Mandaatbesluit LNV Plantenziektenkundige Dienst en de keuringsdiensten

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 augustus 2007, nr. TRCJZ/2007/2710, houdende verlening van mandaat en machtiging aan de ambtenaren van de Plantenziektenkundige Dienst, en aan de medewerkers van KCB, BKD, Naktuinbouw en NAK (Mandaatbesluit LNV Plantenziektenkundige Dienst en de keuringsdiensten)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Besluit:

Hoofdstuk 1

De Plantenziektenkundige Dienst

Artikel 1

De directeur en de plaatsvervangend directeur van de Plantenziektenkundige Dienst zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. het besluit tot toepassing van bestuursdwang van de artikelen 7 en 12 van de Plantenziektenwet, alsmede de aanwijzing van ambtenaren van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit die de beslissing tot bestuursdwang uitvoeren;

b. het besluit om in plaats van de bestuursdwang van de artikelen 7 en 12 van de Plantenziektenwet toe te passen een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht op te leggen;

c. de ontheffing, bedoeld in artikel 19 van het Besluit bestrijding schadelijke organismen;

d. de ontheffing, bedoeld in artikel 9 van het Besluit bestrijding bacterievuur 1983;

e. de ontheffing, bedoeld in artikel 7 van het Besluit bestrijding aardappelmoeheid 1991;

f. het vaststellen en bekendmaken van de naamlijst A.M.-resistente aardappelrassen als bedoeld in artikel 1 van de Regeling aanwijzing gebieden, terreinen en planten aardappelmoeheid;

g. het aanwijzen van instanties als bedoeld in artikel 2 van de Regeling aanwijzing gebieden, terreinen en planten aardappelmoeheid;

h. de erkenning als onderzoeksinstantie, bedoeld in artikel 30 van de Regeling toelating bestrijdingsmiddelen 1995;

i. de ontheffing, bedoeld in de artikelen 2 en 14 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

j. de verklaring, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

k. de verklaring, bedoeld in de artikelen 5 en 6 van de Regeling bruin- en ringrot 2000;

l. de taken van de coördinerende autoriteit en het beheren van een gegevensbank als bedoeld in artikel 1a van de Landbouwkwaliteitsregeling controle groenten en fruit 1993;

m. het vaststellen en bekendmaken van de lijst met resistente aardappelrassen, bedoeld in artikel 3 van het Besluit bestrijding wratziekte 1973;

n. het vaststellen van het formulier voor het indienen van aanvragen tot het geven van de toestemming bedoeld in artikel 12, tiende lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

o. de uitgifte van legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht aan ambtenaren van de Plantenziektenkundige Dienst;

p. het aanwijzen van kerngebieden en veiligheidszones, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Regeling bestrijding maïswortelkever 2003;

q. het waarmerken van kaarten, bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Regeling bestrijding maïswortelkever 2003;

r. het besluit, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Regeling bestrijding maïswortelkever 2003;

s. het geven van voorschriften, bedoeld in de artikelen 5 en 5a van de Regeling bestrijding maïswortelkever 2003.

t. het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard;

u. het sluiten van overeenkomsten betreffende het inhuren van externe fytosanitaire of fytofarmaceutische deskundigheid;

v. het sluiten van overeenkomsten betreffende advisering, diagnostisering op verzoek, voorlichting en kennisoverdracht aan derden op fytosanitair of fytofarmaceutisch terrein;

w. het aanvragen van de benodigde vergunningen in het kader van de uitvoering van de werkzaamheden de dienst betreffende;

x. de afdoening van klachten betreffende gedragingen van ambtenaren van de Plantenziektenkundige Dienst, voor zover de klacht niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende klachten niet voortvloeit dat de beantwoording door de Minister persoonlijk of namens deze door de Secretaris-Generaal dient te worden ondertekend;

y. de beantwoording van aan de Minister gerichte individuele brieven, het werkterrein van de dienst betreffende, voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de Minister persoonlijk of namens deze door de Secretaris-Generaal dient te worden ondertekend.

Artikel 2

De directeur, de plaatsvervangend directeur, en het hoofd van de afdeling Staf van de Plantenziektenkundige Dienst zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. de vaststelling van vergoedingen op grond van de Regeling tarieven Plantenziektenkundige Dienst en de keuringsdiensten;

b. het aanwijzen van de gevallen, bedoeld in artikel 8, tiende lid, van de Regeling tarieven Plantenziektenkundige Dienst en de keuringsdiensten waarin contante betaling kan worden verlangd.

