Wijziging Aanpassingsregeling handel emissierechten I

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 27 september 2007, nr. KvI2007094722, tot wijziging van de Aanpassingsregeling handel in emissierechten I, de Regeling monitoring handel in emissierechten, de Regeling register voor handel in NOx-emissierechten en de Regeling vergoedingen register handel in emissierechten

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op de artikelen 16.6, derde lid, 16.45 en 16.58, vierde lid, van de Wet milieubeheer en op de artikelen 5, eerste, tweede en vierde lid, en 8 van het Besluit handel in emissierechten;

Besluit:

Artikel I

In artikel I, onderdeel XX, van de Aanpassingsregeling handel in emissierechten I wordt in artikel 66, vijfde lid, aanhef, ‘monitoringsprotocol’ vervangen door: monitoringsplan.

Artikel II

In artikel 8, zesde lid, van de Regeling monitoring handel in emissierechten wordt ‘drie weken na de dag waarop het vastgestelde nationale toewijzingsplan met betrekking tot de tweede planperiode is bekendgemaakt in de Staatscourant’ vervangen door: op 15 oktober 2007.

Artikel III

Na artikel 3 van de Regeling register voor handel in NOx-emissierechten wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

Indien de vergunning wordt ingetrokken overeenkomstig artikel 16.20b, in verbinding met artikel 16.49, tweede lid, van de wet, kan het bestuur van de emissieautoriteit de rekening van de desbetreffende inrichting opheffen:

a. met ingang van 1 mei van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de vergunning is ingetrokken, dan wel

b. indien krachtens artikel 16.20b, tweede lid, van de wet in de beschikking tot intrekking van de vergunning is bepaald dat aan de vergunning verbonden voorschriften gedurende een in die beschikking aangegeven termijn blijven gelden: met ingang van de dag volgend op de laatste dag van die termijn.

Artikel IV

De Regeling vergoedingen register handel in emissierechten wordt als volgt gewijzigd:

A

De tweede en de derde volzin van artikel 2 komen te luiden:

De vergoeding bedraagt eenmalig € 100. De vergoeding is verschuldigd in verband met het openen van een persoon⁠stegoedrekening.

B

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

Deze regeling berust op artikel 16.45 van de Wet milieubeheer.

Artikel V

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 september 2007.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.M. Cramer.

Toelichting

Algemeen

In de onderhavige regeling worden diverse ministeriële regelingen met betrekking tot de in hoofdstuk 16 van de Wet milieubeheer (hierna: wet) geregelde systemen van handel in emissierechten aangepast. Het betreft zowel inhoudelijke wijzigingen als het herstel van enkele omissies. Alleen de wijziging van de Regeling vergoedingen register handel in emissierechten brengt een wijziging in de administratieve lasten met zich mee. Doordat inrichtingen voortaan slechts eenmalig, bij het openen van de rekening in het register, een vergoeding verschuldigd zijn, brengt dit een verlaging van de administratieve lasten met zich mee.

Artikelsgewijs

Artikel I

In de Aanpassingsregeling handel in emissierechten I, die op 1 januari 2008 in werking treedt, wordt in de Regeling monitoring handel in emissierechten de term ‘monitoringsprotocol’ telkens vervangen door ‘monitoringsplan’. Deze wijziging is ook doorgevoerd in (hoofdstuk 16 van) de wet en in het Besluit handel in emissierechten. Per abuis is in het nieuwe artikel 66 eenmaal de term ‘monitoringsprotocol’ gebruikt in plaats van ‘monitoringsplan’. Deze omissie wordt bij deze hersteld.

Artikel II

Voor de bepaling van de aardgasfactor is uit oogpunt van verlichting van administratieve lasten besloten dat inrichtingen kunnen kiezen tussen monitoren met een standaardaardgasfactor (optie 1) en monitoren met de werkelijke waarde (optie 2). Om het uitgangspunt te blijven hanteren dat toewijzing van emissierechten en monitoring van emissies overeenstemmen, is het van belang dat inrichtingen tijdig een keuze maken voor een van deze twee opties. Deze keuze is van invloed op het nationale toewijzingsbesluit. De keuze moet dus gemaakt zijn vóórdat het ontwerp van het nationale toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten 2008–2012 wordt gepubliceerd. Omdat bij de totstandkoming van de Regeling monitoring handel in emissierechten als uitgangspunt werd genomen dat het nationale toewijzingsbesluit kort op het nationale toewijzingsplan zou volgen, is de termijn waarbinnen inrichtingen hun keuze moesten maken, gesteld op drie weken na de dag waarop het vastgestelde nationale toewijzingsplan met betrekking tot de tweede planperiode is bekendgemaakt in de Staatscourant. Echter, vanwege de lange periode tussen de publicatie van het (ontwerp van het) nationale toewijzingsplan en het (ontwerp van het) nationale toewijzingsbesluit voor de tweede planperiode, is besloten deze termijn te verlengen en te stellen op uiterlijk 15 oktober 2007. Inrichtingen die nog geen melding hebben gedaan dat ze gebruik willen maken van de standaardaardgasfactor, hebben dus alsnog (tot uiterlijk 15 oktober) de gelegenheid om dit te doen. Voor het bepalen of een melding tijdig is gedaan, zal de verzendtheorie als bedoeld in artikel 6:9, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden gehanteerd. Indien de inrichting geen melding doet of te laat een melding doet, geldt het reguliere regime van het eerste lid van artikel 8 van de Regeling monitoring handel in emissierechten voor de gehele tweede planperiode. Inrichtingen die alsnog gebruik willen maken van de standaardaardgasfactor, dienen de melding uiterlijk 15 oktober 2007 te verzenden aan:

Ministerie van VROM

T.a.v. de directeur Klimaatverandering en Industrie, ipc. 650

Postbus 20951

2500 EZ Den Haag

o.v.v. ‘keuze aardgasfactor’

Artikel III

De toevoeging van artikel 3a aan de Regeling register voor handel in NOx-emissierechten heeft tot doel de emissieautoriteit de mogelijkheid te geven de rekening op te heffen, indien de (emissie)vergunning van de inrichting is ingetrokken. Immers het is alleen inrichtingen met een NOx-emissievergunning toegestaan een rekening te houden bij de emissieautoriteit. Op grond van artikel 16.51, eerste lid, van de wet levert de inrichting met betrekking tot ieder kalenderjaar voor 1 mei van het daaropvolgende kalenderjaar ten minste het aantal NOx-emissierechten in dat overeenkomt met de hoeveelheid NOx die de inrichting in het eerstgenoemde kalenderjaar heeft uitgestoten. Indien het bestuur van de emissieautoriteit de emissievergunning intrekt, kan worden bepaald dat een of meer aan de emissievergunning verbonden voorschriften nog enige tijd blijven gelden (artikel 16.20b, tweede lid, van de wet).

Omdat de inrichting tot 1 mei van elk kalenderjaar haar emissierechten kan inleveren, is de datum voor de opheffing van de rekening in beginsel tevens op 1 mei vastgesteld. De inrichting heeft derhalve na het intrekken van de vergunning tot 1 mei van het daarop volgende jaar de tijd om haar saldo op nul te krijgen. Omdat in bepaalde gevallen vergunningvoorschriften kunnen doorlopen na 1 mei, is het mogelijk het opheffen van de rekening gelijk te stellen met het einde van de in artikel 16.20b van de wet bedoelde termijn.

Aangezien de eventuele deelrekeningen onderdeel uitmaken van de rekening, hoeven deze niet apart opgeheven te worden, maar zijn deze automatisch opgeheven zodra de hoofdrekening is opgeheven.

Artikel IV

De hoogte en de frequentie van de vergoeding in artikel 2 van de Regeling vergoedingen register handel in emissierechten zijn gewijzigd naar een eenmalige betaling van € 100. De betaling beoogt de kosten te dekken die het openen en onderhouden van een rekening met zich meebrengen. Omdat het telkens opnieuw innen van een vergoeding per planperiode disproportioneel hoge administratieve lasten voor de emissieautoriteit met zich meebrengt, wordt de vergoeding nog slechts eenmalig geïnd. Vanwege het eenmalige karakter van de betaling, is de vergoeding verhoogd naar € 100. Dit bedrag is een bijdrage in het totaal van de door de Nederlandse emissieautoriteit gemaakte kosten voor de administratieve ondersteuning. Het rekeningnummer van de emissieautoriteit waarop het verschuldigde bedrag dient te worden overgemaakt, is te vinden op de website van de emissieautoriteit: www.emissieautoriteit.nl.

Artikel 16.46 van de Wet milieubeheer is bij de Uitvoeringswet EG-verordening register handel in broeikasgasemissierechten ingetrokken. Artikel 16.46 vormde de grondslag voor de Regeling vergoedingen register handel in emissierechten. In die wet van 17 februari 2007 (Stb. 2007, 90), in werking getreden op 16 maart 2007 (Stb. 2007, 91), is bepaald dat de Regeling vergoedingen register handel in emissierechten na inwerkingtreding van die wet berust op artikel 16.45 van de Wet milieubeheer. Volledigheidshalve wordt dit nu ook vermeld in de regeling zelf (conform de Aanwijzingen voor de regelgeving, nrs. 226 en 227).

Den Haag, 27 september 2007

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer

Naar boven