Regeling pachtprijzen

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 24 augustus 2007, nr. TRCJZ/2007/2722, houdende vaststelling van de hoogst toelaatbare pachtprijzen en wijziging van enkele regelingen in verband met de invoering van titel 5 (Pacht) van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (Regeling pachtprijzen)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op de artikelen 2, 14, eerste en tweede lid, 15, eerste lid, 16, tweede lid, en 20, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007, de vaststelling en invoering van titel 5 (Pacht) van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 58 van de Wet agrarisch grondverkeer en artikel 2 van het Besluit grondbankstelsel, de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies, artikel 19 van de Landbouwwet en artikel 18, derde lid, van de Wet waardering onroerende zaken;

Besluit:

Hoofdstuk 1

Pachtprijzen

Artikel 1

Met betrekking tot pachtovereenkomsten voor land zonder woningen of andere opstallen:

a. is de hoogst toelaatbare pachtprijs per jaar per hectare, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007, voor pachtovereenkomsten die worden aangegaan op of na 1 september 2007, voor de onderscheiden pachtprijsgebieden de prijs die is vermeld in bijlage 1, onder A;

b. is het percentage, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007, waarmee de tussen partijen op grond van een voor 1 september 2007 aangegane pachtovereenkomst geldende pachtprijs wordt gewijzigd, voor de onderscheiden pachtprijsgebieden het percentage dat is vermeld in bijlage 1, onder B.

Artikel 2

Met betrekking tot pachtovereenkomsten voor tuinland:

a. is de hoogst toelaatbare pachtprijs per jaar per hectare, bedoeld in artikel 11 in samenhang met artikel 2, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007, voor pachtovereenkomsten die worden aangegaan op of na 1 september 2007, in Westelijk Holland € 2.059,– en in de Rest van Nederland € 1.622,–;

b. is het percentage, bedoeld in artikel 11 in samenhang met artikel 2, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007, waarmee de tussen partijen op grond van een voor 1 september 2007 aangegane pachtovereenkomst geldende pachtprijs wordt gewijzigd, in Westelijk Holland 25% en in de Rest van Nederland 25%.

Artikel 3

Met betrekking tot pachtovereenkomsten voor een tot een boerderij of tuinderij behorende woning of woongedeelte en voor een tot de boerderij behorende arbeiders- of dienstwoning:

a. is de hoogst toelaatbare pachtprijs per maand, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007, de, gegeven het aantal punten waarop de woning of het woongedeelte is gewaardeerd, toepasselijke prijs die is vermeld in bijlage 2, onder A;

b. is het puntenstelsel, bedoeld in artikel 14, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007, aan de hand waarvan de hoogst toelaatbare pachtprijs als bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld, het puntenstelsel dat is vermeld als bijlage 2, onder B;

c. komt het percentage, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007, waarmee de tussen partijen op grond van een voor 1 september 2007 aangegane pachtovereenkomst geldende pachtprijs wordt gewijzigd voor elk puntentotaal overeen met het percentage waarmee de hoogst toelaatbare pachtprijs van een puntentotaal dat gold op grond van het Pachtnormenbesluit 1995 is gewijzigd ten opzichte van de hoogst toelaatbare pachtprijs voor hetzelfde puntentotaal dat is vermeld in bijlage 2, onder A.

Artikel 4

Met betrekking tot bedrijfsgebouwen van akkerbouw- en veeteeltbedrijven en gemengde bedrijven is het percentage, bedoeld in artikel 20, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007, waarmee de tussen partijen op grond van een voor 1 september 2007 aangegane pachtovereenkomst geldende pachtprijs wordt gewijzigd: 15,25%.

Hoofdstuk 2

Aanpassing ministeriële regelingen

Artikel 5

In artikel 8 van de Beschikking grondbankstelsel wordt ‘artikel 41 of 51 van de Pachtwet (Stb. 1958, 37)’ vervangen door: artikel 370, eerste lid, onder b, of 377 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 6

In artikel 24 van de Regeling subsidies particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties wordt ‘artikel 51, eerste lid, van de Pachtwet’ vervangen door: artikel 377, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 7

De Regeling superheffing en melkpremie 2004 wordt als volgt gevolgd gewijzigd:

a. In artikel 10, vierde lid, wordt ‘de artikelen 49, 49a of 54 van de Pachtwet’ vervangen door: de artikelen 363, 364 en 366 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

b. Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘artikel 1 van de Pachtwet’ vervangen door: artikel 311 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek

2. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘artikel 1 van de Pachtwet’ vervangen door: artikel 311 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

3. In het eerste lid, onderdeel d, wordt ‘artikel 70f, tweede lid, van de Pachtwet’ vervangen door: artikel 396, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

4. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘artikel 12, derde lid, van de Pachtwet’ vervangen door ‘artikel 325, derde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek’, wordt ‘artikel 37, eerste lid van de Pachtwet’ vervangen door ‘artikel 325, zesde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek’ en wordt ‘artikel 70f, vijfde lid, van de Pachtwet’ vervangen door: artikel 397, eerste en tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

5. In het tweede lid, onderdeel e, wordt ‘afwijzing door de rechter van een verzoek tot verlenging’ vervangen door: toewijzing door de rechter van een vordering tot beëindiging.

6. In het tweede lid, onderdeel f, wordt ‘kennisgeving als bedoeld in artikel 36, tweede lid, van de Pachtwet, waarna niet overeenkomstig artikel 36, tweede lid, van de Pachtwet om verlenging is verzocht’ vervangen door: opzegging als bedoeld in artikel 367, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, waarna niet overeenkomstig artikel 369, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek verzet is aangetekend.

7. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘boek’ vervangen door: Boek.

c. In artikel 30 komt ‘en melkpremie 2004’ te vervallen.

Artikel 8

In artikel 2, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken wordt ‘artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Pachtwet’ vervangen door: artikel 312 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

Hoofdstuk 3

Slotartikelen

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking op 1 september 2007.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling pachtprijzen.

Deze regeling zal met de toelichting en bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg.

Bijlage 1, behorend bij artikel 1

Hoogst toelaatbare pachtprijs voor land zonder woningen of andere opstallen

A. Pachtovereenkomsten die worden aangegaan op of na 1 september 2007

Pachtprijsgebied

Hoogst toe-

laatbare pacht-

prijs per hectare per jaar

Bouwhoek en Hogeland

€ 491,–

Veenkoloniën en Oldambt

€ 324,–

Noordelijk weidegebied

€ 443,–

Oostelijk weidegebied

€ 523,–

IJsselmeerpolders

€ 690,–

Westelijk weidegebied

€ 468,–

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

€ 528,–

Zuidelijk weidegebied

€ 635,–

B. Percentage waarmee de tussen partijen op grond van een voor 1 september 2007 aangegane pachtovereenkomst geldende pachtprijs wordt gewijzigd

Pachtprijsgebied

Verander-

percentage

Bouwhoek en Hogeland

25

Veenkoloniën en Oldambt

10

Noordelijk weidegebied

23

Oostelijk weidegebied

25

IJsselmeerpolders

25

Westelijk weidegebied

10

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

25

Zuidelijk weidegebied

25

Bijlage 2, behorend bij artikel 3

Hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische woningen

A. Hoogst toelaatbare pachtprijzen agrarische woningen

Bedragen in euro’s

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

Bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

40

154,36

82

317,23

124

496,56

166

675,86

208

855,18

41

158,22

83

321,51

125

500,83

167

680,14

209

859,46

42

162,08

84

325,77

126

505,09

168

684,40

210

863,73

43

165,94

85

330,04

127

509,37

169

688,68

211

867,99

44

169,78

86

334,31

128

513,64

170

692,94

212

872,26

45

173,65

87

338,58

129

517,90

171

697,22

213

876,53

46

177,52

88

342,85

130

522,18

172

701,48

214

880,80

47

181,37

89

347,12

131

526,44

173

705,76

215

885,07

48

185,24

90

351,39

132

530,71

174

710,01

216

889,34

49

189,09

91

355,66

133

534,99

175

714,30

217

893,61

50

192,95

92

359,93

134

539,25

176

718,55

218

897,87

51

196,79

93

364,20

135

543,52

177

722,83

219

902,15

52

200,66

94

368,46

136

547,78

178

727,10

220

906,42

53

204,52

95

372,74

137

552,06

179

731,37

221

910,68

54

208,38

96

377,01

138

556,32

180

735,63

222

914,96

55

212,24

97

381,27

139

560,59

181

739,92

223

919,23

56

216,10

98

385,54

140

564,86

182

744,17

224

923,49

57

219,95

99

389,82

141

569,14

183

748,45

225

927,77

58

223,81

100

394,08

142

573,39

184

752,71

226

932,03

59

227,67

101

398,35

143

577,68

185

756,99

227

936,30

60

231,54

102

402,62

144

581,94

186

761,25

228

940,58

61

235,39

103

406,89

145

586,21

187

765,53

229

944,84

62

239,25

104

411,16

146

590,48

188

769,80

230

949,11

63

243,10

105

415,43

147

594,75

189

774,07

231

953,38

64

246,96

106

419,70

148

599,01

190

778,34

232

957,65

65

250,82

107

423,97

149

603,30

191

782,61

233

961,92

66

254,69

108

428,24

150

607,55

192

786,87

234

966,18

67

258,54

109

432,51

151

611,83

193

791,14

235

970,46

68

262,39

110

436,77

152

616,09

194

795,42

236

974,73

69

266,26

111

441,05

153

620,37

195

799,68

237

978,99

70

270,10

112

445,32

154

624,63

196

803,95

238

983,27

71

273,97

113

449,58

155

628,90

197

808,22

239

987,54

72

277,83

114

453,86

156

633,17

198

812,49

240

991,80

73

281,69

115

458,13

157

637,45

199

816,76

241

996,08

74

285,54

116

462,39

158

641,70

200

821,03

242

1000,34

75

289,41

117

466,66

159

645,99

201

825,30

243

1004,61

76

293,26

118

470,93

160

650,24

202

829,57

244

1008,89

77

297,12

119

475,20

161

654,52

203

833,84

245

1013,15

78

300,99

120

479,47

162

658,79

204

838,11

246

1017,42

79

304,84

121

483,74

163

663,05

205

842,37

247

1021,68

80

308,70

122

488,02

164

667,32

206

846,65

248

1025,96

81

312,96

123

492,28

165

671,60

207

850,92

249

1030,22

        

250

1034,49

B. Puntenstelsel agrarische woningen

1 Vertrekken1

      

(woonkamer, slaapkamer, keuken, bijkeuken2, badkamer)

 

Begane grond3

    

Woonkamer(s)4

m

x

M

=

m2

x

….. pt

pt

     

m2

x

….. pt

pt

Slaapkamer(s)5

m

x

M

=

m2

x

….. pt

pt

     

m2

x

….. pt

pt

Badkamer

m

x

M

=

m2

x

….. pt

pt

     

m2

x

….. pt

pt

Keuken

m

x

M

=

m2

x

….. pt

pt

     

m2

x

….. pt

pt

Bijkeuken

m

x

M

=

m2

x

….. pt

pt

     

m2

x

….. pt

pt

    

Eerste etage3, 6

   

Slaapkamer(s)7

m

x

M

=

m2

x

….. pt

pt

     

m2

x

….. pt

pt

Badkamer

m

x

M

=

m2

x

….. pt

pt

     

m2

x

….. pt

pt

      

Tweede etage3, 6

     

Slaapkamer(s)8

m

x

M

=

m2

x

….. pt

pt

     

m2

x

….. pt

pt

Zolder6

max 80 m2 en max 40 pt

m2

x

….. pt

pt

Vliering c.q. zolder met vlizotrap of losse trap

  

pt

         

2 Bijruimten

(kelder, bergruimte)

    

Kelder

max 10 pt

  

m2

x

….. pt

pt

Berging

max 10 pt

  

m2

x

….. pt

pt

         

3 Garage9

        

Garage

0,3 pt tot 0,6 pt per m2, max. 12 pt

pt

         

4 Woonvorm

        

Woonvorm

afhankelijk van de van het eigen bedrijf ondervonden hinder: max.

pt

         

5 keukeninrichting

      

Keukeninrichting

tenminste 2 pt; max. 12 pt

pt

         

6 Sanitair

       

Toilet(ten)

     

x

3 pt

pt

Wastafel(s) / fonteintje(s)

     

x

1 pt

 

Douche(s)

     

x

4 pt

 

Bad

     

x

6 pt

 

Bad/douche

     

x

7 pt

 
         

Luxueuze c.q. complete uitvoering

max + 5 pt

    

pt

 
         

7 Centrale verwarming / warmwatervoorziening

  

Centrale verwarming/warmwatervoorziening (max. 20 pt)

 

pt

 
         

8 Muren

        

Spouw of meer dan anderhalfsteens

0 pt

   

pt

 

Steens of anderhalfsteens

max – 8 pt

   

pt

 

Halfsteens / overige

max – 15 pt

   

pt

 
         

9 Isolatie

        

Gevels, dak vloer, beglazing (max. 15 pt)

      

pt

 
         

10 Nutsvoorzieningen

       

Niet aangesloten op riolering

max – 4 pt

   

pt

 

Niet aangesloten op aardgas

max – 6 pt

   

pt

 

Niet aangesloten op waterleiding

max – 10 pt

   

pt

 

Niet aangesloten op elektriciteit

max – 10 pt

   

pt

 
         

11 Af wegens:

        

In totaal maximaal 60 punten

max – 20 pt

   

pt

 

Ondoelmatige inrichting

max – 10 pt

   

pt

 

Hoge energiebehoefte

max – 10 pt

   

pt

 

Ontbreken beschoten kap

max – 20 pt

   

pt

 

Staat van onderhoud

max – 10 pt

   

pt

 

Vochtproblemen

max – 10 pt

   

pt

 
         

12 Woonomgeving12 (negatieve factoren)

   

(totaal max. – 40 pt)

    

pt

 

Grote afstand tot openbare weg

   

pt

 

Geen of onvoldoende openbaar vervoer binnen loopafstand

  

pt

 

Afstand tot basis- en middelbaar onderwijs groter dan loopafstand resp. fietsafstand

  

pt

 

Afstand tot winkels voor dagelijkse levensbehoeften groter dan 2 km

  

pt

 

Geen of onvoldoende stedelijke voorzieningen binnen 10 kilometer

  

pt

 

Hinderlijke situatie

     

pt

 

Overige omstandigheden die het woongenot nadelig beïnvloeden

  

pt

 
         

13 Woonomgeving12 (positieve factoren)

   

Bijvoorbeeld fraaie ligging

max – 10 pt

    

pt

 
         

14 Wooncomfort verbeterende omstandigheden

(voor zover functioneel en niet reeds hierboven in aanmerking genomen)

  

Bijvoorbeeld vrijstaande woning, ligging tuin, ruime hal / gang / overloop, enz.

max 20 pt

    

pt

 
         

TOTAAL

        
         

Tel alle punten in de linkerkolom op en verminder de uitkomst met de som van de punten in de rechterkolom. Noteer de uitkomst hieronder. In de hierna volgende tabel kunt u de bij deze uitkomst behorende pachtprijs per maand opzoeken:

pt

pt

 
         

puntentotaal

    

=

   

prijs per maand (volgens tabel)

  

   

1. Gerekend voor zover de hoogte 1,50 meter of meer is.

2. Afhankelijk van de concrete situatie kan de bijkeuken ook onder 2 Bijruimten worden gewaardeerd.

3. Vloeroppervlakte hal, gang, toilet, overloop en trappenhuis blijft buiten beschouwing.

4. Per woonkamer tot en met 50 m2: 1 pt / m2; oppervlakte boven 50 m2: 0,5 pt / m2.

5. Per slaapkamer tot en met 25 m2: 0,9 pt / m2; oppervlakte boven 25 m2: 0,5 pt / m2.

6. Uitgaande van aanwezigheid vaste trap en gerekend voorzover de hoogte 1.50 meter of meer is.

7. Per slaapkamer tot en met 25 m2: 1 pt / m2; oppervlakte boven 25 m2: 0,5 pt / m2.

8. Per slaapkamer tot en met 25 m2: 0,75 pt / m2; oppervlakte boven 25 m2: 0,4 pt / m2.

9. De garage moet als zodanig aanwezig en in gebruik zijn in vrijstaande of in afgescheiden ruimte met deur.

10. Indien pachter verouderde keukeninrichting, die verpachter ter beschikking had gesteld, heeft vervangen.

11. Bijvoorbeeld: betegeling, mengkranen.

12. Het gaat om externe omstandigheden.

Toelichting

Algemeen

Op grond van artikel 327 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (Stb. 2007, 163) worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels vastgesteld ten aanzien van de hoogst toelaatbare pachtprijs. Deze regels zijn neergelegd in het Pachtprijzenbesluit 2007 (Stb. 2007, 306). Het Pachtprijzenbesluit 2007 introduceert een nieuwe systematiek voor de vaststelling van de hoogst toelaatbare pachtprijzen, die is gebaseerd op het opbrengend vermogen van de grond, waarbij rekening wordt gehouden met de redelijke belangen van de pachter en de verpachter. De hoogst toelaatbare pachtprijzen worden volgens het Pachtprijzenbesluit 2007 bij ministeriële regeling vastgesteld. In hoofdstuk 1 van deze regeling wordt voorzien in de vaststelling van de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor nieuwe pachtovereenkomsten en in de vaststelling van de percentages waarmee de tussen partijen op grond van bestaande overeenkomsten geldende pachtprijzen wijzigen. De prijzen en percentages gelden vanaf 1 september 2007. De veranderpercentages werken van rechtswege door.

Daarnaast worden met deze regeling enkele ministeriële regelingen gewijzigd in verband met het vervallen van de Pachtwet en het invoeren van de regels voor de pacht in titel 5 (Pacht) van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Verwijzingen naar de Pachtwet worden vervangen door overeenkomstige verwijzingen naar het Burgerlijk Wetboek. De wijzigingen hebben een uitsluitend technisch karakter (hoofdstuk 2).

Voor nieuwe pachtovereenkomsten, overeenkomsten die worden aangegaan op of na 1 september 2007, is de hoogst toelaatbare pachtprijs voor elk pachtprijsgebied de prijs die is weergegeven in tabel A van bijlage 1 en in artikel 2, onderdeel a, van de regeling, met dien verstande dat de pachtprijs nooit meer mag bedragen dan 2% van de vrije verkeerswaarde van het betreffende perceel, zoals bepaald in artikel 3 van het Pachtprijzenbesluit 2007. Voor de onderscheiden pachtprijsgebieden gelden verschillende hoogst toelaatbare pachtprijzen en veranderpercentages. De pachtprijsgebieden zijn bepaald op basis van verschillende kenmerken die invloed hebben op het opbrengend vermogen. De indeling van de pachtprijsgebieden is aangegeven in de bijlage bij het Pachtprijzenbesluit 2007.

De tussen partijen op basis van pachtovereenkomsten die zijn aangegaan voor 1 september 2007, bestaande pachtovereenkomsten, geldende pachtprijzen worden voor elk pachtprijsgebied van rechtswege gewijzigd met het veranderpercentage dat is weergegeven in tabel B van bijlage 1 en in artikel 2, onderdeel b. Ook hier geldt dat de pachtprijs nooit meer mag bedragen dan 2% van de vrije verkeerswaarde van het betreffende perceel.

De hoogst toelaatbare pachtprijs en het veranderpercentage zijn berekend door het Landbouw Economisch Instituut (het LEI) op basis van gegevens in het bedrijveninformatienet van bedrijven met een omvang van 70 tot 400 nationale grootte-eenheden conform artikel 5 van het Pachtprijzenbesluit 2007.

Uitgangspunt voor het vaststellen van de hoogst toelaatbare pachtprijs en het veranderpercentage is het opbrengend vermogen van de grond. Het opbrengend vermogen komt tot uitdrukking in de grondbeloning. Hierop wordt achtereenvolgens 1% van het gemiddelde bedrijfsvermogen in mindering gebracht en het correctiepercentage voor het rendement van de verpachter toegepast (artikel 4 Pachtprijzenbesluit 2007).

Bij de berekening is overeenkomstig de artikelen 6, derde lid, en 8, derde lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 uitgegaan van het vijfjaargemiddelde van de bedrijfsgegevens van het bedrijveninformatienet in de periode 2001 tot en met 2005. Cijfers van het jaar 2006 zijn niet meegenomen, omdat die nog niet volledig beschikbaar zijn. Voor de berekening van het vereiste directe rendement van de verpachter is uitgegaan van het driejaar gemiddelde van de reële lange kapitaalmarktrente in de periode 2004 tot en met 2006 te vermeerderen met 1,25% overeenkomstig artikel 9 van het Pachtprijzenbesluit 2007. De resultante hiervan vermenigvuldigd met de verpachte waarde geeft het vereiste directe rendement.

De waarde van de grond in verpachte staat, het vereiste directe rendement, de grondbeloning en de verhouding tussen de grondbeloning en het vereiste directe rendement zijn weergegeven in onderstaande tabel.

Land zonder woningen of andere opstallen

Verpachte waarde, minimaal vereist direct rendement, grondbeloning (euro/ha) en verschil

Pachtprijsgebied

Grondprijs inverpachte staat a)

Gewenst direct rendement b)

Grond-

beloning

2001/2005 c)

Rendement/ grond-

beloning

Bouwhoek en Hogeland

13.019

417

517

0,81

Veenkoloniën en Oldambt

10.419

333

324

1,03

Noordelijk weidegebied

10.412

333

492

0,68

Oostelijk weidegebied

14.777

473

523

0,90

IJsselmeerpolders

20.588

659

690

0,96

Westelijk weidegebied

15.850

507

468

0,92

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

15.160

485

528

0,92

Zuidelijk weidegebied

17.971

575

635

0.91

Nederland

14.653

469

514

0,91

Tuinland

Verpachte waarde, minimaal vereist direct rendement, grondbeloning (euro/ha) en verschil

Pachtprijsgebied

Grondprijs in verpachte staat a)

Gewenst direct rendement b)

Grond-

beloning

2001/2005 c)

Rendement/ grond-

beloning

Westelijk Holland

24.000

768

2.288

0,36

Rest van Nederland

15.500

496

1.802

0,28

a) De helft van de prijs in onverpachte staat.

b) 3,2% van de verpachte waarde, berekend overeenkomstig artikel 9 van het Pachtprijzenbesluit 2007.

c) Berekend overeenkomstig de artikelen 4 aanhef en onder a, 5 tot en met 8 en 12 van het Pachtprijzenbesluit 2007.

Op basis van de verhouding tussen het vereiste directe rendement en de grondbeloning is op de grondbeloning de correctiefactor toegepast als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007. Het rendement waarmee voor elk pachtprijsgebied is gerekend en de toegepaste correcties zijn weergegeven in de onderstaande tabel.

Land zonder woningen of andere opstallen

Grondbeloning (euro per ha) rekening houdend met vereist rendement verpachter

Pachtprijsgebied

Grondbeloning

2001–2005

Rendement/

grond-

beloning

Correctie

grond-

beloning

Hoogst toelaatbare

pachtprijs

Bouwhoek en Hogeland

517

0,81

0,95

491

Veenkoloniën en Oldambt

324

1,03

1,00

324

Noordelijk weidegebied

492

0,68

0,90

443

Oostelijk weidegebied

523

0,90

1,00

523

IJsselmeerpolders

690

0,96

1,00

690

Westelijk weidegebied

468

0,92

1,00

468

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

528

0,92

1,00

528

Zuidelijk weidegebied

635

0,91

1,00

635

Nederland

514

0,91

-

503

Tuinland zonder woningen of andere opstallen

Grondbeloning (euro per ha) rekening houdend met vereist rendement verpachter

Pachtprijsgebied

Grondbeloning

2001–2005

Rendement/

grond-

beloning

Correctie

grond-

beloning

Hoogst toelaatbare

pachtprijs

Westelijk Holland

2.288

0,36

0,90

2.059

Rest van Nederland

1.802

0,28

0,90

1.622

Het veranderpercentage voor elk pachtprijsgebied voor bestaande pachtovereenkomsten is overeenkomstig artikel 10, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 bepaald op basis van de gemiddelde laatst betaalde pachtprijs voor elk pachtprijsgebied en de hoogst toelaatbare pachtprijs voor nieuwe overeenkomsten. De gemiddelde laatst betaalde pachtprijs waarmee voor elk pachtprijsgebied is gerekend is weergegeven in onderstaande tabel. Voor het berekenen van het gemiddelde van de laatstbetaalde pachtprijs is het LEI uitgegaan van gegevens van de jaren 2004 en 2005. Er waren geen gegevens beschikbaar van eerdere jaren. Voor tuinland is het LEI uitgegaan van gegevens van de jaren 2002 tot en met 2006.

