Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2007, 184 pagina 7 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2007, 184 pagina 7 | Overig |
9 juli 2007
Nr. C/S&A/06/1698
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;
De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 28 juni 2007, arc-2007.03942/1);
Besluiten:
De bij dit besluit gevoegde ‘selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Zee- en Kustvisserij over de periode vanaf 1945’ en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.
Den Haag, 9 juli 2007.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
namens deze:
de algemene rijksarchivaris, M.W. van Boven.De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
namens deze:
de projectdirecteurProject Wegwerken Archiefachterstanden PWAA, A. van der Kooij.
Instrument voor de selectie – ter vernietiging dan wel blijvende bewaring – van de administratieve neerslag van de zorgdragers
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Minister van Financiën
Op het beleidsterrein Zee- en Kustvisserij 1945–
Tekst: drs. A. Mul (Doxis Informatiemanagers) en G. Stiemsma (Ministerie van LNV)
Eindredactie: Bram Duizer (PWAA)
AID: Algemene Inspectiedienst
AMvB: Algemene maatregel van bestuur
BZ: (Ministerie van) Buitenlandse Zaken
BSD: Basis Selectiedocument
CAS: Centrale Archief Selectiedienst
DR: Dienst Regelingen
Fin: (Ministerie van) Financiën
KB: Koninklijk Besluit
KNHG: Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap
LASER: Dienst Landelijke Service bij Regelingen
LVV: 1946–1960 (Ministerie van) Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening
LenV: 1960–1989 (Ministerie van) Landbouw en Visserij
LNV: 1989–2003 (Ministerie van) Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
2003– (Ministerie van) Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
NA: Nationaal Archief
OM: Openbaar Ministerie
PIVOT: Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn
RIO: Rapport Institutioneel Onderzoek
Stb.: Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Stcrt.: Nederlandse Staatscourant
TK: Tweede Kamer (Kamerstukaanduiding)
Een Basis Selectiedocument (BSD) is een bijzondere vorm van een selectielijst. In de regel heeft een BSD niet zozeer betrekking op (alle) archiefbescheiden van één (enkele) organisatie, als wel op het geheel van de bescheiden die de administratieve neerslag vormen van het overheidshandelen op een bepaald beleidsterrein.
Het BSD geldt dus voor de archiefbescheiden van verschillende overheidsorganen (veelal ook diverse zorgdragers), en wel voor zover de desbetreffende actoren op het terrein in kwestie werkzaam zijn (geweest). Dit betekent dat er geen handelingen van particuliere actoren worden opgenomen.
Een BSD wordt normaliter opgesteld op basis van institutioneel onderzoek. In het rapport institutioneel onderzoek (RIO) wordt dan het betreffende beleidsterrein beschreven, evenals de taken en bevoegdheden van de betrokken organen. De handelingen van de overheid op het beleidsterrein staan in het RIO in hun functionele context geplaatst. In het BSD zijn de handelingen overgenomen, alleen nu geordend naar de actor. Bovendien is bij elke handeling aangegeven of de administratieve neerslag hiervan bewaard dan wel vernietigd moet worden.
Door de beleidsterreingerichte benadering komen verschillende aspecten betreffende het beheer van de eigen organisatie van de zorgdrager (personeelsbeleid, financieel beleid, etc.) niet aan bod. Voor het selecteren van de administratieve neerslag die betrekking heeft op de instandhouding en ontwikkeling van de eigen organisaties van overheidsorganen dienen een aantal zogeheten ‘horizontale’ BSD’s. Deze horizontale BSD’s zijn van toepassing op alle organisaties van de rijksoverheid.
Het niveau waarop geselecteerd wordt, is dus niet dat van de stukken zelf, maar dat van de handelingen waarvan die archiefbescheiden de administratieve neerslag vormen. Een BSD is derhalve geen opsomming van (categorieën) stukken, maar een lijst van handelingen van overheidsactoren, waarbij elke handeling is voorzien van een waardering en indien van toepassing een vernietigingstermijn.
De selectielijst treedt in werking twee dagen na publicatie in de Staatscourant en blijft in de huidige vorm hoogstens 20 jaar geldig.
Afbakening van het beleidsterrein
Het beleidsterrein Zee- en kustvisserij heeft enkele raakvlakken met andere beleidsterreinen.
Agrarisch markt- en prijsbeleid
In het Pivot-rapport Agrarisch markt- en prijsbeleid en Voedselvoorziening zijn de handelingen met betrekking tot de visserij niet meegenomen. Het rapport over de zee- en kustvisserij bevat een aantal parallelle handelingen inzake bijvoorbeeld de marktordening.
Naast de zee- en kustwateren worden nog de binnenwateren onderscheiden, waaronder ook het IJsselmeer valt (sinds de sluiting van de Afsluitdijk). Over het beleid en de beleidsuitvoering terzake van het binnenvisserijbeleid is een Rapport Institutioneel Onderzoek opgesteld.
Beide beleidsterreinen worden, voor wat betreft de kaderregelgeving, bestreken door de Visserijwet 1963. De algemene handelingen uit deze wet, die welke niet specifiek zijn ondergebracht in het hoofdstuk betreffende de binnenvisserij, worden in het onderhavige rapport behandeld, hoewel er wel raakvlakken kunnen zijn. Zo wordt in dit rapport de registratie van schepen behandeld. Daaronder moet dan ook de registratie van IJsselmeerschepen worden begrepen.
In het Pivot-rapport Landbouwstructuurbeleid zijn de handelingen met betrekking tot het visserijstructuurbeleid niet meegenomen. Het rapport over de zee- en kustvisserij bevat een aantal parallelle handelingen inzake bijvoorbeeld de Europese fondsen en het Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Visserij.
Naast de onderwerpen die in onderhavig rapport worden besproken, is er ook beleid inzake de zee- en kustvisserij die is toegespitst op de technische aspecten van schepen, bemanningszaken, veiligheid van de scheepvaart, e.d. Het regievoerende departement in dezen is dat van Verkeer en Waterstaat. Pivot-rapport nr. 21, Stuurlui aan wal.
In het kader van de natuurbescherming kunnen bepaalde gedeelte van zee en kust voor de visserij worden gesloten. Dit ter bescherming van de visstand en de natuur in het desbetreffende gebied. Ook vanuit een bredere optiek kunnen zee- en kustwateren worden gesloten, bijv. delen van de Waddenzee. Dit gebeurt dan op grond van de Natuurbeschermingswet. Deze wet komt aan de orde in Pivot-rapport nr. 32, Flora en fauna. Vergunningen voor de kustvisserij op grond van de Natuurbeschermingswet krijgen in het voorliggende rapport wel een plaats.
Er is voor gekozen om de kwaliteitsaspecten voor vis- en visproducten, zoals die ook zijn terug te vinden in de Europese verordeningen inzake de marktordening voor vis, binnen Pivot-rapport nr. 157, Landbouwkwaliteit en voeding, onder te brengen. Redenen hiervoor zijn het belang van een goede kwaliteit van vis voor de export en het feit dat binnen de Landbouwuitvoerwet en de latere landbouwkwaliteitswetgeving ruimte werd gemaakt voor vis- en visproducten.
Gezondheid en welzijn van dieren
De Europese marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten bevat bepalingen die zijn gerelateerd aan productkwaliteit en dierenwelzijn en -gezondheid. Dit laatste onderwerp komt in het onderhavige rapport niet expliciet aan de orde, alhoewel er zeker aanknopingspunten zijn. Zie voor dit onderwerp: Pivot-rapport nr. 107, Gezondheid en welzijn van dieren.
Het Productschap Vis speelt een rol in het zee- en kustvisserijbeleid en de uitvoering daarvan. Onderwerpen die zijn gerelateerd aan de bedrijfschappen-oude stijl (de voorlopers van de huidige productschappen), meestal ingesteld door de Minister van Landbouw, komen met name aan de orde in het Pivot-rapport betreffende het agrarisch markt- en prijsbeleid. De SER is sinds 1992 verantwoordelijk voor instellingshandelingen betreffende de product- en bedrijfschappen. Dit is een van de onderwerpen in Pivot-rapport nr. 58, Sociaal-Economische Raad. (Overigens heeft het Productschap Vis de opstelling van een organisatiespecifiek Basisselectiedocument in voorbereiding, zodat dit productschap niet in de handelingen in het voorliggende rapport zal worden meegenomen.)
Doelstellingen op dit beleidsterrein
De hoofddoelstelling van de overheid voor beide beleidsterreinen (zeevisserij en kustvisserij) is dezelfde. Deze luidt: Het bevorderen van een verantwoorde visserij en een evenwichtige exploitatie van de visbestanden. (Structuurnota Zee- en kustvisserij 1993.)
Dit houdt in dat binnen de randvoorwaarden die gesteld worden door andere functies, de overheid de visserij als economische activiteit tracht te bevorderen.
De overheid maakt gebruik van drie beleidsinstrumenten om haar beleidsdoelstelling te operationaliseren, te weten:
– structuur (visserijsector);
hierbij moet o.a. worden gedacht aan sanering, modernisering en ontwikkeling;
– sturing en beheer van de visserij (de aanvoersector);
hierbij kan o.a. worden gedacht aan het beheren van de visstand;
– marktordening;
hierbij moet worden gedacht aan prijsregulering en bevordering van de kwaliteit van producten ten behoeve van de afzet en gericht op de markt.
Deze indeling in structuur, visrecht- en visstandbeheer en marktordening is ook in onderhavig rapport gehanteerd.
Dit BSD is gebaseerd op het rapport institutioneel onderzoek ‘Zee- en Kustvisserij. Een institutioneel onderzoek naar het handelen van de overheidsorganen op het beleidsterrein Zee- en kustvisserij (1945–2003)’. Dit rapport (nr. 159) is in 2004 opgesteld door drs. A. Mul.
In vergelijking met het RIO zijn in dit BSD ter completering enkele extra actoren en handelingen opgenomen. Dat zijn de Commissie Sanering Zeevisserij (Commissie Tinbergen), de Commissie Ontwikkeling Zeevisserij (Commissie Diepenhorst), de Adviescommissie Uitgifte Mosselpercelen, de Stuurgroep project kunstmatige mosselverwaterplaatsen, de Controleraad voor de verbetering van de afzet van visserijproducten. Daarnaast is de actor Commissies toegevoegd. Zie hiervoor de handelingen 235–241.
Daarnaast zijn enkele handelingen opgenomen voor de Algemene Inspectiedienst (AID). Een handeling die eveneens wordt uitgevoerd door de Minister van LNV en een toegevoegde handeling (242).
Enkele handelingen die in het RIO werden toegeschreven aan de Minister van LNV, zijn in dit BSD ook opgenomen voor de uitvoerende dienst LASER en diens opvolger Dienst Regelingen.
De handeling die in het RIO Zee- en Kustvisserij is opgenomen voor de Minister van Buitenlandse Zaken is buiten dit BSD gelaten, omdat het BSD voor Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking deze handeling al ondervangt.
De handelingen voor het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland uit het RIO zijn buiten dit BSD gelaten, aangezien er een aparte lijst is vastgesteld voor provinciale organen.
Het Productschap Vis is een actor op dit beleidsterrein, maar heeft een eigen BSD en wordt daarom niet in dit BSD Zee- en Kustvisserij opgenomen.
In de productbeschrijving BSD van maart 2004 is de selectiedoelstelling van het Nationaal Archief als volgt verwoord. ‘De doelstelling van het Nationaal Archief bij de selectie van overheidsarchieven is dat de belangrijkste bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring. Met het te bewaren materiaal moet het mogelijk zijn om een reconstructie te maken van de hoofdlijnen van het handelen van de rijksoverheid ten opzichte van haar omgeving, maar ook van de belangrijkste historisch-maatschappelijke gebeurtenissen en ontwikkelingen, voor zover deze zijn te reconstrueren uit overheidsarchieven.’
Uitgaande van de algemene selectiedoelstelling heeft PIVOT in 1998 een (gewijzigde) lijst van algemene selectiecriteria geformuleerd. Met behulp van die algemene criteria wordt in een BSD een waardering toegekend aan de handelingen die door middel van het institutioneel onderzoek in kaart zijn gebracht.
De algemene selectiecriteria van PIVOT zijn positief geformuleerd; het zijn bewaarcriteria. Is een handeling op grond van een criterium gewaardeerd met B (‘blijvend te bewaren’), dan betekent dit dat de administratieve neerslag van die handeling te zijner tijd geheel dient te worden overgebracht naar het NA.
De neerslag van een handeling die niet aan één van de selectiecriteria voldoet, wordt op termijn vernietigd. De waardering van de desbetreffende handeling luidt dan V (vernietigen), onder vermelding van de periode waarna de vernietiging dient plaats te vinden. De neerslag die uit dergelijke handelingen voortvloeit, is dus niet noodzakelijk geacht voor een reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen.
Handelingen die worden gewaardeerd met B (ewaren)
1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen
Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.
2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieronder valt ook het toetsen van en het toezien op beleid. Hieruit worden niet per se consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.
3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren
Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.
4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen
Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.
5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt
Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.
6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten
Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de Ministeriële verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.
Overigens kan, ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen, betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.
Naast de algemene criteria kunnen er in een BSD, eveneens binnen het kader van de selectiedoelstelling, in overleg met het NA, beleidsterreinspecifieke criteria worden geformuleerd. Deze criteria worden doorlopend genummerd, waarbij wordt aangesloten bij de zes algemene criteria (dus vanaf 7). In dit BSD is geen aanvullend selectiecriterium toegekend.
Verslag vaststellingsprocedure
Vaststelling BSD
In 2004 is het ontwerp-BSD door de Minister van Financiën en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC).
Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd.
Vanaf 1 mei 2007 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van genoemde Ministeries en bij de rijksarchieven in de provincie/regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.
Op 28 juni 2007 bracht de RvC advies uit (arc-2007.03942/1), hetwelk geen aanleiding heeft gegeven tot wijzigingen in de ontwerp-selectielijst.
Daarop werd het BSD op 9 juli 2007 door de algemene rijksarchivaris, namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Project Directeur Project Wegwerken Archiefachterstanden (conform het convenant d.d. 30 mei 2006) namens de Minister van Financiën (C/S&A/07/1697) en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, (C/S&A/07/1698) vastgesteld.
Het is pas na deze publicatie in de Staatscourant mogelijk daadwerkelijk tot vernietiging van daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden over te gaan.
Deze leeswijzer maakt duidelijk welke informatie in een handelingenblok te vinden is.
(X): Dit is het volgnummer van de handeling. Dit nummer is overgenomen uit het RIO.
Handeling: Dit is een complex van activiteiten die een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van een bevoegdheid. In de praktijk komt een handeling meestal overeen met een procedure of een werkproces.
Periode: Hier staat het tijdvak vermeld gedurende welke jaren de handeling is verricht. Wanneer er geen eindjaar staat vermeld wordt de handeling nog steeds uitgevoerd.
Grondslag: Dit is de wettelijke basis op grond waarvan de actor de handeling verricht.
Vermeld worden:
– de naam (citeertitel) van de wet, de Algemene Maatregel van bestuur, het Koninklijk Besluit of de Ministeriële regeling;
– het betreffende artikel en lid daarvan;
– de vindplaats, dwz. de vermelding van staatsblad of staatscourant
– wijzigingen in de grondslag en het vervallen hiervan.
Een voorbeeld:
Reclasseringsregeling 1947, art. 9, lid 2 (Stb. 1947, H 423), Reclasseringsregeling 1970, art. 8, lid, lid 3 (Stb. 1969, 598), gewijzigd 1978 (Stb. 1978, 254), vervallen in 1986 (Stb. 1986, 1)
Wanneer er geen wettelijke grondslag voor een handeling bestaat, kan de bron worden genoemd waarin de betreffende handeling staat vermeld.
Opmerking: Deze aanvullende informatie wordt slechts vermeld wanneer de strekking van de handeling toelichting behoeft.
