Regeling veiligheid primaire waterkeringen

Regeling ter uitvoering van de artikelen 4, eerste lid, en 5a van de Wet op de waterkering, houdende toetsvoorschriften en hydraulische randvoorwaarden voor de beoordeling van de veiligheid van primaire waterkeringen (Regeling veiligheid primaire waterkeringen)

4 september 2007

Nr. HDJZ/I&O/2007-966

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 4, eerste lid, en 5a van de Wet op de waterkering;

Besluit:

Artikel 1

Bij de bepaling van het waterkerend vermogen van primaire waterkeringen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet op de waterkering gaat de beheerder uit van de in bijlage I bij deze regeling opgenomen Hydraulische randvoorwaarden primaire waterkeringen.

Artikel 2

De door de beheerder te verrichten beoordeling van de veiligheid van primaire waterkeringen als bedoeld in artikel 5a van de Wet op de waterkering geschiedt volgens het in bijlage II bij deze regeling opgenomen Voorschrift toetsen op veiligheid primaire waterkeringen.

Artikel 3

De Regeling hydraulische randvoorwaarden primaire waterkeringen wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling veiligheid primaire waterkeringen.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.C. Huizinga-Heringa.

Toelichting

Deze regeling voorziet in de vaststelling van zowel het Voorschrift Toetsen op Veiligheid Primaire Waterkeringen (VTV) als de hydraulische randvoorwaarden voor het tijdvak 2006-2011. Zowel het VTV als de hydraulische randvoorwaarden spelen een belangrijke rol bij de beoordeling van de veiligheid van primaire waterkeringen. Het VTV en de hydraulische randvoorwaarden zullen in ieder geval gelden voor de derde toetsronde van primaire waterkeringen.

Het VTV, dat in de praktijk al wordt gehanteerd, wordt in de onderhavige regeling voor de eerste maal en in geactualiseerde versie vastgesteld. De hydraulische randvoorwaarden zijn voor het eerst in 1996 vastgesteld in de Regeling hydraulische randvoorwaarden primaire waterkeringen. Deze regeling wordt nu ondergebracht in de onderhavige regeling, waarbij tevens de bijlage wordt vervangen. De Regeling hydraulische randvoorwaarden primaire waterkeringen wordt derhalve ingetrokken.

Voorschrift Toetsen op Veiligheid Primaire Waterkeringen

Met deze regeling wordt onder meer uitvoering gegeven aan artikel 5a van de Wet op de waterkering, op grond waarvan bij ministeriële regeling voorschriften dienen te worden vastgesteld voor de door de beheerder te verrichten beoordeling van de veiligheid van de door hem beheerde primaire waterkeringen. Deze voorschriften zijn vervat in het bij deze regeling opgenomen VTV.

Dit VTV vervangt het vorige VTV uit 2004 dat de toetsregels voor de tweede toetsronde bevatte. In het onderhavige VTV zijn nieuwe kennis en inzichten verwerkt en is gewerkt aan de verbetering van de toepasbaarheid van toetsregels. Verder legt dit VTV de focus op de toetsing van de keringen die op grond van de tweede toetsing het veiligheidsoordeel ‘geen oordeel’ hebben gekregen. In de derde toetsronde zullen voor het eerst ook de primaire waterkeringen langs de Maas (de Maaskaden, dijkringgebieden 54 t/m 95) getoetst worden, omdat de Maaskaden in 2005 als primaire waterkeringen zijn aangemerkt in de Wet op de waterkering. Het toetsvoorschrift voor de Maaskaden (voorheen bekend onder de werktitel Voorschrift Toetsen Maaskaden, VTM) is integraal opgenomen in het VTV. Het opstellen van dit VTV is begeleid door een breed samengestelde klankbordgroep van deskundigen. Het Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW) heeft een positief advies uitgebracht.

Hydraulische randvoorwaarden 2006

Deze regeling geeft tevens uitvoering aan artikel 4 van de Wet op de waterkering, op grond waarvan bij ministeriële regeling de relatie dient te worden vastgesteld tussen de hoogwaterstanden en overschrijdingskansen, waarvan de beheerder dient uit te gaan bij het bepalen van het waterkerend vermogen van de primaire waterkeringen. Deze relatie wordt vastgesteld in de bij deze regeling opgenomen Hydraulische randvoorwaarden 2006 (HR2006).

De vaststelling van de hydraulische randvoorwaarden geschiedt telkens voor de duur van vijf jaar. De hydraulische randvoorwaarden zijn voor de eerste maal vastgesteld bij ministeriële regeling van 23 oktober 1996 (Stcrt. 210) en voor het laatst gewijzigd op 21 december 2001 (Stcrt. 250) in verband met de vaststelling van de Hydraulische randvoorwaarden 2001 (HR2001). Conform de vijfjaarlijkse herziening worden thans de HR2006 vastgesteld.

Voor een groot deel van het hoofdwatersysteem zijn de HR2006 gelijk aan de HR2001.

Wijzigingen zijn onder meer opgenomen voor het kustgebied, de Overijsselse Vecht, de Eem en IJburg. De hydraulische randvoorwaarden voor de Maaskaden zijn voor het eerst opgenomen in de HR2006. De HR2006 zijn tot stand gekomen in nauwe samenwerking met beheerders in watersysteemgroepen. Het ENW heeft positief geadviseerd.

Aangezien de bijlagen bestaan uit omvangrijke boeken inclusief bijbehorende software, stuit volledige plaatsing in de Staatscourant op praktische bezwaren. Er is daarom voor gekozen om de regeling, inclusief de bijlagen, ter inzage te leggen bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, thans gevestigd aan de Koningskade 4 te Den Haag. Terinzagelegging vindt plaats in de bibliotheek van de Hoofddirectie Juridische Zaken. Tevens liggen de bijlagen ter inzage bij de Dienst Weg- en Waterbouwkunde, thans gevestigd aan de Van der Burghweg 1, te Delft. De mogelijkheid bestaat om een elektronische versie van het VTV en de HR2006 te raadplegen op www.helpdeskwater.nl of op te vragen bij de helpdesk Water, telefoon 0800-6592837 of contact@helpdeskwater.nl. De bijlagen met software zullen tevens worden toegezonden aan de beheerders van primaire waterkeringen en toezichthoudende provincies.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa

Naar boven