Beleidsregels UWV normbedragen voorzieningen 2007

19 december 2006

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Besluit:

Artikel 1

De normbedragen voor voorzieningen, als bedoeld in:

– de artikelen 34, tweede lid, en 35 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen,

– artikel 52d van de Ziektewet,

– artikel 65e van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering,

– artikel 59b van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,

– artikel 67c van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, en

– artikel 2.17 van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen,

worden met ingang van 1 januari 2007 vastgesteld op de bedragen, genoemd in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

1. De kilometer-vergoedingen volgens de codes C11, C13, C22 en C25 worden verstrekt op basis van de aantallen kilometers, verkregen volgens de ANWB-methode ‘snelste route’ en op basis van volledige postcodes.

2. De aftrek, als bedoeld onder de codes C26-I en C26-II, wordt vastgesteld op basis van de aantallen kilometers, verkregen volgens de ANWB-methode ‘snelste route’ en op basis van volledige postcodes.

3. De uurvergoeding met code E17 wordt verstrekt bij een minimale inzet van de tolk van:

a. één lesuur in onderwijssituaties of

b. een half uur in overige situaties.

4. De uurvergoeding met code E17 wordt als volgt verhoogd in geval van buitengewone werktijden:

a. 120% op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 08.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

b. 130% op zaterdag tussen 06.00 en 22.00 uur;

c. 140% op maandag tot en met zaterdag tussen 22.00 en 06.00 uur;

d. 145% op zondagen en algemeen erkende feest- of gedenkdagen.

5. De kilometervergoedingen volgens de code’s E17-A1, E17-A3 en E17-C2 en S1-R worden, uitsluitend in geval van feitelijke reisactiviteit, verstrekt op basis van de aantallen kilometers, verkregen volgens de ANWB-methode ‘snelste route’ en op basis van volledige postcodes.

6. De vergoeding, bedoeld in het vijfde lid, wordt verstrekt bij een reisafstand van minimaal tien kilometer en van maximaal 220 kilometer.

7. In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van het bepaalde in het zesde lid ten aanzien van het maximale aantal kilometers.

Artikel 3

Het besluit Beleidsregels UWV normbedragen voorzieningen 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels UWV normbedragen voorzieningen 2007.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2007. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2006, treedt dit besluit in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 1 januari 2007.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 19 december 2006.
De voorzitterRaad van bestuur UWV, J.M. Linthorst.

Bijlage

Normbedragen voorzieningen met ingang van 1 januari 2007

Code

Beschrijving

Oud t/m 31-12-06

Nieuw per 01-01-07

 

Drempelbedrag voorzieningen

B11

drempelbedrag, waar beneden geen vergoeding wordt verleend (kostenbedrag inclusief BTW)

€ 109,–

€ 111,–

    
 

Motorinvalidenwagen

  

C11

– in bruikleen, vergoeding per km

€ 0,10

€ 0,10

C13

– in eigen bezit, vergoeding per km

€ 0,29

€ 0,34

    
 

Bovengrenzen standaardaanpassingen aan eigen auto bedragen inclusief btw

C18-I – 1

handbedrijfsrem + opklapbaar rempedaal

€ 834,–

€ 853,–

C18-I – 2

handbedrijfsrem + segmentgas + opklapbaar rem- en gaspedaal

€ 1.167,–

€ 1.193,–

C18-I – 3

rempedaal opklapbaar

€ 187,–

€ 191,–

C18-I – 4

gaspedaal opklapbaar

€ 187,–

€ 191,–

C18-I – 5

gas- en rempedaal opklapbaar

€ 371,–

€ 379,–

C18-I – 6

doorlopende handgreep links of rechts

€ 178,–

€ 182,–

C18-I – 7

slede links of rechts

€ 830,–

€ 848,–

C18-I – 8

gaspedaal opklapbaar links en rechts

€ 465,–

€ 475,–

C18-I – 9

handbedrijfsrem+claxon

€ 689,–

€ 705,–

    
 

Afweging taxivervoer c.q. afweging toepassing maximering standaardaanpassingen aan eigen auto

