Wijzigingsbesluit Commissie Stedelijke Distributie

Wijziging van het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 20 januari 2005, nr. DGG/A 04/006683, tot instelling van een Commissie Stedelijke Distributie (Stcrt. 2005, nr. 17).

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel I

Het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 20 januari 2005, nr. DGG/A 04/006683, tot instelling van een Commissie Stedelijke Distributie1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:

2. De leden zijn:

dhr.drs. A.B. Sakkers (voorzitter)

mw. A.H. van Arenthals-Kramer Freher

dhr. C.J. Driessen

dhr. J.N. Willemse

dhr. C.A.Th. Werner.

B

Artikel 8, tweede lid, komt te luiden:

2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 mei 2008.

Artikel II

1. Artikel I treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 december 2006.

2. Artikel II treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de bijbehorende toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Het instellingsbesluit Commissie Stedelijke Distributie is begin 2005 bekendgemaakt (Stcrt. 2005, 17). In november 2006 heeft mevrouw dr. B.I. van der Burg aangegeven met ingang van december 2006 terug te zullen treden. Door de onverwacht snelle vervanging door de heer C.A.Th. Werner vanaf 1 december zal dit dan ook met terugwerkende kracht plaatsvinden. De Commissie Stedelijke Distributie wordt met de benoeming van de heer Werner weer aangevuld tot het maximum aantal leden van vijf personen. Op deze manier is de Commissie optimaal in staat de opgedragen taken op een onafhankelijke, deskundige en constructieve wijze uit te voeren.

Het instellingsbesluit voorziet in de mogelijkheid om de werkingsduur met 12 maanden te verlengen. Tot op heden zijn de procesafspraken over stedelijke distributie zoals beschreven in de Nota Mobiliteit nog onvoldoende uitgewerkt. De decentrale partijen hebben formeel nog tot augustus 2007 de tijd om hieraan uitvoering te geven. Ook zijn nieuwe belangrijke ontwikkelingen nog onvoldoende tot wasdom gekomen. Ik heb de Commissie dan ook gevraagd haar taken tot uiterlijk 1 mei 2008 te willen uitoefenen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 14 februari 2006, nr. DGTL/WEGV 06/005816 (Stcrt. 2006, nr. 37).

Naar boven