Wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000 (vijfenzestigste wijziging)

Regeling van de Minister van Justitie van 16 augustus 2007, nr. 5493936/07, houdende wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000 (vijfenzestigste wijziging)

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 4, derde en vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 2.2a Vreemdelingenbesluit 2000;

Besluit:

Artikel I

Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 2.1a Voorschrift Vreemdelingen 2000 komt te luiden:

Artikel 2.1a

De passagiersgegevens, bedoeld in artikel 2.2a, derde lid, van het Besluit worden elektronisch verstrekt, op de door de ambtenaar belast met de grensbewaking voorgeschreven wijze.

Artikel II

Deze regeling zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst en treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij is geplaatst.

Den Haag, 16 augustus 2007.
De Minister van Justitie, E.M.H. Hirsch Ballin.

Toelichting

Artikel 2.1a Voorschrift Vreemdelingen 2000 bepaalt de wijze waarop de luchtvervoerders de in artikel 2.2a, derde lid, van het Besluit opgesomde passagiersgegevens aan de ambtenaar belast met de grensbewaking (Koninklijke Marechaussee) verstrekt. Dit artikel strekt daarmee tot implementatie van richtlijn nr. 2004/82/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de verplichting voor vervoerders om passagiersgegevens door te geven (PbEU L 261).

Ingevolge artikel 2.1a levert de vervoerder de (op vordering van de ambtenaar belast met de grensbewaking krachtens artikel 2.2a van het Besluit) verzamelde passagiersgegevens vóór het einde van de instapcontrole elektronisch aan. Dat omvat bijvoorbeeld verstrekking via een geautomatiseerd systeem of een beveiligde internetverbinding. De ambtenaar belast met de grensbewaking die de vordering tot het verzamelen en verstrekken heeft gedaan schrijft steeds een specifieke wijze van elektronische verstrekking voor.

Overigens zij nog opgemerkt dat op het verzamelen en verstrekken van de passagiersgegevens in het kader van de Wet en het Besluit, de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) van toepassing is. Uit artikel 13 van de Wbp volgt, dat er door de verantwoordelijke passende technische en organisatorische maatregelen worden genomen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of enige vorm van onrechtmatige verwerking. In dit verband zijn zowel de (lucht)vervoerder die moet verzamelen en verstrekken als de ambtenaar belast met de grensbewaking, die de passagiersgegevens ontvangt, verantwoordelijke in de zin van de Wbp. Dit betekent dat de elektronische verstrekking moet waarborgen dat de verstrekte passagiersgegevens niet door onbevoegden kunnen worden onderschept of ingezien.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin

Naar boven