14

Aanwijzing toezichthouders

1. Als medewerkers die belast zijn met het toezicht op de naleving van de bepalingen in de Wmg, de Zvw en de AWBZ als bedoeld in artikel 72, lid 1, onder b Wmg, zijn aangewezen alle medewerkers van de NZa, met uitzondering van de medewerkers van de unit Bezwaar, beroep en boetes, de medewerkers van het Stafbureau Organisatieontwikkeling & Bedrijfsvoering en de secretariële medewerkers van de NZa.

2. De voorzitter ondertekent de legitimatiebewijzen van de ingevolge het eerste lid van dit artikel aangewezen medewerkers.

Artikel 15

Betalingsopdrachten

Overeenkomstig de met de bankinstelling afgesproken betalingsprocedure zijn de leden van de Raad van Bestuur en de door de Raad van Bestuur aangewezen medewerkers bevoegd tot het verstrekken van betalingsopdrachten ter zake van door of namens de NZa aangegane financiële verplichtingen.

Artikel 16

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2007. Het Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NZa wordt ingetrokken.

Artikel 17

Citeertitel

Dit besluit met inbegrip van de bijlagen wordt aangehaald als Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NZa 2007.

Voor de bijbehorende drie bijlagen en de toelichting verwijzen wij u naar de website van de Nederlandse Zorgautoriteit (www.nza.nl).

Utrecht, 17 september 2007.
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit, F.H.G. de Grave, voorzitter

Naar boven