Wijziging Regeling beperkingsgebieden bluetongue 2006

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 september 2007, nr. TRCJZ/2007/2970, houdende wijziging (54) van de Regeling beperkingsgebieden bluetongue 2006

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op richtlijn 2000/75/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (PbEG L 327); artikel 10, eerste lid, van richtlijn 90/425 van de Raad van de Europese Unie van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224); beschikking 2005/393/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 mei 2005 inzake beschermings- en toezichtsgebieden in verband met bluetongue en de voorwaarden voor verplaatsingen uit of binnen deze gebieden (PbEU L 130);

Gelet op de artikelen 19, 100 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel I

De Regeling beperkingsgebieden bluetongue 20061 wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1, onderdeel i, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

j. wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

B

In artikel 2 wordt ‘artikel 10 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren’ vervangen door: de artikelen 10, 19, 100 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

C

Na artikel 11a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11b

1. Ingeval een herkauwer verschijnselen vertoont van bluetongue of redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een herkauwer in de gelegenheid is geweest om te worden besmet met of drager is van bluetongue, wordt aan de houder van het dier vrijstelling verleend van de verplichting tot kennisgeving, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de wet, onder de voorwaarde dat wordt voldaan aan het tweede lid.

2. De houder, bedoeld in het eerste lid, stelt een dierenarts in kennis van de verschijnselen van bluetongue bij een herkauwer.

3. De dierenarts, bedoeld in het tweede lid, verricht de kennisgeving, bedoeld in artikel 100 van de wet, aan de VWA.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 10 september 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
overeenkomstig het door de minister genomen besluit:
de Secretaris-Generaal, A.N. van der Zande.

Toelichting

In de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren is voor bestrijdingsplichtige dierziekten, zoals mond- en klauwzeer, klassieke varkenspest en bluetongue een zogenoemde meldingsplicht opgenomen. Deze meldingsplicht geldt zowel voor de houder als de praktiserend dierenarts. De meldingsplicht is om een aantal redenen van groot belang. Ten eerste is het cruciaal dat een dergelijke dierziekte in een zo vroeg mogelijk stadium wordt ontdekt zodat zo snel mogelijk eventuele maatregelen genomen kunnen worden. Daarnaast is het voor het nemen van bestrijdingsmaatregelen nodig dat bekend is waar zich de besmettingshaarden bevinden. Ten slotte moeten gevallen van deze ziekten ook internationaal worden gemeld aan de Europese Commissie en de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE).

Om bovengenoemde redenen worden meldingen van besmettelijke dierziekten met de grootste zorgvuldigheid afgehandeld. Wanneer een dergelijke ziekte bij de VWA wordt gemeld gaat er een team van specialisten bestaande uit een dierenarts van de VWA, een dierenarts van de Gezondheidsdienst voor dieren (GD-Deventer) en de eigen dierenarts van het bedrijf, naar het desbetreffende bedrijf. In de meeste gevallen wordt de definitieve diagnose gesteld op basis van laboratoriumonderzoek. Positieve gevallen zijn in het verleden overigens altijd met een laboratoriumtest bevestigd.

De Europese Commissie heeft aangegeven dat zij het niet noodzakelijk vindt dat uitbraken van bluetongue in Noordwest Europa binnen 24 uur worden gemeld. De Europese Commissie heeft voorts aangegeven dat een besmetting in een reeds geïnfecteerd gebied ook op basis van klinische verschijnselen kan worden vastgesteld, overeenkomstig het bepaalde in richtlijn 2000/75/EG. Ingevolge beschikking 2005/393/EG is heel Nederland als geïnfecteerd gebied aangemerkt. Gelet op het voorgaande, het grote aantal bedrijven dat dit jaar al is besmet en de vele verdenkingen die daar dagelijks bij komen, is er voor gekozen om de meldingsprocedure te vereenvoudigingen.

Door onderhavige wijziging van de Regeling beperkingsgebieden bluetongue 2006 worden veehouders verplicht nieuwe uitbraken van bluetongue te melden aan de praktiserend dierenarts en niet langer aan de VWA. De praktiserend dierenarts meldt op zijn beurt aan de VWA, dat hij symptomen op het bedrijf heeft vastgesteld, die passen bij een bluetongue-infectie. De VWA besluit vervolgens op grond van deze informatie of het bedrijf besmet wordt verklaard. Meer concreet betekent dit dat bij verdenkingen in de meest geïnfecteerde delen van Nederland de eigen dierenarts zonder de VWA het klinisch onderzoek op het bedrijf kan uitvoeren en een besmetting niet meer door middel van laboratoriumonderzoek bevestigd wordt.

Deze wijziging leidt niet tot wezenlijk hogere administratieve lasten.

Onderhavige regeling werkt terug tot en met 10 september 2007.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

overeenkomstig het door de minister genomen besluit:

de Secretaris-Generaal,

A.N. van der Zande

  • 1

    Stcrt. 2006, 162; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 31 augustus 2007, Stcrt. 170.

Naar boven