Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2007, 178 pagina 10 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2007, 178 pagina 10 | Besluiten van algemene strekking |
Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29 augustus 2007, nr. VO/S&O/07/24654, tot wijziging van de Regeling Leerplusarrangement VO en Nieuwkomers VO in verband met de invoering aanvullende bekostiging eerste opvang Vreemdelingen aan scholen in het voortgezet onderwijs
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart,
In overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
Gelet op artikel 85a, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 2.2.3, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
Besluit:
Wijziging van de Regeling Leerplusarrangement VO en Nieuwkomers VO
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
k. Vreemdeling: leerling die
1. niet de Nederlandse nationaliteit bezit en niet op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander moet worden behandeld,
2. als werkelijk schoolgaand staat ingeschreven en
3. op 1 april of 1 oktober van enig kalenderjaar korter dan één jaar in Nederland verblijft;
l. peildatum: 1 april of 1 oktober van enig kalenderjaar.
B
Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
De Minister kan op aanvraag aanvullende bekostiging eerste opvang Vreemdelingen en extra aanvullende bekostiging eerste opvang Vreemdelingen verstrekken aan het bevoegd gezag van een school ter tegemoetkoming in de kosten van het onderwijs in het kader van de eerste opvang van Vreemdelingen.
C
Na artikel 10 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Aanvullende personele bekostiging eerste opvang
1. De omvang van de aanvullende bekostiging eerste opvang, bedoeld in artikel 2, derde lid, is gebaseerd op het aantal Vreemdelingen dat op een peildatum bij de school als werkelijk schoolgaand staat ingeschreven en op de peildatum korter dan een jaar in Nederland verblijft.
2. De verstrekking van de aanvullende bekostiging eerste opvang vindt plaats op basis van de per peildatum door het bevoegd gezag van de school aangeleverde gegevens en wordt verstrekt voor een periode als vermeld in artikel 10b, tweede lid.
3. De vaststelling en de betaling vinden uiterlijk 2 maanden na ontvangst van de aanvraag plaats.
4. Het bedrag aan aanvullende bekostiging eerste opvang wordt in een keer uitbetaald.
5. De Minister kan de hoogte van de aanvullende bekostiging eerste opvang wijzigen indien de verklaring van de accountant, behorende bij de jaarrekening daartoe aanleiding geeft.
6. Artikel 8 is van overeenkomstige toepassing.
Berekening van de aanvullende bekostiging eerste opvang
1. De aanvullende bekostiging eerste opvang bedraagt € 4212,– op jaarbasis per Vreemdeling.
2. De aanvullende bekostiging eerste opvang heeft steeds betrekking op een periode van zes maanden, met als peildata:
a. 1 oktober: voor de periode juli direct voorafgaand aan deze peildatum tot en met december direct volgend op de peildatum;
b. 1 april: voor de periode januari direct voorafgaand aan deze peildatum tot en met juni direct volgend op de peildatum;
3. Een Vreemdeling die is meegeteld voor de aanvullende bekostiging eerste opvang behorend bij de peildatum van 1 oktober telt niet mee voor de aanvullende bekostiging eerste opvang bij de daarop volgende peildatum.
4. Het bedrag van de aanvullende bekostiging eerste opvang Vreemdelingen is voor een periode als genoemd in het tweede lid de helft van het bedrag voor een Vreemdeling, bedoeld in het eerste lid, vermenigvuldigd met het aantal Vreemdelingen dat op de voor die periode geldende peildatum staat ingeschreven op de school.
Extra aanvullende bekostiging eerste opvang
1. Het bevoegd gezag van een school die in de periode 1 augustus 2003 tot en met 31 juli 2007 geen eerste opvang van Vreemdelingen heeft georganiseerd, kan op aanvraag eenmalig extra aanvullende bekostiging eerste opvang Vreemdelingen ontvangen ten behoeve van voorbereidende en coördinerende werkzaamheden die samenhangen met de start van het onderwijs aan die school indien deze eerste opvang betrekking heeft op tenminste 10 Vreemdelingen op de peildatum. De extra aanvullende bekostiging eerste opvang bedraagt € 15.000,– per school.
2. Het bevoegd gezag van de school bepaalt de besteding van de extra aanvullende bekostiging eerste opvang, bedoeld in het eerste lid, in onderling overleg met de gemeente van het grondgebied waarop de school is gelegen.
1. Het bevoegd van de school dient de aanvraag voor aanvullende bekostiging eerste opvang Vreemdelingen, bedoeld in artikel 2, derde lid, in bij Centrale Financiën Instellingen binnen twee weken na een peildatum, bedoeld in artikel 10b, tweede lid. Aanvragen die na deze termijn worden ingezonden worden afgewezen.
2. Het bevoegd van de school dient de aanvraag voor extra aanvullende bekostiging eerste opvang Vreemdelingen, bedoeld in artikel 2, derde lid, in bij Centrale Financiën Instellingen binnen twee weken na een peildatum, bedoeld in artikel 10b, tweede lid. Aanvragen die na deze termijn worden ingezonden worden afgewezen.
3. De aanvragen, bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen uitsluitend worden ingediend met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat als bijlage 2 bij deze regeling is gevoegd. Aanvragen die niet uitgaan van het aanvraagformulier worden afgewezen.
4. De aanvragen, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn gebaseerd op de gegevens over Vreemdelingen, bedoeld in artikel 10e.
5. Voor het verkrijgen van de extra aanvullende bekostiging eerste opvang, bedoeld in artikel 10c, eerste lid, is een verklaring van de gemeente nodig waarin is opgenomen dat de school in de periode van 1 augustus 2003 tot en met 31 juli 2007 geen eerste opvang van Vreemdelingen heeft georganiseerd. Deze verklaring dient in de administratie van de school aanwezig te zijn.
6. Indien de extra aanvullende bekostiging eerste opvang wordt verleend, maakt deze onderdeel uit van de aanvullende bekostiging eerste opvang.
1. Voor het aantonen van de juistheid van de door het bevoegd gezag te verstrekken gegevens over Vreemdelingen per peildatum 1 oktober is artikel 10 van overeenkomstige toepassing.
2. Voor het aantonen van de juistheid van de door het bevoegd gezag te verstrekken gegevens over Vreemdelingen per peildatum 1 april dient een uittreksel van de GBA in de administratie van de school aanwezig te zijn. In het geval de registratie in de GBA ontbreekt of afwijkt van de door het bevoegd gezag van de school aangeleverde gegevens, moet het bevoegd gezag gebruik maken van een of meer van de documenten in bijlage 1.
D
In artikel 10 wordt ‘bijlage’ vervangen door: bijlage 1.
E
Artikel 12, eerste lid, eerste volzin, komt te luiden:
1. De aanvullende personele bekostiging op grond van deze regeling wordt herkenbaar opgenomen als baten in de jaarrekening. De lasten worden verantwoord binnen de daartoe bestemde posten in de jaarrekening.
F
Artikel 18 komt te luiden:
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Leerplusarrangement VO, Nieuwkomers VO en eerste opvang Vreemdelingen.
G
De titel van de bijlage komt te luiden: Bijlage 1 bij artikel 10 van de Regeling aanvullende bekostiging personele bekostiging voor Leerplusarrangement VO, Nieuwkomers VO en eerste opvang Vreemdelingen.
H
Na bijlage 1 wordt een bijlage 2 ingevoegd overeenkomstig de bij deze regeling gevoegde bijlage.
De regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De bekostiging van wat werd genoemd ‘onderwijs aan asielzoekers’ was tot 1 augustus 2002 gebaseerd op de systematiek van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid in de Wet op het voortgezet onderwijs, te weten de regeling tegemoetkoming voor gemeenten bij exceptionele toename van het aantal schoolgaande asielzoekers in het basis- en voortgezet onderwijs 2001–2002. De bekostiging via deze systematiek is in de periode 1998–2002 niet adequaat gebleken (deed geen recht aan fluctuaties van aantallen asielzoekers, tijdelijkheid van opvang en opvang in niet-GOA-gemeenten).
In deze regeling werd reeds aangekondigd dat de bekostiging van het onderwijs aan asielzoekers per 1 augustus 2002 niet in de nieuwe bekostigingssystematiek zou worden meegenomen. Daarmee verviel derhalve de grondslag voor genoemde regeling.
Aangezien het tot stand brengen van een nieuwe wettelijke grondslag tijd vraagt is voor de periode 1 augustus 2002 tot 1 augustus 2003 de overgangsregeling Regeling specifieke uitkering voor gemeenten ten behoeve van onderwijs aan schoolgaande asielzoekers in het basis- en voortgezet onderwijs 2002–2003, gepubliceerd in Uitleg OCenW-regelingen nummer 7, van 20 maart 2002.
Uiteindelijk is besloten de bekostigingssystematiek van laatstgenoemde regeling over te nemen in het Besluit onderwijs aan Vreemdelingen (BOV) (Stb. 2003, 307). Dit besluit is in werking getreden met ingang van 1 augustus 2003. Vanwege het op dat moment ontbreken van een grondslag in de onderwijswetten is gekozen voor de grondslag in artikel 17, derde lid, van de Financiële-verhoudingswet. Dit artikel beperkt echter de duur van een besluit tot maximaal 4 jaar. Dit betekent dat het Besluit onderwijs aan Vreemdelingen vervalt met ingang van 1 augustus 2007.
De BOV gold voor zowel PO als VO. PO heeft vanaf schooljaar 2007/2008 de nieuwe regeling gekoppeld aan de zogenaamde groeiregeling. Deze bestaat niet in het VO. Gezien het beperkt aantal scholen in het voortgezet onderwijs dat voor de onderhavige bekostiging in aanmerking komt is gekozen voor aansluiting bij de systematiek van de aanvullende bekostiging.
Op grond van deze regeling kunnen scholen voor voortgezet onderwijs toch over aanvullende middelen beschikken voor de eerste opvang van Vreemdelingen.
De regeling voorziet erin dat flexibel ingespeeld kan worden op de vraag naar onderwijs aan scholen waarop deze regeling van toepassing is en maakt het tevens mogelijk dat scholen die voor de eerste maal onderwijs aan vreemdelingen organiseren, aanspraak kunnen maken op een extra aanvullende bekostiging eerste opvang in verband met de voorbereiding van dat onderwijs.
Met deze regeling is met betrekking tot de jaren 2008 en volgende een bedrag gemoeid dat afhankelijk is van het aantal leerlingen waarvoor de regeling geldt (open einde bekostiging)
Artikel 10a, zesde lid Uitzondering op de aanvullende bekostiging
Het gaat om de leerlingen die zijn geregistreerd onder de elementcodes 0700 (Engelse stroom) en 0800 (Internationaal Baccalaureaat).
Artikel 10b Berekening van de aanvullende bekostiging eerste opvang.
Indien een Vreemdeling zowel op de peildatum 1 april en op de peildatum 1 oktober daaropvolgend, dus in een en hetzelfde kalenderjaar, als daadwerkelijk schoolgaand staat ingeschreven en op beide peildata korter dan een jaar in Nederland verblijft kan de school voor deze Vreemdeling op beide peildata aanvragen indienen. Op grond van artikel 10b, tweede lid, ontvangt de school voor deze Vreemdeling, ter overbrugging tot de ingangsdatum van de reguliere bekostiging, gedurende maximaal 1 jaar de aanvullende bekostiging.
Artikel 10c Extra aanvullende bekostiging eerste opvang
Het voor de eerste keer organiseren van onderwijs aan nieuwkomers gaat gepaard met extra kosten. Deze voorbereidingskosten betreffen het zoeken en ontwikkelen van een accommodatie, het werven en aanstellen van personeel en het ontwikkelen van een lesprogramma. Ook de gemeente van het grondgebied waarop de school staat speelt hierbij een rol. Het gaat dan ondermeer om vereiste besluitvorming, de contacten met scholen en andere instanties en het ondersteunen van de school bij de start (m.n. wat betreft huisvesting). De school stemt de voorbereiding en coördinatie van de eerste opvang en de besteding van de middelen voor de eerste opvang derhalve af met de gemeente van het grondgebied waarop de school staat. De school dient de extra aanvullende bekostiging eerste opvang bij CFI aan te vragen met gebruikmaking van het aanvraagformulier in bijlage 2 bij deze regeling.
De hoogte van de extra aanvullende bekostiging eerste opvang is gebaseerd op de startbekostiging waarop een school aanspraak kan maken voordat deze voor de eerste maal met het onderwijs start, verhoogd met 25%. Deze verhoging wordt gegeven vanwege het improviserende en incidentele karakter van een start van onderwijs aan nieuwkomers. Voor aanspraak op een extra aanvullende bekostiging eerste opvang van € 15.000,– dient het voor de eerste keer organiseren van eerste opvang betrekking te hebben op tenminste 10 Vreemdelingen .
De school komt niet voor een extra aanvullende bekostiging eerste opvang in aanmerking indien zij in de periode van 1 augustus 2003 tot en met 31 juli 2007 onder de werking van het Besluit onderwijs aan vreemdelingen op verzoek van de gemeente reeds eerste opvang heeft georganiseerd.
Voor de aanvraagprocedure moet gebruik worden gemaakt van het aanvraagformulier dat in bijlage 2 is opgenomen. Vooralsnog betreft dit een ‘papieren’-aanvraag.
Op dit aanvraagformulier (zie bijlage 2) wordt alleen informatie weergegeven over het aantal Vreemdelingen per school en met dit aanvraagformulier kan tevens de extra aanvullende bekostiging eerste opvang worden aangevraagd . Het bevoegd gezag moet in dat geval op het aanvraagformulier aangeven dat de verklaring van de gemeente in de administratie aanwezig is. Als bewijslast voor de Vreemdelingen dienen de documenten die genoemd zijn in bijlage 1.
Doordat de extra aanvullende bekostiging onderdeel is van de aanvullende bekostiging geldt voor de extra aanvullende bekostiging dezelfde procedure van verstrekkig van bekostiging (vaststelling en betaling na 2 maanden, in één keer uitkeren en zonodig aanpassing na accountantscontrole van de jaarrekening.
Per leerling dient aangetoond te worden dat deze vreemdeling is en op een peildatum korter dan een jaar in Nederland is. Om de administratieve lasten zo laag mogelijk te houden wordt voor de bewijsvoering zoveel mogelijk aangesloten bij de procedure van de Nieuwkomers VO in paragraaf 3.
Aangezien de peildatum 1 oktober tevens wordt gehanteerd als teldatum voor de Niewkomers VO bedoeld in paragraaf 3 wordt een leerling die op de peildatum 1 oktober opgegeven wordt als vreemdeling ten behoeve van de aanvullende bekostiging eerste opvang Vreemdelingen op die datum ook opgegeven als Nieuwkomer VO ten behoeve van de aanvullende bekostiging Niewkomers VO. In dat geval wordt voor de bewijsvoering van de gegevens van die vreemdeling volstaan met de bewijsvoering voor Nieuwkomer VO vermeld in artikel 10. Als Nieuwkomer VO heeft de leerling op die datum een persoonsgebonden nummer. Wanneer voor de aanvullende bekostiging Nieuwkomers VO is voldaan aan de bewijsvoering is geen aanvullende bewijsvoering voor de aanvullende bekostiging eerste opvang Vreemdelingen meer nodig.
Door de systematiek van het persoonsgebonden nummer is de bewijsvoering van de gegevens van de vreemdeling voor de peildatum 1 april nog niet mogelijk. Aangezien ook op dit moment de GBA als uitgangspunt geldt, dient voor deze peildatum een uittreksel uit de GBA in de administratie van de school aanwezig te zijn. Indien de gegevens van de GBA ontbreken of volgens de school anders zijn, kan de school de eigen opgave aanhouden. In die gevallen moet de school in de administratie één of meer van de bewijsdocumenten hebben die in bijlage 1 bij artikel 10 van deze regeling limitatief zijn opgenomen. Het controleprotocol van de instellingsaccountants zal vanaf 1 oktober 2007 hierop aangepast zijn.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2007-178-p10-SC82111.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.