Artikel 3

De afdelingshoofden, de adjunct-afdelingshoofden en de regiomanagers van de Plantenziektenkundige Dienst zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard, voorzover deze een bedrag van € 50.000,– niet te boven gaan;

b. het sluiten van overeenkomsten betreffende het inhuren van externe fytosanitaire of fytofarmaceutische deskundigheid, voorzover deze een bedrag van € 50.000,– niet te boven gaan;

c. het sluiten van overeenkomsten betreffende advisering, diagnostisering op verzoek, voorlichting en kennisoverdracht aan derden op fytosanitair of fytofarmaceutisch terrein, voorzover deze een bedrag van € 50.000,– niet te boven gaan.

Artikel 4

De medewerkers Facilitair Beheer van de Plantenziektenkundige Dienst die belast zijn met inkoop, zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard voor zover deze een bedrag van € 5.000,– niet te boven gaan;

b. het sluiten van overeenkomsten betreffende het inhuren van externe fytosanitaire of fytofarmaceutische deskundigheid voor zover deze een bedrag van € 5.000,– niet te boven gaan.

Artikel 5

De directeur, de plaatsvervangend directeur, het hoofd van de afdeling Uitvoering, het adjunct-hoofd van de afdeling Uitvoering en de regiomanagers van de Plantenziektenkundige Dienst zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. de mededelingen en aanzeggingen, de voorzieningen en de vergunningen, bedoeld in het Besluit bestrijding schadelijke organismen;

b. het besluit, bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Plantenziektenwet;

c. de besluiten, bedoeld in de Regeling bestrijding schadelijke organismen;

d. het waarmerken van kaarten of lijsten, bedoeld in artikel 3 van de Regeling aanwijzing gebieden, terreinen en planten aardappelmoeheid;

e. het waarmerken van kaarten of lijsten, bedoeld in artikel 2 van de Regeling bruin- en ringrot 2000;

f. de registratie, bedoeld in artikel 17, dan wel de doorhaling van de registratie, bedoeld in artikel 19 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

g. het erkennen van een plaats als bedoeld in artikel 12, achtste lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten.

Artikel 6

De directeur, de plaatsvervangend directeur, het hoofd van de afdeling Uitvoering, het adjunct-hoofd van de afdeling Uitvoering, de regiomanagers, en de inspecteurs categorie c van de Plantenziektenkundige Dienst zijn bevoegd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. de ontheffing, bedoeld in artikel 7 van het Besluit bestrijding Aardappelmoeheid 1991 voor het telen van aardappelen in tuinen aangewezen in artikel 5 van de Regeling aanwijzing gebieden, terreinen en planten aardappelmoeheid;

b. de toestemming en de aanwijzing, bedoeld in artikel 8 van de Regeling aanwijzing gebieden, terreinen en planten aardappelmoeheid;

c. besluiten op grond van artikel 8 van het Besluit bestrijding bacterievuur 1983;

d. besluiten op grond van artikel 4 van het Besluit bestrijding wratziekte 1973;

e. de mededeling, bedoeld in de artikelen 2 en 8 van het Besluit bestrijding schadelijke organismen;

f. de toestemmingen en de aanwijzingen, bedoeld in het Besluit bestrijding schadelijke organismen;

g. het afwijken in bijzondere gevallen, bedoeld in artikel 20 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

h. de besluiten, bedoeld in artikel 20a, derde en vierde lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten.

Artikel 7

De directeur, de plaatsvervangend directeur, het hoofd van de afdeling Advies en Vertegenwoordiging, het adjunct-hoofd van de afdeling Advies en Vertegenwoordiging, het hoofd van de afdeling Strategie en Ontwikkeling, het adjunct-hoofd van de afdeling Strategie en Ontwikkeling, het hoofd van de afdeling Uitvoering, het adjunct-hoofd van de afdeling Uitvoering, de regiomanagers, en de inspecteurs van de Plantenziektenkundige Dienst zijn bevoegd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken en te ondertekenen betreffende:

a. het plantenpaspoort, bedoeld in artikel 6 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

b. verklaring, bedoeld in artikel 12, tiende lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

c. het certificaat, bedoeld in artikel 15 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

d. de besluiten, bedoeld in artikel 20a, vijfde tot en met zevende lid, en het tiende lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

e. het besluit, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten, voorzover betrekking hebbend op de vermelding op een fytosanitair certificaat, bedoeld in artikel 8, zevende lid, van Verordening (EG) nr. 1808/2001 van de Commissie van 30 augustus 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (Pb EG 2001, nr. L250);

Artikel 8

De disciplineleiders van de afdeling Diagnostiek en de inspecteurs van de Plantenziektenkundige Dienst zijn bevoegd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het sluiten van overeenkomsten betreffende advisering, diagnostisering op verzoek, voorlichting en kennisoverdracht aan derden op fytosanitair of fytofarmaceutisch terrein, voorzover deze een bedrag van € 1.000,– niet te boven gaan.