C18-IA

normbedrag (inclusief BTW) (informeel per 01-03-2004: € 21.000,–)

nieuw

€ 22.100,–

    
 

Referentieauto

  

C18-II

normbedrag referentieauto (aanschafbedrag inclusief BTW)

€ 16.800,–

€ 16.900,–

C18-III

eigen bijdrage verzekeringskosten eigen auto (bij vergoeding aanschaf boven referentiewaarde) per maand

nieuw

€ 31,70

C18-IV

eigen bijdrage motorrijtuigenbelasting eigen auto (bij vergoeding aanschaf boven referentiewaarde) per maand

nieuw

€ 22,35

    
 

Inkomensgrenzen vervoersvoorziening

C20-I

inkomensgrens werk- en leefvervoer

€ 30.700,–

€ 31.500,–

C20-III

inkomensgrens tweede auto

€ 46.000,–

€ 47.300,–

    
 

Kilometervergoeding bruikleenauto’s

C22-BA

brandstof benzine, automatische transmissie, bedrag per km.

nieuw

€ 0,10

C22-BS

brandstof benzine, handgeschakeld, bedrag per km.

nieuw

€ 0,09

C22-D

brandstof dieselolie, bedrag per km.

nieuw

€ 0,10

    
 

Reparaties vervoersvoorziening – eigen bijdrage c.q. risico bedragen inclusief BTW

C24-I

eigen bijdrage bij schade: (bruikleencontract volgens model 1994 t/m 2004)

€ 61,–

€ 62,–

C41

eigen risico bij frequent voorkomende aanrijdingschade:

€ 121,–

€ 123,–

    
 

Kilometervergoeding voor auto’s in eigen bezit

C25-I

personenauto

€ 0,29

€ 0,34

C25-V

bestelauto

€ 0,37

€ 0,44

    
 

Aftrek algemeen gebruikelijke kosten per kilometer

C26-I

beneden inkomensgrens C20-I, resp. C 20-III

€ 0,13

€ 0,09

C26-II

noven inkomensgrens C-20-I, resp. C20-III

€ 0,31

€ 0,34

    
 

Taxikostenvergoeding leefvervoer (maximaal)

C31

algemeen

€ 1.016,–

€ 1.016,–

C32

gehalveerd (visueel gehandicapten)

€ 508,–

€ 508,–

C33

rolstoeltaxikosten

€ 1.525,–

€ 1.525,–

    
 

Rijles

  

C51

vaste leskilometervergoeding bij het lesrijden in een eigen auto

€ 0,16

€ 0,25

    
 

Begeleidingskosten

  

C71

maximale vergoeding reiskosten van de begeleider per jaar

€ 732,–

€ 743,–

    
 

Communicatievoorziening voor doven en slechthorenden in werk- en onderwijssituaties

 

bedragen exclusief BTW

 

uurvergoeding voor:

  

E17-I

– doventolk (geregistreerd)

€ 42,70

€ 42,70

E17-III

– tolk in opleiding bij Hogeschool Utrecht (HU)

€ 16,45

€ 16,70

E17-IV

– communicatieassistent

€ 9,90

€ 10,15

 

vergoeding reizen, bedrag per kilometer, voor:

  

E17-A1

– doventolk (geregistreerd)

€ 0,90

€ 0,90

E17-A3

– tolk in opleiding HU, communicatieassistent

€ 0,35

€ 0,36

 

vergoeding mentor (via HU):

  

E17-C1

– uurvergoeding mentor (= gediplomeerde tolk)

€ 42,70

€ 42,70

E17-C2

– vergoeding reizen mentor, per kilometer

€ 0,90

€ 0,90

    
 

Technische apparatuur (maximaal) aanschafprijzen inclusief BTW

G21

Daisyspeler

€ 475,–

€ 475,–

G22-I

PC-configuratie (exclusief aanpassingen), één maal per drie jaar

€ 1.415,–

€ 1.415,–

G22-II

eenmalige bijdrage verzekering PC-configuratie voor drie jaar

€ 200,–

€ 200,–

    
 

Voorzieningen met beheersaspecten

 

I-11

verstrekkingen in eigendom, kosten minder dan:

€ 2.850,–

€ 2.900,–

I-12

eenvoudige verklaring voor bruikleen, indien hogere kosten tot:

€ 5.700,–

€ 5.800,–

I-13

bruikleencontract, indien kosten gelijk zijn aan of meer dan:

€ 5.700,–

€ 5.800,–

    
 

Kosten m.b.t. opleiding – per opleidingsdag, uitsluitend geldig voor opleidingen, gestart vóór 1 januari 2006

L1

Hoensbroeck

€ 100,–

€ 102,–

L2

Werkenrode

€ 120,–

€ 122,–

L3

Sonneheerdt

€ 78,–

€ 80,–

L4

Eega

€ 75,–

€ 77,–

L5

Heliomare

€ 75,–

€ 77,–

    
 

Persoonlijke ondersteuning gehandicapten bedrag vergoeding per uur, exclusief BTW

Q1

persoonlijke ondersteuning (jobcoach)

€ 74,–

€ 74,50

    
 

Intermediaire activiteiten bedrag vergoeding per uur, exclusief BTW

S1

Uurvergoeding

€ 9,90

€ 10,15

S1-R

vergoeding reizen, bedrag per kilometer

€ 0,35

€ 0,36

Toelichting

Algemeen

Op grond van de in artikel 1 van dit besluit genoemde artikelen van de Wet WIA, de Ziektewet, de WAO, de WAJONG, de WAZ en de Wet IWIA is UWV bevoegd voorzieningen te verstrekken tot behoud, herstel of bevordering van de arbeidsgeschiktheid, alsook het onder voorwaarden subsidie verstrekken voor meerkosten die gemaakt zijn voor het aanbrengen van voorzieningen. Voor de verstrekking van de voorzieningen worden normbedragen gehanteerd die periodiek worden vastgesteld. In dit besluit zijn de desbetreffende normbedragen opgenomen, zoals deze gelden met ingang van 1 januari 2007.

Wijze van aanpassing

Voor de aanpassing van de diverse normbedragen is gebruik gemaakt van de desbetreffende consumentenprijsindexcijfers, evenals van de index Contractuele loonkosten per uur, nr. 85 Gezondheids- en welzijnszorg (zie www.cbs.nl – StatLine). Daarbij zijn gehanteerd de laatst bekende indexcijfers, te weten die voor de maand oktober 2006.

Voorts zijn onder meer het wettelijk minimumloon en de maximum daguitkering ontleend aan de rekenregels van het Ministerie van SZW, zoals deze gelden met ingang van 1 januari 2007.

Artikelsgewijs

Artikel 1, alsmede de bijlage

a. Vervoersvoorzieningen

In vervolg op de beleidswijziging per 1 maart 2004 wordt een verdere stroomlijning van de daarbij betrokken normering doorgevoerd. Dit heeft aanleiding gegeven tot het laten vervallen van de normen met codes C20-II, C21-II, C23, C24 en C25-II. Voor vrijwel alle vervallen normen geldt dat deze toepasselijk waren in het per 1 maart 2004 vervallen beleid.

Besluiten op basis van vervallen normen blijven geldig, waarbij het bedrag gefixeerd blijft op de laatste hoogte van de vervallen norm. Bij nieuwe en/of herziene besluitvorming wordt uitgegaan van de thans geldende normen.

a.1. Afwegingsnorm taxivervoer c.q. afwegingsnorm ter bepaling of maximering vergoeding standaardaanpassingen moet worden toegepast

Voor het eerst opgenomen in dit besluit is de norm met code C18-IA.

Ten eerste is dit een afwegingsnorm. Deze wordt gebruikt om, op het moment dat de aanpassingskosten genoemd normbedrag overschrijden, te bepalen of vervoer per taxi niet goedkoper is dan vervoer per aangepaste bruikleenauto.

Ten tweede wordt deze norm gebruikt om de aanpassingskosten van degene die gekozen heeft om een eigen auto te blijven rijden binnen de grenzen van het redelijke te houden. Ingeval de aanpassing zeer duur uitvalt, worden de kosten van de zogenaamde standaardaanpassingen plus overige aanpassingen, indien de totale aanpassingskosten meer bedragen dan genoemd normbedrag, gemaximeerd.

a.2. Referentieauto

Naast het normbedrag met code C18-II, geldig bij aanschaf, zijn ingevoerd normbedragen met codes C18-III en C18-IV, toe te passen in geval van (jaarlijkse) vaststelling van respectievelijk de eigen bijdragen voor verzekeringskosten en voor motorrijtuigenbelasting, indien deze vergoedingen in bepaalde gevallen zijn toegekend.

Deze eigen bijdragen zijn gebaseerd op vigerende gegevens van de ANWB en de Belastingdienst, gerelateerd aan een (fictieve) auto van de referentiewaarde, uitgaande van vier jaar gebruik en een jaarkilometrage van 15.000. De bedragen zijn vastgesteld op basis van een selectie van gegevens betreffende een reeks automodellen, waarvan de aanschafprijs ligt rondom het bedrag van de referentieauto en omgeslagen naar een bedrag per maand.

a.3. Kilometervergoeding bruikleenauto’s

Ingevoerd is een nieuwe reeks brandstofvergoedingen met code C22, onder het gelijktijdig laten vervallen van de reeks met code C21-II. Met name ten behoeve van een vergoeding in de onderwijssituatie, alsmede bij een uitbreiding van de vergoeding met leefkilometers, wordt geen eigen bijdrage in mindering gebracht.

Bij de bepaling van de vergoeding blijkt het benzineverbruik van een auto voorzien van een automaat hoger te liggen ten opzichte van het verbruik van een handgeschakelde auto. Dientengevolge zijn hiervoor twee normbedragen ontwikkeld (C22-BA en C22-BS). Voor auto’s, rijdend op dieselolie, geldt één norm (C22-D).

Deze normbedragen worden in alle situaties gebruikt, derhalve zowel voor het woon-werkvervoer, het leefvervoer als het vervoer van en naar school. Resteert in de woon-werksituatie sec, danwel in de woonwerksituatie in combinatie met leefvervoer, na aftrek van de eigen bijdrage volgens code C26-1 een kleine vergoeding, dan wordt dit bedrag getoetst aan het drempelbedrag B11.

a.4. Kilometervergoeding voor auto’s in eigen bezit

Voor de normen met code C25 is de grondslag opnieuw bepaald, waarbij de jarenlange bevriezing van deze normen als gevolg van de koppeling aan de ooit verlaagde fiscale norm is verlaten.

De verbruikskosten zijn gebaseerd op gegevens van de ANWB voor personenauto’s en van de EVO voor bestelauto’s. De aanpassing van de normen aan de nieuwe grondslag is gespreid over twee jaren.

Het onderscheid, dat werd gemaakt tussen verschillende vergoedingen voor bestelauto’s is overbodig gebleken als gevolg van de invoering van de aftreknormen met code C26. Derhalve is de hoge norm met code C25-II vervallen en de norm met code C25-V thans geldig voor alle bestelauto’s.

a.5. Aftrek algemeen gebruikelijke kosten per kilometer

Voor deze bedragen is de vaststelling herzien.

De norm met code C26-I is verlaagd, aangezien de algemene kosten openbaar vervoer per kilometer voor geheel Nederland lager zijn dan het eerder vastgestelde bedrag. De vaststelling is gebaseerd op gegevens van het CBS.

Ook voor de norm met code C26-II is de grondslag gewijzigd: dit bedrag is voortaan gelijk aan de vergoedingsnorm C25-1, waarbij de situatie van voor 1 januari 2006 is hersteld.

a.6. Taxikostenvergoedingen

Vooralsnog ongewijzigd blijven de normen met codes C31, C32 en C33. Een nieuwe grondslag voor deze normen zal worden ontwikkeld, die meer aansluit bij het beleid rondom de WVG. Een wijzigingsbesluit per 1 juli 2007 zal worden voorbereid.

b. Communicatievoorziening voor doven en slechthorenden

De tarieven met code E17-I en E17-C1 ondervinden per 1 januari 2007 geen wijziging. Voor de voorbereiding van een wijziging is nader overleg noodzakelijk gebleken met belangenorganisaties, alsmede met de betrokken ministeries en de vigerende zorgverzekeraar Menzis.