Land zonder woningen of andere opstallen

Pachtprijs, hoogst toelaatbare pachtprijs voor nieuwe overeenkomsten en veranderpercentage voor elk pachtprijsgebied

Pachtprijsgebied

Laatstbetaalde

pachtprijs

Hoogst toelaatbare

Pachtprijs

Verschil

In euro/ha

Veranderperc. in %

Bouwhoek en Hogeland

331

491

158

48

Veenkoloniën en Oldambt

294

324

30

10

Noordelijk weidegebied

360

443

83

23

Oostelijk weidegebied

371

523

152

41

IJsselmeerpolders

482

690

208

43

Westelijk weidegebied

424

468

44

10

Zuidwestelijk akkerbouwgebied

411

528

117

28

Zuidelijk weidegebied

393

635

242

62

Nederland

390

503

113

29

Tuinland zonder woningen of andere opstallen

Pachtprijs, hoogst toelaatbare pachtprijs voor nieuwe overeenkomsten en veranderpercentage voor elk pachtprijsgebied

Pachtprijsgebied

Laatstbetaalde

pachtprijs

Hoogst toelaatbare

pachtprijs

Verschil

In euro/ha

Veranderperc.

in %

Westelijk Holland

1.450

2.059

609

42

Rest van Nederland

786

1.622

836

106

Aangezien bij deze regeling het veranderpercentage wordt vastgesteld voor de eerste tweejaarlijkse periode na inwerkingtreding van het Pachtprijzenbesluit 2007, is het veranderpercentage begrensd tot 25% overeenkomstig artikel 10, tweede lid, van dat besluit.

Hoogst toelaatbare pachtprijs agrarische woningen (artikel 3)

Bij het bepalen van de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische woningen, die zijn vastgesteld in tabel A van bijlage 2, is aangesloten bij de prijzen voor zelfstandige, niet-agrarische woningen, die op 1 juli 2007 zijn vastgesteld op basis van de Uitvoeringswet huurprijzen. Hierbij is rekening gehouden met het agrarisch gebruik door een aftrek van € 0,34 per punt toe te passen.

In artikel 3, onderdeel c, wordt de wijziging van de pachtprijs van bestaande overeenkomsten geregeld. Deze wijziging geldt van rechtswege. Het uitgangspunt is dat de tussen partijen geldende pachtprijs in dezelfde mate verandert als de hoogst toelaatbare pachtprijzen die laatstelijk golden op basis van het Pachtnormenbesluit 1995 veranderen ten opzichte van de hoogst toelaatbare pachtprijzen die gelden op basis van deze regeling. Op grond van het Pachtnormenbesluit 1995 gold een hoogst toelaatbare pachtprijs van € 3,02 per punt. De hoogst toelaatbare pachtprijzen, die zijn vastgesteld in tabel A van bijlage 2 zijn niet gebaseerd op een prijs per punt. Het percentage dat leidt tot de verandering verschilt afhankelijk van het puntentotaal. Het percentage waarmee de tussen partijen op basis een bestaande overeenkomst geldende pachtprijs wordt gewijzigd, dient derhalve voor het de overeenkomst betreffende puntentotaal te worden afgeleid van de verandering van de hoogst toelaatbare pachtprijs die gold op grond van het Pachtnormenbesluit 1995 van € 3,02 per punt ten opzichte van de hoogst toelaatbare pachtprijs voor het puntentotaal volgens deze regeling, zoals die is weergegeven in tabel A van bijlage 2.

De agrarische woning dient te worden gewaardeerd op basis van het puntenstelsel dat is vastgesteld in tabel B van bijlage 2. Dit puntenstelsel sluit aan bij het puntenstelsel dat is vastgesteld voor zelfstandige woningen op basis van de Uitvoeringswet huurprijzen, waarbij rekening is gehouden met het agrarisch gebruik van de woning. Het puntenstelsel komt overeen met het puntenstelsel dat gold volgens het Pachtnormenbesluit 1995, met dien verstande dat de verouderingsaftrek is komen te vervallen. Dit is gedaan om aan te sluiten bij een verandering in het puntenstelsel voor zelfstandige woningen. Met het schrappen van de verouderingsaftrek zijn geen veranderingen beoogd. Om dit te bewerkstelligen is het aantal aftrekpunten van de onderdelen die verband houden met veroudering vermeerderd op dusdanige wijze dat per saldo eenzelfde maximale puntenaftrek mogelijk blijft. Het aantal aftrekpunten gerelateerd aan ondoelmatige inrichting, hoge energiebehoefte, ontbreken beschoten kap, staat van onderhoud en vochtproblemen is verdubbeld tot respectievelijk 20, 10, 10, 20 en 10 punten, met dien verstande dat het totaal aantal aftrekpunten voor deze onderdelen niet meer mag bedragen dan 60 punten. Daarmee is het vervallen van 25 punten aftrek wegens veroudering in het systeem verdisconteerd. Hierdoor zal, indien een van de contractpartijen de grondkamer verzoekt de agrarische woning te herwaarderen, naar verwachting geen dan wel een beperkt effect optreden als gevolg van het schrappen van de verouderingsaftrek.