Waardering: Waardering van de handeling in B (bewaren) of V (vernietigen).
Indien vernietigen, dan vermelding van de vernietigingstermijn.
Indien bewaren, dan vermelding van het gehanteerde selectiecriterium.
Eventueel een nadere toelichting op de waardering.
A. Actoren onder de zorg van de Minister van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en taakvoorgangers
– De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (1945–1960)
– De Minister van Landbouw en Visserij (1960–1990)
– De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (1990–2003)
De primaire actor op het beleidsterrein Zee- en kustvisserij is de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Met de actor Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) wordt niet alleen deze bewindsman bedoeld, maar tevens het ondersteunende ambtelijke apparaat. (Hoewel dit een aantal ambtelijke functionarissen met zelfstandige bevoegdheden bevat, worden ze niet als zelfstandige actoren beschouwd: ze staan immers onder gezag van de Minister.) De Minister van LNV is verantwoordelijk voor het beleidsterrein en stelt het beleid vast.
College voor de Visserijen (1919–1964)
De Visserijwet 1931 bevatte bepalingen ten aanzien van een College voor de Visserijen en een Raad voor de Visserij. Beide werden rond 1920 (resp. 1919 en 1921) ingesteld. Zowel het College als de Raad had tot taak voorlichting en advies te geven omtrent alle met de visserijen in verband staande onderwerpen. Het College richtte zich meer tot de regering, de Raad diende de Minister. Beide instanties keerden niet weer terug in de Visserijwet 1963. Er bleef wel een Raad voor de Binnenvisserij bestaan.
Landelijke Service bij Regelingen (LASER)
De Landelijke Service bij Regelingen (LASER) is sinds 1996 de uitvoeringsdienst van het Ministerie van LNV, als opvolger van de Dienst Uitvoering Regelingen (DUR). Per 1 januari 1999 is LASER een agentschap.
LASER voert meer dan honderd nationale en internationale regelingen uit op het gebied van de primaire landbouw, de visserij, de verwerkende industrie, de bosbouw, de recreatie en natuur- en landschapsbeheer. De beleidsdirecties van LNV zijn de grootste opdrachtgevers van LASER. Het O&S-fonds voor de Visserij heeft beslissingsbevoegdheid gemandateerd aan LASER.
LASER, Bureau Heffingen, het LNV-Loket en de Dienst Basisregistraties zijn gefuseerd tot de Dienst Regelingen (DR). De Dienst Regelingen is een agentschap van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Ze is gespecialiseerd in de implementatie van Europese en nationale wetten en regelingen. Opdrachtgevers van de uitvoeringsorganisatie zijn beleidsdirecties bij het Ministerie van LNV, andere Ministeries en andere overheden.
Algemene Inspectiedienst (AID)
Deze dienst is in algemene zin verantwoordelijk voor de controle op de uitvoering van vele Ministeriële regelingen op allerlei beleidsterreinen. De bedoeling is om in een apart contextrapport aandacht te besteden aan taken als controle. In dit rapport wordt de AID slechts in enkele algemene handelingen opgevoerd.
De Algemene Inspectiedienst (AID) is de controle- en opsporingsdienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De AID bevordert de naleving van de LNV-regelgeving. Op basis van waarnemingen en ervaringen in de handhavingpraktijk adviseert de AID de Minister en beleidsdirecties van LNV over voorgenomen of bestaand beleid en regelgeving. Voor de uitvoering van deze taak beschikken de ambtenaren van de AID over toezichthoudende en opsporingsbevoegdheden. Deze bevoegdheden worden in onderlinge samenhang ingezet. Opsporing vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie.
Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Visserij (O&S-fonds)
Het O&S-fonds werd in 1975 (overigens zonder wettelijke grondslag) opgericht en heeft tot doel de ontwikkeling en sanering van de visserij te bevorderen. Hiertoe stelt het gelden ter beschikking voor het stimulerings-, sanerings- en herstructureringsbeleid voor de verschillende visserijsectoren. In het bestuur hebben ambtenaren zitting; de voorzitter is de DG Visserij.
Het O&S-fonds is een stichting die in het kader van het structuurbeleid een aantal (met name ook uit Europese regelgeving voortvloeiende) overheidsmaatregelen verder uitwerkt. Zij maakt(e) gebruik van de organen van het Ministerie van LNV voor het realiseren van haar doelen (dit is ook voorgeschreven in de statuten). LNV voert ook het secretariaat van het fonds.
Een enkele maal is de uitvoering van een door het fonds in het leven geroepen regeling op het terrein van het zee- en kustvisserijbeleid gemandateerd aan LASER (Stcrt. 1998, 167). Aan het eind van de jaren ’90 heeft LNV, in het kader van een kritische doorlichting van de LNV-ZBO’s, meerdere taken naar zich toegetrokken, met name ten aanzien van de vlootbeperkende maatregelen. Sinds de uitvoering van het zgn. Brandstofakkoord in 2001 zijn de uitvoerende werkzaamheden van het O&S-fonds op een lager niveau gekomen.
De Visserijwet 1931 bevatte bepalingen ten aanzien van een College voor de Visserijen en een Raad voor de Visserij. Beide werden rond 1920 (resp. 1919 en 1921) ingesteld. Zowel het College als de Raad had tot taak voorlichting en advies te geven omtrent alle met de visserijen in verband staande onderwerpen. Het College richtte zich meer tot de regering, de Raad diende de Minister. Beide instanties keerden niet weer terug in de Visserijwet 1963. Er bleef wel een Raad voor de Binnenvisserij bestaan.
De visserij-inspectie heeft bestaan in de periode 1945–1955 en was bevoegd vergunningen en ontheffingen te verlenen voor het beoefenen van (scheldier)visserijactiviteiten in Nederlandse kustwateren.
Deze sinds 1993 functionerende groepen richten zich op:
– gezamenlijk beheer van de individuele quota van de groepsleden;
– vangstbeheersing;
– maximaal economisch voordeel voor de groepsleden door een gespreide aanvoer per jaar.
Met het oog op hun taakuitvoering dienen zij een deugdelijke administratie bij te houden en visplannen voor te leggen.
Commissie Sanering Zeevisserij (Commissie Tinbergen, 1950–1953)
Deze staatscommissie werd bij beschikking van 21 september 1950 door de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening ingesteld. Zij had tot taak advies uit te brengen over de vraag welke maatregelen getroffen konden worden om het zeevisserijbedrijf weer gezond te maken. In haar rapport heeft zij wegen aangegeven voor de sanering zowel van de productie als van de distributie.
Controleraad voor de verbetering van de afzet van visserijproducten (1954)
Ingesteld in 1954 door de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening. Het secretariaat van de raad werd vervuld door het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening.
De raad had tot taak om toezicht uit te oefenen op de besteding van gelden die in het kader van een project, dat voornamelijk beoogde de distributie van vis te verbeteren, ter beschikking werden gesteld. Dit project maakte onderdeel uit van het Moody-programma en werd gefinancierd uit het Moody-fonds. Het Moody-fonds was een fonds dat door de Amerikaanse regering in het leven was geroepen.
Commissie Ontwikkeling Zeevisserij (Commissie Diepenhorst, 1959–1965)
Deze commissie werd ingesteld door de Minister van L&V (Stcrt. 1959, 235) en bestond voor het grootste deel uit vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven. Zij had tot taak om oplossingen aan te dragen voor de problemen die veroorzaakt werden door de veranderingen op het gebied van de productie en de afzet van vis en visproducten.
Commissie Experimentele Visserij (1964–1970)
Deze commissie had tot taak de Directeur-Generaal van de Voedselvoorziening en de Visserijen te adviseren omtrent de uitvoering van experimentele reizen en de daarvoor te verlenen bedragen. De centrale doelstelling die ten grondslag lag aan de reizen was het verkennen van nieuwe visgebieden, de uitbreiding van de visserij naar in Nederland nog relatief onbekende consumabele vissoorten en het uitproberen van nieuwe vistuigen en vistechnieken. De opgedane ervaringen konden worden gebruikt door het visserijbedrijf.
Adviescommissie Uitgifte Mosselpercelen (1971)
Adviseert de Minister van Landbouw en Visserij (omtrent diens aan de Dienst der Domeinen uit te brengen voorstellen) inzake de verhuur van mosselpercelen en andere aangelegenheden m.b.t. mosselkweek en mosselvisserij. Zowel overheid als bedrijfsleven zijn in de adviescommissie vertegenwoordigd.
Stuurgroep project kunstmatige mosselverwaterplaatsen (1972–1980)
Ingesteld door de Ministers van Landbouw en Visserij en van Verkeer en Waterstaat. In de stuurgroep waren vertegenwoordigd de Ministeries van Landbouw en Visserij, van Verkeer en Waterstaat en van Financiën, de colleges van Gedeputeerde Staten van Zeeland, Friesland en Noord-Holland, alsmede het georganiseerde visserijbedrijfsleven en de mosselhandel.
Zij had tot taak om aan de Ministers advies uit te brengen over de wijze waarop consumptiemosselen kunstmatig zouden kunnen worden verwaterd en over de plaats, of plaatsen, waar deze verwatering zou kunnen geschieden. Door de Deltawerken werden namelijk de natuurlijke verwaterpercelen bedreigd.
Het secretariaat van de Stuurgroep berustte bij de Directie van de Visserijen.
Begeleidingscommissie voor het Schelpdierenonderzoek (1978–1983)
Onder voorzitterschap van de Directeur van de Visserijen. Het bedrijfsleven van de schelpdiersector, het schelpdieronderzoek (RIVO), IVP-TNO, het LEI en de beleidsafdeling van de Directie van de Visserijen waren vertegenwoordigd in deze begeleidingscommissie.
Stuurgroep Biesheuvel (1991–1992)
Geïnstalleerd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), in overleg met het Productschap voor Vis en Visproducten. In de stuurgroep hadden zowel vertegenwoordigers van de overheid als van het bedrijfsleven zitting. De taak van de stuurgroep was het ontwikkelen van voorstellen die zouden leiden tot een betere aansluiting van het vangstpatroon van de vissers aan de mogelijkheden die de markt bood.
Commissie Onderzoek Verplichte Sanering (Commissie Mok, 1991–1993)
Geïnstalleerd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Bestond uit externe deskundigen.
Deze commissie had als opdracht te onderzoeken welke mogelijkheden er waren om een situatie af te dwingen, waarbij de totale vangstcapaciteit van de Nederlandse vloot werd afgestemd op de aan Nederland toegekende vangstquota.
De opdracht had als uitgangspunt een vorm van verplichte sanering.
B. Actoren onder de zorg van de Minister van Financiën
De Minister van Financiën is formeel belast met het privaatrechtelijk beheer van staatseigendom en geeft het beleid op hoofdlijnen vorm. De uitvoerende bevoegdheden zijn door hem gemandateerd naar de Dienst Domeinen. Een van die uitvoerende bevoegdheden is het afkopen van visrechten, de zogenoemde ‘heerlijke visrechten’. De Minister van Financiën kan daarvoor de voorwaarden vaststellen. In 1998 werd de Visserijwet 1963 in die zin gewijzigd, dat ‘Onze Minister’ (d.w.z. de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)) voortaan bevoegd was tot afkoop van visrechten (Stb. 1998, 449).
Bestuur der Visserijen op de Zeeuwse stromen
Het bestuur ressorteerde vanaf 1932 onder het Ministerie van Financiën.
De taak van het Bestuur werd in het KB van 26 juni 1911 als volgt omschreven:
a. De handhaving van de op het stuk der visserijen in de Zeeuwse stromen, de daaraan gelegen open havens en zeegaten geldende voorschriften en met zorg voor de veiligheid van harer belangen.
b. Het beheer der tot het Domein van de Staat behorende visserijen in die wateren.
c. De bevordering van de belangen van de visserijen in die wateren, in het algemeen, ook door het opsporen, bekendmaken en helpen invoeren van elders tot stand gebrachte verbeteringen.
In de taakomschrijving in het KB van 1956 werd ook het toezicht op de zuiverheid van de voor de consumptie bestemde schelpdieren opgenomen.
A. Actoren onder de zorg van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Actor: De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en taakvoorgangers
– De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening (1945–1960)
– De Minister van Landbouw en Visserij (1960–1990)
– De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (1990–2003)
– De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2003–)
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 1
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van het nationale beleid van andere Ministers, voorzover dit (mede) betrekking heeft op (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Product: o.a. Visserijwet 1931 (Stb. 1931, 410), Visserijreglement voor de territoriale wateren (Stb. 1952, 430); Visserijwet 1963 (Stcrt. 1963, 312); Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964 (Stb. 1964, 144); Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen (Stb. 1964, 145); Visserijreglement voor de territoriale wateren 1964 (Stb. 1964, 166); Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967 (Stb. 1973, 476); Reglement voor de visserijzone (Stb. 1970, 174); Reglement voor de kustvisserij 1970 (Stb. 1970, 177); Reglement Zeevisserij 1971 (Stb. 1971, 284); Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren (Stcrt. 1977, 225); Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren (Stcrt. 1977, 255); Reglement zee- en kustvisserij 1977 (Stcrt. 1977, 666)
Opmerking: Het gaat hierbij om wet- en regelgeving die niet valt onder specifieke handelingen als geformuleerd in volgende hoofdstukken. M.n. kan hieronder de kaderwet- en regelgeving worden ondergebracht.
Waardering: B 1
Handeling: Het instellen van commissies voor advisering over het beleid, de uitvoering daarvan en wet- en regelgeving ten aanzien van (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Opmerking: Te noemen zijn onder meer: Commissie Sanering Zeevisserij (Commissie-Tinbergen) (1950–1953); Adviescommissie bijzondere visserijfinanciering (1955–1969); Commissie Ontwikkeling Zeevisserij (Commissie-Diepenhorst) (1959–1965); Commissie Experimentele Visserij (1964–1970); Adviescommissie Uitgifte Mosselpercelen (1971); Stuurgroep project kunstmatige mosselverwaterplaatsen (1972–1980); Stuurgroep-Biesheuvel (1991–1992); Commissie Onderzoek Verplichte Sanering (Commissie-Mok) (1991–1993)
Waardering: B 4
Handeling: Het benoemen van leden van adviescommissies ten aanzien van (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Opmerking: Deze handeling gaat ook over plaatsvervangende leden, secretaris en adjunct-secretaris.
Waardering: V, 10 jaar na einde dienstverband
Handeling: Het deelnemen aan advies- en overlegcommissies op een (deel)gebied van het zee- en kustvisserijbeleid waarvan het voorzitterschap en/of secretariaat bij het Ministerie berust
Periode: 1945–
Waardering: B 1
Handeling: Het deelnemen aan advies- en overlegcommissies op het gebied van (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid waarvan het voorzitterschap en/of secretariaat niet bij het Ministerie berust
Periode: 1945–
Waardering: B 1
Handeling: Het deelnemen aan (het bestuur van) niet als overheidsorgaan aan te merken instellingen op een deelgebied van het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 5 jaar
Handeling: Het verlenen van vergoedingen aan commissies die een adviserende of uitvoerende taak hebben op het terrein of een deelterrein van het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het voeren van overleg met en informeren van (leden van) de Staten-Generaal over (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 2
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden of commissies uit de kamers der Staten-Generaal ter zake van (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 3
Handeling: Het verstrekken van inlichtingen aan (de Commissie van de Verzoekschriften van) de Staten-Generaal naar aanleiding van klachten van burgers betreffende (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 3
Handeling: Het informeren van de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende (aspecten van) de zee- en kustvisserij
Periode: 1945–
Waardering: B 3
Handeling: Het behandelen van bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen ter zake van de zee- en kustvisserij
Periode: 1945–
Waardering: V, 15 jaar na afdoening bezwaar
Handeling: Het voeren van verweer in beroepschriftenprocedures voor administratiefrechtelijke organen ter zake van (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Opmerking: Te denken valt met name aan het CBB en de Raad van State.
Waardering: V, 15 jaar na afdoening procedure
Handeling: Het voeren van verweer in strafrechtelijke of civielrechtelijke procedures ter zake van (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 15 jaar na afdoening procedure
Handeling: Het geven van voorlichting over beleid en beleidsuitvoering betreffende (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Bron: begrotingen
Opmerking: Het gaat hier om voorlichting in het algemeen en om het informeren van.belanghebbenden over beleidsontwikkelingen, regelgeving, subsidiemogelijkheden en overheidsfaciliteiten. Het betreft hier informatie over zowel nationale als internationale (m.n. EU) regelgeving e.d. Wanneer de internationale (EU-)regelingen niet erg complex zijn, komt er geen afzonderlijke nationale regelgeving en volstaat het Ministerie met het opstellen van folders.
Waardering: B 5 voor gedrukt materiaal en eindproduct
V, 1 jaar
Handeling: Het geven van technische en economische voorlichting ten behoeve van de beroepsvisserij
Periode: 1945–
Bron: : Interview
Waardering: B 5 voor gedrukt materiaal en eindproduct
V, 10 jaar
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen betreffende (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 5 voor gedrukt materiaal en eindproduct
V, 1 jaar
Handeling: Het vaststellen van opdrachten en van de resultaten van interne (wetenschappelijke) studies met het oog op de beleidsontwikkeling betreffende (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 1
Handeling: Het (mede) voorbereiden en begeleiden van externe (wetenschappelijke) studies betreffende (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 5 eindproducten
V, 3 jaar overig
Handeling: Het verlenen van subsidies voor onderzoeksprojecten op het terrein of een deelterrein van de zee- en kustvisserij
Periode: 1945–
Opmerking: Het betreft met name onderzoeksprojecten die voor de beleidsvorming worden gebruikt.
Waardering: B 5 eindproducten
V, 15 jaar
Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van beleidsvoorbereiding of -evaluatie, dan wel ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek op het gebied van (aspecten van) het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 1 geaggregeerde/bewerkte gegevens
V, 3 jaar
Handeling: Het verstrekken van subsidies aan instanties en instellingen die adviserend of uitvoerend werkzaam zijn op het gebied van de zee- en kustvisserij
Periode: 1945–
Bron: LNV-begrotingen
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het verlenen van garanties ten behoeve van de financiering van instellingen of objecten op het gebied van de zee- en kustvisserij
Periode: 1945–
Bron: LNV-begrotingen
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het machtigen van personen tot het nemen van beslissingen en het ondertekenen van stukken namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) voor wat betreft aangelegenheden in relatie tot het zee- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Product: machtigings- en mandaatbesluiten
Waardering: B 5
Handeling: Het vaststellen van formulieren die nodig zijn voor de uitvoering van het beleid betreffende de zee- en kustvisserij
Periode: 1945–
Product: formulieren
Waardering: V, 5 jaar na vervanging
Handeling: Het voorbereiden van bijdragen aan expertgroepen van de Europese Commissie inzake (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van concept-informatiefiches over voorstellen, mededelingen en Groenboeken van de Europese Commissie ter zake van (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1958–
Product: concept-fiches
Opmerking: De interdepartementale WBNC stelt de informatiefiches vast (deze handeling is opgenomen in het concept-RIO ‘Gedane Buitenlandse Zaken’).
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van Raadswerkgroepen met betrekking tot (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven. De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten. Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van bijdragen aan beheerscomités, andere regelgevende comités en werkgroepen op het terrein van het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc (werk)groepen Raden/Attachés met betrekking tot (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg worden gevoerd met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven. De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten. Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van het Coreper met betrekking tot (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven. De instructies voor de Nederlandse vertegenwoordiger in het Coreper (de PV) worden vastgesteld in interdepartementaal overleg onder leiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten. Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc High Level-groepen met betrekking tot (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven. De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies; bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten. Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten over door de Europese Commissie voorgenomen besluiten, maatregelen en onderhandelingen met derde landen ter zake van (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid, voorzover deze niet zijn vastgelegd in Raadsbesluiten en worden besproken in commissies en werkgroepen
Periode: 1958–
Opmerking: Hieronder valt ook het opstellen van verslagen van vergaderingen van de commissies en werkgroepen.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake agendapunten van Raadsvergaderingen met betrekking tot (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Nationale standpunten en onderhandelingsposities inzake agendapunten van Raadsvergaderingen komen tot stand in de Coördinatiecommissie voor Europese Integratie- en Associatieproblemen (CoCo). Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake algemene en op langere termijn spelende zaken van EU-belang inzake (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1993–
Opmerking: Overleg hierover in de Coördinatiecommissie op Hoog Ambtelijk Niveau (CoCoHan) leidt tot algemene rapporten aan de betrokken Ministers.
Waardering: B 1
Handeling: Het voordragen dan wel benoemen van personen voor benoeming in een raadgevend comité, permanent comité, beheerscomité of reglementeringscomité inzake het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1958–
Waardering: V, 10 jaar na einde benoeming
Handeling: Het voordragen aan de Europese Commissie van deskundigen belast met de controle op de naleving van de bepalingen van communautaire besluiten betreffende het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1958–
Grondslag: richtlijnen
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het aanwijzen van regeringsvertegenwoordigers in commissies of werkgroepen van de Europese Unie inzake het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1958–
Waardering: V, 2 jaar na ontslag uit commissie/werkgroep
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten inzake door de Europese Commissie voorgestelde uitvoeringsbepalingen met betrekking tot (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid, die besproken worden in een raadgevend comité, een beheerscomité of een reglementeringscomité
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven. Wanneer meerdere departementen betrokken zijn leidt het eerstverantwoordelijke Ministerie het coördinatieoverleg. Onder deze handeling valt ook het opstellen van instructies voor de Nederlandse vertegenwoordiging in de comités, alsook het opstellen van verslagen van vergaderingen van deze comités.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van een plan ter implementatie van een door de Raad vast te stellen besluit op het gebied van het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1993–
Grondslag: Aanwijzing voor regelgeving (Stcrt. 1992, 230), nr. 334
Product: implementatieplan
Opmerking: Het betreft hier plannen ter implementatie van richtlijnen en verordeningen die onderworpen zijn aan de samenwerkingsprocedure of de medebeslissingsprocedure (co-decisie) van Raad en Europees Parlement. Het implementatieplan moet binnen een maand nadat de Raad het gemeenschappelijk standpunt heeft vastgesteld, worden voorgelegd aan de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen.
Waardering: B 5
Handeling: Het rapporteren over de implementatie van Europese (of internationale) regels in bestaande of nieuwe wet- en regelgeving op nationaal niveau op het gebied van het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Opmerking: De Europese regelgeving (bijv. verordeningen) waarmee de EC de communautaire besluiten uitwerkt, geven aan op welke aspecten de informatie betrekking heeft, bijvoorbeeld de aanwijzing van bevoegde instanties.
Waardering: B 3
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan uitvoeringsorganen over de toepassing van internationale verdragen of verordeningen inzake (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1958–
Product: Bijv. circulaires
Waardering: B 5
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van internationale verdragen of verordeningen inzake (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Product: bijv. Walvisverdrag
Waardering: B 1
Handeling: Het toetreden tot internationale verdragen inzake (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Product: bijv. Walvisverdrag
Waardering: B 1
Handeling: Het onderhouden van bilaterale contacten met andere landen inzake (aspecten van) het zeevisserij- en kustvisserijbeleid
Periode: 1945–
Product: agenda’s, notulen, correspondentie, rapporten
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het deelnemen aan internationale overlegorganen op het gebied van het zeevisserij- en kustvisserijbeleid waarvan het secretariaat niet bij het Ministerie berust
Periode: 1945–
Product: vergaderstukken, uitnodigingen
Opmerking: Bijv. RAC (regionale adviesraden).
Waardering: V, 15 jaar
Deel 3 – Algemene Bepalingen Zee- en Kustvisserij
Handeling: Het onder de werking van de Visserijwet brengen van vissen, schaal- en/of schelpdieren
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 3, lid 2; Visserijwet 1963, art. 1, lid 2
Product: o.a. Regeling aanwijzing vissen, schaal- en schelpdieren (Stcrt. 1982, 253; Stcrt. 1985, 91)
Waardering: B 1
6.2. Aanwijzing zee- en kustwateren, visserijzone en 12-mijlszone
Handeling: Het (mede) voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de aanwijzing van wateren als zijnde zeegebied, kustwater of visserijzone dan wel 12-mijlszone
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 1, lid 3; Visserijwet 1963, art. 1, lid 4
Product: Besluit van 21 mei 1964, houdende uitvoering van artikel 1, vierde lid, onder b en c, van de Visserijwet 1963 (Stb. 1964, 163); Besluit aanwijzing zeegebieden en kustwateren 1970 (Stb. 1970, 176); Machtigingswet instelling visserijzone (Stb. 1977, 345); Uitvoeringsbesluit Machtigingswet instelling visserijzone (Stb. 1977, 665); Beschikking Toegang Nederlandse vissers in 12-mijlszones EG-Lid-Staten (Stcrt. 1982, 253); Regeling instelling 12-mijlszone (Stcrt. 1983, 165)
Waardering: B 1
Handeling: Het afkopen van visrechten
Periode: 1998–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 5, lid 3; Visserijwet 1963, art. 63, lid 3
Product: overeenkomst
Opmerking: Het betreft de afkoop van zgn. ‘heerlijke rechten’.
Waardering: B 5
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de vaststelling van de leges voor de afgifte van visserijdocumenten
Periode: 1963–
Grondslag: Visserijwet 1963, art. 74
Product: Besluit van 21 mei 1964, houdende uitvoering van artikel 74, tweede lid van de Visserijwet 1963 (Stb. 1964, 165); Legesbesluit visserijdocumenten (Stb. 2000, 492)
Waardering: B 1
6.5. College voor de Visserijen, Raad voor de Visserij
Handeling: Het instellen van het College voor de Visserijen en de Raad voor de Visserij
Periode: 1945–1964
Grondslag: Visserijwet 1931, artt. 25 en 25a
Product: instellingsbesluiten
Waardering: B 4
Handeling: Het benoemen van leden en secretarissen van het College voor de Visserijen en de Raad voor de Visserij
Periode: 1945–1964
Grondslag: Visserijwet 1931, artt. 25 en 25a
Product: instellingsbesluiten
Waardering: V, 5 jaar na einde dienstverband of 75 jaar na geboorte
Deel 4 – Zeevisserij: Structuurbeleid
7. Hoofdindeling visserijstructuurbeleid
8. Kader visserijstructuurbeleid: GVB
8.2. Meerjarige Oriëntatieprogramma’s
Handeling: Het aan de Europese Commissie verstrekken van gegevens die nodig zijn voor het vaststellen van een Meerjarige Oriëntatieprogramma (MOP)
Periode: 1970–2002
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EG) nr. 2792/1999, art. 4, lid 3
Product: overzichten, kerngetallen
Opmerking: De EC stelt per lidstaat MOP’s vast, uitgaande van de algemeen vastgestelde GVB-doelstellingen en met gebruikmaking van de door de lidstaat aangeleverde gegevens. Het betreft onder meer ook de materiële kenmerken van de vissersvaartuigen (voorzover niet geleverd uit het Centraal Visserijregister) en het toezicht op de visserij-inspanningen per vlootsegment en per visserijtak.
Waardering: B 5 eindproducten
V, 5 jaar overig
Handeling: Het in het kader van Meerjarige Oriëntatieprogramma’s voor de EC opstellen van (voortgangs)rapportages
Periode: 1970–2002
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EG) nr. 2792/1999, art. 5, lid 1
Product: rapportages
Waardering: B 3
Handeling: Het bij de EC indienen van verzoeken tot verhoging van de capaciteitsdoelstelling van vissersvaartuigen
Periode: 1999–
Grondslag: Verordening (EG) nr. 2792/1999, art. 6, lid 2
Opmerking: In verband met maatregelen ter verbetering van de veiligheid, de navigatie op zee, de hygiëne, de productkwaliteit en de arbeidsomstandigheden, op voorwaarde dat die maatregelen niet leiden tot een verhoging van het exploitatieniveau van de betrokken visbestanden. Tot en met 2002 in het kader van Meerjarige Oriëntatieprogramma’s.
Waardering: V, 10 jaar
8.3. Informatieverstrekking aan de Europese Commissie
Handeling: Het, in het kader van het visserijstructuurbeleid, aan de EC doen toekomen van documenten die een beeld geven van de situatie van de nationale visserijstructuur en van maatregelen en programma’s voor de visserijsector
Periode: 1970–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2141/70, art. 6; Verordening (EEG) nr. 101/76, art. 5
Opmerking: De documenten hebben betrekking op de situatie van de nationale visserijstructuur, de aard en omvang van de maatregelen tot structuurverbetering, de programma’s en projecten voor onderzoek en technische en wetenschappelijke bijstand die door de overheid opgesteld of financieel gesteund worden, enz.
Waardering: B 5
8.4. Verzamelen van gegevens ten behoeve van GVB
Handeling: Het opstellen van nationale programma’s betreffende het verzamelen en in geaggregeerde vorm beheren van gegevens die essentieel zijn voor het Gemeenschappelijk Visserijbeleid
Periode: 2000–
Grondslag: Verordening (EG) nr. 1543/2000, art. 6, lid 1
Waardering: B 5
Handeling: Het ten behoeve van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid samenstellen van meerjarige reeksen aggregaten van biologische en economische gegevens
Periode: 2000–
Grondslag: Verordening (EG) nr. 1543/2000, art. 3, lid 1
Opmerking: De aggregaten dienen in geautomatiseerde bestanden te worden opgenomen.
Waardering: B 5 voor geaggregeerde gegevens
V, 10 jaar overige neerslag
Handeling: Het bij de EC aanvragen van een financiële tegemoetkoming voor het opstellen van nationale programma’s betreffende het verzamelen en in geaggregeerde vorm beheren van gegevens die essentieel zijn voor het Gemeenschappelijk Visserijbeleid
Periode: 2000–
Grondslag: Verordening (EG) nr. 1543/2000, art. 6, lid 4
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het bij de EC indienen van rapportages en ramingen betreffende de uitvoering van de werkzaamheden voor het maken van geaggregeerde gegevensbestanden
Periode: 2000–
Grondslag: Beschikking 2000/439/EG, art. 4
Waardering: V, 10 jaar
9. Instrumentarium visserijstructuurbeleid
9.1. Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Visserij
Handeling: Het instellen van het O&S-fonds voor de Visserij
Periode: 1975–
Waardering: B 4
Handeling: Het benoemen van bestuursleden van het O&S-fonds voor de Visserij, alsmede van de secretaris
Periode: 1975–
Bron: statuten O&S-fonds, art. 3 en 4
Waardering: V, 2 jaar na ontslag als bestuurslid
Handeling: Het vernietigen van een besluit van het bestuur van het O&S-fonds voor de Visserij en het eventueel zelf nemen van een besluit betreffende de zaak in kwestie
Periode: 1975–
Grondslag: statuten O&S-fonds, art. 6, lid 4
Waardering: B 5
Handeling: Het besluiten tot wijziging van de statuten van het O&S-fonds voor de Visserij
Periode: 1975–
Grondslag: statuten O&S-fonds, art. 10, lid 2
Waardering: B 4
Handeling: Het vaststellen van de financiële bijdrage aan het O&S-fonds voor de Visserij
Periode: 1975–
Grondslag: begrotingen
Waardering: V, 15 jaar
9.2. Europese structuurfondsen
Handeling: Het vaststellen van specifieke programma’s of plannen voor de ontwikkeling of rationalisering van ondernemingen op het gebied van de verwerking en afzet van visserijproducten, waarbinnen projecten mede uit het EOGFL gesubsidieerd kunnen worden
Periode: 1971–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 355/77; Verordening (EEG) nr. 4042/89
Product: programma’s, sectorplannen
Opmerking: Het formuleren en wijzigen van prioriteiten of criteria voor steunverlening maakt deel uit van deze handeling.
