Wijziging Tijdelijke regeling invoering Wft

18 januari 2007

nr. FM 2007-00096 M

Directie Financiële Markten

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 176 van de Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht;

Besluit:

Artikel I

De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 2a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2b

Artikel 5:32 van de Wet op het financieel toezicht dient te worden gelezen als bevat het een zesde lid, luidende:

6. Indien aan een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in het eerste lid voorschriften zijn verbonden of beperkingen zijn gesteld, neemt de houder van deze verklaring van geen bewaar de voorschriften of beperkingen in acht.

B

De bijlage bij artikel 1:79 van de Wet op het financieel toezicht dient te worden gelezen als bevat deze een verwijzing naar artikel 5:32, zesde lid.

C

De bijlage bij artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht dient te worden gelezen als bevat deze een verwijzing naar artikel 5:32, zesde lid.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, G. Zalm.

Toelichting

De Tijdelijke regeling invoering Wft bevat tijdelijke voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de invoering van de Wet op het financieel toezicht (Wft, hierna: wet) of van de Invoerings- en aanpassingswet Wft. Gebleken is dat onderstaande tijdelijke voorziening nodig is om te beschikken over een passend en doeltreffend handhavingsinstrumentarium in geval van schending van aan een verklaring van geen bezwaar (vvgb) als bedoeld in artikel 5:32, eerste lid, van de wet verbonden voorschriften of gestelde beperkingen.

Op dit moment bestaat op grond van artikel 1:79 onderscheidenlijk artikel 1:80 van de wet de mogelijkheid om een last onder dwangom of een bestuurlijke boete op te leggen voor overtreding van artikel 5:32, eerste lid, van de wet indien zonder vvgb wordt gehandeld. Daarnaast kan de vvgb op grond van artikel 1:104, eerste lid, juncto artikel 1:105, eerste lid, onderdeel c, van de wet onder meer worden ingetrokken. Dit zal niet in alle gevallen passend zijn. Daarom wordt het handhavingsinstrumentarium gecompleteerd met de mogelijkheid om een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete op te kunnen leggen in geval van schending van aan een verklaring van geen bezwaar (vvgb) als bedoeld in artikel 5:32, eerste lid, van de wet verbonden voorschriften of gestelde beperkingen.

Artikel I

Op grond van artikel 1:102, tweede lid, juncto artikel 1:105, eerste lid, onderdeel c, van de wet kunnen aan een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 5:32, eerste lid, van de wet voorschriften worden verbonden of beperkingen worden gesteld.

Om in geval van schending van de aan een verklaring van geen bezwaar verbonden voorschriften of gestelde beperkingen een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete op te kunnen leggen, is het nodig dat de overtreden norm is opgenomen op de bijlage bij artikel 1:79 onderscheidenlijk artikel 1:80 van de wet. De norm die in dat geval wordt overtreden, is nu opgenomen in het zesde lid van artikel 5:32 van de wet.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven