Wijziging Beleidsregel Scholenplanning voortgezet onderwijs 2007 en 2008

Beleidsregel van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 juli 2007, nr. VO/B&B/2007/22911, houdende wijziging Beleidsregel Scholenplanning voortgezet onderwijs 2007 en 2008

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op de artikelen 65, 65a, 75 en 75c van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Besluit:

Artikel I

De Beleidsregel Scholenplanning voortgezet onderwijs 2007 en 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

In hoofdstuk 1 wordt de tekst onder 2.3. als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c wordt vervangen door: c. het intersectoraal programma ‘Technologie in de gemengde leerweg’;

2. De tekst onder 2.3.1. komt te luiden:

Het bevoegd gezag van de school dat het programma Techniek Breed per 1 augustus 2008 wil aanbieden dient in het schooljaar 2008–2009 aan de volgende voorwaarden te voldoen:

a. Het bevoegd gezag dient voor de betreffende school toestemming te hebben voor het aanbieden van ten minste twee afdelingen in de sector Techniek op de vestiging waar het programma zal worden aangeboden;

b. de leerlingen worden in het vrije deel van de door hun gekozen leerweg opgeleid volgens het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vast te stellen examenprogramma Techniek Breed. Voor leerlingen van de gemengde leerweg geldt dat zij hiernaast nog een tweede keuzevak volgen;

c. de leerlingen volgen het gemeenschappelijk deel van de door hun gekozen leerweg en nemen deel aan de daarvoor bestaande centrale examens;

d. de leerlingen volgen in het sectordeel van hun leerweg de sectorvakken behorende bij de sector Techniek, dat wil zeggen wiskunde en natuur- en scheikunde I en nemen deel aan de daarvoor bestaande centrale examens; en

e. de leerlingen nemen deel aan het centraal examen Techniek Breed.

Het bevoegd gezag van de school dat het programma Techniek Breed per 1 augustus 2008 wil aanbieden dient in het schooljaar 2008–2009 aan de volgende voorwaarden te voldoen:

a. Het bevoegd gezag dient voor de betreffende school toestemming te hebben voor het aanbieden van ten minste twee afdelingen in de sector Techniek;

b. de onderdelen b tot en met e in 2.3.1.1.1., zijn van overeenkomstige toepassing.

Het bevoegd gezag van de school dat het programma ICT-route per 1 augustus 2008 wil aanbieden, dient in het schooljaar 2008–2009 aan de volgende voorwaarden te voldoen:

a. Het bevoegd gezag dient voor de betreffende school toestemming te hebben voor het aanbieden van afdelingen in twee of meer van de sectoren Techniek, Economie en Zorg en Welzijn op de vestiging waar het programma zal worden aangeboden;

b. de leerlingen worden in het vrije deel van de door hun gekozen leerweg opgeleid volgens het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vast te stellen examenprogramma ICT-route. Voor leerlingen van de gemengde leerweg geldt dat zij hiernaast nog een tweede keuzevak volgen;

c. de leerlingen volgen het gemeenschappelijk deel van de door hun gekozen leerweg en nemen deel aan de daarvoor bestaande centrale examens;

d. de leerlingen volgen in het sectordeel van hun leerweg de sectorvakken behorende bij een sector die de school aanbiedt en nemen deel aan de daarvoor bestaande centrale examens. Ook is het mogelijk een combinatie van sectorvakken uit de sectoren Economie en Zorg en Welzijn te volgen, indien de school beschikt over deze twee sectoren. De leerlingen volgen in dat geval in het sectordeel van hun leerweg één van de sectorvakken behorende bij de sector economie en één sectorvak behorende bij de sector Zorg en Welzijn en nemen deel aan de daarvoor bestaande centrale examens; en

e. de leerlingen nemen deel aan het centraal examen ICT-route.

Het bevoegd gezag van de school dat het programma ICT-route per 1 augustus 2008 wil aanbieden, dient in het schooljaar 2008–2009 aan de volgende voorwaarden te voldoen:

a. Het bevoegd gezag dient voor de betreffende school toestemming te hebben voor het aanbieden van afdelingen in twee of meer van de sectoren Techniek, Economie en Zorg en Welzijn;

b. De onderdelen b tot en met e in 2.3.1.2.1., zijn van overeenkomstige toepassing.

Het bevoegd gezag van de school dat het programma Technologie per 1 augustus 2008 wil aanbieden, dient in het schooljaar 2008–2009 aan de volgende voorwaarden te voldoen:

a. Het bevoegd gezag dient voor de betreffende school toestemming te hebben voor het aanbieden van afdelingen in twee of meer van de sectoren Techniek, Economie en Zorg en Welzijn;

b. de leerlingen worden in het vrije deel van de door hun gekozen leerweg opgeleid volgens het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vast te stellen examenprogramma Technologie in de gemengde leerweg. De leerlingen volgen hiernaast nog een tweede keuzevak;

c. de leerlingen volgen het gemeenschappelijk deel van de door hun gekozen leerweg en nemen deel aan de daarvoor bestaande centrale examens;

d. de leerlingen volgen in het sectordeel van hun leerweg de sectorvakken behorende bij de sector waarvan zij de uitstroomvariant volgen en nemen deel aan de daarvoor bestaande centrale examens; en

e. de leerlingen nemen deel aan het centraal examen Technologie in de gemengde leerweg.

