Wijziging besluit buitengewoon opsporingsambtenaar milieu-opsporingsambtenaren Dienst Stadstoezicht Amsterdam 2005

Besluit van de Minister van Justitie van 24 september 2007, kenmerk 5506972/Justis/07, houdende wijziging van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaren milieu-opsporingsambtenaren bij Dienst Stadstoezicht Amsterdam 2005, kenmerk 5381111/Justis/05.

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de betrokken Ministers;

Gelezen het verzoek van de directeur van Dienst Stadstoezicht Amsterdam van 31 augustus 2007;

Gelet op:

– artikel 142, eerste lid, onder b en c en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

– artikel 55b van het Wetboek van Strafvordering;

– artikel 8, zevende lid en artikel 9, van de Politiewet 1993;

– het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

– de Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Buitengewoon Opsporingsambtenaar en ambtenaren van bijzondere opsporingsdiensten;

Besluit:

Artikel I

Het besluit buitengewoon opsporingsambtenaar milieu-opsporingsambtenaren van de Dienst Stadstoezicht Amsterdam 2005, met kenmerk 5381111/Justis/05, als volgt te wijzigen:

In artikel 3, tweede lid, komt te luiden:

De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van de gemeenten Amsterdam, Ouder-Amstel, Aalsmeer en Amstelveen.

Artikel II

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden van de buitengewoon opsporingsambtenaren die in dienst zijn als milieu-opsporingsambtenaren bij Dienst Stadstoezicht Amsterdam, worden voor de duur van hun geldigheid of tot daarover nader zal zijn beslist, geacht te zijn akten en overige benoemingsbescheiden mede op basis van het onderhavige besluit.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 2005 en vervalt met ingang van 31 december 2010.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, dienst Justis, afdeling BTR/BOA, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 24 september 2007.
De Minister van Justitie,
namens deze:
de teammanager BTR, P.W.C. Collard.

Toelichting

Bij brief van 31 augustus 2007 heeft de directeur Dienst Stadstoezicht Amsterdam verzocht om uitbreiding van de categoriale beschikking betreffende de buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam bij Dienst Stadstoezicht Amsterdam in de functie van milieu-opsporingsambtenaar van 18 oktober 2005, kenmerk 5381111/Justis/05.

De wijziging van het categoriaal besluit betreft het uitbreiden van het opsporingsgebied van de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam met de gemeente Amstelveen. De reden hiervan is om de gemeente Amstelveen in staat te stellen, de doelstellingen op het specifieke taakgebied, namelijk de leefbaarheid en de veiligheid terug te brengen. Uit het oogpunt van efficiency en doelmatigheid heeft het College van B&W van de gemeente Amstelveen en het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Zuider-Amstel gemeend dit toezicht en handhaven te laten doen door één organisatie, namelijk de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam.

Gelezen voornoemd verzoek van de directeur van Dienst Stadstoezicht Amsterdam en de adviezen van de hoofdofficier van justitie te Amsterdam en de korpschef van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland, acht ik de noodzaak voor uitbreiding van de opsporingsbevoegdheid aanwezig.

Gezien het feit dat het wegens administratieve procedures praktisch niet uitvoerbaar is om met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit aan alle buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van de Dienst Stadstoezicht Amsterdam een nieuwe akte van opsporingsbevoegdheid uit te reiken, is in artikel 9 van dit besluit een overgangsregeling opgenomen. Op grond van deze regeling behouden de akten en legitimatiebewijzen van de betreffende buitengewoon opsporingsambtenaren nog hun geldigheid tot het moment waarop zij vervallen.

Den Haag, 24 september 2007

De Minister van Justitie

namens deze:

de teammanager BTR,

P.W.C. Collard

Naar boven