Waardering: B 1
Handeling: Het opstellen van een Enkelvoudige Programmeringsdocument (EPD) of Operationeel Programma (OP) voor het FIOV
Periode: 1993–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EG) nr. 2792/1999
Product: EPD’s
Waardering: B 5
Handeling: Het vaststellen van een plan voor de besteding van toegewezen FIOV-gelden
Periode: 1993–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EG) nr. 2792/1999
Product: bestedingsplan
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het opstellen, wijzigigen en uitvoeren van het Project Brandstofakkoord
Periode: 2001–2004
Grondslag: Investeringsregeling markt en concurrentiekracht, als gewijzigd (Stcrt. 1998, 216)
Product: projectarchief
Opmerking: De Stuurgroep was het hoogste besluitvormende orgaan binnen het project. Besluiten over financiering van maatregelen werden als bestedingsadvies aan de staatssecretaris voorgelegd. Naast de Stuurgroep waren er verschillende projectgroepen, die zich bezighielden met specifieke aspecten en onderwerpen.
Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening
Handeling: Het in het kader van het PESCA-initiatief opstellen van een operationeel programma
Periode: 1994–1999
Product: operationeel programma
Waardering: B 5
10. Beleid en beleidsuitvoering
10.1. Modernisering, ontwikkeling
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende de modernisering en ontwikkeling van de zee- en kustvisserijsector
Periode: 1945–
Waardering: B 1
Handeling: Het voorbereiden dan wel zelf vaststellen van wet- regelgeving betreffende modernisering en ontwikkeling van de zee- en kustvisserijsector
Periode: 1945–
Product: o.a. Beschikking Bijzondere Visserij-Financiering 1968 (Stcrt. 1968, 145); Beschikking bijdrage technische voorzieningen zee- en kustvissersvaartuigen 1974 (Stcrt. 1974, 84); Beschikkingen Overbruggingskredietregeling Visserij (Stcrt. 1975, 230 en Stcrt. 1978, 183); Tijdelijke subsidieregeling promotie visserijprodukten (Stcrt. 1999, 22); Tijdelijke subsidieregeling verbetering uitrusting vissershavens (Stcrt. 1999, 61); Tijdelijke stimuleringsregeling diversificatie vissershavens (Stcrt. 1999, 199)
Waardering: B 1
Handeling: Het toekennen van subsidies voor individuele projecten, initiatieven en onderzoeken betreffende de modernisering en ontwikkeling van de visserijsector
Periode: 1945–
Product: beschikkingen
Opmerking: Het betreft hier projecten die niet direct voortvloeien uit een afzonderlijke regeling en niet direct zijn gerelateerd aan de Europese structuurfondsen. Voorbeeld: een project in het kader van de experimentele visserij.
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het, met het oog op EOGFL-financiering, aan de Europese Commissie ter goedkeuring voorleggen van projecten, initiatieven en onderzoeken betreffende de modernisering en ontwikkeling van de visserijsector
Periode: 1971–
Opmerking: Het betreft hier subsidieaanvragen voor projecten die los staan van specifieke regelingen. De projecten hebben veelal de verbetering van de marktstructuur als onderwerp. Voorbeelden: Stcrt. 1974, 204, Stcrt. 1975, 193, Stcrt. 1985, 140. De procedure kent de volgende stappen: bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant, toetsing van ingediende aanvragen, doorzending aanvragen naar Brussel, mededeling toegekende subsidie.
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het, voor wat betreft de verwerking en afzet van visserijproducten, toekennen van een bijdrage in het kader van de Investeringsregeling markt en concurrentiekracht
Periode: 1998–2001
Grondslag: Investeringsregeling markt en concurrentiekracht, als gewijzigd (Stcrt. 1998, 216)
Product: beschikkingen
Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening
Handeling: Het beslissen op een aanvraag tot subsidieverlening op grond van de Tijdelijke subsidieregeling promotie visserijprodukten
Periode: 1999–2001
Grondslag: Tijdelijke subsidieregeling promotie visserijprodukten, art. 2
Product: beschikkingen
Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening
Handeling: Het opstellen van een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidies die zijn verleend op grond van de Tijdelijke subsidieregeling promotie visserijprodukten
Periode: 1999–2001
Grondslag: Tijdelijke subsidieregeling promotie visserijprodukten, art. 20
Product: evaluatieverslag
Waardering: B 3
Handeling: Het beslissen op aanvragen tot subsidieverlening voor projecten gericht op verbetering van de uitrusting van vissershavens
Periode: 1999–2000
Grondslag: Tijdelijke subsidieregeling verbetering uitrusting vissershavens, art. 2
Product: beschikkingen
Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening
Handeling: Het beslissen op aanvragen tot subsidieverlening voor projecten gericht op diversificatie van vissershavens
Periode: 1999–2000
Grondslag: Tijdelijke stimuleringsregeling diversificatie vissershavens, art. 2
Product: beschikkingen
Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende sanering van de vissersvloot
Periode: 1945–
Waardering: B 1, 2
Handeling: Het voorbereiden dan wel zelf vaststellen van wet- regelgeving voor en in relatie tot sanering van de vissersvloot
Periode: 1945–
Product: o.a. Regeling Bijzondere Visserij-Financiering (1955); Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij (Stcrt. 1999, 42); Besluit Openstelling en vaststelling subsidieplafond Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij (Stcrt. 1999, 180); Regeling capaciteitsvermindering rondvisvisserij 2003 (Stcrt. 2003, 200); Vergoedingsregeling voor uittreding van vissers uit de visserij 2003 (Stcrt. 2002, 151); Vergoedingsregeling voor uittreding van vissers uit de visserij 2003 (Stcrt. 2003, 247)
Opmerking: Hieronder vallen ook regelingen betreffende de vaststelling van subsidieplafonds en aanvraagperiodes.
Waardering: B 1
Handeling: Het beslissen op aanvragen tot subsidieverlening op grond van een regeling betreffende capaciteitsvermindering van de zeevisserij
Periode: 1945–
Grondslag: Regelingen capaciteitsvermindering zeevisserij
Product: beschikkingen
Opmerking: Deze handeling betreft de feitelijke sanering.
Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening
Handeling: Het beslissen op aanvragen tot subsidieverlening op grond van een ondersteunende regeling in relatie tot capaciteitsvermindering van de zeevisserij
Periode: 1945–
Grondslag: o.a. Vergoedingsregeling voor uittreding van vissers uit de visserij 2002, art. 2; Vergoedingsregeling voor uittreding van vissers uit de visserij 2003, art. 2
Product: beschikkingen
Opmerking: Deze handeling betreft de flankerende maatregelen met betrekking tot bijvoorbeeld omscholing, inkomenscompensatie en vervroegde uittreding.
Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende (de ontwikkeling van) de aquacultuur
Periode: 1945–
Waardering: B 1, 2
Handeling: Het voorbereiden dan wel zelf vaststellen van wet- en regelgeving betreffende (de ontwikkeling van) de aquacultuur
Periode: 1945–
Product: Tijdelijke subsidieregeling aquacultuur (Stcrt. 1999, 159)
Waardering: B 1
Handeling: Het beslissen op aanvragen tot subsidieverlening op grond van regelgeving ter versterking en verduurzaming van de aquacultuursector
Periode: 1999–
Grondslag: Tijdelijke subsidieregeling aquacultuur, art. 2
Product: beschikkingen
Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening
Handeling: Het opstellen van een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidies die zijn verleend op grond van de Tijdelijke subsidieregeling aquacultuur
Periode: 1999–2003
Grondslag: Tijdelijke subsidieregeling aquacultuur, art. 16
Product: evaluatieverslag
Waardering: B 3
10.4. Overige aspecten structuurbeleid visserijsector
Handeling: Het vaststellen van regelingen betreffende de tegemoetkoming in de betaling van SFM-premielasten
Periode: 2000–2001
Product: Regeling tegemoetkoming SFM-premielasten (Stcrt. 2001, 44); Regeling Vaststelling aanvraagperiode en subsidieplafond Regeling tegemoetkoming SFM-premielasten (Stcrt. 2001, 44)
Waardering: B 1
Deel 5 – Zeevisserij: Visrechtbeheer
Handeling: Het in het kader van het visrechtbeheer verstrekken van informatie aan de Europese Commissie
Periode: 1970–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 1627/94, art. 8
Product: overzichten, lijsten, rapporten
Opmerking: Het betreft informatie die betrekking heeft op bijv. de verstrekking van vergunningen of speciale visdocumenten en daarmee samenhangende gegevens over daarmee gemoeide visserij-inspanning.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende het registreren van vissersvaartuigen en het voeren van lettertekens en nummers door vissersvaartuigen
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, artt. 6–9 en art. 11; Visserijwet 1963, art. 3
Product: Besluit betreffende de registers voor de zee- en kustvisschersvaartuigen en het voeren van letterteekens en nummers door de kustvisschersvaartuigen (Stb. 1932, 314); Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964 (Stb. 1964, 143); Beschikking (later: Regeling) registratie vissersvaartuigen (Stcrt. 1964, 96); Beschikking (later: Regeling) lettertekens en nummers vissersvaartuigen (Stcrt. 1978, 55); Regeling registratienummers op kleine vaartuigen en markeerboeien (Stcrt. 1991, 30); Besluit registratie vissersvaartuigen 1998 (Stb. 1998, 61); Registratieregeling vissersvaartuigen 1998 (Stcrt. 1998, 40)
Opmerking: Hieronder vallen ook afzonderlijke besluiten betreffende de toekenning van lettertekens voor vissersvaartuigen (bijv. Stcrt. 1961, 48). De meeste van de toegekende lettertekens stonden/staan al in de registratieregelingen zelf vermeld.
Waardering: B 1
Handeling: Het bijhouden van het Centraal Visserijregister
Periode: 1964–
Grondslag: Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964, art. 3, lid 1; Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, art. 4
Product: register (met brondocumenten)
Waardering: B 5 voor periodiek gefixeerde versie van Centraal Visserijregister
V, 10 jaar voor brondocumenten
Handeling: Het aanwijzen van een ambtenaar belast met het bijhouden van het Centraal Visserijregister
Periode: 1964–
Grondslag: Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964, art. 3, lid 1; Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, art. 4
Product: Beschikking aanwijzing ambtenaar Centraal Visserijregister (Stcrt. 1964, 100)
Opmerking: In de beschikking uit 1964 werd de directeur Visserijen van het Ministerie van Landbouw en Visserij hiertoe aangewezen. In het besluit van 1998 staat dat de Minister ermee is belast. Feitelijk geen wijziging.
Waardering: V, 5 jaar na einde benoeming
Handeling: Het verwerken van door houders van plaatselijke visserijregisters toegezonden jaarverslagen over de toestand van de gemeentelijke visserij
Periode: 1945–1964
Grondslag: Besluit betreffende de registers voor de zee- en kustvisschersvaartuigen en het voeren van letterteekens en nummers door de kustvisschersvaartuigen, art. 4, lid 2
Product: verslagen
Opmerking: De verslagen werden gebruikt als input voor het jaarverslag van de Minister over de ‘toestand der visscherijen’.
Waardering: B 5
Handeling: Het vaststellen van het model van het formulier aangifte vissersvaartuigen en van het inschrijvingsbewijs Centraal Visserijregister
Periode: 1964–
Grondslag: Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964, art. 5, lid 1, en art. 6, lid 3
Product: beschikkingen, bijv. Beschikking vaststelling aangifteformulier vissersvaartuigen (Stcrt. 1964, 87); Beschikking vaststelling model bewijs van registratie vissersvaartuigen in het Centraal Visserijregister (Stcrt. 1964, 103); Beschikking tot vaststelling model bewijs van registratie (Stcrt. 1978, 253), Beschikking vaststelling model formulier aangifte vissersvaartuigen (Stcrt. 1989, 193)
Waardering: V, 5 jaar na vervanging
Handeling: Het verstrekken van inschrijvingsbewijzen Centraal Visserijregister
Periode: 1964–
Grondslag: Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964
Product: inschrijvingsbewijzen
Waardering: V, 10 jaar na verloop
Handeling: Het, in het kader van inschrijving in het Centraal Visserijregister, controleren van het bedrijfsmatig gebruik van vissersvaartuigen
Periode: 1994–
Grondslag: Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964, als gewijzigd (Stb. 1994, 64); Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, art. 6, lid 2
Product: inschrijvingsbewijzen
Opmerking: Eerst op grond van eigen verklaring en accountantsverklaring, later (besluit 1998) aan de hand van toegezonden vangstgegevens, indien deze niet zijn opgenomen in een door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gehouden registratiesysteem of in erkende particuliere registratiesystemen of -bestanden.
Waardering: V, 10 jaar na verloop
Handeling: Het erkennen van aanvoergegevensbestanden voor de visserij
Periode: 1998–
Grondslag: Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, art. 6, lid 2 en 3
Product: regeling, bijv. Regeling Erkenning aanvoergegevensbestanden visserij (Stcrt. 1998, 140)
Waardering: B 5
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende een nationaliteitsbewijs voor vissersvaartuigen
Periode: 1974–
Grondslag: Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967, art. 2, lid 2
Product: Besluit nationaliteitsbewijs vissersvaartuigen (Stcrt. 1974, 469)
Opmerking: Hieronder vallen ook de voorschriften betreffende vorm en aanvraagprocedure.
Waardering: B 1
Handeling: Het afgeven van nationaliteitsbewijzen voor vissersvaartuigen
Periode: 1974–
Grondslag: Besluit nationaliteitsbewijs vissersvaartuigen
Product: nationaliteitsbewijzen
Waardering: V, 10 jaar na verloop
Handeling: Het aan de EC doen toekomen van de nationale vlootgegevens ten behoeve van het Europese visserijregister
Periode: 1989–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 163/89, artt. 2 en 3; Verordening (EG) nr. 109/94, art. 3; Verordening (EG) nr. 2090/98, art. 3; Verordening (EG) nr. 26/2004
Opmerking: De meeste info wordt betrokken uit het nationale Centraal Visserijregister.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de toekenning van licenties voor vissersvaartuigen
Periode: 1985–2003
Grondslag: Reglement zee- en kustvisserij 1977, art. 3
Product: Beschikking (later: Regeling) visserijlicentie (Stcrt. 1984, 253)
Waardering: B 1
Handeling: Het toekennen van visserijlicenties
Periode: 1985–2003
Grondslag: Beschikking (later: Regeling) visserijlicentie, art. 3
Product: licentiebeschikkingen
Opmerking: Hieronder valt ook wijziging van de tenaamstelling van de licentie en de overdracht van licenties.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot overdracht of overschrijving van een visserijlicentie
Periode: 1985–2003
Grondslag: Beschikking (later: Regeling) visserijlicentie, art. 5, lid 4
Product: beschikkingen
Opmerking: Hieronder valt ook wijziging van de tenaamstelling van de licentie en de overdracht van licenties.
Waardering: V, 10 jaar
0Handeling: Het beslissen op een aanvraag tot opkoop van gereserveerde visserijlicenties
Periode: 2001–2003
Grondslag: Opkoopregeling gereserveerde licenties, art. 2
Product: beschikkingen
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het vaststellen van capaciteitsafromingspercentages bij overdracht of overschrijving van visserijlicenties
Periode: 2001–
Grondslag: Opkoopregeling gereserveerde licenties, art. 2
Product: regelingen (bijv. Regeling vaststelling afromingspercentage zeevisserij (Stcrt. 2001, 250)
Waardering: B 5
14. Communautaire visvergunningen
Handeling: Het verlenen van visvergunningen in het kader van het Europese visvergunningenstelsel
Periode: 1995–
Grondslag: Verordening (EG) nr. 3690/93; Regeling visserijlicentie, art. 4, lid 2; Regeling visvergunning, art. 2
Product: visvergunningen
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot verhoging van het tonnage van een vissersvaartuig
Periode: 2004–
Grondslag: Regeling visvergunning, art. 7, lid 1
Product: beschikkingen
Opmerking: Verhoging van het tonnage is mogelijk indien het vaartuig wordt verbouwd ter verbetering van de arbeidsomstandigheden, de veiligheid, de hygiëne of de productiecapaciteit.
Waardering: V, 10 jaar
15. Overige regulerende documenten
Handeling: Het verstrekken van (speciale) visdocumenten
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling technische maatregelen, art. 4, lid 2; Beschikking regeling vangstbeperking, art. 7, lid 1, art. 10, lid 1; Regeling vangstbeperking, art. 7, lid 1; Verordening (EG) nr. 1627/94, art. 4
Product: beschikkingen
Opmerking: In 1994/1995 kwamen de communautaire speciale visdocumenten in de plaats van de nationale visdocumenten, die al sinds medio jaren ’80 bestonden. Het betreft zowel ‘gewone’ speciale visdocumenten als visdocumenten ‘visserijovereenkomst’ (als bedoeld in Verordening (EG) nr. 3317/94).
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot overdracht van visdocumenten
Periode: 1986–
Grondslag: Beschikking regeling vangstbeperking, art. 11, lid 2 en 3; Regeling vangstbeperking, art. 8, lid 2 en 4
Product: beschikkingen
Opmerking: De overdracht vindt plaats door kennisgeving van de Minister aan de ondernemer aan wie het document wordt overgedragen.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het aan de EC verstrekken van gegevens in het kader van de regelingen betreffende de (speciale) visdocumenten
Periode: 1996–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EG) nr. 2943/95, art. 2; Verordening (EG) nr. 850/98, art. 29; Verordening (EG) 1922/1999, art. 5
Product: lijsten (o.a. Lijst 1 en Lijst 2), rapportages
Opmerking: Bij voorkeur via computer, per e-mail.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het verlenen van schriftelijke machtigingen voor de visserij op bepaalde vissoorten in bepaalde gebieden en met bepaalde vistuigen
Periode: 2000–
Grondslag: Regeling technische maatregelen 2000, art. 12, lid 3
Product: schriftelijke machtigingen
Waardering: V, 10 jaar
15.3. Bijzondere visvergunningen (NEAFC-verdrag)
Handeling: Het verlenen van bijzondere visvergunningen voor de visserij in het NEAFC-gebied
Periode: 2000–
Grondslag: Regeling technische maatregelen 2000, art. 12, lid 3
Product: bijzondere visvergunningen
Waardering: V, 10 jaar
Deel 6 – Zeevisserij: Visstandbeheer
Handeling: Het in het kader van het Europese visstandbeheer verstrekken van informatie aan de Europese Commissie
Periode: 1970–
Grondslag: Europese verordeningen
Product: overzichten, lijsten, rapporten
Opmerking: Het betreft informatie over quotering, contingentering e.d.
Waardering: B 3
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende vangstbeperkende technische maatregelen
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1963, artt. 4 en 9; Reglement zee- en kustvisserij, art. 3
Product: o.a. Waddenzeevisscherijreglemen 1932 (Stb. 1932, 316); Wet op de maaswijdte van zeevisnetten (Stb. 1954, 250); Visserijreglement voor de Zuidhollandse Stromen (Stb. 1964, 144); Visserijreglement voor de Zeeuwse Stromen (Stb. 1964, 145); Visserijreglement voor de Waddenzee (Stb. 1964, 155); Besluit bescherming zeevissoorten (Stb. 1964, 160); Reglement minimummaten en gesloten tijden 1970 (Stb. 1970, 178); Beschikking maaswijdte netten zeevisserij (Stcrt. 1977, 255); Beschikking uitvoering EEG-verordening technische maatregelen voor de instandhouding van visvoorraden (Stcrt. 1980, 198); Beschikking technische maatregelen voor de instandhouding van visvoorraden (Stcrt. 1981, 209); Regeling technische maatregelen (1983, 31); Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985 (Stb. 1985, 301); Regeling technische maatregelen 2000 (Stcrt. 1999, 252)
Waardering: B 1, 5
Handeling: Het verlenen van vrijstelling van bepalingen betreffende vangstbeperkende technische maatregelen
Periode: 1945–
Grondslag: o.a. Wet op de maaswijdte van zeevisnetten, art. 9, lid 2
Product: regelingen en beschikkingen, bijv. Stcrt. 1962, 107, Stcrt. 1970, 82 en Stcrt. 1994, 252
Waardering: B 5
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen betreffende vangstbeperkende technische maatregelen
Periode: 1945–
Grondslag: o.a. Regeling technische maatregelen (maaswijdte garnalenkuil) (Stcrt. 1955, 131; Reglement minimummaten en gesloten tijden 1970, art. 12; Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985, art. 11;
Product: ontheffingen
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het vaststellen van een model geleidebiljet voor het vervoer van bepaalde soorten vis gevangen na het ingaan van gesloten tijden
Periode: 1970–1985
Grondslag: Reglement minimummaten en gesloten tijden 1970, art. 9, lid 5
Product: Beschikking Vaststelling model geleidebiljet (Stcrt. 1970, 82)
Waardering: V, 5 jaar
Handeling: Het registeren van vrieshuizen voor de opslag van bepaalde soorten vis gevangen na het ingaan van gesloten tijden
Periode: 1970–1985
Grondslag: Reglement minimummaten en gesloten tijden 1970, art. 9, lid 5
Product: registratielijst
Waardering: V, 5 jaar
Handeling: Het met andere lidstaten geheel of gedeeltelijk uitwisselen van toegewezen quota
Periode: 1983–
Grondslag: o.a. Verordening (EEG) nr. 170/83, art. 5, lid 1; Verordening (EG) nr. 2340/2002
Waardering: V, 10 jaar
18.2. Regelingen vangstbeperking
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van kaderregelingen betreffende de beperking van de vangst op bepaalde vissoorten
Periode: 1945–
Grondslag: o.a. Reglement zee- en kustvisserij 1977, artt. 3, 4 en 6
Product: o.a. Beschikking visserij EG-Lids-Staten in Nederlandse visserijzone (Stcrt. 1982, 253); Beschikking regeling vangstbeperking (Stcrt. 1984, 254); Regeling vangstbeperking (Stcrt. 1993, 252)
Opmerking: De Regeling vangstbeperking wordt jaarlijks gewijzigd om de voor het lopende jaar toegekende quota daarin vast te leggen.
Waardering: B 1, 5
Handeling: Het ter bescherming van de schelpdierenvisserij dan wel de bevordering van de teelt van schelpdieren sluiten van delen van de Waddenzee voor de openbare visserij
Periode: 1945–1964
Grondslag: Waddenzeevisscherijreglement 1932, artt. 14 en 15
Product: beschikkingen, bijv. Beschikking Teruggave aan de openbare visserij van mosselpercelen in de Waddenzee (Stcrt. 1955, 5 en Stcrt. 1960, 12), Beschikking Onttrekking gedeelte Waddenzee aan de openbare visserij (Stcrt. 1960, 111)
Opmerking: Na onttrekking aan de visserij kon een bepaald gebied ook weer aan de openbare visserij worden teruggegeven.
Waardering: B 1, 5
Handeling: Het sluiten dan wel weer openstellen van de vangst van bepaalde vissoorten in bepaalde gebieden
Periode: 1975–
Grondslag: o.a. Reglement zeevisserij 1971, art. 7; Reglement zee- en kustvisserij 1977, artt. 3, 4 en 6; Beschikking voorlopige regeling vangstbeperking tong en schol 1984; Beschikking regeling vangstbeperking, artt. 3, 5 en 6; Regeling vangstbeperking, artt. 2, 3 en 6
Product: beschikkingen, bijv. vangstbeperkingsbeschikkingen voor tong, schol, makreel (Stcrt. 1975, 42); Beschikking uitvoering EEG-quoteringsmaatregelen haring 1977/1978 (Stcrt. 1977, 225); Verbod tongvisserij in sector VII h, j en k (Stcrt. 1984, 48); Vervallenverklaring intrekking vrijstellingen visserij (Stcrt. 1987, 253); Sluiting visserij koolvis in de Noordzee en Noorse Zee (Stcrt. 1989, 41); Sluiting vangst blauwe wijting (Stcrt. 1999, 80), Intrekking sluiting vangst langoestines (Stcrt. 1999, 221), Sluiting vangst makreel in bepaalde sectoren (Stcrt. 1999, 240), Sluiting haringvangst (Stcrt. 2003, 180)
Opmerking: Sluiting gebeurt door intrekking van de vrijstelling op het vangstverbod; het opnieuw openstellen door de intrekking ongedaan te maken.
Waardering: B 1, 5
Handeling: Het wijzigen van de hoeveelheden vis die door de gezamenlijke Nederlandse vissers per soort mogen worden gevangen
Periode: 1985–
Grondslag: Beschikking regeling vangstbeperking, art. 3, lid 2, en art. 5, lid 2; Regeling vangstbeperking, art. 2, lid 3
Product: beschikkingen
Waardering: B 1, 5
Handeling: Het bekendmaken van het tijdstip waarop door de Nederlandse vissers de jaarlijks per vissoort te vangen hoeveelheden zullen zijn opgevist
Periode: 1985–
Grondslag: Beschikking regeling vangstbeperking, art. 3, lid 3, art. 5, lid 4, en art. 9, lid 4; Regeling vangstbeperking, art. 2, lid 4
Product: beschikkingen
Waardering: B 1, 5
Handeling: Het aan scheepswerven verlenen van ontheffing van het verbod om met een vaartuig met bepaalde netten te vissen op bepaalde vissoorten in de bij die vissoorten genoemde wateren alsmede dergelijke netten aan boord te hebben van dat vaartuig
Periode: 1988–
Grondslag: Beschikking regeling vangstbeperking, als gewijzigd, art. 3, lid 6; Regeling vangstbeperking, art. 3, lid 5
Product: beschikkingen
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het beschikken op verzoeken van ondernemers in het bezit van een seizoenrondvisdocument om in een andere periode dan de vastgestelde periode de kabeljauwvisserij te mogen uitoefenen
Periode: 1989–1993
Grondslag: Beschikking regeling vangstbeperking, art. 8a, lid 2
Product: beschikkingen
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende de contingentering
Periode: 1975–
Grondslag: Reglement zee- en kustvisserij 1977, artt. 3 en 4
Product: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee (Stcrt. 1976, 63); Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987 (Stcrt. 1986, 252); Regeling contingentering tong en schol 1996 (Stcrt. 1995, 252); Regeling contingentering makreel westelijke wateren 1996 (Stcrt. 1995, 252); Regeling contingentering zeevis (Stcrt. 1996, 250)
Opmerking: Ook wijzigingen in percentages bij de vaststelling van de omvang van de contingenten, die immers wijzigingen van de desbetreffende regelingen behelzen, vallen onder deze handeling.
Waardering: B 1
Handeling: Het aan vissers toekennen van individuele viscontingenten
Periode: 1976–
Grondslag: o.a. Contingenteringsregeling tong en schol Noordzee 1976, art. 2; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 4; Regeling contingentering zeevis, art. 10, lid 1, en art. 11.
Product: beschikking
Opmerking: Ook wijzigingen van de contingenten, al dan niet op verzoek van de.ondernemer, en kortingen vallen hieronder. De Minister kan, op verzoek, het totaal van de aan een ondernemer toegewezen contingenten over diens eigen vaartuigen verdelen volgens een alternatieve verdeelsleutel, zodat de individuele contingenten anders worden verdeeld.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot ingebruikgeving van individuele viscontingenten
Periode: 1985–
Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 9; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 8; Regeling contingentering zeevis, art. 12
Product: beschikking
Opmerking: Het betreft hier het mede door anderen laten opvissen van het contingent.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot overdracht van individuele viscontingenten
Periode: 1985–
Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 10; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 9; Regeling contingentering zeevis, art. 13
Product: beschikking
Opmerking: De overdracht vindt plaats door kennisgeving van de Minister aan de ondernemer aan wie het contingent wordt overgedragen.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het op verzoek toekennen van rederijcontingenten
Periode: 1996–
Grondslag: o.a. Regeling contingentering makreel westelijke wateren 1996, art. 7; Regeling contingentering zeevis, art. 15
Product: beschikking
Opmerking: Het samenvoegen tot een rederijcontingent verschilt van het volgens een andere verdeelsleutel toekennen van individuele contingenten (bijv. art. 11 van de Regeling contingentering zeevis).
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het op verzoek toekennen van groepscontingenten
Periode: 1985–
Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 10; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 1; Regeling contingentering zeevis, art. 13
Product: beschikking
Opmerking: De groepscontingenten zijn gelijk aan het totaal van de ingebrachte individuele contingenten. Samen met het verzoek wordt een visplan voorgelegd. Ook wijzigingen van de contingenten, al dan niet op verzoek van de ondernemer, en kortingen vallen hieronder.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het op verzoek verlenen van ontheffing betreffende het minimumaantaal deelnemers aan een groepscontingent of de omvang van het groepscontingent
Periode: 1985–1993
Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 11, lid 4; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 5
Product: beschikking
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot samenvoeging van (gedeelten van) groepscontingenten
Periode: 1985–
Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 11, lid 6; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 7; Regeling contingentering zeevis, art. 18, lid 1
Product: beschikking
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot ingebruikgeving van (gedeelten van) groepscontingenten
Periode: 1985–
Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 11, lid 8; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 9; Regeling contingentering zeevis, art. 19, lid 1
Product: beschikking
Opmerking: Het betreft hier het mede door anderen laten opvissen van het contingent.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot uitsluiting van een deelnemer aan een groepscontingent
Periode: 1985–
Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 11, lid 14; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 15; Regeling contingentering zeevis, art. 22, lid 1
Product: beschikking
Opmerking: Het verzoek kwam eerst van de producentenorganisatie, later van het Productschap Vis en het desbetreffende groepsbestuur.Uitsluiting heeft aanpassing van het groepscontingent tot gevolg.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het aan vissers verstrekken van viscontingentdocumenten
Periode: 1976–
Grondslag: o.a. Contingenteringsregeling tong en schol Noordzee 1976, art. 9, lid 1, en art. 10; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 11; Regeling contingentering zeevis, art. 25, lid 1
Product: viscontingentdocumenten
Opmerking: Ook wijziging van de tenaamstelling valt onder deze handeling.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het beheren en toetsen van toegezonden visplannen (zeevisserij)
Periode: 1985–
Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 11, lid 10; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 11; Regeling contingentering zeevis, art. 16, lid 6
Product: afschriften visplannen
Waardering: B 5 eindproducten
V, 15 jaar overige neerslag
Handeling: Het vaststellen van regelingen voor een tegemoetkoming in de beheerkosten van Biesheuvelgroepen
Periode: 2001
Grondslag: akkoord; Kaderwet LNV-subsidies
Product: Regeling tegemoetkoming beheerkosten Biesheuvelgroepen (Stcrt. 2001, 133)
Waardering: B 5
18.4. Stilligregeling en Zeedagenregeling
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende het stilleggen van vaartuigen en toekennen van zeedagen
Periode: 1985–1987
Grondslag: Reglement zee- en kustvisserij 1977, artt. 3 en 4
Product: o.a. Stilligregeling 1986 (Stcrt. 1986, 58); Stilligregeling 1987 (Stcrt. 1986, 252); Zeedagenregeling 1987 (Stcrt. 1987, 62); Zeedagenregeling 1991 (Stcrt. 1990, 253); Zeedagenregeling 1996 (Stcrt. 1995, 252); Tijdelijke Regeling zeedagen 1998 (Stcrt. 1997, 250); Zeedagenregeling 2003 (Stcrt. 2003, 21)
Waardering: B 1, 5
Handeling: Het afzonderlijk vaststellen of wijzigen van het aantal stilligweken
Periode: 1986–1987
Grondslag: Stilligregeling 1986, art. 4 en art. 7, lid 2; Stilligregeling 1987, art. 3, lid 5 en 6, en art. 4, lid 5
Product: beschikkingen
Opmerking: Deze handeling geldt voor onder meer de volgende gevallen: aanpassing aan mate van uitputting van de voor de gezamenlijke Nederlandse vissers beschikbare hoeveelheden vis;vaststelling voor vaartuigen waarvoor na een bepaalde datum een licentie werd toegekend; vaststelling stilligweken voor uit producentenorganisatie gestoten vaartuig; goedkeuring van stilligvoorschriften in visplannen van producentenorganisaties.