Het bevoegd gezag van de school dat een uitstroomvariant van het programma Intersectoraal per 1 augustus 2008 wil aanbieden, dient in het schooljaar 2008–2009 aan de volgende voorwaarden te voldoen:

a. Het bevoegd gezag dient op de vestiging waar de uitstroomvariant zal worden aangeboden toestemming te hebben voor:

1. het aanbieden van afdelingen in de sectoren Techniek en Zorg en Welzijn voor wat betreft de uitstroomvariant Technologie en Dienstverlening;

2. het aanbieden van afdelingen in de sectoren Techniek en Economie voor wat betreft de uitstroomvariant Technologie en Commercie;

3. het aanbieden van afdelingen in de sectoren Zorg en Welzijn en Economie voor wat betreft de uitstroomvariant Dienstverlening en Commercie;

b.  de leerlingen worden in het vrije deel van de door hun gekozen leerweg opgeleid volgens het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vast te stellen examenprogramma Technologie & Dienstverlening, Technologie & Commercie of Dienstverlening & Commercie. Voor leerlingen van de gemengde leerweg geldt dat zij hiernaast nog een tweede keuzevak volgen;

c. de leerlingen volgen het gemeenschappelijk deel van de door hun gekozen leerweg en nemen deel aan de daarvoor bestaande centrale examens;

d. de leerlingen volgen in het sectordeel van hun leerweg twee van de sectorvakken behorende bij een sector die de school aanbiedt en nemen deel aan de daarvoor bestaande centrale examens. Ook is het voor de uitstroomvariant ‘Dienstverlening en Commercie’ mogelijk een combinatie van sectorvakken uit de sectoren Economie en Zorg en Welzijn te volgen, indien de school beschikt over beide sectoren. De leerlingen volgen in dat geval in het sectordeel van hun leerweg één van de sectorvakken behorende bij de sector Economie en één sectorvak behorende bij de sector Zorg en Welzijn en nemen deel aan de daarvoor bestaande centrale examens; en

e. de leerlingen nemen deel aan het centraal examen Intersectoraal.

Het bevoegd gezag van de school dat een uitstroomvariant van het programma Intersectoraal per 1 augustus 2008 wil aanbieden, dient in het schooljaar 2008–2009 aan de volgende voorwaarden te voldoen:

a. Het bevoegd gezag dient voor de betreffende school toestemming te hebben voor:

1. het aanbieden van afdelingen in de sectoren Techniek en Zorg en Welzijn voor wat betreft de uitstroomvariant Technologie en Dienstverlening;

2. het aanbieden van afdelingen in de sectoren Techniek en Economie voor wat betreft de uitstroomvariant Technologie en Commercie;

3. het aanbieden van afdelingen in de sectoren Zorg en Welzijn en Economie voor wat betreft de uitstroomvariant Dienstverlening en Commercie;

b. de onderdelen b tot en met e in 2.3.1.4.1., zijn van overeenkomstige toepassing.

Het bevoegd gezag van de school dat het programma Sport, Dienstverlening en Veiligheid in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg per 1 augustus 2008 wil aanbieden dient in het schooljaar 2008–2009 aan de volgende voorwaarden te voldoen:

a. Het bevoegd gezag dient voor de betreffende school toestemming te hebben voor het aanbieden van afdelingen in twee of meer van de sectoren Economie en Zorg en Welzijn op de vestiging waar het programma zal worden aangeboden;

b. de leerlingen worden in het vrije deel van de door hun gekozen leerweg opgeleid volgens het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vast te stellen examenprogramma Sport, Dienstverlening en Veiligheid;

c. de leerlingen volgen tevens het gemeenschappelijk deel van de door hun gekozen leerweg en nemen deel aan de daarvoor bestaande centrale examens;

d. de leerlingen volgen in het sectordeel van hun leerweg twee van de sectorvakken behorende bij de sectoren Economie of Zorg en Welzijn en nemen deel aan de daarvoor bestaande centrale examens. Ook is het mogelijk een combinatie van sectorvakken uit de sectoren Economie en Zorg en Welzijn te volgen, indien de school beschikt over beide sectoren. De leerlingen volgen in dat geval in het sectordeel van hun leerweg één van de sectorvakken behorende bij de sector Economie en één sectorvak behorende bij de sector Zorg en Welzijn en nemen deel aan de daarvoor bestaande centrale examens; en

e. de leerlingen nemen deel aan het centraal examen Sport, Dienstverlening en Veiligheid.

B

In hoofdstuk I vervallen 2.4. en 2.5.

C

De laatste twee volzinnen in 3 worden vervangen door:

Een definitieve en complete aanvraag voor goedkeuring op 1 augustus 2008, dient uiterlijk op 1 januari 2008 te zijn ingediend. Binnen zes maanden na de datum van indiening van de aanvraag kan de beschikking van de Minister tegemoet worden gezien.

D

Hoofdstuk II wordt als volgt gewijzigd:

1. In 2.1.2. , voorlaatste alinea, in de eerste volzin, vervalt de zinsnede ‘het ‘nieuw voor oud’-beleid (onderdeel 3.2) of’.

2. 3.2. vervalt.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H.A. Plasterk.

Toelichting

Algemeen

In de brief aan de Tweede Kamer van 5 april 2007 (Kamerstukken 2006/07, 30 203, nr. 9) is gemeld dat de inwerkingtreding van het wetsvoorstel grotere planningsvrijheid VO niet eerder zal zijn dan met ingang van 1 augustus 2008.

De beleidsregel Scholenplanning 2007 en 2008 zal daarom in elk geval ook in het schooljaar 2007–2008 van toepassing zijn, onder verwerking van enkele technische aanpassingen. Bij de uitvoering van voornoemde beleidsregel in het schooljaar 2006–2007 deden zich bovendien enkele knelpunten voor. De knelpunten kunnen slechts worden weggenomen door enkele wijzigingen in hoofdstuk I van de beleidsregel aan te brengen.

De redenen voor de wijzigingen zijn de volgende:

Hoofdstuk I:

Vanaf schooljaar 2007–2008 worden op verzoek van het Platform Technologie in de Gemengde Leerweg (Platform TGL) de drie ontwikkelde uitstroomvarianten (richting Techniek, Economie en Zorg & Welzijn) ondergebracht in het schoolexamen. Per examenjaar 2008 is er nog maar één (centraal) schriftelijk en praktisch examen dat door alle leerlingen Technologie in de gemengde leerweg wordt afgelegd. Daarom bevat mijn goedkeuring voor het aanbieden van het intersectorale programma Technologie in de gemengde leerweg met ingang van 1 augustus 2007 geen uitstroomvarianten meer. De wijzigingen in het examenprogramma betekenen dat de sectorspecifieke inkleuring in het schoolexamen tot uitdrukking komt. Scholen kunnen zelf bepalen welke inkleuring het schoolexamen krijgt en daarbij onderdelen van een sector aan bod laten komen die men zelf niet aanbiedt in de school. Dit is passend bij de breed oriënterende doelstellingen van het programma TGL.

Voorts acht ik het wenselijk om de voorwaarden voor het verkrijgen van toestemming voor de intersectorale programma’s beter te laten aansluiten bij de regelgeving voor de intrasectorale programma’s. Daartoe zijn de voorwaarden voor toestemming voor het aanbieden van intersectorale programma’s gewijzigd, onderscheidenlijk voor de gemengde leerweg en voor de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen. Met de invoering van bovenstaande wijzigingen wordt de regelgeving verhelderd.

De onderdelen 2.4. en 2.5. kunnen vervallen omdat er met ingang van het schooljaar 2007–2008 elementcodes zijn vastgesteld voor de nieuwe vbo-programma’s en de projectscholen inmiddels over de overbruggingsperiode zijn geïnformeerd.

De regionale arrangementen hebben een grote vlucht genomen. In 2006 en 2007 is het aantal aanvragen voor regionale arrangementen vervijfvoudigd ten opzichte van de daaraan voorafgaande jaren. De grote toename van de regionale arrangementen brengt met zich mee dat de behandelingstermijn van de aanvragen tussen 1 maart en 1 augustus van een jaar onder steeds grotere druk komt te staan. De uiterste inzenddatum van een regionaal arrangement met consequenties voor het onderwijsaanbod op 1 augustus 2008 wordt daarom vervroegd van 1 maart 2008 naar 1 januari 2008.

Hoofdstuk II:

Het ‘nieuw voor oud-beleid’ was ingevoerd ter verbetering van de afstemming van het vmbo-aanbod op de vraag van de leerling, ouders en andere belanghebbenden. In dat kader was het mogelijk om in afwijking van de stichtingsnorm toestemming te verkrijgen voor een school of afdeling voor vbo.

De regionale arrangementen voorzien inmiddels in de zelfde – en zelfs ruimere – mogelijkheden om het vmbo-aanbod te verbeteren. Het ‘nieuw voor oud-beleid’ komt daardoor te vervallen.

Administratieve lasten

De administratieve lasten voor de scholen worden als gevolg van deze beleidsregel niet gewijzigd.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk

Naar boven