Artikel 9

De ambtenaren van de Plantenziektenkundige Dienst die zijn aangewezen als toezichthouder als bedoeld in artikel 10 van de Plantenziektenwet zijn bevoegd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het kenmerken en onder verzegeling brengen als bedoeld in artikel 15 van het Besluit bestrijding schadelijke organismen.

Artikel 10

Tot 1 oktober 2007 zijn de directeur, de plaatsvervangend directeur, het hoofd van de afdeling Advies en Vertegenwoordiging, het adjunct-hoofd van de afdeling Advies en Vertegenwoordiging, het hoofd van de afdeling Strategie en Ontwikkeling, het adjunct-hoofd van de afdeling Strategie en Ontwikkeling, het hoofd van de afdeling Uitvoering, het adjunct-hoofd van de afdeling Uitvoering, de regiomanagers, de inspecteurs van de Plantenziektenkundige Dienst bevoegd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. het recept, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Regeling administratievoorschriften gewasbeschermingsmiddelen 2001;

b. de vergunning, bedoeld in de artikelen 6, 7 en 8 van het Besluit vakkennis- en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen;

c. de verlenging van een vergunning, bedoeld in de artikelen 4a en 4b van de Uitvoeringsregeling vakkennis- en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen;

d. de vergunning, bedoeld in de artikelen 5 en 6 van het Besluit regulering grondontsmettingsmiddelen.

Artikel 11

De ondertekening, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 10, luidt:

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:’

gevolgd door

‘DE DIRECTEUR VAN DE PLANTENZIEKTENKUNDIGE DIENST,’,

onderscheidenlijk,

‘DE PLAATSVERVANGEND DIRECTEUR VAN DE PLANTENZIEKTENKUNDIGE DIENST,’,

onderscheidenlijk,

‘HET HOOFD VAN DE AFDELING [NAAM AFDELING] VAN DE PLANTENZIEKTENKUNDIGE DIENST,’,

onderscheidenlijk,

‘HET ADJUNCT-HOOFD VAN DE AFDELING [NAAM AFDELING] VAN DE PLANTENZIEKTENKUNDIGE DIENST,’,

onderscheidenlijk,

‘MEDEWERKER FACILITAIR BEHEER VAN DE PLANTENZIEKTENKUNDIGE DIENST,’,

onderscheidenlijk,

‘DE REGIOMANAGER VAN DE PLANTENZIEKTENKUNDIGE DIENST,’,

onderscheidenlijk,

‘DE DISCIPLINE LEIDER [NAAM DISCIPLINE] VAN DE PLANTENZIEKTENKUNDIGE DIENST,’,

onderscheidenlijk,

‘DE INSPECTEUR CATEGORIE C VAN DE PLANTENZIEKTENKUNDIGE DIENST,’,

onderscheidenlijk,

‘DE INSPECTEUR VAN DE PLANTENZIEKTENKUNDIGE DIENST,’,

onderscheidenlijk,

‘DE TOEZICHTHOUDER PLANTENZIEKTENWET VAN DE PLANTENZIEKTENKUNDIGE DIENST,’.

Hoofdstuk 2

Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB)

Artikel 12

Het hoofd buitendienst, het adjunct-hoofd buitendienst, het assistent- hoofd buitendienst, de planners, de rayonmanagers, de specialisten fyto, de specialisten kwaliteit, de assistent-specialisten fyto, de assistent-specialisten kwaliteit en de inspecteurs van het KCB zijn bevoegd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen, stukken te ondertekenen en alle daarmee samenhangende taken uit te voeren betreffende:

a. de verklaring, bedoeld in artikel 12, tiende lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

b. het certificaat, bedoeld in artikel 15 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

c. het plantenpaspoort, bedoeld in artikel 6 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

d. de routinematige monitoring op de aanwezigheid van schadelijke organismen op grond van artikel 3 van de Plantenziektenwet. In overeenstemming met LNV kunnen andere werkzaamheden worden verricht.