Waardering: V, 5 jaar
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot ontheffing van het verplichte stilligregime
Periode: 1986–1987
Grondslag: Stilligregeling 1986, art. 9; Stilligregeling 1987, art. 7
Product: ontheffingen
Waardering: V, 5 jaar
Handeling: Het afzonderlijk vaststellen of wijzigen van het aantal zeedagen dan wel de inspanningsquote
Periode: 1987–2003
Grondslag: o.a. Zeedagenregeling 1987, art. 3, lid 6 en 7; Zeedagenregeling 1996, art. 3, lid 3 en 4, en art. 10; Zeedagenregeling 1999, art. 12, lid 6 en 7; Zeedagenregeling 2003, art. 10
Product: beschikkingen
Opmerking: Deze handeling geldt voor onder meer de volgende gevallen:toekenning zeedagen aan deelnemers groepscontingenten; aanpassing aan mate van uitputting van de voor de gezamenlijke Nederlandse vissers beschikbare hoeveelheden vis; aanpassing (= korting) in verband met goedkeuring MOP; vaststelling voor vaartuigen waarvoor na een bepaalde datum een licentie werd toegekend; vaststelling aantal zeedagen voor van een groepscontingent uitgesloten vaartuig; goedkeuring van zeedagenregeling in visplannen van producentenorganisaties. De toewijzing van de inspanningsquote geldt voor groepscontingenten, vanaf 2003.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot ontheffing van het verbod tot het uitoefenen van de visserij of het aanlanden van vis op grond van de Zeedagenregeling
Periode: 1987–2003
Grondslag: o.a. Zeedagenregeling 1988, art. 5, lid 1; Zeedagenregeling 1991, art. 5; Zeedagenregeling 1996, art. 6; Zeedagenregeling 2003, art. 8
Product: ontheffingen
Opmerking: Vanaf de Zeedagenregeling 1996 hoeft de ondernemer voor het verkrijgen van een ontheffing geen administratieve plichtplegingen meer te verrichten en wordt de ontheffing hem automatisch verleend, hetgeen mogelijk is omdat de daarvoor benodigde gegevens reeds bekend zijn.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot overdracht van een gedeelte van het aantal aan een groep toegewezen zeedagen dan wel een deel van de inspanningsquote of groepsinspanning aan deelnemers van een andere groep
Periode: 1998–2003
Grondslag: o.a. Zeedagenregeling 1998, art. 12, lid 5; Zeedagenregeling 2003, art. 11, lid 3, en art. 13, lid 3
Product: beschikkingen
Waardering: V, 10 jaar
Deel 7 – Zeevisserij: Marktordening
19. Marktordening voor de sector visserijproducten en producten voor de aquacultuur
19.2. Algemene handelingen in het kader van de marktordening
Handeling: Het in het kader van de marktordening voor visserij- en aquacultuurproducten verstrekken van structurele informatie aan de Europese Commissie
Periode: 1970–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 8, lid 4; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 17, lid 4, en art. 34; Verordening (EG) nr. 80/2001
Product: overzichten, lijsten, rapporten
Opmerking: Het betreft bijv. informatie over geconstateerde of voorgenomen prijzen, gegevens over producentenorganisaties, producten waarop de interventieregeling van toepassing is, lijsten van be- en verwerkende bedrijven, enz.
Waardering: B 3
19.3. Steun aan producentenorganisaties
Handeling: Het verlenen van steun aan producentenorganisaties ter bevordering van de oprichting en vergemakkelijking van de werking ervan
Periode: 1971–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EG) nr. 2142/70, art. 6, lid 1; Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 6, lid 1; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 7, lid 1; Verordening (EG) nr. 2792/1999, art. 15, lid 1
Product: beschikkingen
Opmerking: De verleende steun moet middels een verslag ter kennis van de EC worden gebracht.
Waardering: B 5 verslagen van verleende steun (die aan de Europese Commissie moeten worden gestuurd)
V, 10 jaar overige neerslag
19.4. Erkenning producentenorganisaties en brancheorganisaties
Handeling: Het erkennen van producentenorganisaties
Periode: 1971–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EG) nr. 2142/70; Verordening (EEG) nr. 170/71, art. 1, lid 1; Verordening (EEG) nr. 105/76, art. 1, lid 2; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 6, lid 1
Product: beschikking
Waardering: B 5
Handeling: Het op verzoek verbindend verklaren van regels van producentenorganisaties voor niet-aangesloten organisaties
Periode: 1976–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 7; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 5, lid 1; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 7, lid 1
Product: beschikking
Opmerking: De EC dient hiervan op de hoogte te worden gesteld.
Waardering: B 5
Handeling: Het erkennen van brancheorganisaties
Periode: 2001–
Grondslag: Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 13, lid 3
Product: beschikking
Waardering: B 4, 5
Handeling: Het op verzoek verbindend verklaren van regels van brancheorganisaties voor niet-aangesloten marktdeelnemers of samenwerkingsverbanden
Periode: 2001–
Grondslag: Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 15, lid 1
Product: beschikking
Opmerking: De EC dient hiervan op de hoogte te worden gesteld.
Waardering: B 5
Handeling: Het toekennen van een ‘specifieke erkenning’ van producentenorganisaties
Periode: 1995–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 7bis; Verordening (EG) nr. 2636/95, art. 5, lid 2; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 12, lid 1; Verordening (EG) nr. 1924/2000, art. 3, lid 3
Product: beschikking
Waardering: B 5
Handeling: Het toekennen van steun aan producentenorganisaties die een ‘specifieke erkenning’ hebben gekregen
Periode: 1995–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 7ter; Verordening (EG) nr. 2636/95, art. 5, lid 2; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 12, lid 1; Verordening (EG) nr. 1924/2000, art. 3, lid 3
Product: beschikking
Opmerking: De producenten dienen aan de nationale autoriteiten een lijst met de te verbeteren producten en een gedetailleerd plan voor verbetering van de kwaliteit van de betreffende producten ter goedkeuring voor te leggen.
Waardering: V, 15 jaar
19.5. Werkprogramma’s producentenorganisaties
Handeling: Het vaststellen van een regeling voor een tegemoetkoming in de kosten van het opstellen van werkprogramma’s door producentenorganisaties
Periode: 2001–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 10, lid 1
Product: Regeling werkprogramma’s producentenorganisaties visserij- en aquacultuursector (Stcrt. 2002, 213)
Waardering: B 1
Handeling: Het goedkeuren van werkprogramma’s van producentenorganisaties
Periode: 2003–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 9, lid 2; Verordening (EG) nr. 2508/2000, art. 9, lid 3
Product: goedkeuringsbeschikking
Waardering: B 5 voor werkprogramma’s
V, 15 jaar overige neerslag
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot toekenning van een tegemoetkoming in de kosten van het opstellen van werkprogramma’s door producentenorganisaties
Periode: 2003–
Grondslag: Regeling werkprogramma’s producentenorganisaties visserij- en aquacultuursector, art. 5
Product: beschikking
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het toekennen van aanvullende steun aan producentenorganisaties die in het kader van hun werkprogramma’s marktverbeterende maatregelen treffen
Periode: 2001–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 11
Product: beschikking
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van ophoudvergoedingen (voor uit de markt genomen vis) op basis van communautair vastgestelde ophoudprijzen
Periode: 1971–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 2142/70, art. 10, lid 1; Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 11; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 12; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 21
Product: beschikking
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het verstrekken van financiële steun aan producentenorganisaties ten behoeve van door deze organisaties gevormde interventiefondsen
Periode: 1971–2001
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 2142, art. 6, lid 2; Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 6, lid 2; Verordening (EEG) nr. 3796/81, art. 6, lid 4; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 7, lid 4
Product: beschikking
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van vergoedingen in het kader van door deze organisaties genomen autonome ophoudmaatregelen (voor uit de markt genomen vis)
Periode: 1991–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3687/91, art. 16, lid 1; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 15, lid 1; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 24, lid 1
Product: beschikking
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het bij de Europese Commissie declareren van de bedragen die zijn toegekend in het kader van door producentenorganisaties uitgevoerde ophoudmaatregelen (voor uit de markt genomen vis)
Periode: 1991–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3687/91; Verordening (EEG) nr. 3759/92; Verordening (EG) nr. 104/2000; Verordening (EG) nr. 2509/2000
Product: beschikking
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van steun voor verkoopuitstel op basis van communautair vastgestelde ophoud- en verkoopprijzen
Periode: 1982–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3796/81, art. 14; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 14; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 23
Product: beschikking
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van vergoedingen in het kader van door deze organisaties genomen autonome verkoopuitstelmaatregelen
Periode: 1991–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3687/91, art. 16, lid 1; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 15, lid 4; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 24, lid 4
Product: beschikking
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van steun voor de particuliere opslag van bepaalde visserijproducten
Periode: 1971–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 2142/70, art. 14, lid 1; Verordening (EEG) nr. 76/100, art. 15; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 16; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 25
Product: beschikking
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het aan niet bij producentenorganisaties aangesloten producenten toekennen van een vergoeding voor producten die niet kunnen worden verhandeld of die uit de markt zijn genomen
Periode: 1982–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3796/81, art. 8; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 6, lid 1; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 8, lid 1
Product: beschikking
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het in crisissituaties (doen) aankopen van visserijproducten
Periode: 1976–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 12, lid 2
Opmerking: Hiervan is sprake indien de producentenprijzen die op representatieve markten zijn genoteerd, drie dagen achter elkaar beneden de interventieprijs liggen.
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het met de Europese Commissie overleggen over te nemen spoedmaatregelen in geval van ernstige verstoringen van de markt ten gevolge van de invoer of uitvoer van visserijproducten
Periode: 1971–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 2142/70, art. 20, lid 2; Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 22, lid 2; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 24, lid 2
Opmerking: In conformiteit met verordening 3285/94.
Waardering: V, 15 jaar
Deel 8 – Zeevisserij: Financieringsaspecten
20.Financiering visserijbeleid vanuit Europese fondsen
Handeling: Het bij de EC indienen van een verzoek tot vergoeding van de uitgaven die zijn gedaan voor maatregelen die vallen onder het communautaire visserijbeleid (EOGFL)
Periode: 1971–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 729/70
Product: declaraties
Opmerking: De directie FEZ verzorgt de periodieke declaraties bij de EC voor de EOGFL-uitgaven.
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het opstellen van stukken voor de financiële verantwoording, aan de Europese Commissie, van de uitgaven van EOGFL-middelen ten behoeve van de visserijsector
Periode: 1971–
Grondslag: Verordening nr. 17/64/EEG, art. 22, lid 2; Verordening (EEG) nr. 729/70, art. 4, lid 3
Product: voortgangs- en eindrapporten, (samenvattende) rekeningen
Opmerking: De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) doet deze stukken aan de Europese Commissie toekomen. Hierbij kunnen ook rapporten van de bevoegde controlediensten worden gevoegd.
Waardering: B 3
Handeling: Het opstellen van stukken voor de Europese Commissie betreffende de nationale handhavings- en controlemaatregelen ter zake van de uitgaven van de EOGFL-gelden voor de visserijsector
Periode: 1971–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 729/70, artt. 8 en 9; Verordening (EG) 1258/1999, art. 8, lid 1
Opmerking: Deze stukken kunnen onder andere betrekking hebben op de regelmatigheid van de uitvoering van regelingen, terugvorderingen en administratieve en gerechtelijke procedures.
Waardering: B 3
Handeling: Het bij de EC indienen van een verzoek tot vergoeding van de uitgaven die zijn gedaan voor maatregelen die vallen onder het communautaire visserijbeleid (FIOV)
Periode: 1993–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2080/93; Verordening (EG) nr. 1263/1999
Product: declaraties
Opmerking: De directie FEZ verzorgt de periodieke declaraties bij de EC voor de FIOV-uitgaven.
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het opstellen van stukken voor de financiële verantwoording, aan de Europese Commissie, van de uitgaven van FIOV-middelen
Periode: 1993–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2080/93; Verordening (EG) nr. 1263/1999
Product: voortgangs- en eindrapporten, (samenvattende) rekeningen
Opmerking: De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) doet deze stukken aan de Europese Commissie toekomen. Hierbij kunnen ook rapporten van de bevoegde controlediensten worden gevoegd.
Waardering: B 3
Handeling: Het opstellen van stukken voor de Europese Commissie betreffende de nationale handhavings- en controlemaatregelen ter zake van de uitgaven van de FIOV-gelden
Periode: 1993–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2080/93; Verordening (EG) nr. 1263/1999
Opmerking: Deze stukken kunnen onder andere betrekking hebben op de regelmatigheid van de uitvoering van regelingen, terugvorderingen en administratieve en gerechtelijke procedures.
Waardering: B 3
21. Financiering controlemiddelen
Handeling: Het aanvragen van bijdragen ter financiering van uitgaven in het kader van de controle, inspectie en/of toezicht op naleving van de communautaire regels voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden
Periode: 1989–
Grondslag: Beschikking 89/631/EEG; Beschikking 95/527/EG; Beschikking 2001/431/EG
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het in het kader van een financieringsbijdrage opstellen van programma’s, verslagen, ramingen e.d. betreffende de organisatie en de kosten van controle, toezicht en/of inspectie
Periode: 1989–
Grondslag: Beschikking 89/631/EEG; Beschikking 95/527/EG; Beschikking 2001/431/EG
Product: rapporten, ramingen, programma’s
Waardering: V, 15 jaar
23. Visrechtbeheer: consenten en vergunningen
Handeling: Het vaststellen van het model van de consenten voor uitoefening van de kustvisserij
Periode: 1945–1995
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 12, lid 9; Visserijwet 1963, art. 6, lid 6
Product: beschikkingen, bijv. Beschikking vaststelling model van het consent tot uitoefening van de kustvisserij (Stcrt. 1964, 92)
Waardering: V, 5 jaar
Handeling: Het bij AMvB geven van afwijkende voorschriften omtrent de consenten tot uitoefening van de kustvisserij in de Zeeuwse stromen
Periode: 1945–1964
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 12, lid 10
Waardering: B 1, 5
Handeling: Het vaststellen van nadere voorschriften voor een goede uitvoering van het bepaalde over consenten ter uitoefening van de kustvisserij
Periode: 1945–1995
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 12, lid 8; Visserijwet 1963, art. 6, lid 10
Product: beschikkingen, bijv. Beschikking vaststelling van voorschriften betreffende het uitreiken van consenten tot uitoefening van de kustvisserij (Stcrt. 1964, 100)
Waardering: B 5
Handeling: Het voeren van de (financiële) registratie van door gemeenten verstrekte consenten ter uitoefening van de kustvisserij
Periode: 1945–1995
Grondslag: Beschikking vaststelling van voorschriften betreffende het uitreiken van consenten tot uitoefening van de kustvisserij
Product: overzichten, overschrijvingen/stortingsbewijzen
Opmerking: Zo moesten gemeenten in januari na het verslagjaar de aan het Ministerie verschuldigde bedragen storten of overmaken met vermelding van de relevante gegevens.
Waardering: B 5 register en geaggregeerde gegevens
V, 15 jaar overige neerslag
23.2. Vergunningen voor de visserij met vaste vistuigen in de kustwateren
Handeling: Het verlenen van vergunningen voor het beoefenen van visserijactiviteiten met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren
Periode: 1945–
Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 9, lid 5; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 9, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 8, lid 2; Beschikking Verboden vistuigen in de gesloten gedeelten van de kustwateren, art. 3, lid 1; Visserijwet 1963, art. 7; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11
Product: vergunningen
Opmerking: In 2003 werd een inkomenstoets aan de beoordeling van de aanvraag gekoppeld (alleen voor ‘tijdelijke’ vergunningen). De ‘tijdelijke’ en ‘traditionele’ vergunningen voor vaste vistuigen zijn vervangen door de ‘standaardvergunningen’ voor de vaste gronden. Tot en met 2007 blijven er nog wel separate staand-wantvergunningen van kracht. Ook worden er nog separate zegenvergunningen verleend, naast de standaardvergunningen. Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het verlenen van vrijstellingen voor het beoefenen van visserijactiviteiten met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 13, lid 1; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 1; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 1; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13
Product: Ministeriële regelingen, bijv. Vrijstellingsregeling mossel- en oestervisserij (Stcrt. 1997, 222)
Waardering: B 5
Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor het beoefenen van visserijactiviteiten met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren
Periode: 1945–
Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 13, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 2; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13
Product: ontheffingen
Waardering: V, 10 jaar
23.3. Vergunningen voor recreatieve visserij in de kustwateren
Handeling: Het verlenen van vergunningen voor de recreatieve visserij in de Nederlandse kustwateren
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1963, art. 7; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11
Product: vergunningen
Opmerking: Het betreft ‘recreatieve’ vergunningen. Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning
Waardering: V, 6 jaar (vergunningen om de 3 jaar verlengd)
Handeling: Het verlenen van vrijstellingen voor de recreatieve visserij met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren
Periode: 1977–
Grondslag: Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13
Product: Ministeriële regelingen, bijv. Regeling vrijstelling visserij vaste vistuigen kustwateren 1988 (Stcrt. 1988, 91)
Waardering: B 5
Handeling: Het verlenen van vergunningen voor de beoefening van schelpdiervisserijactiviteiten in de Nederlandse zee- en kustwateren
Periode: 1945–
Grondslag: o.a. Visserijwet 1963, art. 7; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 11, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen, art. 12, lid 2; Beschikking Verboden vistuigen in de gesloten gedeelten van de kustwateren, art. 3, lid 1; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11
Product: Vergunningen
Opmerking: Het betreft vergunningen voor onder meer het zoeken en vissen van mosselzaad en het uitzaaien van mosselen en oesters op percelen. Ook het rapen van schaal- en schelpdieren kan hier worden ondergebracht. Het betreft tevens vergunningen voor de mechanische en de niet-mechanische kokkelvisserij (sinds 1974). Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het verlenen van vrijstellingen voor de beoefening van schelpdiervisserijactiviteiten in de Nederlandse zee- en kustwateren
Periode: 1945–
Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 1; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 1; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13
Product: Ministeriële regelingen
Waardering: B 5
Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor de beoefening van schelpdiervisserijactiviteiten in de Nederlandse zee- en kustwateren
Periode: 1945–
Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 13, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 2; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13
Product: ontheffingen
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het verlenen van garnalenvergunningen
Periode: 1945–
Grondslag: o.a. Visserijwet 1963, art. 7; Beschikking regeling garnalenvangst, art. 1, lid 1; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11
Product: vergunningen
Opmerking: Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het vaststellen van het capaciteitsafromingspercentage bij overdracht of overschrijving van garnalenvergunningen
Periode: 2002–
Grondslag: Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11
Product: Regelingen
Waardering: B 5
23.6. Overige vergunningen kustvisserij
Handeling: Het verlenen van (overige) vergunningen voor de visserij op de vrije gronden in de Nederlandse kustwateren
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1963, art. 7; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11
Product: vergunningen
Opmerking: Niet te verwarren met de ‘standaardvergunningen’ voor de visserij met vaste vistuigen op de vrije gronden
Waardering: V, 10 jaar
23.7. Overdracht van vergunningen kustvisserij
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot overdracht van een vergunning voor de kustvisserij
Periode: 2002–
Grondslag: bijv. Beschikking regeling garnalenvangst; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11
Product: beschikkingen
Waardering: V, 10 jaar
23.8. Toestemmingsbewijzen Eems/Dollard
Handeling: Het verlenen van toestemmingsbewijzen voor visserijactiviteiten in het Eems/Dollard-gebied
Periode: 1960–
Grondslag: Eems-Dollardverdrag, art. 41, lid 4b
Product: Vergunningen
Opmerking: De aanvragen dienen te worden ingediend bij de directeur van de Directie Noord (Waddenzee), dan wel bij de het College van GS van Zeeland (Oosterschelde).
Waardering: V, 10 jaar
23.9. Vergunningen uit hoofde van de Natuurbeschermingswet
Handeling: Het verlenen van vergunningen voor visserijactiviteiten uit hoofde van de Natuurbeschermingswet
Periode: 2003–
Grondslag: Natuurbeschermingswet, art. 12
Product: vergunningen
Opmerking: De aanvragen dienen te worden ingediend bij de directeur van de Directie Noord (Waddenzee), dan wel bij de het College van GS van Zeeland (Oosterschelde).
Waardering: V, 10 jaar
24. Visrechtbeheer: huurovereenkomsten
24.1. Oester- en mosselvisserij
Handeling: Het sluiten van overeenkomsten betreffende de verhuur van voor de oester- en mosselvisserij te gebruiken percelen
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931; Visserijwet 1963, art. 7; Burgerlijk Wetboek
Product: Huurovereenkomsten
Opmerking: De uitgifte van percelen kan plaatsvinden bij openbare inschrijving, waarbij het hoogste bod wordt gehonoreerd.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het sluiten van overeenkomsten betreffende de verhuur van vaste visplaatsen in aangewezen kustwateren
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1963, art. 7; Burgerlijk Wetboek
Product: huurovereenkomsten
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het beheren en toetsen van toegezonden visplannen (kustvisserij)
Periode: ca. 1992–
Bron: Beleidsbesluit Vaste Vistuigen
Product: afschriften visplannen
Waardering: V, 5 jaar
Deel 10 – Algemeen: Controle en Toezicht
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren belast met de controle op naleving van de uit de wet- en regelgeving betreffende de zee- en kustvisserij voortvloeiende bepalingen
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 26; Visserijwet 1963, art. 59
Product: Beschikking aanwijzing opsporingsambtenaren (Stcrt. 1964, 96)
Opmerking: Deze handeling omvat ook het regelen van de inrichting van de controlebevoegdheid.
In genoemde beschikking werden de ambtenaren van de AID van het Ministerie van Landbouw en Visserij aangewezen. In latere regelingen zijn bijvoorbeeld ook LASER-ambtenaren hiertoe aangewezen.
Waardering: B 5
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving betreffende controle op de visserijactiviteiten
Periode: 1945–
Grondslag: o.a. Visserijwwet 1931, art. 26; Visserijwet 1963; Reglement zee- en kustvisserij 1977, art. 3
Product: o.a. Regeling technische maatregelen (Stcrt. 1983, 31); Regeling opgave zeevis (Stcrt. 1984, 219); Regeling eisen aan administraties van transacties inzake zeevis (Stcrt. 1984, 219); Beschikking plaatsing opgavebussen (Stcrt. 1985, 11); Regeling bijhouden EEG-logboek en opgave zeevis (Stcrt. 1985, 64); Regeling logboek en opgave zeevis 1987 (Stcrt. 1987, 194); Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988 (Stcrt. 1987, 253); Subsidieregeling satellietvolgapparatuur 2003 (Stcrt. 1999, 202); Regeling technische maatregelen 2000 (Stcrt. 1999, 252)
Waardering: B 1
Handeling: Het in het kader van controle op de visserijactiviteiten registreren en aan de EC melden van vangstgegevens
Periode: 1945–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2057/82, art. 9, lid 1; Verordening (EG) nr. 2091/98, art. 4; Verordening (EG) nr. 2847/93, art. 15
Product: Registraties
Opmerking: Het betreft hier de registratie (sec) van de hoeveelheden van aan TAC’s of quota onderworpen visbestanden.
Waardering: B 5
Handeling: Het uitvoeren van controles op de visserijactiviteiten
Periode: 1945–
Grondslag: o.a. Visserijwet 1963, artt. 59 en 60; Regeling opgave zeevis (Stcrt. 1984, 219); Beschikking plaatsing opgavebussen (Stcrt. 1985, 11); Regeling bijhouden EEG-logboek en opgave zeevis (Stcrt. 1985, 64); Regeling logboek en opgave zeevis 1987 (Stcrt. 1987, 194)
Product: rapportages
Opmerking: Het betreft zowel administratieve controles (bijv. logboeken/opgaveformulieren zeevis, aanlandingsgegevens) als fysieke controles (bijv. motorvermogen).
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het aan de EC verstrekken van gegevens die voortvloeien uit controles op visserijactiviteiten
Periode: 1982–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 2241/87, art. 4, later 5; Verordening (EEG) nr. 2847/93, art. 6; Verordening (EG) nr. 2943/95, art. 5
Product: rapportages
Opmerking: Het gaat hierbij om een scala aan gegevens: aantal geïnspecteerde vissersvaartuigen, hun nationaliteit, de aard van de geconstateerde overtredingen en de naar aanleiding van deze overtredingen ondernomen stappen, meldingen van gedragingen die een ernstige inbreuk vormen op de GVB-voorschriften, enz.
Waardering: B 5
26.2. Logboek en opgave zeevis
26.3. Administratie van transacties
26.4. Stelselmatige controle bij aanlanding
Handeling: Het verlenen van toestemming voor het lossen van vis
Periode: 1988–
Grondslag: Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988, art. 3, lid 1
Product: administratie
Opmerking: Het lossen van vis kan pas plaats vinden na verkregen toestemming van een ambtenaar van de AID of een door de Minister aangewezen functionaris die namens de AID-ambtenaar de registratie- en verificatiewerkzaamheden verricht.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het aanwijzen van een functionaris voor de registratie- en verificatiewerkzaamheden in het kader van de stelselmatige controle bij aanlanding
Periode: 1988–
Grondslag: Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988, art. 3, lid 2
Product: beschikking
Opmerking: Het lossen van vis kan pas plaats vinden na verkregen toestemming van een ambtenaar van de AID. De visser kan verzoeken die toestemming te laten plaatsvinden door een functionaris die door de Minister van landbouw en visserij is aangewezen voor de registratie- en verificatiewerkzaamheden. Deze verleent de toestemming dan namens de AID-ambtenaar.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot goedkeuring van satellietvolgapparatuur
Periode: 1998–
Grondslag: Regeling technische maatregelen, als gewijzigd, art. 10; Regeling technische maatregelen 2000, art. 10
Product: beschikking
Opmerking: Voorgenomen wijzigingen aan goedgekeurde apparatuur dienen schriftelijk aan de Minister te worden gemeld, waarna deze beslist of de goedkeuring wordt gehandhaafd.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot toekenning van subsidie voor satellietvolgapparatuur
Periode: 1998–
Grondslag: Subsidieregeling satellietvolgapparatuur, art. 2, lid 1
Product: beschikking
Waardering: V, 10 jaar
27. Wetenschappelijk onderzoek en beheerstaken
Handeling: Het voorbereiden en begeleiden van de bouw van vaartuigen bestemd voor onderzoek, alsmede voor visserijbegeleiding en toezicht
Periode: 1945–
Bron: begrotingen LNV
Product: o.a. contracten
Waardering: V, 5 jaar na sluiting dossier
Handeling: Het financieren en exploiteren van (de bouw van) vaartuigen bestemd voor onderzoek, alsmede voor visserijbegeleiding en toezicht
Periode: 1945–
Bron: begrotingen LNV
Waardering: V, 5 jaar
Handeling: Het met behulp van zeeschepen (doen) uitvoeren van specifieke beheerstaken in het kader van de zee- en kustvisserij
Periode: 1945–
Bron: begrotingen LNV, nota’s
Product: correspondentie, rapportages
Opmerking: Te denken valt o.a. aan bebakening en monitoring.
Waardering: V, 5 jaar
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen van regelingen inzake de zee- en kustvisserij voorzover het betreft het uitoefenen van de visserij ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek
Periode: 1945–
Grondslag: o.a. Visserijwet 1963, art. 6, lid 9 (consenten); Beschikking maaswijdte netten zeevisserij, art. 7; Beschikking regeling vangstbeperking, als gewijzigd, art. 3, lid 4 (later: lid 5); Regeling vangstbeperking, art. 2, lid 6; Beschikking uitvoering EEG-verordening technische maatregelen, art. 10; Regeling technische maatregelen 2000, art. 14
Product: beschikkingen
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het geven van toestemming voor het door een buitenlandse instantie verrichten van wetenschappelijk onderzoek in de Nederlandse wateren
Periode: 1945–
Bron: beschrijving archief Directie Visserij (mei 2000)
Product: verklaringen van geen bezwaar
Waardering: V, 3 jaar
Handeling: Het aanwijzen van wetenschappelijke waarnemers die informatie verzamelen en aanleveren betreffende bepaalde visbestanden
Periode: 2003–
Grondslag: Verordening (EG) nr. 2347/2002, art. 8
Opmerking: De verordening van 2002 heeft betrekking op diepzeevisbestanden.
Waardering: V, 5 jaar na einde aanwijzing
Handeling: Het opstellen van een bemonsteringsplan voor wetenschappelijke waarnemers die informatie verzamelen en aanleveren betreffende bepaalde visbestanden
Periode: 2003–
Grondslag: Verordening (EG) nr. 2347/2002, art. 8
Product: Bemonsteringsplannen
Waardering: V, 5 jaar
Handeling: Het opstellen van visserijstatistieken
Periode: 1945–
Bron: Begrotingen
Product: Statistieken
Waardering: B 5 eindproducten
V, 10 jaar overige neerslag
Handeling: Het voorbereiden dan wel zelf vaststellen van wet- regelgeving betreffende de walvisvangst
Periode: 1945–
Product: Wet op de walvisvangst (Stb. 1951, 98); Wet op de walvisvangst 1960 (Stb. 1960, 410); Wet Goedkeuring der opzegging van het Walvisverdrag (Stb. 1960, 409)
Waardering: B 1
Handeling: Het beslissen op een vergunningaanvraag tot het vangen of doden van walvissen dan wel het aan boord verwerken daarvan
Periode: 1951–
Grondslag: Wet op de Walvisvangst, art. 1; Wet op de walvisvangst 1960, art. 2
Product: Vergunningen
Waardering: B 5
Handeling: Het bemiddelen bij de afhandeling van geschillen tussen Nederlandse en buitenlandse vissers over schade-incidenten
Periode: 1945–
Bron: Archief Directie Visserijen
Product: vergaderverslagen, correspondentie
Waardering: V, 10 jaar
Actor: College voor de Visserijen
Handeling: Het adviseren en voorlichten van de Minister omtrent visserijaangelegenheden
Periode: 1945–1964
Grondslag: Visserijwet 1931, artt. 25 en 25a
Product: instellingsbesluiten
Waardering: B 1, 5
Actor: Landelijke Service bij Regelingen (LASER)
Handeling: Het behandelen van bezwaarschriften ingediend tegen door het O&S-fonds voor de Visserij genomen beslissingen
Periode: 1997–
Bron: begrotingen, mandaatsbesluiten O&S-fonds voor de Visserij
Opmerking: In 1997 werd LASER hiertoe gemandateerd.
