De Minister van Justitie,
Gelet op
– de bevoegdheid van de directeur van de Dienst Justis tot het tekenen van beschikkingen, strekkende tot het beschikbaar stellen dan wel het verhogen van een garantstelling, alsmede daartoe opgestelde bankgaranties;
– de uitvoering van bovengenoemde bevoegdheid, ten aanzien van de Garantstellingsregeling Faillissementscuratoren.
Overwegende dat op grond van het gestelde in artikel 138, tiende lid, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek een curator in het faillissement van een rechtspersoon aan de Minister van Justitie kan verzoeken hem bij wijze van voorschot de benodigde middelen te verschaffen voor:
– het instellen van een rechtsvordering op grond van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling van de voormalig bestuurder of beleidsbepaler, als bedoeld in artikel 9 of in artikel 138 en artikel 248, Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek;
– het instellen van een voorafgaand onderzoek naar de mogelijkheden daartoe.
Overwegende dat het besluit Garantstellingsregeling 2005, dat op 8 januari 2005 in werking is getreden, nadere regels geeft voor de beoordeling van de gegrondheid van verzoeken en de grenzen waarbinnen verzoeken kunnen worden toegewezen.
Overwegende dat sinds 1 januari 1998 de uitvoering van de Garantstellingsregeling onder verantwoordelijkheid van het hoofd van de Productie van de Dienst Justis geschiedt.
Besluit:
Artikel 1
Tot het tekenen van beschikkingen, strekkende tot het beschikbaar stellen dan wel het verhogen van een garantstelling, alsmede de daartoe opgestelde bankgaranties, zijn bevoegd:
1. de teammanager Preventief toezicht op Vennootschappen (tot 50.000 Euro);
2. het hoofd van de afdeling Productie (tot 100.000 Euro);
3. de teammanager Planning, Financiën en Control (tot 50.000 Euro);
4. de Directeur Justis (onbeperkt).
Artikel 2
Tot het tekenen van beschikkingen, strekkende tot verlening van de garantietermijn – de termijn gedurende welke gebruik mag worden gemaakt van de kredietfaciliteit – zijn bevoegd alle in artikel 1 genoemde personen.
Artikel 3
De eindparaaf of garantie wordt nooit gegeven door degene die de zaak heeft behandeld.
Artikel 4
Het Mandaatbesluit Garantstellingsregeling Faillissementscuratoren DBZ 20011 wordt ingetrokken.
Artikel 5
Dit besluit wordt aangehaald als Mandaatbesluit Garantstellingsregeling Faillissementscuratoren Dienst Justis 2007.
Artikel 6
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.