Artikel 13

Het hoofd buitendienst, het adjunct-hoofd buitendienst, de rayonmanagers en de planners van het KCB zijn bevoegd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. de vergunning voor het elektronisch aanvragen van inspecties, bedoeld in artikel 20a, eerste lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

b. de mededelingen en aanzeggingen bedoeld in het Besluit bestrijding schadelijke organismen indien de keuringsdienst de vondst zelf mag afhandelen;

c. het besluit, bedoeld in artikel 2 van de Regeling bestrijding schadelijke organismen, indien de keuringsdienst de vondst zelf mag afhandelen;

d. de toestemmingen en de aanwijzingen, bedoeld in het Besluit bestrijding schadelijke organismen indien de keuringsdienst de vondst zelf mag afhandelen;

e. de registratie, bedoeld in artikel 17, dan wel de doorhaling van de registratie, bedoeld in artikel 19 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

f. het aanmaken, drukken of nadien bewaren van plantenpaspoorten, als bedoeld in artikel 7, vijfde lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

g. de besluiten, bedoeld in artikel 20a, derde tot en met zevende lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

h. het besluit, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten, voor zover betrekking hebbend op de vermelding op een fytosanitair certificaat, bedoeld in artikel 8, zevende lid, van Verordening (EG) nr. 1808/2001 van de Commissie van 30 augustus 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (Pb EG 2001, nr. L250).

Artikel 14

Het hoofd buitendienst en het adjunct-hoofd buitendienst van het KCB zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het besluit tot toepassing van artikel 12 van de Plantenziektenwet voor zover het betreft de verplichting tot het verlenen van medewerking aan een krachtens artikel 10 aangewezen persoon.

Artikel 15

De personen van het KCB die zijn aangewezen als toezichthouder als bedoeld in artikel 10 van de Plantenziektenwet zijn bevoegd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het kenmerken en onder verzegeling brengen als bedoeld in artikel 15 van het Besluit bestrijding schadelijke organismen.

Artikel 16

Het hoofd afdeling Financiën en Personele Zaken en de administrateur van het KCB zijn gemachtigd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het verzenden van facturen voor de verrichte inspecties, bedoeld in artikel 12, die zijn gebaseerd op de door de Minister vastgestelde tarieven als bedoeld in artikel 6a van de Plantenziektenwet.

Artikel 17

De adjunct-directeur van het KCB is gemachtigd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. beslissingen op bezwaarschriften, voor zover het niet betreft een bezwaarschrift dat vanwege zijn politieke betekenis of overigens, gelet op zijn aard en inhoud, door de Minister persoonlijk of namens hem door de secretaris-generaal of diens plaatsvervanger dient te worden afgedaan dient te worden afgedaan;

b. de beslissing tot verdaging van een beslissing op bezwaar;

c. beslissingen op verzoeken tot heroverweging van op bezwaarschrift genomen beslissingen;

d. de vergoeding van wettelijke rente in geval de behandeling van een bezwaarschrift of de betaling van een vastgestelde bijdrage is vertraagd, voor zover het verzoek daartoe hangende de beslissing op bezwaar wordt gedaan;

e. de vergoeding van de kosten van het voeren van een bezwaarprocedure, voor zover het verzoek daartoe hangende de beslissing op bezwaar wordt gedaan;

f. de uitgifte van legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht aan de personen van het KCB die zijn aangewezen als toezichthouder als bedoeld in artikel 10 van de Plantenziektenwet.

Artikel 18

De ondertekening, bedoeld in de artikelen 12 tot en met 17, luidt:

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:’

gevolgd door

‘DE ADJUNCT-DIRECTEUR VAN DE KEURINGSDIENST KCB,’,

onderscheidenlijk,

‘HET HOOFD AFDELING FINANCIËN EN PERSONELE ZAKEN VAN DE KEURINGSDIENST KCB,’,

onderscheidenlijk,

‘HET HOOFD BUITENDIENST VAN DE KEURINGSDIENST KCB,’,

onderscheidenlijk,

‘HET ADJUNCT-HOOFD BUITENDIENST VAN DE KEURINGSDIENST KCB,’,

onderscheidenlijk,

‘HET ASSISTENT-HOOFD BUITENDIENST VAN DE KEURINGSDIENST KCB,’,

onderscheidenlijk,

‘DE RAYONMANAGER VAN DE KEURINGSDIENST KCB,’,

onderscheidenlijk,

‘DE PLANNER VAN DE KEURINGSDIENST KCB,’,

onderscheidenlijk,

‘DE SPECIALIST FYTO VAN DE KEURINGSDIENST KCB,’,

onderscheidenlijk,

‘DE SPECIALIST KWALITEIT VAN DE KEURINGSDIENST KCB,’,

onderscheidenlijk,

‘DE ASSISTENT-SPECIALIST FYTO VAN DE KEURINGSDIENST KCB,’,

onderscheidenlijk,

‘DE ASSISTENT-SPECIALIST KWALITEIT VAN DE KEURINGSDIENST KCB,’,

onderscheidenlijk,

‘DE INSPECTEUR VAN DE KEURINGSDIENST KCB,’,

onderscheidenlijk,

‘DE ADMINISTRATEUR VAN DE KEURINGSDIENST KCB,’,

onderscheidenlijk,

‘DE TOEZICHTHOUDER PLANTENZIEKTENWET VAN DE KEURINGSDIENST KCB,’.

Hoofdstuk 3

Bloembollenkeuringsdienst (BKD)

Artikel 19

De teamleiders, de medewerkers afdeling keuringsbeleid & kwaliteit en de keurmeesters van de BKD zijn bevoegd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen, stukken te ondertekenen en alle daarmee samenhangende taken uit te voeren betreffende:

a. de verklaring, bedoeld in artikel 12, tiende lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

b. het certificaat, bedoeld in artikel 15 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

c. het plantenpaspoort, bedoeld in artikel 6 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

d. de verklaring, bedoeld in artikel 5 van het Besluit bestrijding aardappelmoeheid;

e. de routinematige monitoring op de aanwezigheid van schadelijke organismen op grond van artikel 3 van de Plantenziektenwet. In overeenstemming met LNV kunnen andere werkzaamheden worden verricht.

Artikel 20

De teamleiders, de medewerkers van de afdeling keuringsbeleid & kwaliteit en de keurmeesters van de BKD zijn bevoegd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. de vergunning voor het elektronisch aanvragen van inspecties, bedoeld in artikel 20a, eerste lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

b. de mededelingen en aanzeggingen, bedoeld in het Besluit bestrijding schadelijke organismen indien de keuringsdienst de vondst zelf mag afhandelen;

c. het besluit, bedoeld in artikel 2 van de Regeling bestrijding schadelijke organismen, indien de keuringsdienst de vondst zelf mag afhandelen;

d. de toestemmingen en de aanwijzingen, bedoeld in het Besluit bestrijding schadelijke organismen indien de keuringsdienst de vondst zelf mag afhandelen;

e. de registratie, bedoeld in artikel 17, dan wel de doorhaling van de registratie, bedoeld in artikel 19 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

f. het aanmaken, drukken of nadien bewaren van plantenpaspoorten, als bedoeld in artikel 7, vijfde lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

g. de besluiten, bedoeld in artikel 20a, derde tot en met zevende lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

h. het besluit, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten, voor zover betrekking hebbend op de vermelding op een fytosanitair certificaat, bedoeld in artikel 8, zevende lid, van Verordening (EG) nr. 1808/2001 van de Commissie van 30 augustus 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (Pb EG 2001, nr. L250).

Artikel 21

De teamleiders van de BKD zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het besluit tot toepassing van artikel 12 van de Plantenziektenwet voor zover het betreft de verplichting tot het verlenen van medewerking aan een krachtens artikel 10 aangewezen persoon.

Artikel 22

De personen van de BKD die zijn aangewezen als toezichthouder als bedoeld in artikel 10 van de Plantenziektenwet zijn bevoegd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het kenmerken en onder verzegeling brengen als bedoeld in artikel 15 van het Besluit bestrijding schadelijke organismen.

Artikel 23

Het hoofd van de afdeling Financiën van de BKD is gemachtigd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het verzenden van facturen voor de verrichte inspecties, bedoeld in artikel 19, die zijn gebaseerd op de door de Minister vastgestelde tarieven als bedoeld in artikel 6a van de Plantenziektenwet.

Artikel 24

De directeur van de BKD is gemachtigd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. beslissingen op bezwaarschriften, voor zover het niet betreft een bezwaarschrift dat vanwege zijn politieke betekenis of overigens, gelet op zijn aard en inhoud, door de Minister persoonlijk of namens hem door de secretaris-generaal of diens plaatsvervanger dient te worden afgedaan dient te worden afgedaan;

b. de beslissing tot verdaging van een beslissing op bezwaar;

c. beslissingen op verzoeken tot heroverweging van op bezwaarschrift genomen beslissingen;

d. de vergoeding van wettelijke rente in geval de behandeling van een bezwaarschrift of de betaling van een vastgestelde bijdrage is vertraagd, voor zover het verzoek daartoe hangende de beslissing op bezwaar wordt gedaan;

e. de vergoeding van de kosten van het voeren van een bezwaarprocedure, voor zover het verzoek daartoe hangende de beslissing op bezwaar wordt gedaan;

f. de uitgifte van legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht aan de personen van de BKD die zijn aangewezen als toezichthouder als bedoeld in artikel 10 van de Plantenziektenwet.

Artikel 25

De ondertekening, bedoeld in de artikelen 19 tot en met 24, luidt:

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:’

gevolgd door

‘DE DIRECTEUR VAN DE KEURINGSDIENST BKD,’,

onderscheidenlijk,

‘HET HOOFD VAN DE AFDELING FINANCIËN VAN DE KEURINGSDIENST BKD,’,

onderscheidenlijk,

‘DE TEAMLEIDER VAN DE KEURINGSDIENST BKD,’,

onderscheidenlijk,

‘DE MEDEWERKER KEURINGSBELEID & KWALITEIT VAN DE KEURINGSDIENST BKD,’,

onderscheidenlijk,

‘DE KEURMEESTER VAN DE KEURINGSDIENST BKD,’,

onderscheidenlijk,

‘DE TOEZICHTHOUDER PLANTENZIEKTENWET VAN DE KEURINGSDIENST BKD,’.

Hoofdstuk 3

Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw (Naktuinbouw)

Artikel 26

De teammanagers keuringen en de keurmeesters van de Naktuinbouw zijn bevoegd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen, stukken te ondertekenen en alle daarmee samenhangende taken uit te voeren betreffende:

a. de verklaring, bedoeld in artikel 12, tiende lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

b. het certificaat, bedoeld in artikel 15 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

c. het plantenpaspoort, bedoeld in artikel 6 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

d. de verklaring, bedoeld in artikel 5 van het Besluit bestrijding aardappelmoeheid;

e. de routinematige monitoring op de aanwezigheid van schadelijke organismen op grond van artikel 3 van de Plantenziektenwet. In overeenstemming met LNV kunnen andere werkzaamheden worden verricht.

Artikel 27

De inspectiemedewerkers bacterievuurcontrole van de Naktuinbouw zijn bevoegd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen, stukken te ondertekenen en alle daarmee samenhangende taken uit te voeren betreffende:

de aanzegging, bedoeld in artikel 8 van het Besluit bestrijding bacterievuur 1983.

Artikel 28

De plaatsvervangend directeur en de teammanagers keuringen van de Naktuinbouw zijn bevoegd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. de vergunning voor het elektronisch aanvragen van inspecties, bedoeld in artikel 20a, eerste lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

b. de mededelingen en aanzeggingen bedoeld in het Besluit bestrijding schadelijke organismen indien de keuringsdienst de vondst zelf mag afhandelen;

c. het besluit, bedoeld in artikel 2 van de Regeling bestrijding schadelijke organismen, indien de keuringsdienst de vondst zelf mag afhandelen;

d. de toestemmingen en de aanwijzingen, bedoeld in het Besluit bestrijding schadelijke organismen indien de keuringsdienst de vondst zelf mag afhandelen;

e. de registratie bedoeld in artikel 17, dan wel de doorhaling van de registratie, bedoeld in artikel 19 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

f. het aanmaken, drukken of nadien bewaren van plantenpaspoorten, als bedoeld in artikel 7, vijfde lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

g. de besluiten, bedoeld in artikel 20a, derde tot en met zevende lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

h. het besluit, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten, voor zover betrekking hebbend op de vermelding op een fytosanitair certificaat, bedoeld in artikel 8, zevende lid, van Verordening (EG) nr. 1808/2001 van de Commissie van 30 augustus 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (Pb EG 2001, nr. L250).

Artikel 29

De plaatsvervangend directeur van de Naktuinbouw is gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het besluit tot toepassing van artikel 12 van de Plantenziektenwet voor zover het betreft de verplichting tot het verlenen van medewerking aan een krachtens artikel 10 aangewezen persoon.

Artikel 30

De personen van de Naktuinbouw die zijn aangewezen als toezichthouder als bedoeld in artikel 10 van de Plantenziektenwet zijn bevoegd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het kenmerken en onder verzegeling brengen als bedoeld in artikel 15 van het Besluit bestrijding schadelijke organismen.

Artikel 31

Het hoofd van de afdeling Financiën van de Naktuinbouw zijn gemachtigd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het verzenden van facturen voor de verrichte inspecties, bedoeld in artikel 26, die zijn gebaseerd op de door de Minister vastgestelde tarieven als bedoeld in artikel 6a van de Plantenziektenwet.

Artikel 32

De directeur van de Naktuinbouw is gemachtigd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. beslissingen op bezwaarschriften, voor zover het niet betreft een bezwaarschrift dat vanwege zijn politieke betekenis of overigens, gelet op zijn aard en inhoud, door de Minister persoonlijk of namens hem door de secretaris-generaal of diens plaatsvervanger dient te worden afgedaan dient te worden afgedaan;

b. de beslissing tot verdaging van een beslissing op bezwaar;

c. beslissingen op verzoeken tot heroverweging van op bezwaarschrift genomen beslissingen;

d. de vergoeding van wettelijke rente in geval de behandeling van een bezwaarschrift of de betaling van een vastgestelde bijdrage is vertraagd, voor zover het verzoek daartoe hangende de beslissing op bezwaar wordt gedaan;

e. de vergoeding van de kosten van het voeren van een bezwaarprocedure, voor zover het verzoek daartoe hangende de beslissing op bezwaar wordt gedaan;

f. de uitgifte van legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht aan de personen van de Naktuinbouw die zijn aangewezen als toezichthouder als bedoeld in artikel 10 van de Plantenziektenwet.