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van ophoudvergoedingen (voor uit de markt genomen vis) op basis van communautair vastgestelde ophoudprijzen
Periode: 1971–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 2142/70, art. 10, lid 1; Verordening (EEG) nr. 100/76, art. 11; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 12; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 21
Product: beschikking
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van vergoedingen in het kader van door deze organisaties genomen autonome ophoudmaatregelen (voor uit de markt genomen vis)
Periode: 1991–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3687/91, art. 16, lid 1; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 15, lid 1; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 24, lid 1
Product: beschikking
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het bij de Europese Commissie declareren van de bedragen die zijn toegekend in het kader van door producentenorganisaties uitgevoerde ophoudmaatregelen (voor uit de markt genomen vis)
Periode: 1991–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3687/91; Verordening (EEG) nr. 3759/92; Verordening (EG) nr. 104/2000; Verordening (EG) nr. 2509/2000
Product: beschikking
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het aan producentenorganisaties toekennen van vergoedingen in het kader van door deze organisaties genomen autonome verkoopuitstelmaatregelen
Periode: 1991–
Grondslag: Europese verordeningen, o.a. Verordening (EEG) nr. 3687/91, art. 16, lid 1; Verordening (EEG) nr. 3759/92, art. 15, lid 4; Verordening (EG) nr. 104/2000, art. 24, lid 4
Product: beschikking
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot toekenning van subsidie voor satellietvolgapparatuur
Periode: 1998–
Grondslag: Subsidieregeling satellietvolgapparatuur, art. 2, lid 1
Product: beschikking
Waardering: V, 10 jaar
Actor: Commissie Sanering Zeevisserij (Commissie Tinbergen)
Handeling: Het adviseren van de Minister belast met het beleidsterrein zee- en kustvisserij
Periode: 1950–1953
Grondslag: Ingesteld bij Ministeriële beschikking, 21 september 1950
Product: Adviesaanvraag, advies, correspondentie, (evaluatie-)rapporten, onderzoeksgegevens
Waardering: Adviesaanvraag, een exemplaar van het advies of evaluatierapport en vergaderverslagen: B 1, 2
Overig: V, 10 jaar na verschijnen rapport
Actor: Commissie Ontwikkeling Zeevisserij (Commissie Diepenhorst)
Handeling: Het adviseren van de Minister belast met het beleidsterrein zee- en kustvisserij
Periode: 1959–1965
Grondslag: Ingesteld bij Ministeriële beschikking (Stcrt. 1959/235)
Product: Adviesaanvraag, advies, correspondentie, (evaluatie-)rapporten, onderzoeksgegevens
Waardering: Adviesaanvraag, een exemplaar van het advies of evaluatierapport en vergaderverslagen: B 1, 2
Overig: V, 10 jaar na verschijnen rapport
Actor: Adviescommissie Uitgifte Mosselpercelen
(237.)
Handeling: Het adviseren van de Minister belast met het beleidsterrein zee- en kustvisserij
Periode: 1971–1990
Grondslag: Ingesteld bij Ministeriële beschikking, 28 januari 1971
Product: Adviesaanvraag, advies, correspondentie, (evaluatie-)rapporten, onderzoeksgegevens
Waardering: Adviesaanvraag, een exemplaar van het advies of evaluatierapport en vergaderverslagen: B 1, 2
Overig: V, 10 jaar na verschijnen rapport
Actor: Stuurgroep project kunstmatige mosselverwaterplaatsen
Handeling: Het adviseren van de Minister belast met het beleidsterrein zee- en kustvisserij
Periode: 1972–1980
Grondslag: Ingesteld bij Ministeriële beschikking, 24 januari 1973
Product: Adviesaanvraag, advies, correspondentie, (evaluatie-)rapporten, onderzoeksgegevens
Waardering: Adviesaanvraag, een exemplaar van het advies of evaluatierapport en vergaderverslagen: B 1, 2
Overig: V, 10 jaar na verschijnen rapport
Actor: Controleraad voor de verbetering van de afzet van visserijproducten
Handeling: Het controleren van de besteding van gelden in het kader van het project ter verbetering van de distributie van vis (in het kader van het Moody-programma)
Periode: 1954
Opmerking: Dit project maakte deel uit van het Moody-programma en werd gefinancierd uit het Moody-fonds. Het Moody-fonds was door de Amerikaanse regering in het leven geroepen.
Waardering: Rapporten en vergaderverslagen: B 1
Overig: V, 7 jaar
Handeling: Het adviseren van de Minister belast met het beleidsterrein zee- en kustvisserij
Periode: 1945–
Product: Adviesaanvraag, advies, correspondentie, (evaluatie-)rapporten, onderzoeksgegevens
Opmerking: In sommige gevallen geeft een adviescommissie een advies op verzoek van de Minister en soms doet ze dat op eigen initiatief. Ook de adviesaanvraag door de Minister wordt onder deze handeling begrepen.
Bedoeld worden adviescommissies van dezelfde aard als: Commissie Experimentele Visserij (1964–1970)
Stuurgroep Biesheuvel (1991–1992)
Waardering: Adviesaanvraag, een exemplaar van het advies of evaluatierapport en vergaderverslagen: B 1, 2
Overig: V, 10 jaar na verschijnen rapport
Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van onderzoek op het beleidsterrein zee- en kustvisserij
Periode: 1945–
Product: Onderzoeksrapporten, correspondentie, onderzoeksgegevens
Opmerking: Bedoeld worden commissies van dezelfde aard als:
Commissie Onderzoek Verplichte Sanering (Commissie Mok, 1991–1993)
Waardering: Onderzoeksaanvraag, een exemplaar van het rapport en vergaderverslagen: B 1
Overig: V, 10 jaar na verschijnen rapport
Actor: Algemene Inspectiedienst (AID)
Handeling: Het verlenen van toestemming voor het lossen van vis
Periode: 1988–
Grondslag: Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988, art. 3, lid 1
Product: administratie
Opmerking: Het lossen van vis kan pas plaats vinden na verkregen toestemming van een ambtenaar van de AID of een door de Minister aangewezen functionaris die namens de AID-ambtenaar de registratie- en verificatiewerkzaamheden verricht.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het rapporteren in het kader van de controle op de beleidsuitvoering op het terrein van de zee- en kustvisserij
Periode: 1955–
Grondslag: Visserijwet 1963, art. 59, 60
Product: Rapporten, brieven
Waardering: B 5: rapportages
V, 5 jaar overige neerslag
Actor: (Stichting) Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Visserij (O&S-fonds)
Handeling: Het mandateren van andere organen tot het namens het bestuur van het O&S-fonds nemen van beslissingen en ondertekenen van stukken
Periode: 1975–
Grondslag: statuten O&S-fonds
Product: bestuursbesluiten betreffende mandaatverlening (bijv. Stcrt. 1998, 167)
Waardering: B 5
Handeling: Het opstellen van bijdrageregelingen voor de ontwikkeling of sanering van de visserijsector
Periode: 1975–
Bron: begrotingen
Product: regelingen
Opmerking: In verschillende hoofdstukken van dit rapport wordt deze handeling herhaald voor de daarin aan de orde komende sectoren/onderwerpen. Deze handeling dient daarom als vangnethandeling.
Waardering: B 1
Handeling: Het behandelen van bezwaarschriften ingediend tegen door het O&S-fonds voor de Visserij genomen beslissingen
Periode: 1975–1997
Bron: begrotingen, mandaatsbesluiten O&S-fonds voor de Visserij
Opmerking: In 1997 werd LASER hiertoe gemandateerd.
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het vaststellen van periodieke verslagen over de werkzaamheden van het O&S-fonds voor de Visserij
Periode: 1975–
Grondslag: statuten O&S-fonds voor de Visserij
Product: jaarverslagen
Waardering: B 2
Handeling: Het vaststellen van begrotingen, jaarplannen en jaarrekeningen van het O&S-fonds voor de Visserij
Periode: 1975–
Grondslag: statuten O&S-fonds voor de Visserij, art. 9
Product: begrotingen, jaarplannen, jaarrekeningen
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het goedkeuren van begrotingen, jaarplannen en jaarrekeningen van het O&S-fonds voor de Visserij
Periode: 1975–
Grondslag: statuten O&S-fonds voor de Visserij, art. 9
Product: jaarverslagen
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het vaststellen van bijdrageregelingen betreffende de modernisering en ontwikkeling van de visserijsector
Periode: 1975–
Product: Bestuursbesluiten O&S-fonds
Waardering: B 1
Handeling: Het beslissen over toekenning van bijdragen voor regelingen betreffende de modernisering en ontwikkeling van de visserijsector
Periode: 1975–
Grondslag: Bestuursbesluiten O&S-fonds
Opmerking: In het kader van dergelijke regelingen werden ook overeenkomsten met de desbetreffende vissers gesloten. Ook het eventueel terugvorderen van bijdragen valt onder deze handeling.
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het toekennen van subsidies voor projecten, initiatieven en onderzoeken betreffende de visserijsector
Periode: 1975–
Product: Bestuursbesluiten O&S-fonds voor de Visserij
Opmerking: Het betreft bijdragen aan onderzoeksprojecten (bijv. IVP-TNO) en projecten betreffende de experimentele visserij. Ook bijdragen in het kader van EOGFL-projecten vallen hieronder.
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het vaststellen van bijdrageregelingen voor de sanering van de vissersvloot en daarmee samenhangende maatregelen
Periode: 1975–
Product: Bestuursbesluiten O&S-fonds voor de Visserij
Waardering: B 1
Handeling: Het beslissen op aanvragen tot subsidieverlening op grond van een bijdrageregeling betreffende capaciteitsvermindering van de zeevisserij
Periode: 1975–
Grondslag: Bestuursbesluiten O&S-fonds voor de Visserij
Opmerking: Het gaat hierbij om bijdragen voor de sanering zelf.
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het beslissen op aanvragen tot subsidieverlening op grond van een bijdrageregeling die samenhangt met de sanering van de zeevisserij
Periode: 1975–
Grondslag: Bestuursbesluiten O&S-fonds voor de Visserij
Opmerking: Bijv. voor omscholing, inkomenscompensatie en vervroegde uittreding.
Waardering: V, 15 jaar
Handeling: Het adviseren en voorlichten van de Minister omtrent visserijaangelegenheden
Periode: 1945–1964
Grondslag: Visserijwet 1931, artt. 25 en 25a
Product: instellingsbesluiten
Waardering: B 1, 5
Handeling: Het verlenen van vergunningen voor het beoefenen van visserijactiviteiten met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren
Periode: 1945–1955
Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 9, lid 5; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 9, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 8, lid 2; Beschikking Verboden vistuigen in de gesloten gedeelten van de kustwateren, art. 3, lid 1; Visserijwet 1963, art. 7; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11
Product: vergunningen
Opmerking: In 2003 werd een inkomenstoets aan de beoordeling van de aanvraag gekoppeld (alleen voor ‘tijdelijke’ vergunningen). De ‘tijdelijke’ en ‘traditionele’ vergunningen voor vaste vistuigen zijn vervangen door de ‘standaardvergunningen’ voor de vaste gronden. Tot en met 2007 blijven er nog wel separate staand-wantvergunningen van kracht. Ook worden er nog separate zegenvergunningen verleend, naast de standaardvergunningen. Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning.
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor het beoefenen van visserijactiviteiten met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren
Periode: 1945–1955
Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 13, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 2; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13
Product: ontheffingen
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het verlenen van vergunningen voor de beoefening van schelpdiervisserijactiviteiten in de Nederlandse zee- en kustwateren
Periode: 1945–1955
Grondslag: o.a. Visserijwet 1963, art. 7; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 11, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen, art. 12, lid 2; Beschikking Verboden vistuigen in de gesloten gedeelten van de kustwateren, art. 3, lid 1; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11
Product: vergunningen
Opmerking: Het betreft vergunningen voor onder meer het zoeken en vissen van mosselzaad en het uitzaaien van mosselen en oesters op percelen. Ook het rapen van schaal- en schelpdieren kan hier worden ondergebracht. Het betreft tevens vergunningen voor de mechanische en de niet-mechanische kokkelvisserij (sinds 1974). Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor de beoefening van schelpdiervisserijactiviteiten in de Nederlandse zee- en kustwateren
Periode: 1945–1955
Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 13, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 2; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13
Product: ontheffingen
Waardering: V, 10 jaar
Handeling: Het vaststellen van visplannen
Periode: 1993–
Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 11, lid 10; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 11; Regeling contingentering zeevis, art. 16, lid 6
Product: visplan
Opmerking: Het visplan dient door het Productschap Vis te zijn goedgekeurd (Regeling contingentering zeevis).
Waardering: B 5 voor eindproducten
V, 5 jaar overige neerslag
Handeling: Het voeren van een deugdelijke administratie betreffende met de groepscontingentering samenhangende zaken
Periode: 1993–
Grondslag: o.a. Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1987, art. 11, lid 12; Beschikking regeling contingentering tong en schol Noordzee 1989, art. 10, lid 13; Regeling contingentering zeevis, art. 17
Product: overzichten, rapportages
Opmerking: Het betreft onder meer de administratie van huur- en verhuurtransacties, alsook de administratie betreffende de benutting en uitvoering van de groepscontingenten (omvang groepscontingent, hoeveelheden aangelande vis, gegevens ondernemers en vissersvaartuigen).
Waardering: B 5
B. Actoren onder de zorg van de Minister van Financiën
Handeling: Het vaststellen van de voorwaarden waarop de Dienst Domeinen bevoegd is tot het afkopen van visrechten
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 5, lid 3; Visserijwet 1963, art. 63, lid 3
Product: regels
Waardering: B 5
Handeling: Het afkopen van visrechten
Periode: 1945–1998
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 5, lid 3; Visserijwet 1963, art. 63, lid 3
Product: overeenkomst
Opmerking: Het betreft de afkoop van zgn. ‘heerlijke rechten’. De bevoegdheid ligt bij Dienst der Domeinen
Waardering: B 5
Actor: Bestuur der Visserijen op de Zeeuwse stromen
Handeling: Het verlenen van vergunningen voor het beoefenen van visserijactiviteiten met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren
Periode: 1945–1969
Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 9, lid 5; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 9, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 8, lid 2; Beschikking Verboden vistuigen in de gesloten gedeelten van de kustwateren, art. 3, lid 1; Visserijwet 1963, art. 7; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11
Product: vergunningen
Opmerking: In 2003 werd een inkomenstoets aan de beoordeling van de aanvraag gekoppeld (alleen voor ‘tijdelijke’ vergunningen). De ‘tijdelijke’ en ‘traditionele’ vergunningen voor vaste vistuigen zijn vervangen door de ‘standaardvergunningen’ voor de vaste gronden. Tot en met 2007 blijven er nog wel separate staand-wantvergunningen van kracht. Ook worden er nog separate zegenvergunningen verleend, naast de standaardvergunningen. Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning.
Waardering: V, 10 jaar na beëindiging vergunning
Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor het beoefenen van visserijactiviteiten met vaste vistuigen in de Nederlandse kustwateren
Periode: 1945–1969
Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 13, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 2; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13
Product: ontheffingen
Waardering: V, 10 jaar na beëindiging ontheffing
Handeling: Het verlenen van vergunningen voor de beoefening van schelpdiervisserijactiviteiten in de Nederlandse zee- en kustwateren
Periode: 1945–1969
Grondslag: o.a. Visserijwet 1963, art. 7; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 11, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen, art. 12, lid 2; Beschikking Verboden vistuigen in de gesloten gedeelten van de kustwateren, art. 3, lid 1; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, art. 11
Product: vergunningen
Opmerking: Het betreft vergunningen voor onder meer het zoeken en vissen van mosselzaad en het uitzaaien van mosselen en oesters op percelen. Ook het rapen van schaal- en schelpdieren kan hier worden ondergebracht. Het betreft tevens vergunningen voor de mechanische en de niet-mechanische kokkelvisserij (sinds 1974). Binnen deze handeling horen ook stukken met betrekking tot de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning
Waardering: V, 10 jaar na beëindiging vergunning
Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor de beoefening van schelpdiervisserijactiviteiten in de Nederlandse zee- en kustwateren
Periode: 1945–1969
Grondslag: o.a. Visserijreglement voor de Zuidhollandse stromen 1964, art. 13, lid 2; Visserijreglement voor de Zeeuwse stromen 1964, art. 14, lid 2; Visserijreglement voor de Waddenzee 1964, art. 13, lid 2; Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren, artt. 12 en 13
Product: ontheffingen
Waardering: V, 10 jaar na beëindiging ontheffing.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2007-184-p7-SC82119.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.