Opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen

Blok E13

7 augustus 2007

ET/EM/7094631

De Minister van Economische Zaken,

Procesverloop

- GB Petroleum Ltd (hierna genoemd GB Petroleum) en Oyster Energy B.V. (hierna genoemd Oyster) hebben op 31 juli 2006 ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet (Stb. 2002, 542) een aanvraag om een opsporingsvergunning ingediend voor koolwaterstoffen voor blok E13, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling (Stcrt. 2002, 245) gevoegde kaart.

- Tullow Oil UK Ltd. (hierna genoemd Tullow) heeft op 29 augustus 2006 eveneens een aanvraag om een opsporingsvergunning ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet (Stb. 2002, 542) ingediend voor koolwaterstoffen voor blok E13.

- Naar aanleiding van de onderhavige aanvragen is in het Publicatieblad van de Europese Unie van 11 oktober 2006, nr. C 244, en in de Staatscourant van 9 november 2006, nr. 219, een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen om een opsporingsvergunning voor het blok E13.

- Binnen de periode van dertien weken na plaatsing van bovenbedoelde uitnodiging in het Publicatieblad van de Europese Unie is door GDF Production Nederland B.V. (hierna genoemd GDF), mede namens Wintershall Noordzee B.V. (hierna genoemd Wintershall) op 8 januari 2007 een aanvraag om een opsporingsvergunning voor blok E13 ingediend.

- TNO Bouw en Ondergrond (hierna genoemd TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 26 maart 2007 advies uitgebracht.

- Het Staatstoezicht op de mijnen (hierna genoemd Sodm) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 12 april 2007 advies uitgebracht.

- De Mijnraad heeft op grond van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet op 3 juli 2007 advies uitgebracht (kenmerk MIJR/7070316).

Besluit:

Artikel 1

Aan GDF Production Nederland B.V. en Wintershall Noordzee B.V. wordt een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen verleend.

Artikel 2

De vergunning geldt voor het blok E13, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling (Stcrt. 2002, 245) gevoegde kaart.

Artikel 3

De vergunninghouders geven uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 8 januari 2007 ingediende aanvraag.

Artikel 4

Energie Beheer Nederland B.V. wordt aangewezen als de vennootschap als bedoeld in artikel 82 van de Mijnbouwwet.

Artikel 5

GDF Production Nederland B.V. is de aangewezen persoon als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 6

De vergunning geldt voor een tijdvak van vier jaren, nadat zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 7

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvragers. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,namens deze:
mr. Y. Peters,
MT-lid directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/1410), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven