Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 september 2007, nr. VO/S&O/07/31224, houdende regels voor de aanvullende bekostiging als tegemoetkoming in de kosten van het realiseren van de maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs voor de schooljaren 2007–2008 en 2008–2009 (Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 85a, eerste lid, en artikel 89, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 2.2.3, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. school: uit ’s Rijks kas bekostigde school of scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, waaronder begrepen het voorbereidend beroepsonderwijs in een agrarisch opleidingscentrum, bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

b. bevoegd gezag: bevoegd gezag van een school;

c. Minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voor zover het betreft landbouwonderwijs, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

d. maatschappelijke stage: vorm van leren buiten de school waarbij leerlingen in het voortgezet onderwijs vanuit de school door middel van vrijwilligersactiviteiten actief kennis maken met allerlei aspecten en onderdelen van de samenleving.

Artikel 2

Doelomschrijving

De Minister verstrekt op aanvraag van het bevoegd gezag aanvullende bekostiging als tegemoetkoming in de personele en materiële kosten van het realiseren van maatschappelijke stage.

Artikel 3

Omvang aanvullende bekostiging

De aanvullende bekostiging bedraagt per jaar per school € 18.000,–.

Artikel 4

Begrotingsvoorbehoud

Aanvullende bekostiging ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verstrekt onder de voorwaarde dat door de wetgever voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 5

Aanvraag van de aanvullende bekostiging

1. Aanvullende bekostiging als bedoeld in artikel 2, wordt toegekend voor de periode van een kalenderjaar.

2. Om voor aanvullende bekostiging in aanmerking te komen dient het bevoegd gezag bij SenterNovem een aanvraag in,waarin een plan van aanpak van de maatschappelijke stage wordt weergegeven.

3. Voor het indienen van de aanvraag wordt gebruik gemaakt van het aanvraagformulier dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd en is te verkrijgen is bij SenterNovem. Alleen volledig ingevulde en ondertekende formulieren worden in behandeling genomen.

4. Het bevoegd gezag dient de aanvraag voor het kalenderjaar 2007 in vóór 15 oktober 2007. Aanvragen die zijn ingediend na 15 oktober 2007 worden afgewezen.

5. Het bevoegd gezag dient de aanvraag voor het kalenderjaar 2008 in vóór 1 mei 2008. Aanvragen die zijn ingediend na 1 mei worden afgewezen.

Artikel 6

Beslissing op aanvraag en betaling

1. De Minister beslist op een aanvraag als bedoeld in artikel 5, tweede lid, vóór 1 september van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

2. De betaling van de aanvullende bekostiging, bedoeld in artikel 2, vindt plaats in september van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

3. In afwijking van het eerste en tweede lid beslist de Minister op een aanvraag als bedoeld in artikel 5, vijfde lid, vóór 22 december 2007, en vindt de betaling van de aanvullende bekostiging plaats in december 2007.

Artikel 7

Uitvoering

De aanvullende bekostiging, bedoeld in artikel 2, wordt toegekend ten behoeve van de uitvoering van activiteiten in het schooljaar waarin het bedrag van de aanvullende bekostiging ontvangen is.

Artikel 8

Financiële verantwoording van de aanvullende bekostiging

1. De aanvullende bekostiging wordt verstrekt als tegemoetkoming in de uitgaven die zijn verbonden aan het in deze regeling omschreven doel. Verrekening van eventueel niet bestede middelen of voorschotten vindt niet plaats.

2. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de aanvullende bekostiging.

3. Overeenkomstig de OCenW-Richtlijnen Jaarverslaggeving wordt in de jaarrekening de aan het verslagjaar toe te rekenen aanvullende bekostiging herkenbaar als bate verantwoord, en worden de lasten verwerkt binnen de daartoe bestemde posten. Een afzonderlijke specificatie van de lasten naar kostensoorten is niet noodzakelijk. De aanvullende bekostiging wordt opgenomen in bijlage D2 bij de jaarrekening als niet geoormerkte aanvullende subsidie.

Artikel 9

Informatielevering

1. Het bevoegd gezag legt inhoudelijke verantwoording af over de aanvullende bekostiging door middel van een eindrapportage. Voor het indienen van deze eindrapportage wordt gebruik gemaakt van het formulier Eindrapportage Maatschappelijke Stage, dat te verkrijgen is bij SenterNovem. Het formulier wordt volledig ingevuld en ondertekend.

2. Het formulier wordt ingezonden aan SenterNovem vóór 15 september van het jaar volgend op het kalenderjaar waarvoor de aanvullende bekostiging is toegekend.

Artikel 10

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 11

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Bijlage

stcrt-2007-186-p8-SC82246-1.gifstcrt-2007-186-p8-SC82246-2.gifstcrt-2007-186-p8-SC82246-3.gifstcrt-2007-186-p8-SC82246-4.gif

Hierna vindt u een overzicht van de doelgroepen en het verwachte aantal leerlingen dat in aanraking komt met een maatschappelijke stage binnen de periode waarvoor de subsidie wordt verstrekt (C.2).

Het overzicht bestaat uit 2 delen. Indien u niet eerder een aanvullende bekostiging voor maatschappelijke stage ontving dan hoeft u alleen deel 2 van het overzicht in te vullen.

Heeft uw school in de afgelopen jaren een aanvullende bekostiging ontvangen dan dient u ook deel 1 van het overzicht in te vullen. Dit uitgebreide overzicht geeft zo een beeld van de continuering van uw activiteiten rondom maatschappelijke stage (groeit het aantal maatschappelijke stages ten opzichte van de voorgaande jaren, worden de stages uitgebreid voor wat betreft de duur van de stageperiode, komen er nieuwe groepen leerlingen bij –leerjaar en schoolsoort, groeit het aantal en type instelling waar de stages plaatsvinden?).

stcrt-2007-186-p8-SC82246-5.gifstcrt-2007-186-p8-SC82246-6.gif

Toelichting

Algemeen

In schooljaar 2006–2007 hebben 481 scholen al op vrijwillige basis maatschappelijke stage aan jongeren aangeboden op grond van de Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs 2005 en 2006. Die regeling is met ingang van 1 augustus 2007 vervallen.

Met onderhavige regeling wordt de maatschappelijke stage voor de schooljaren 2007–2008 en 2008–2009 geregeld. Deze regeling is bedoeld te werken tot de datum dat de maatschappelijke stage, als wettelijke verplichting voor alle VO-scholen in de Wet op het voortgezet onderwijs wordt ingevoerd. De invoering van die verplichting is door het huidige kabinet voorgenomen (Coalitieakkoord tussen de tweede Kamerfracties van CDA, PvdA en ChristenUnie van 7 februari 2007, p. 30).

De maatschappelijke stage kent vele verschijningsvormen. (Hockeytraining geven aan de pupillen, koffie schenken in het ziekenhuis, een uitje voor verstandelijk gehandicapten organiseren, internetles geven aan ouderen, een paar wedstrijden fluiten op de voetbalvereniging, of voorlezen in het verzorgingshuis.) Ook kan de maatschappelijke stage verschillend worden ingevuld onder meer wat betreft duur (bijvoorbeeld een aantal weken een paar uur per week of één hele week fulltime). De maatschappelijke stage past in het onderwijsprogramma of wordt aangeboden naast het verplichte onderwijsprogramma.

Door het doen van deze vrijwilligersactiviteiten maken de jongeren actief kennis met allerlei aspecten van de samenleving. Het stimuleren van maatschappelijke betrokkenheid en actief burgerschap bij jongeren kan zorgen voor meer begrip, respect en een versterkte sociale cohesie.

De invoering van de verplichte maatschappelijke stage is vastgelegd in het beleidsprogramma van het kabinet-Balkenende IV van juni 2007.

Met deze aanvullende bekostiging worden zoveel mogelijk scholen in het voortgezet onderwijs gestimuleerd om de maatschappelijke stage aan te (blijven) bieden. De procedure van de aanvraag is daarom ook laagdrempelig gehouden.

Het is van belang dat zoveel mogelijk scholen ervaring op gaan doen met maatschappelijke stage, zodat de overgang naar de in te voeren verplichting voor de scholen tot het aanbieden van maatschappelijke stage soepel zal verlopen.

De aanvullende bekostiging is bedoeld als tegemoetkoming in de personele en materiële kosten die gemoeid zijn met het realiseren van de maatschappelijke stage: van het coördineren en organiseren van de maatschappelijke stage, het opbouwen van een netwerk voor de ontwikkeling en uitvoering van de maatschappelijke stage, de inbedding in de school en de eventuele inhuur van derden, zoals een medewerker van een vrijwilligerscentrale tot en met het aanbieden of begeleiden van de maatschappelijke stage.

Administratieve lasten

Deze regeling leidt in vergelijking met de Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs 2005 en 2006 niet tot een verhoging van de administratieve lasten voor de scholen. Weliswaar moeten scholen om in aanmerking te komen voor aanvullende bekostiging op grond van deze regeling, jaarlijks een aanvraag indienen, maar daar staat tegenover dat zij niet meer jaarlijks een tussenrapportage behoeven in te dienen. Voor de scholen die bekostiging hebben ontvangen op grond van de bovengenoemde regeling bevat het aanvraagformulier een positie om een korte evaluatie van het voorgaande jaar te vermelden.

De jaarlijkse indiening van een rapportageformulier voor de inhoudelijke verantwoording achteraf blijft onveranderd ten opzichte van de Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs 2005 en 2006.

Vaste verander momenten

In deze regeling is de mogelijkheid vastgelegd om een aanvraag voor aanvullende bekostiging maatschappelijke stage voor het schooljaar 2007–2008 en 2008–2009. Bij toepassing van een vaste inwerkingtredingsdatum en invoeringstermijn van ten minste 3 maanden – volgens het uitgangspunt van kabinetsbeleid Vaste Verander Momenten, zoals verwoord in Kamerstukken II, vergaderjaar 2006/07, 29 515, nr. 181, – zou inwerkingtreding pas op 1 januari 2008 mogelijk zijn bij publicatie van de regeling op 1 oktober 2007.

Inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2008 zou betekenen dat niet spoedig aanvragen kunnen worden ingediend voor het schooljaar 2007–2008 en het voor het kalenderjaar 2007 reeds in de rijksbegroting voor maatschappelijke stage opgenomen bedrag van € 13,6 mln niet meer kan worden besteed. Ter vermijding van hoge/buitensporige private of publieke kosten van vertraging treedt deze regeling zo spoedig mogelijk na publicatie in werking.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Doelomschrijving

Het aanbieden van maatschappelijke stage door scholen voor voortgezet onderwijs vindt plaats op vrijwillige basis. Derhalve vindt de bekostiging plaats op aanvraag van het bevoegd gezag.

Artikel 3 Omvang aanvullende bekostiging

Het budget voor deze regeling is toereikend om alle scholen in het voortgezet onderwijs (op BRIN-nummer) het bedrag van € 36.000,– te kunnen toekennen.

Artikel 4 Begrotingsvoorbehoud

Indien de vereiste middelen niet of in onvoldoende mate op de begroting beschikbaar komen voor jaren waarvoor nog geen begroting is vastgesteld, kan het aan scholen toe te kennen bedrag worden aangepast.

Artikel 5 Aanvraag van de aanvullende bekostiging

Om in aanmerking te komen voor deze aanvullende bekostiging moet het bevoegd gezag van de school jaarlijks een aanvraagformulier indienen bij SenterNovem.

Adresgegevens:

SenterNovem: afdeling Onderwijs en Arbeidsmarkt

o.v.v.: Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage

Postbus 93144

2509 AC Den Haag

Voor de aanvraag moet gebruik worden gemaakt van een aanvraagformulier. Dit formulier is te downloaden op de website van SenterNovem (www.senternovem.nl/maatschappelijke_stages) en op www.maatschappelijkestages.nl. Ook is het formulier telefonisch te bestellen bij SenterNovem, afdeling Onderwijs, 070-3735313. Via dit formulier verstrekt het bevoegd gezag informatie over de beoogde resultaten en de daarvoor uit te voeren activiteiten, over de beoogde samenwerkingspartners en over de beoogde deelnemende leerlingen.

Het aanvraagformulier is zo ingericht dat scholen die nog niet hebben kennisgemaakt met maatschappelijke stage laagdrempelig de mogelijkheid krijgen om ervaringen op te doen. Scholen die reeds maatschappelijke stage bieden, kunnen op een toegankelijke manier middelen krijgen om de maatschappelijke stage verder uit te bouwen (meer leerlingen en meer uren, inbedden in curriculum, structureel investeren in netwerk van stageaanbieders).

Artikel 7 Uitvoering

De maatschappelijke stage wordt aangeboden in het schooljaar waarin de aanvullende bekostiging ontvangen is.

Artikel 9 Informatielevering

De inhoudelijke verantwoording van de aanvullende bekostiging vindt plaats door middel van een volledig ingevulde Eindrapportage Maatschappelijke Stage. Het formulier voor deze eindrapportage wordt beschikbaar gesteld door OCW, via SenterNovem. Met deze Eindrapportage Maatschappelijke Stage wordt informatie verschaft over de leerlingen die daadwerkelijk een maatschappelijke stage gedaan hebben, over de maatschappelijke organisaties die deze stage aangeboden hebben, de duur van de stage en de inbedding in het onderwijsproces. De informatie uit de eindrapportages wordt door OCW gebruikt voor de invoering van de verplichte maatschappelijke stage zoals is vastgelegd in het beleidsprogramma van het kabinet-Balkenende IV van juni 2007.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven