Wijziging Vrijstellingsregeling dierenwelzijn

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 augustus 2007, nr. TRCJZ/2007/2648, houdende wijziging van de Vrijstellingsregeling dierenwelzijn in verband met de verlenging van de vrijstellingsperiode voor ingrepen bij kalveren

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel I

In artikel 2, onderdeel b, van de Vrijstellingsregeling dierenwelzijn1 wordt ‘tot 1 september 2007’ vervangen door: tot 1 januari 2008.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 augustus 2007.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg.

Toelichting

Deze regeling wijzigt de Vrijstellingsregeling dierenwelzijn. Hierbij wordt de vrijstelling van een ingreep ter identificatie van kalveren verlengd.

Ingevolge het Ingrepenbesluit is het verboden om meer dan twee ingrepen ter identificatie te verrichten, tenzij wettelijk anders is voorgeschreven. Veelal zijn twee ingrepen ter identificatie verplicht gesteld, zodat er geen ruimte meer is voor een extra identificatie-ingreep.

Het aanbrengen van een enkel oormerk danwel het aanbrengen van micro-elektronica bij kalveren ten behoeve van herkenning bij voederverstrekking, was door middel van de Vrijstellingsregeling dierenwelzijn tot 1 september 2007 als extra ingreep toegestaan. De bedrijfsvoering maakte een extra ingreep noodzakelijk. De verwachting was dat na afloop van deze termijn reële alternatieven voorhanden zouden zijn. Een vrijstelling zou dan niet meer nodig zijn of het aantal ingrepen zou kunnen worden beperkt.

In de regeling wordt de vrijstelling voor kalveren verlengd van 1 september 2007 naar 1 januari 2008. In deze periode is de extra identificatie-ingreep nog toegestaan bij kalveren die in groepshuisvesting met geautomatiseerde voederverstrekking worden gehouden ten behoeve van de individuele herkenning bij de voederautomaat. Het betrokken bedrijfsleven onderzoekt een aantal alternatieven voor deze extra ingreep, ondermeer of het mogelijk is een chip aan te brengen in het bestaande, reeds aangebrachte oormerk. Het onderzoek is inmiddels in een afrondende fase. De daaruit voortvloeiende conclusies zullen in de aankomende maanden in praktijk worden gebracht, waarna van verdere vrijstelling na 1 januari 2008 geen sprake meer zal zijn.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

  • 1

    Stcrt. 2001, 167; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 23 april 2007 (Stcrt. 82)

Naar boven