Artikel 33

De ondertekening, bedoeld in de artikelen 26 tot en met 32, luidt:

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:’

gevolgd door

‘DE DIRECTEUR VAN DE KEURINGSDIENST NAKTUINBOUW,’,

onderscheidenlijk,

‘DE PLAATSVERVANGEND DIRECTEUR VAN DE KEURINGSDIENST NAKTUINBOUW,’,

onderscheidenlijk,

‘HET HOOFD VAN DE AFDELING FINANCIËN VAN DE KEURINGSDIENST NAKTUINBOUW,’,

onderscheidenlijk,

‘DE TEAMMANAGER KEURINGEN VAN DE KEURINGSDIENST NAKTUINBOUW,’,

onderscheidenlijk,

‘DE KEURMEESTER VAN DE KEURINGSDIENST NAKTUINBOUW,’,

onderscheidenlijk,

‘DE INSPECTIEMEDEWERKER BACTERIEVUURCONTROLE VAN DE KEURINGSDIENST NAKTUINBOUW,’,

onderscheidenlijk,

‘DE TOEZICHTHOUDER PLANTENZIEKTENWET VAN DE KEURINGSDIENST NAKTUINBOUW,’.

Hoofdstuk 5

Nederlandse Algemene Keuringsdienst (NAK)

Artikel 34

De technisch coördinator, de teamleiders, de vakspecialisten, de controleurs, de monsternemers en de keurmeesters van de NAK zijn bevoegd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen, stukken te ondertekenen en alle daarmee samenhangende taken uit te voeren betreffende:

a. de verklaring, bedoeld in artikel 12, tiende lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

b. het certificaat, bedoeld in artikel 15 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

c. het plantenpaspoort, bedoeld in artikel 6 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

d. de verklaring, bedoeld in artikel 5 van het Besluit bestrijding aardappelmoeheid;

e. de routinematige monitoring op de aanwezigheid van schadelijke organismen op grond van artikel 3 van de Plantenziektenwet, waaronder in ieder geval het verrichten van monitoringswerkzaamheden gericht op het traceren van wratziekte, bruin- en ringrot en het onderzoek van oppervlaktewater op bruinrot. In overeenstemming met LNV kunnen andere werkzaamheden worden verricht.

Artikel 35

De managers, de technisch coördinator, de teamleiders en de vakspecialisten van de NAK zijn bevoegd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. de vergunning voor het elektronisch aanvragen van inspecties, bedoeld in artikel 20a, eerste lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

b. de mededelingen en aanzeggingen bedoeld in het Besluit bestrijding schadelijke organismen indien de keuringsdienst de vondst zelf mag afhandelen;

c. het besluit, bedoeld in artikel 2 van de Regeling bestrijding schadelijke organismen, indien de keuringsdienst de vondst zelf mag afhandelen;

d. de toestemmingen en de aanwijzingen, bedoeld in het Besluit bestrijding schadelijke organismen indien de keuringsdienst de vondst zelf mag afhandelen;

e. de verklaring, bedoeld in artikel 5 en 6 van de Regeling bruin- en ringrot 2000;

f. de registratie, bedoeld in artikel 17, dan wel de doorhaling van de registratie, bedoeld in artikel 19 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

g. het aanmaken, drukken of nadien bewaren van plantenpaspoorten, als bedoeld in artikel 7, vijfde lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

h. de besluiten, bedoeld in artikel 20a, derde tot en met zevende lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten;

i. het besluit, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten, voor zover betrekking hebbend op de vermelding op een fytosanitair certificaat, bedoeld in artikel 8, zevende lid, van Verordening (EG) nr. 1808/2001 van de Commissie van 30 augustus 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (Pb EG 2001, nr. L250).

Artikel 36

De managers van de NAK zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het besluit tot toepassing van artikel 12 van de Plantenziektenwet voor zover het betreft de verplichting tot het verlenen van medewerking aan een krachtens artikel 10 aangewezen persoon.

Artikel 37

De personen van de NAK die zijn aangewezen als toezichthouder als bedoeld in artikel 10 van de Plantenziektenwet zijn bevoegd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het kenmerken en onder verzegeling brengen als bedoeld in artikel 15 van het Besluit bestrijding schadelijke organismen.

Artikel 38

De managers van de NAK zijn gemachtigd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende het verzenden van facturen voor de verrichte inspecties, bedoeld in artikel 34, die zijn gebaseerd op de door de Minister vastgestelde tarieven als bedoeld in artikel 6a van de Plantenziektenwet.

Artikel 39

De technisch directeur van de NAK is gemachtigd namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. beslissingen op bezwaarschriften, voor zover het niet betreft een bezwaarschrift dat vanwege zijn politieke betekenis of overigens, gelet op zijn aard en inhoud, door de Minister persoonlijk of namens hem door de secretaris-generaal of diens plaatsvervanger dient te worden afgedaan dient te worden afgedaan;

b. de beslissing tot verdaging van een beslissing op bezwaar;

c. beslissingen op verzoeken tot heroverweging van op bezwaarschrift genomen beslissingen;

d. de vergoeding van wettelijke rente in geval de behandeling van een bezwaarschrift of de betaling van een vastgestelde bijdrage is vertraagd, voor zover het verzoek daartoe hangende de beslissing op bezwaar wordt gedaan;

e. de vergoeding van de kosten van het voeren van een bezwaarprocedure, voor zover het verzoek daartoe hangende de beslissing op bezwaar wordt gedaan;

f. de uitgifte van legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht aan de personen van de NAK die zijn aangewezen als toezichthouder als bedoeld in artikel 10 van de Plantenziektenwet.

Artikel 40

De ondertekening, bedoeld in de artikelen 34 tot en met 39, luidt:

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:’

gevolgd door

‘DE TECHNISCH DIRECTEUR VAN DE KEURINGSDIENST NAK,’,

onderscheidenlijk,

‘DE MANAGER VAN DE KEURINGSDIENST NAK,’,

onderscheidenlijk,

‘DE TECHNISCH COÖRDINATOR VAN DE KEURINGSDIENST NAK,’,

onderscheidenlijk,

‘DE TEAMLEIDER VAN DE KEURINGSDIENST NAK,’,

onderscheidenlijk,

‘DE VAKSPECIALIST VAN DE KEURINGSDIENST NAK,’,

onderscheidenlijk,

‘DE KEURMEESTER VAN DE KEURINGSDIENST NAK,’

onderscheidenlijk,

‘DE MONSTERNEMER VAN DE KEURINGSDIENST NAK,’,

onderscheidenlijk,

‘DE CONTROLEUR VAN DE KEURINGSDIENST NAK,’,

onderscheidenlijk,

‘DE TOEZICHTHOUDER PLANTENZIEKTENWET VAN DE KEURINGSDIENST NAK,’.

Hoofdstuk 6

Slotbepalingen

Artikel 41

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit LNV Plantenziektenkundige Dienst en de keuringsdiensten.

Artikel 42

Het besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 1 augustus 2005 nr. TRCJZ/2005/1919 (Stcrt. 151) houdende machtiging aan ambtenaren van de Plantenziektenkundige Dienst, wordt ingetrokken.

Artikel 43

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2007.

Een belanghebbende kan binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit bezwaar maken bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het bezwaarschrift wordt gezonden aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, t.a.v. de Dienst Regelingen, afdeling Recht en Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg.

Toelichting

Dit besluit vervangt het besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 1 augustus 2005 houdende verlening van mandaat en machtiging aan ambtenaren van de Plantenziektenkundige Dienst (Stcrt. 151). Per 1 september 2007 worden de fytosanitaire inspecties van planten en plantaardige producten en de kwaliteitskeuringen groenten en fruit die nu nog door de Plantenziektenkundige Dienst (hierna PD) worden verricht, door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna LNV) aan de vier keuringsdiensten het Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB), de Bloembollenkeuringsdienst (BKD), de Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw (Naktuinbouw) en de Nederlandse Algemene Keuringsdienst (NAK) overgedragen. Deze keuringsdiensten zullen de fytosanitaire inspecties op basis van mandaat gaan verrichten. Hiertoe worden in overeenstemming met de keuringsdiensten op grond van het onderhavige besluit door de minister van LNV aan de medewerkers van de keuringsdiensten bevoegdheden gemandateerd ten aanzien van de over te dragen fytosanitaire inspectietaken. Het gaat om mandatering van niet-ondergeschikten, zodat deze medewerkers met het mandaat moeten instemmen. Omdat de PD indien nodig altijd moet kunnen optreden, blijft het aan de ambtenaren van de PD verleende mandaat gehandhaafd. Wel zijn er wijzigingen aangebracht omdat de benamingen van functiegroepen van de PD zijn veranderd, en is er rekening gehouden met de inwerkingtreding van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden op 1 oktober 2007.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven