Projectstimuleringsregeling Europese Territoriale Samenwerking, INTERREG IV, 2007–2013

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 18 september 2007, nr. DGR2007089571, houdende regels met betrekking tot subsidie aan Nederlandse overheidsinstellingen, samenwerkingsverbanden van publieke lichamen en rechtspersonen zonder winstoogmerk om hen te stimuleren projectvoorstellen in te dienen voor het INTERREG IVB of IVC programma (Projectstimuleringsregeling Europese Territoriale Samenwerking, INTERREG IV, 2007–2013)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 50a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de artikelen 38a, 38d, vierde lid, en 38h, vierde lid, van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985;

Besluit:

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. INTERREG IV: doelstelling 3 Europese Territoriale Samenwerking, die beoogt de samenwerking tussen regio’s over de landsgrenzen heen te versterken en daarmee de economische concurrentiekracht en de territoriale samenhang van de betreffende regio’s te vergroten als gedefinieerd in artikel 6, tweede en derde lid van de verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1783/1999, (PBEG L 210);

b. Lead Partner: trekker van een project;

c. project: een planmatige activiteit in het kader van de INTERREG IVB programma’s Noordzee of Noordwest Europa, of INTERREG IVC Interregionaal;

d. projectvoorstel: voorstel met betrekking tot een project vastgelegd in het INTERREG IVB of IVC programma subsidieaanvraagformulier, Application Form, bestaande uit een kwalitatieve omschrijving van de werkzaamheden, financiële opbouw, concrete resultaten, organisatiestructuur, betrokken organisaties, tijdspad en inzicht in de bijdrage aan de doelstellingen zoals opgenomen in het Operational Programme van het INTERREG IVB of IVC programma;

e. prioriteit: thema als gedefinieerd in het Operational Programme van het INTERREG IVB of IVC programma.

Artikel 2

Algemeen

1. Deze regeling strekt tot het verlenen van subsidie om initiatieven in het kader van het INTERREG IVB of IVC programma te stimuleren en mogelijk te maken.

2. Het verlenen van subsidie op grond van deze regeling houdt geen recht op een subsidie ingevolge een INTERREG IVB of IVC programma in. INTERREG IVB of IVC subsidieverlening is afhankelijk van goedkeuring door de Internationale Stuurgroep van het INTERREG IVB of IVC programma.

Artikel 3

Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door een Nederlandse Lead Partner, zijnde een overheidsinstelling, een samenwerkingsverband van publieke lichamen of een rechtspersoon zonder winstoogmerk. Particulieren en organisaties met een winstoogmerk komen niet in aanmerking als aanvrager.

Artikel 4

Voorwaarden

De aanvrager komt in aanmerking voor subsidie als:

a. de aanvraag betrekking heeft op het uitvoeren van werkzaamheden die noodzakelijk zijn om te komen tot een projectvoorstel in het kader van het INTERREG IVB of IVC programma;

b. de aanvraag voor deze regeling ingediend wordt vóór indiening van het projectvoorstel bij het Internationale Secretariaat van het INTERREG IVB of IVC programma;

c. voor het projectvoorstel nog niet eerder subsidie op grond van deze regeling is verleend;

d. het projectvoorstel nog niet is goedgekeurd door de Internationale Stuurgroep van het INTERREG IVB of IVC programma; en

e. het projectvoorstel binnen een jaar na subsidieverlening ingediend wordt bij het Internationale Secretariaat van het INTERREG IVB of IVC programma.

Artikel 5

Afwijzingsgronden

De aanvraag wordt afgewezen als:

a. niet wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 4;

b. het projectvoorstel strijdig is met het rijksbeleid;

c. het projectvoorstel niet voldoet aan de toelatingscriteria van het INTERREG IVB of IVC programma;

d. het projectvoorstel niet voldoet aan de doelstellingen van het INTERREG IVB of IVC programma;

e. het projectvoorstel ingediend wordt bij een INTERREG IVB of IVC programma onder een prioriteit waarvan het budget is uitgeput; of

f. het projectvoorstel minder dan € 400.000 aan kosten omvat.

Artikel 6

Subsidiabele kosten

De subsidiabele kosten zijn de kosten die noodzakelijk en rechtstreeks aan de voorbereidingswerkzaamheden voor het projectvoorstel zijn toe te rekenen.

Artikel 7

Hoogte van de subsidie

1. De maximale subsidie voor het voorbereiden van een projectvoorstel bedraagt € 25.000.

2. Als voor de subsidiabele kosten of een deel daarvan al door de Commissie van de Europese Gemeenschappen dan wel een bestuursorgaan van een provincie of gemeente subsidie is verstrekt, wordt slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt, dat het totale bedrag aan subsidie niet meer bedraagt dan 100 procent van de subsidiabele kosten.

Artikel 8

Subsidieplafond

1. Het subsidieplafond voor 2007 en 2008 bedraagt € 500.000,– per kalenderjaar.

2. Jaarlijks tot en met 31 december 2011 wordt vóór 1 november het subsidieplafond voor het daaropvolgende kalenderjaar gepubliceerd.

Artikel 9

Aanvraag tot subsidieverlening

1. De Nederlandse Lead Partner dient een aanvraag voor subsidieverlening in bij SenterNovem met gebruikmaking van het aanvraagformulier, te downloaden vanaf www.senternovem.nl/INTERREG.

2. Als de aanvraag voor subsidieverlening wordt ingediend door een rechtspersoon die krachtens privaatrecht is opgericht, dient de aanvraag vergezeld te gaan van een afschrift van de oprichtingsakte en de geldende statuten.

3. Bij de subsidieverlening wordt beslist in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met inachtneming van het vierde lid, met dien verstande dat, wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvulling is ontvangen, als datum van ontvangst van de aanvraag geldt.

4. Voor zover door verlening van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond, genoemd in artikel 8, wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van de betreffende aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 10

Subsidievaststelling

1. De Nederlandse Lead Partner dient binnen 13 weken na indiening van het projectvoorstel bij het Internationale Secretariaat van het INTERREG IVB of IVC programma een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in bij SenterNovem met gebruikmaking van het vaststellingsformulier, te downloaden vanaf www.senternovem.nl/INTERREG.

2. De beoordeling van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie geschiedt op basis van het ingediende projectvoorstel bij het Internationale Secretariaat van het INTERREG IVB of IVC programma.

Artikel 11

Intrekking

De Projectstimulering INTERREG III, zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 4 april 2003, wordt ingetrokken.

Artikel 12

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 13

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Projectstimuleringsregeling INTERREG IV.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 september 2007.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.M. Cramer.

Toelichting

Algemeen

De Nederlandse Projectstimuleringsregeling Europese Territoriale Samenwerking, INTERREG IV, 2007–2013 (PSR 2007–2013) is bedoeld als stimulans om een projectvoorstel voor INTERREG IV in te dienen bij de programmasecretariaten, oftewel het stimuleren van versterking van ruimtelijke kwaliteit in Europees verband.

De PSR 2007–2013 betreft een voortzetting van de beleidsregelingen uit 2001 en 2003, gericht op INTERREG III.

Bij een aanvraag tot subsidieverlening worden de desbetreffende bepalingen van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 in acht genomen. Op grond van deze wet en dat besluit is een aantal bepalingen rechtstreeks van toepassing op de aanvrager dan wel de verkrijger van de subsidie.

