Beleidsregel NMa beoordeling horizontale concentraties
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,
Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en
de artikelen 37 en 41 van de Mededingingswet, zoals die zullen luiden met
ingang van 1 oktober 2007;
Besluit:
Artikel 1
Bij het toepassen van de artikelen 37 en 41 van de Mededingingswet, zoals
deze zullen luiden nadat de Wet van 28 juni 2007, houdende wijziging van de
Mededingingswet als gevolg van de evaluatie van die wet (Stb. 284), in werking
is getreden, zal de Raad van Bestuur aansluiten bij de mededeling van de Commissie
van de Europese Gemeenschappen van 5 februari 2004, getiteld ‘Richtsnoeren
voor de beoordeling van horizontale fusies op grond van de Verordening van
de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen’ (Pb 2004,
C 31, blz. 5 - 18).
Artikel 2
Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel NMa beoordeling
horizontale concentraties’.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2007.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 4 september 2007.
De Raad van Bestuur van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit,
P. Kalbfleisch.
R.J.P. Jansen.
G.J.L.
Zijl.
Toelichting
Op 1 oktober 2007 zal de Wet van 28 juni 2007, houdende wijziging van
de Mededingingswet als gevolg van de evaluatie van die wet (Stb. 284) in werking
treden. Bij deze wet is het materiële criterium aan de hand waarvan de
Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad)
bepaalt of een concentratie toelaatbaar is, aangepast aan de tekst van de
nieuwe Europese concentratieverordening. Het criterium is ten opzichte van
de eerdere tekst verduidelijkt.
In de Memorie van Toelichting bij het voorstel van deze wet (Kamerstukken
II 2004-2005, 30 071, nr. 3, p. 4) is aangekondigd dat in richtsnoeren nader
houvast zal worden geboden omtrent de toepassing van de verduidelijkte tekst
van het materiële criterium. Daarin zal tevens worden aangegeven met
welke factoren rekening zal worden gehouden bij de beoordeling of de concentratie
bijdraagt aan de ontwikkeling van de technische en economische vooruitgang
ten gunste van de gebruiker.
De Commissie van de Europese Gemeenschappen (hierna: de Commissie) heeft
op 5 februari 2004 in de mededeling “Richtsnoeren voor de beoordeling
van horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle
op concentraties van ondernemingen” (Pb 2004, C 31, blz. 5 - 18;
hierna de Europese richtsnoeren) aangegeven op welke wijze zij beoordeelt
of een concentratie toelaatbaar is.
Het uitgangspunt van de Mededingingswet is om inhoudelijk aan te sluiten
bij het Europese mededingingsrecht. Daarom is het materiële criterium
voor de beoordeling van concentraties gelijkluidend aan het criterium dat
in het Europese recht wordt toegepast.
De Raad heeft beoordeeld of het zinvol is om een eigen beleidsregel vast
te stellen of dat kan worden aangesloten bij de reeds bestaande Europese richtsnoeren.
De conclusie was dat omwille van duidelijkheid en rechtszekerheid het wenselijk
is aan te sluiten bij de Europese richtsnoeren om een discrepantie tussen
de Nederlandse en de Europese praktijk zoveel mogelijk te voorkomen. Consultatie
van diverse organisaties waaronder VNO/NCW en de Vereniging van Mededingingsrecht,
leidde tot dezelfde uitkomst.
Met dit besluit maakt de Raad bekend dat hij bij de beoordeling van voorgenomen
concentraties en vergunningaanvragen zal aansluiten bij de Europese richtsnoeren.
Daarmee wordt bewerkstelligd dat de Nederlandse praktijk in overeenstemming
is met de Europese praktijk. Uiteraard zal de Raad ook de toepassingspraktijk
door de Commissie van de Europese richtsnoeren in aanmerking nemen, evenals
de toepasselijke jurisprudentie.
De Wet van 28 juni 2007 treedt in werking op 1 oktober 2007 (Stb. 291).
Vanaf die datum geldt het nieuwe criterium, ook voor die concentratiemeldingen
of vergunningaanvragen die zijn ingediend voor die datum. Daarom zal bij de
behandeling van deze meldingen of aanvragen, indien wordt verwacht dat besluitvorming
daarop zal plaatsvinden na 1 oktober 2007, rekening worden gehouden met het
verduidelijkte nieuwe criterium en met de bovengenoemde richtsnoeren.