Een wijzigingsbesluit per 1 juli 2007 zal worden voorbereid.

Geldig blijven de volledige teksten van de bij eerdere besluiten vastgestelde toelichtingen op de normen met codes E17, E17-A en E17-C. Dit betekent onder meer:

– Voor alle tarieven met code E-17 geldt dat deze uitsluitend mogen worden gedeclareerd over de feitelijk getolkte tijd.

– De uurtarieven met code E17-I en E17-C1 zijn vastgesteld inclusief een overheadopslag, bedoeld voor de door de werkgever van de tolk danwel door de zelfstandige werkende tolk te maken kosten, zoals onder meer registratie, onderhoud deskundigheid, opdrachtverwerving, administratie, verzekering en kantoorkosten. Voor de dovenschrijftolk is dezelfde overheadopslag tevens bedoeld voor de kosten van de gebruikte apparatuur en de tijd c.q. kosten voor het installeren en verwijderen van deze apparatuur. De overheadopslag bedraagt 30% van het loongedeelte.

– Om in aanmerking te kunnen komen voor de ‘hoge’ vergoedingen (E17-I en E17-C1) dient de tolk geregistreerd te zijn in het register van de Stichting Register Tolken Gebarentaal.

– De uurtarieven met code E17-III en E17-IV zijn gebaseerd op het wettelijke minimumloon, verhoogd met de premies sociale verzekeringen, zoals deze beiden gelden per 1 januari 2007. De totale opslag voor bedoelde premies bedraagt 18,93 %. Bij de bepaling van het tarief is de franchise buiten beschouwing gelaten. Het tarief met code E17-III is verhoogd met een opslag voor de kosten van de werkgever, vastgesteld op tweederde gedeelte van de opslag, toegepast bij het tarief met code E17-I.

– De vergoedingen reizen (codes E17-A1, E17-A3, E17-C2 en S1-R) bestaan uit een vergoeding voor de feitelijke kosten van het reizen (conform de fiscale norm van € 0,19) en een loongedeelte, berekend op basis van de tarieven uurvergoeding, gedeeld door 60. Daarmee is reistijd ook gewerkte tijd. De rekenfactor uurtarief/60 is gebaseerd op de over een geheel etmaal genomen haalbare reissnelheid van 60 km/uur. In de reisurenvergoeding is inbegrepen een vergoeding voor de inconveniënte uren.

Artikel 2, derde lid

Het uurtarief kan worden gedeclareerd vanaf een minimale inzet van de tolk c.q. communicatieassistent. Deze is voor onderwijssituaties één lesuur (plus een verlenging per geheel lesuur), om te rekenen naar klokuren. Voor andere situaties is de minimale inzet een half uur (plus verlenging per kwartier).

Artikel 2, vierde lid

Voor de bepaling van de verhoging van het uurtarief in geval van buitengewone werktijden is aansluiting gezocht bij de CAO Welzijn. Deze verhoging is uitsluitend van toepassing op de tarieven met codes E-17 en het daarop gebaseerde tarief met code E17-C1 en geldt derhalve niet voor de andere tariefcomponenten (code’s E17-A en code E17-C2).

Artikel 2, vijfde tot en met zevende lid

De te vergoeden kilometeraantallen worden uitsluitend berekend volgens de ANWB-methode ‘snelste route’ en op basis van volledige postcodes (zie www.anwb.nl). Ten behoeve van de minimumreistijd, bijvoorbeeld binnen het postcodegebied, wordt als minimum gehanteerd tien kilometer, waarbij een enkele reisafstand van minder dan vijf km. wordt vastgesteld op vijf km. Het maximaal declarabele aantal kilometers is 220 (enkele reis = 110 km.) en kan alleen in bijzondere situaties na voorafgaande toestemming van UWV worden overschreden.

Wanneer voor een tolkopdracht in het geheel geen sprake is van reizen, dan blijft vergoeding achterwege.

De voorzitter Raad van bestuurUWV,

J.M. Linthorst

Naar boven