Artikelsgewijs

Artikel 1 (Begripsbepalingen)

In artikel 1 onder a wordt verwezen naar verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1783/1999 (PBEG L 210). In deze verordening wordt vastgesteld welke acties, die het verschil in ontwikkelingsniveau tussen de Europese regio’s verkleinen en de achterstand van de minst begunstigde regio’s trachten in te halen, in aanmerking komen voor financiering uit het Europees Regionaal Fonds (EFRO). In de verordening worden ook de taken van het EFRO en de reikwijdte van de steun uit het Fonds in het kader van de doelstellingen convergentie, regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid en Europese territoriale samenwerking van het herziene cohesiebeleid voor de periode 2007–2013 vastgesteld. In het kader van de doelstelling 3, Europese territoriale samenwerking, is de steun uit het EFRO toegespitst op de volgende drie hoofdlijnen, uitgaande van het vroegere communautaire initiatief INTERREG:

1°. ontwikkeling van grensoverschrijdende economische en sociale activiteiten via gezamenlijke strategieën voor duurzame ontwikkeling. Het komt er bijvoorbeeld op aan ondernemerschap te stimuleren, de natuurlijke en culturele hulpbronnen te beschermen en te beheren en de samenwerking, de capaciteiten en het gezamenlijk gebruik van infrastructuur te ontwikkelen;

2°. totstandbrenging en ontwikkeling van de transnationale samenwerking met inbegrip van bilaterale samenwerking tussen maritieme regio’s. De prioriteiten betreffen innovatie, milieu, verbetering van de toegankelijkheid en duurzame stedelijke ontwikkeling;

3°. verhoging van de doeltreffendheid van het regionaal beleid. Het gaat erom netwerken te creëren en ervaringen uit te wisselen tussen de regionale en lokale autoriteiten.

Doel is het bevorderen van gezamenlijke oplossingen voor naburige overheden bij de stads-, plattelands- en kustontwikkeling, de ontwikkeling van economische relaties en de vorming van netwerken voor middelgrote en kleine bedrijven (het MKB). De samenwerking zal vooral gericht zijn op onderzoek en ontwikkeling, de informatiemaatschappij, het milieu, risicopreventie en geïntegreerd waterbeheer.

De drie hoofdlijnen zijn benoemd als achtereenvolgens INTERREG IVA, INTERREG IVB en INTERREG IVC, waarbij INTERREG IVB onderverdeeld wordt in INTERREG IVB Noordzee en INTERREG IVB Noordwest Europa. In de onderhavige regeling wordt subsidie beperkt tot INTERREG IVB en INTERREG IVC.

In artikel 1 onder c is aangegeven dat een project een planmatige activiteit in het kader van het INTERREG IVB programma Noordzee of Noordwest Europa, of INTERREG IVC programma Interregionaal is. Onder een INTERREG IVB programma wordt verstaan een transnationale samenwerking tussen nationale, regionale en lokale overheden; EU-lidstaten in Noordwest Europa en het gebied rond de Noordzee om grote groepen van Europese regio’s ruimtelijk sterker te integreren.

Onder een INTERREG IVC programma wordt verstaan een interregionale samenwerking, kennisuitwisseling en netwerken door de Europese Unie heen.

In artikel 1 onder d is aangegeven dat het projectvoorstel inzicht geeft in welke mate ze een bijdrage levert aan de doelstellingen zoals die zijn opgenomen in de Operational Programme van het INTERREG IVB of IVC programma. Het Operational Programme bevat de volgende gegevens: een analyse van de sterke en zwakke punten van de samenwerkingszone, een motivering van de prioriteiten, informatie over de prioriteiten en de specifieke doelstellingen, een verdeling van de steungebieden naar categorie, een financieringsplan, uitvoeringsbepalingen en een indicatieve lijst van de grote projecten.

In artikel 1 onder e is aangegeven dat een prioriteit een thema als gedefinieerd in het Operational Programme van het INTERREG IVB of IVC programma is. De prioriteiten van het INTERREG IVB Noordzee programma zijn: Priority 1 Building on our capacity for innovation, Priority 2 Promoting the sustainable management of our environment, Priority 3 Improving the accessibility of places in the NSR en Priority 4 Promoting sustainable and competitive communities. De prioriteiten van het programma INTERREG IVB Noordwest Europa programma zijn: Priority 1 Developing the NWE knowledge-based economy by capitalising on our capacity for innovation, Priority 2 Sustainable management of natural resources and of natural and technological risks, Priority 3 Improving connectivity in NWE by promoting intelligent and sustainable transport and ICT solutions, en Priority 4 Promoting strong and prosperous communities at transnational level. De prioriteiten van het INTERREG IVC programma zijn: Priority 1 Innovation and the knowledge economy en Priority 2 Environment and risk prevention.

Artikel 2 (Algemeen)

In artikel 2 onder lid 2 is aangegeven dat het verlenen van subsidie op grond van deze regeling geen recht op een subsidie ingevolge een INTERREG IVB of IVC programma inhoudt. Of daadwerkelijk subsidie zal worden verleend voor een projectvoorstel is afhankelijk van goedkeuring door de Internationale Stuurgroep van het INTERREG IVB of IVC programma en staat los van subsidieverlening op grond van deze regeling.

Artikel 3 (Doelgroep)

Subsidie kan worden aangevraagd door de rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen, een samenwerkingsverband van publieke lichamen en een rechtspersoon zonder winstoogmerk. Een voorbeeld van een samenwerkingsverband van publieke lichamen is een publiek-publieke overeenkomst tussen twee gemeenten op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. Een voorbeeld van een rechtspersoon zonder winstoogmerk is een stichting. Om te kunnen bepalen of de rechtspersoon inderdaad geen winstoogmerk heeft is in artikel 9 tweede lid van deze regeling opgenomen dat een afschrift van de oprichtingsakte en de geldende statuten bij de aanvraag voor subsidieverlening wordt gevoegd.

Artikel 5 (Afwijzingsgronden)

In artikel 5 onder c is aangegeven dat een aanvraag wordt afgewezen als het projectvoorstel niet voldoet aan de toelatingscriteria van het INTERREG IVB of IVC programma. De toelatingscriteria zijn opgenomen in een apart document van het INTEREG IVB of IVC programma.

In artikel 5 onder d is aangegeven dat een aanvraag wordt afgewezen als het projectvoorstel niet voldoet aan de doelstellingen van het INTERREG IVB of IVC programma. De doelstellingen zijn opgenomen in het Operational Programme van het INTERREG IVB of IVC programma.

In artikel 5 onder e is aangegeven dat een aanvraag wordt afgewezen als het projectvoorstel wordt ingediend bij een INTERREG IVB of IVC programma onder een prioriteit waarvan het budget al is uitgeput. De budgetuitputting wordt vastgesteld door de Programme Monitoring Committee van het INTERREG IVB of IVC programma.

Artikel 6 (Subsidiabele kosten)

Als voorbeeld voor de subsidiabele kosten in de onderhavige regeling kan genoemd worden: kosten voor het schrijven van het projectvoorstel, het organiseren van bijeenkomsten en kosten voor onderzoek.

Artikel 9 en 10 (Aanvragen)

De uitvoering van deze regeling is gemandateerd aan SenterNovem, ingevolge.

Aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst op basis van de ontvangstdatum van de complete aanvraag. Als het subsidieplafond door toewijzing van de subsidieaanvragen met dezelfde datum van ontvangst zou worden overschreden, dan komt de onderlinge rangschikking tot stand door middel van loting van de aanvragen van de desbetreffende dag. Loting zal in mandaat namens mij geschieden door SenterNovem in het bijzijn van minimaal een lid van de juridische staf van SenterNovem. Na rangschikking zal de aanvraag worden getoetst aan de voorwaarden van deze regeling. Mocht blijken dat de aanvraag niet voldoet aan deze regeling, dan komt de aanvraag die de volgende is in de rangorde aan de beurt. Bij elke aanvraag tot subsidieverlening geldt dat SenterNovem extern advies kan inwinnen.

De tekst van het subsidieprogramma en de aanvraagformulieren zijn verkrijgbaar bij:

SenterNovem, PSR INTERREG IV

Postbus 8242

3503 RE Utrecht

tel. 030 – 23 93 493

fax 030 – 23 16 491

of via www.senternovem.nl/INTERREG

Informatie over de INTERREG IVB of IVC programma’s is te vinden op respectievelijk www.northsearegion.eu, www.nweurope.org en www.interreg4c.net

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer

Naar boven