Ontslag en benoeming Raad voor werk en inkomen

Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 januari 2007, Directie Arbeidsmarkt, nr. AM/BR/07/962

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 16, tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Besluit:

De heer W.W. Muller wordt met ingang van 15 februari 2007 ontslag verleend als lid van de Raad voor werk en inkomen.

De heer P.F. van Kruining wordt met ingang van 15 februari 2007 ontslag verleend als plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en inkomen.

De heer P.F. van Kruining wordt benoemd tot lid van de Raad voor werk en inkomen op voordracht van de Vakcentrale voor middengroepen en hoger personeel voor de periode van 15 februari 2007 tot 1 januari 2010.

De heer W.B.M. Treu wordt benoemd tot plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en inkomen op voordracht van de Vakcentrale voor middengroepen en hoger personeel voor de periode van 15 februari 2007 tot 1 januari 2010.

De heer P. Koppe wordt met ingang van 15 februari 2007 ontslag verleend als plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en inkomen.

De heer P. Koppe wordt benoemd tot lid van de Raad voor werk en inkomen op voordracht van de Federatie Nederlandse Vakbeweging voor de periode van 15 februari 2007 tot 1 januari 2010.

Mevrouw C. Rietbergen wordt met ingang van 15 februari 2007 ontslag verleend als lid van de Raad voor werk en inkomen.

Mevrouw C. Rietbergen wordt benoemd tot plaatsvervangend lid van de Raad voor werk en inkomen op voordracht van de Federatie Nederlandse Vakbeweging voor de periode van 15 februari 2007 tot 1 januari 2010.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen en aan de Raad voor werk en inkomen.

’s-Gravenhage, 22 januari 2007.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H.A.L. van Hoof.

Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht kan door een ambtenaar die door dit besluit rechtstreeks in zijn belang is getroffen hiertegen bezwaar worden gemaakt. Daartoe moet binnen 6 weken na de dag volgend op de datum van bekendmaking een met redenen omkleed bezwaarschrift worden ingediend bij: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, t.a.v. de Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische aangelegenheden, Bureau Ondersteuning Bezwaar en Beroep, Postbus 90801, 2509 LV ’s-Gravenhage. In het bezwaarschrift moet worden aangegeven waarom het besluit niet juist wordt gevonden. Verzocht wordt bij het bezwaarschrift een kopie van dit besluit en van eventuele andere op de zaak betrekking hebbende stukken toe te voegen.

Naar boven