Hoogst toelaatbare pachtprijzen agrarische bedrijfsgebouwen (artikel 4)

Uitgangspunt van artikel 16, tweede lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007 is dat de hoogst toelaatbare pachtprijzen zoals neergelegd in het eerste lid van dat artikel worden aangepast aan het gemiddelde over de afgelopen vijf jaren van de Consumentenprijsindex (CPI). De in het eerste lid van bedoeld artikel vastgelegde hoogst toelaatbare pachtprijzen zijn berekend naar het niveau dat geldt op 1 september 2007. Deze prijzen behoeven derhalve geen wijziging door deze regeling. Omwille van overzichtelijkheid wordt de tabel hieronder weergegeven. Deze tabel is gelijk aan de tabel die is opgenomen in artikel 16, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007.

Hoogst toelaatbare pachtprijs per 1 september 2007, artikel 16, eerste lid, Pachtprijzenbesluit 2007

Aard van het bedrijf

Grootte klasse in ha

 

Doelmatigheid

 
  

zeer goed

Voldoende

Slecht

Veeteelt en

tot 15

€ 445,–

€ 241,–

€ 68,–

Gemengde

15 – 25

€ 374,–

€ 209,–

€ 52,–

Bedrijven

25 – 35

€ 329,–

€ 180,–

€ 50,–

 

35 – 45

€ 275,–

€ 167,–

€ 50,–

     

Akkerbouw-

tot 15

€ 371,–

€ 217,–

€ 55,–

Bedrijven

15 – 25

€ 340,–

€ 184,–

€ 52,–

 

25 – 35

€ 298,–

€ 170,–

€ 50,–

 

35 – 45

€ 254,–

€ 128,–

€ 50,–

In artikel 4 wordt de wijziging van de pachtprijs van bestaande overeenkomsten voor agrarische bedrijfsgebouwen geregeld. De tussen partijen op grond van bestaande overeenkomsten geldende pachtprijzen worden van rechtswege gewijzigd met 15,25%. Hiermee volgen de prijzen van bestaande overeenkomsten de stijging van het prijsniveau van de hoogst toelaatbare pachtprijzen, zoals die zijn vastgesteld in artikel 16, eerste lid, van het Pachtprijzenbesluit 2007.

Administratieve lasten

De veranderpercentages die bij deze regeling worden vastgesteld, werken rechtstreeks door in bestaande overeenkomsten doordat de tussen partijen geldende pachtprijs van rechtswege wordt aangepast. De verpachter kan, onder schriftelijke mededeling aan de verpachter, geheel of ten dele van een verhoging afzien (artikel 333, eerste lid van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek). De administratieve last voor partijen is dat zij zich er van moeten vergewissen dat de pachtprijs wordt gewijzigd met het veranderpercentage. Aangezien niet bekend is hoeveel van deze overeenkomsten er in Nederland bestaan, kan geen inzicht worden gegeven in de totale omvang van de administratieve lasten.

Verder kan deze regeling effect hebben voor bestaande pachtovereenkomsten voor agrarische woningen door de wijziging van het puntenstelsel bestaande uit het schrappen van de verouderingsaftrek. Dit effect is beperkt doordat punten zijn toegevoegd aan corresponderende posten en de totale puntenaftrek binnen het puntenstelsel gelijk blijft. Hierdoor zal naar verwachting het puntentotaal van de agrarische woning niet of slechts zeer beperkt wijzigen. In die gevallen waar het vervallen van de verouderingsaftrek kan leiden tot een wijziging van het puntentotaal, zal de pachter of verpachter die zich op de wijziging wil beroepen, de grondkamer moeten verzoeken het puntentotaal opnieuw vast te stellen. Er kan niet worden aangegeven hoe vaak dit naar verwachting zou kunnen voorkomen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven