Subsidieregeling pieken in de delta 2007 gebiedsgerichte programma’s

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 11 juli 2007, nr. WJZ 7084223, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies in het kader van gebiedsgerichte projecten in de gebieden Oost-Nederland, Noordvleugel Randstad, Zuidvleugel Randstad, Zuidwest-Nederland en Zuidoost-Nederland (Subsidieregeling pieken in de delta 2007 gebiedsgerichte programma’s)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies, en artikel 1, eerste lid, onderdeel c, 6, 7, eerste lid, en 11, vierde lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta 2007;

Besluit:

§ 1

Algemene bepalingen

Artikel 1

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de: de Minister van Economische Zaken;

b. de subsidieregeling: de Subsidieregeling pieken in de delta 2007.

2. Voor de definities van gebiedsgericht project, gebiedsgericht programma, ondernemer, onderzoeksorganisatie, publieke cofinancier, openbaar lichaam en programmacommissie is artikel 1 van de subsidieregeling van toepassing.

Artikel 2

Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies op aanvragen op grond van deze regeling, ontvangen in de in artikel 3, genoemde periode bedraagt:

a. voor het gebiedsgericht programma Oost-Nederland € 9.600.000;

b. voor het gebiedsgericht programma Noordvleugel Randstad € 14.520.000;

c. voor het gebiedsgericht programma Zuidvleugel Randstad € 10.000.000;

d. voor het gebiedsgericht programma Zuidwest-Nederland € 2.715.000;

e. voor het gebiedsgericht programma Zuidoost-Nederland € 9.500.000.

Artikel 3

Aanvragen om subsidie op grond van deze regeling moeten zijn ontvangen in de periode die loopt van de tweede dag na plaatsing van deze regeling in de Staatscourant tot en met 31 oktober 2007, 16.00 uur.

Artikel 4

1. Als gebiedsgericht programma voor het gebied Oost-Nederland wordt het programma aangewezen dat is opgenomen in de bij deze regeling opgenomen bijlage 1.

2. Als gebiedsgericht programma voor het gebied Noordvleugel Randstad wordt het programma aangewezen dat is opgenomen in de bij deze regeling opgenomen bijlage 2.

3. Als gebiedsgericht programma voor het gebied Zuidvleugel Randstad wordt het programma aangewezen dat is opgenomen in de bij deze regeling opgenomen bijlage 3.

4. Als gebiedsgericht programma voor het gebied Zuidwest-Nederland wordt het programma aangewezen dat is opgenomen in de bij deze regeling opgenomen bijlage 4.

5. Als gebiedsgericht programma voor het gebied Zuidoost-Nederland wordt het programma aangewezen dat is opgenomen in de bij deze regeling opgenomen bijlage 5.

Artikel 5

In aanvulling op het bepaalde in artikel 10 van de subsidieregeling beslist de Minister in ieder geval afwijzend op een aanvraag indien:

a. de subsidiabele kosten van een gebiedsgericht project dat past in één van de actielijnen van het gebiedsgericht programma Noordvleugel Randstad minder dan € 500.000 bedragen;

b. de subsidiabele kosten van een gebiedsgericht project dat past in één van de actielijnen van het gebiedsgericht programma Zuidvleugel Randstad minder dan € 500.000 bedragen;

c. de subsidiabele kosten van een gebiedsgericht project dat past in één van de actielijnen, met uitzondering van actielijn 2.1, van het gebiedsgericht programma Zuidoost-Nederland minder dan € 250.000 bedragen;

d. de subsidiabele kosten van een gebiedsgericht project dat past in actielijn 2.1 van het gebiedsgericht programma Zuidoost-Nederland minder dan € 1.000.000 bedragen;

e. de subsidiabele kosten van een gebiedsgericht project dat past in één van de actielijnen van het gebiedsgericht programma Oost-Nederland minder dan € 250.000 bedragen.

Artikel 6

In aanvulling op artikel 11, tweede lid, van de subsidieregeling, rangschikt de Minister voor het gebied Oost-Nederland, gehoord de programmacommissie van het gebied Oost-Nederland, de aanvragen zodanig dat een gebiedsgericht project hoger gerangschikt wordt naarmate:

a. een gebiedsgericht project bijdraagt aan meer in het gebiedsgerichte programma gedefinieerde kennisgebieden in het gebied Oost-Nederland;

b. de financiële bijdrage van ondernemers aan een gebiedsgericht project groter is;

c. de kans op continuering van de resultaten na afloop van een gebiedsgericht project groter is;

d. een gebiedsgericht project meer nieuwe economische bedrijvigheid stimuleert in de vorm van meer werkgelegenheid, omzet en export in het gebied Oost-Nederland.

Artikel 7

In aanvulling op het bepaalde in artikel 11, tweede lid, van de subsidieregeling, rangschikt de Minister voor het gebied Noordvleugel Randstad, gehoord de programmacommissie van het gebied Noordvleugel Randstad, de aanvragen zodanig dat een gebiedsgericht project hoger gerangschikt wordt naarmate:

a. een gebiedsgericht project meer bijdraagt aan de samenwerking tussen ondernemers, tussen onderzoeksorganisaties of tussen ondernemers en één of meer onderzoeksorganisaties of publieke cofinanciers in het gebied Noordvleugel Randstad;

b. een gebiedsgericht project innovatiever is;

c. een gebiedsgericht project een grotere bijdrage levert aan de internationale profilering van het gebied Noordvleugel Randstad.

Artikel 8

In aanvulling op het bepaalde in artikel 11, tweede lid, van de subsidieregeling, rangschikt de Minister voor het gebied Zuidvleugel Randstad, gehoord de programmacommissie van het gebied Zuidvleugel Randstad, de aanvragen zodanig dat een gebiedsgericht project hoger gerangschikt wordt naarmate:

a. een gebiedsgericht project een grotere bijdrage levert aan een intensievere samenwerking tussen onderzoeksorganisaties, tussen ondernemers of tussen ondernemers en één of meer onderzoeksorganisaties in het gebied Zuidvleugel Randstad;

b. een gebiedsgericht project meer nieuwe economische bedrijvigheid stimuleert in de vorm van meer werkgelegenheid, omzet en export in het gebied Zuidvleugel Randstad.

Artikel 9

In aanvulling op het bepaalde in artikel 11, tweede lid, van de subsidieregeling, rangschikt de Minister voor het gebied Zuidwest-Nederland, gehoord de programmacommissie van het gebied Zuidwest-Nederland, de aanvragen zodanig dat een gebiedsgericht project hoger gerangschikt wordt naarmate:

a. de financiële participatie van ondernemers in het gebiedsgericht project groter is;

b. een gebiedsgericht project een grotere bijdrage levert aan een intensievere samenwerking tussen een onderzoeksorganisatie, een ondernemer of een publieke cofinancier;

c. een gebiedsgericht project een grotere bijdrage levert aan de verspreiding van de met het project opgedane kennis en ervaring naar ondernemers, onderzoeksorganisaties, gemeenten of openbare lichamen;

d. een gebiedsgericht project meer nieuwe economische bedrijvigheid stimuleert in de vorm van meer werkgelegenheid, omzet en export in het gebied Zuidwest-Nederland;

e. een gebiedsgericht project een grotere bijdrage levert aan een intensievere samenwerking tussen een ondernemer, een onderzoeksorganisatie of een publieke cofinancier in het gebied Zuidwest-Nederland en Vlaanderen.

Artikel 10

In aanvulling op het bepaalde in artikel 11, tweede lid, van de subsidieregeling, rangschikt de Minister voor het gebied Zuidoost-Nederland, gehoord de programmacommissie van het gebied Zuidoost-Nederland, de aanvragen zodanig dat een gebiedsgericht project hoger gerangschikt wordt naarmate:

a. de kans op continuering van de resultaten na afloop van een gebiedsgericht project groter is;

b. een gebiedsgericht project een grotere bijdrage levert aan de nationale en internationale profilering van het gebied Zuidoost-Nederland als toptechnologie regio.

Artikel 11

Voor de rangschikking wegen de in artikel 6 tot en met 10 en de in artikel 11, tweede lid, van de subsidieregeling genoemde criteria even zwaar.

Artikel 12

De Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 Oost-Nederland, de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 Noordvleugel Randstad, de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 Zuidvleugel Randstad, de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 Zuidwest-Nederland en de Subsidieregeling pieken in de delta aanloopjaar 2006 Zuidoost-Nederland worden ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op aanvragen om subsidie die vóór de inwerkingtreding van de voorliggende regeling zijn ingediend en op subsidies die vóór de inwerkingtreding van de voorliggende regeling zijn verstrekt.

Artikel 13

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 14

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling pieken in de delta 2007 gebiedsgerichte programma’s.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 juli 2007.
De Minister van Economische Zaken, M.J.A. van der Hoeven.

Bijlage 1

Gebiedsgericht programma als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta 2007 gebiedsgerichte programma’s.

Deze bijlage behoort bij de regeling van de Minister van Economische Zaken van 11 juli 2007, nr. WJZ 7084223, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies in het kader van gebiedsgerichte projecten in de gebieden Oost-Nederland, Noordvleugel Randstad, Zuidvleugel Randstad, Zuidwest-Nederland en Zuidoost-Nederland (Subsidieregeling pieken in de delta 2007 gebiedsgerichte programma’s)

Gebiedsgericht programma Oost-Nederland

1. Significant meer bedrijfsinvesteringen en toegevoegde waarde in Oost-Nederland op het gebied van Food & Nutrition

In de onderstaande programmalijnen en actielijnen worden onder het ‘kennisgebied Food & Nutrition’ telkens de volgende technologische focusgebieden verstaan: voedingstechnologie, agribusiness (verwerkende industrie), biotechnologie en nutrition (novel foods, functional foods, nutriceutals).

Programmalijn 1.1. Beter en sneller vermarkten van publieke kennis (kennisvalorisatie) op het kennisgebied Food & Nutrition

Inzet is om in Oost-Nederland een versnelling en verbetering te bereiken op het gebied van kennisvalorisatie. De waardeketen ‘kennis-kunde-kassa’ dient sneller te worden doorlopen. De kennis, zoals die bij onderzoeksorganisaties op het kennisgebied Food & Nutrition wordt ontwikkeld, moet door het Food & Nutrition bedrijfsleven sneller worden omgezet in nieuwe producten, processen en diensten.

Actielijn 1.1.1. Verbeteren vraaggerichte samenwerking tussen onderzoeksorganisaties en het in de regio gevestigde bedrijfsleven op het kennisgebied Food & Nutrition

Projecten zullen worden geïnitieerd die de benutting van in onderzoeksorganisaties aanwezige kennis op het kennisgebied Food & Nutrition bij het in Oost-Nederland gevestigde Food & Nutrition bedrijfsleven stimuleren.

Actielijn 1.1.2. Bevorderen toepassing van bestaande kennis (innovatie) op het kennisgebied Food & Nutrition

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling op het kennisgebied Food & Nutrition in Oost-Nederland. Toepassingen van open innovatie, het delen van faciliteiten en ontsluiting van apparatuur passen binnen deze actielijn.

Programmalijn 1.2. Aantrekken en stimuleren van nieuwe bedrijvigheid op het kennisgebied Food & Nutrition

Inzet is de vergroting van het aantal bedrijven in Oost-Nederland dat actief is op het kennisgebied Food & Nutrition, zowel door het acquireren van nieuwe bedrijven als door het stimuleren en begeleiden van (door)startende (MKB) bedrijven.

Actielijn 1.2.1. Acquireren van toonaangevende buitenlandse bedrijven op het kennisgebied Food & Nutrition

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op acquisitie van bedrijven actief op het kennisgebied van Food & Nutrition of de promotie van Oost-Nederland als aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven op het kennisgebied Food & Nutrition. Deze actielijn is gericht op projecten anders dan die worden uitgevoerd in het kader het meerjarenplan 2007–2010 van Oost NV en het daarbij behorende jaarlijkse actieplan.

Actielijn 1.2.2. Stimuleren van kennisintensieve (door)starters op het kennisgebied Food & Nutrition

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op het stroomlijnen van de organisatie van vraag en/aanbod van durfkapitaal of het organiseren van coachingstrajecten voor kennisintensieve (door)starters in Oost-Nederland op het kennisgebied Food & Nutrition. Trajecten gericht op het delen van faciliteiten ten behoeve van kennisintensieve (door)starters in Oost-Nederland op het kennisgebied Food & Nutrition passen binnen deze actielijn.

Actielijn 1.2.3. Ruimte scheppen voor hoogwaardige, kennisintensieve bedrijvenop het kennisgebied Food & Nutrition

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op het tijdig beschikbaar komen van hoogwaardige bedrijventerreinen in Oost-Nederland (bijvoorbeeld science parks) ten behoeve van innovatieve bedrijven op het kennisgebied Food & Nutrition. Projecten gericht op daadwerkelijke aanleg en herstructurering van bedrijventerreinen vallen hier niet onder.

Programmalijn 1.3. Waarborgen van voldoende, kwalitatief hoogwaardige kenniswerkers op het kennisgebied Food & Nutrition

De inzet is er op gericht ervoor zorg te dragen dat bedrijven in Oost-Nederland op het kennisgebied Food & Nutrition de beschikking hebben over een in kwalitatieve en kwantitatieve termen voldoende instroom van kenniswerkers met een opleidingsniveau van HBO of hoger. Effectievere samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijfsleven moet zorgen voor een betere aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs. Hoogwaardige kenniswerkers dienen behouden en aangetrokken te worden voor de regio Oost-Nederland voor het kennisgebied Food & Nutrition.

Actielijn 1.3.1. Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt op het kennisgebied Food & Nutrition

Projecten zullen worden ontwikkeld gericht op een effectievere samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven op het kennisgebied Food & Nutrition in Oost-Nederland ten behoeve van het versterken van leerwegen van universitaire en HBO-opleidingen.

Actielijn 1.3.2. Behouden en aantrekken van hoogwaardige kenniswerkers op het kennisgebied Food & Nutrition

Projecten zullen worden geïnitieerd om werknemers, die het bedrijfsleven op het kennisgebied Food & Nutrition in Oost-Nederland dreigen te verlaten, binnen dit cluster in Oost-Nederland nieuwe uitdagingen te bieden. Daarnaast is deze actielijn ook gericht op het aantrekken van hoogwaardige kenniswerkers voor bedrijven op het kennisgebied Food & Nutrition in Oost-Nederland.

2. Significant meer bedrijfsinvesteringen en toegevoegde waarde in Oost-Nederland op het gebied van Health

In de onderstaande programmalijnen en actielijnen worden onder het ‘kennisgebied Health’ telkens de volgende technologische focusgebieden verstaan: neuroscience, biomedical materials, molecular imaging en medicine en vroegtijdige diagnostiek.

Programmalijn 2.1. Beter en sneller vermarkten van publieke kennis (kennisvalorisatie) op het kennisgebied Health

Inzet is om in Oost-Nederland een versnelling en verbetering te bereiken op het gebied van kennisvalorisatie. De waardeketen ‘kennis-kunde-kassa’ dient sneller te worden doorlopen. De kennis, zoals die bij onderzoeksorganisaties op het kennisgebied Health wordt ontwikkeld, moet door het Health bedrijfsleven sneller worden omgezet in nieuwe producten, processen en diensten.

Actielijn 2.1.1. Verbeteren vraaggerichte samenwerking tussen onderzoeksorganisaties en het in de regio gevestigde bedrijfsleven op het kennisgebied Health

Projecten zullen worden geïnitieerd die de benutting van in onderzoeksorganisaties aanwezige kennis op het kennisgebied Health bij het in Oost-Nederland gevestigde Health bedrijfsleven stimuleren.

Actielijn 2.1.2. Bevorderen toepassing van bestaande kennis (innovatie) op het kennisgebied Health

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling op het kennisgebied Health in Oost-Nederland. Toepassingen van open innovatie, het delen van faciliteiten en ontsluiting van apparatuur passen binnen deze actielijn.

Programmalijn 2.2. Aantrekken en stimuleren van nieuwe bedrijvigheid op het kennisgebied Health

Inzet is de vergroting van het aantal bedrijven in Oost-Nederland dat actief is op het kennisgebied Health, zowel door het acquireren van nieuwe bedrijven als door het stimuleren en begeleiden van (door)startende bedrijven.

Actielijn 2.2.1. Acquireren van toonaangevende buitenlandse bedrijven op het kennisgebied Health

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op acquisitie van bedrijven in Oost-Nederland actief op het kennisgebied Health of de promotie van Oost-Nederland als aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven op het kennisgebied Health. Deze actielijn is gericht op projecten anders dan die worden uitgevoerd in het kader het meerjarenplan 2007–2010 van Oost NV en het daarbij behorende jaarlijkse actieplan.

Actielijn 2.2.2. Stimuleren van kennisintensieve (door)starters op het kennisgebied Health

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op het stroomlijnen van de organisatie van vraag en/aanbod van durfkapitaal, of het organiseren van coachingstrajecten voor kennisintensieve (door)starters in Oost-Nederland op het kennisgebied Health. Trajecten gericht op het delen van faciliteiten ten behoeve van kennisintensieve (door)starters in Oost-Nederland op het kennisgebied Health passen binnen deze actielijn.

Actielijn 2.2.3. Ruimte scheppen voor hoogwaardige, kennisintensieve bedrijven op het kennisgebied Health

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op het tijdig beschikbaar komen van hoogwaardige bedrijventerreinen in Oost-Nederland (bijvoorbeeld science parks) ten behoeve van innovatieve bedrijven op het kennisgebied Health. Projecten gericht op daadwerkelijke aanleg en herstructurering van bedrijventerreinen vallen hier niet onder.

Programmalijn 2.3. Waarborgen van voldoende, kwalitatief hoogwaardige kenniswerkers op het kennisgebied Health

De inzet is er op gericht ervoor zorg te dragen dat bedrijven in Oost-Nederland op het kennisgebied Health de beschikking hebben over een in kwalitatieve en kwantitatieve termen voldoende instroom van kenniswerkers met een opleidingsniveau van HBO of hoger. Effectievere samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijfsleven moet zorgen voor een betere aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs. Hoogwaardige kenniswerkers dienen behouden en aangetrokken te worden voor de regio Oost-Nederland voor het kennisgebied Health.

Actielijn 2.3.1. Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt op het kennisgebied Health

Projecten zullen worden ontwikkeld gericht op een effectievere samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven op het kennisgebied Health in Oost-Nederland ten behoeve van het versterken van leerwegen van universitaire en HBO-opleidingen.

Actielijn 2.3.2. Behouden en aantrekken van hoogwaardige kenniswerkers op het kennisgebied Health

Projecten zullen worden geïnitieerd om werknemers, die het bedrijfsleven op het kennisgebied Health in Oost-Nederland dreigen te verlaten, binnen dit cluster in Oost-Nederland nieuwe uitdagingen te bieden. Daarnaast is deze actielijn ook gericht op projecten gericht op het aantrekken van hoogwaardige kenniswerkers.

3. Significant meer bedrijfsinvesteringen en toegevoegde waarde in Oost-Nederland op het gebied van Technology

In de onderstaande programmalijnen en actielijnen worden onder het ‘kennisgebied Technology’ telkens de volgende technologische focusgebieden verstaan: nano-, microtechnologie en embedded systems, Telematica, Technische materialen, Technische geneeskunde, Mechatronica.

Programmalijn 3.1. Beter en sneller vermarkten van publieke kennis (kennisvalorisatie) op het kennisgebied Technology

Inzet is om in Oost-Nederland een versnelling en verbetering te bereiken op het gebied van kennisvalorisatie. De waardeketen ‘kennis–kunde–kassa’ moet sneller worden doorlopen. De kennis, zoals die bij onderzoeksorganisaties op het kennisgebied Technology wordt ontwikkeld, dient door het Technology bedrijfsleven sneller te worden omgezet in nieuwe producten, processen en diensten.

Actielijn 3.1.1. Verbeteren vraaggerichte samenwerking tussen onderzoeksorganisaties en het in de regio gevestigde bedrijfsleven op het kennisgebied Technology

Projecten zullen worden geïnitieerd die de benutting van in onderzoeksorganisaties aanwezige kennis op het kennisgebied Technology bij het in Oost-Nederland gevestigde Technology bedrijfsleven stimuleren.

Actielijn 3.1.2. Bevorderen toepassing van bestaande kennis (innovatie) op het kennisgebied Technology

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling op het kennisgebied Technology in Oost-Nederland. Toepassingen van open innovatie, het delen van faciliteiten en ontsluiting van apparatuur passen binnen deze actielijn.

Programmalijn 3.2. Aantrekken en stimuleren van nieuwe bedrijvigheid op het kennisgebied Technology

Inzet is de vergroting van het aantal bedrijven in Oost-Nederland dat actief is op het kennisgebied Technology, zowel door het acquireren van nieuwe bedrijven als door het stimuleren en begeleiden van (door)startende bedrijven.

Actielijn 3.2.1. Acquireren van toonaangevende buitenlandse bedrijven op het kennisgebied Technology

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op acquisitie van bedrijven actief op het kennisgebied Technology of de promotie van Oost-Nederland als aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven op het kennisgebied Technology.

Deze actielijn is gericht op projecten anders dan die worden uitgevoerd in het kader het meerjarenplan 2007–2010 van Oost NV en het daarbij behorende jaarlijkse actieplan.

Actielijn 3.2.2. Stimuleren van kennisintensieve (door)starters op het kennisgebied Technology

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op het stroomlijnen van de organisatie van vraag en/aanbod van durfkapitaal, of het organiseren van coachingstrajecten voor kennisintensieve (door)starters in Oost-Nederland op het kennisgebied Technology. Trajecten gericht op het delen van faciliteiten ten behoeve van kennisintensieve (door)starters in Oost-Nederland op het kennisgebied Technology passen binnen deze actielijn.

Actielijn 3.2.3. Ruimte scheppen voor hoogwaardige, kennisintensieve bedrijvenop het kennisgebied Technology

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op het tijdig beschikbaar komen van hoogwaardige bedrijventerreinen in Oost-Nederland (bijvoorbeeld science parks) ten behoeve van innovatieve bedrijven op het kennisgebied Technology. Projecten gericht op daadwerkelijke aanleg en herstructurering van bedrijventerreinen vallen hier niet onder.

Programmalijn 3.3. Waarborgen van voldoende, kwalitatief hoogwaardige kenniswerkers op het kennisgebied Technology

De inzet is er op gericht ervoor zorg te dragen dat bedrijven in Oost-Nederland op het kennisgebied Technology de beschikking hebben over een in kwalitatieve en kwantitatieve termen voldoende instroom van kenniswerkers met een opleidingsniveau van HBO of hoger. Effectievere samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijfsleven moet voor een betere aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs zorgen. Hoogwaardige kenniswerkers dienen behouden en aangetrokken te worden voor de regio Oost-Nederland voor het kennisgebied Technology.

Actielijn 3.3.1. Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt op het kennisgebied Technology

Projecten zullen worden ontwikkeld gericht op een effectievere samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven op het kennisgebied Technology in Oost-Nederland ten behoeve van het versterken van leerwegen van universitaire en HBO-opleidingen.

Actielijn 3.3.2. Behoud en aantrekken van hoogwaardige kenniswerkers op het kennisgebied Technology

Projecten zullen worden geïnitieerd om werknemers, die het bedrijfsleven op het kennisgebied Technology in Oost-Nederland dreigen te verlaten, binnen dit cluster in Oost-Nederland nieuwe uitdagingen te bieden. Daarnaast is deze actielijn ook gericht op projecten die gericht zijn op het aantrekken van hoogwaardige kenniswerkers.

Bijlage 2

Gebiedsgericht programma als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta 2007 gebiedsgerichte programma’s.

Deze bijlage behoort bij de regeling van de Minister van Economische Zaken van 11 juli 2007,

nr. WJZ 7084223, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies in het kader van gebiedsgerichte projecten in de gebieden Oost-Nederland, Noordvleugel Randstad, Zuidvleugel Randstad, Zuidwest-Nederland en Zuidoost-Nederland (Subsidieregeling pieken in de delta 2007 gebiedsgerichte programma’s)

Gebiedsgericht programma Noordvleugel Randstad

A. Creatieve industrie

Programmalijn A1. Het scheppen van randvoorwaarden voor de uitbouw van de creatieve industrie in het gebied Noordvleugel Randstad

Projecten dragen bij aan de ontwikkeling van de creatieve industrie in het gebied Noordvleugel Randstad door het verbinden van verschillende onderdelen van de creatieve industrie, het stimuleren van samenwerking tussen de creatieve industrie en andere economische sectoren, het investeren in creatief talent of het verbeteren van de internationale positie. Onder creatieve industrie vallen kunsten, ICT, (nieuwe) media, entertainment en creatieve zakelijke dienstverlening.

Actielijn A1b. Het investeren in creatief talent

Projecten richten zich op het beschikbaar komen van fysieke ruimte voor bedrijven in de creatieve industrie in het gebied Noordvleugel Randstad, aan het samenbrengen, adviseren en versterken van talent of aan het ontwikkelen van een topinstituut in het gebied Noordvleugel Randstad.

Actielijn A1c. Het stimuleren van doorgroei van startende bedrijven

Projecten richten zich op de doorgroei van innovatieve, startende bedrijven, het verbeteren van ondernemerscompetenties en het verbeteren van de toegang tot de kapitaalmarkt van bedrijven in de creatieve industrie in het gebied Noordvleugel Randstad.

Actielijn A1d. Proactieve en doelgerichte internationale profilering en acquisitie

Projecten richten zich op proactieve en doelgerichte internationale profilering en acquisitie van bedrijven voor vestiging in het gebied Noordvleugel Randstad als toplocatie voor creatieve industrie en acquisitie van internationale bedrijven in de creatieve industrie door middel van het ontwikkelen en uitvoeren van publiciteitscampagnes of een evenement met internationale potentie gericht op netwerkvorming. Zo veel mogelijk worden kruisverbanden gelegd met andere sectoren op wereldtopniveau. Ook projecten gericht op de bevordering van export door bedrijven in de creatieve industrie in het gebied Noordvleugel Randstad of op de bundeling van regionale initiatieven gericht op acquisitie van bedrijven in de creatieve sector passen in deze actielijn.

B. Life Sciences en medisch cluster

Programmalijn B1. Versnellen van de groei van het Life Sciences en medisch cluster

Projecten dragen bij aan het versnellen van de groei van activiteiten gericht op de ontwikkeling en toepassing van moleculaire biologische en celbiologische technieken die leiden tot economische activiteiten of activiteiten gekoppeld aan de economische aspecten van de gezondheidszorg (‘Life Sciences en medisch cluster’) in de Noordvleugel Randstad.

Actielijn B1a. Organiserend vermogen van de kennisinfrastructuur vergroten

Projecten richten zich op het tot stand komen van een betere samenhang tussen de activiteiten die regionaal ingezet worden ter bevordering van het life sciences en medisch cluster in het gebied Noordvleugel Randstad. Hierbij is samenwerking met het life sciences en medisch cluster in het gebied Zuidvleugel Randstad of het gebied (Zuid) Oost-Nederland mogelijk. Projecten die bijdragen aan netwerkvorming tussen bedrijven, onderzoeksorganisaties, financiers, overheden of andere relevante partijen in het life sciences en medisch cluster in het gebied Noordvleugel Randstad vallen ook onder deze actielijn.

Actielijn B1b. Bevorderen van de groei van het Life Sciences en medisch cluster

Projecten richten zich op het verbeteren van de voorwaarden voor verdere groei van het Life Sciences en medisch cluster in het gebied Noordvleugel Randstad. Projecten zijn gericht op grotere aandacht voor ondernemerschap in het curriculum van de opleidingen in de life sciences en het medisch cluster in het gebied Noordvleugel Randstad, het versnellen van het valorisatie- en commercialisatieproces van kennis, het verbeteren van ondernemerscompetenties, het bevorderen van probleemgerichte en vraaggestuurde innovatie, de verbetering van de toegang tot de kapitaalmarkt, het delen van faciliteiten, verbetering van de bedrijfsvestigingsvoorwaarden of op internationale profilering van het life sciences en medisch cluster in het gebied Noordvleugel Randstad.

C. Innovatieve logistiek en handel

Programmalijn C1. Het ondersteunen van de ontwikkeling van kansrijke clusters met een grote toegevoegde waarde

Projecten dragen bij aan het versterken van de clusters aerospace (materieel, applicatiesoftware, technologie, training), mode, fresh (geconditioneerd vervoerde goederen) en medisch/life sciences (pharma, biotechnologie, medische technologie) in het gebied Noordvleugel Randstad.

Actielijn C1a. Integrale Ketenaanpak van kansrijke sectoren, waarbij een koppeling wordt gelegd tussen logistiek en andere onderdelen van de keten

Projecten richten zich op het faciliteren van de logistieke ketens in de clusters aerospace (materieel, applicatiesoftware, technologie, training), mode, fresh (geconditioneerd vervoerde goederen) en medisch/life sciences (pharma, biotechnologie, medische technologie) in het gebied Noordvleugel Randstad, of van de logistieke ketens in andere clusters die in potentie uit kunnen groeien tot ketens van substantieel economisch belang voor het gebied Noordvleugel Randstad. Bij het faciliteren van deze ketens gaat het om integratie van diensten, het creëren van samenwerkingsmogelijkheden, het vergroten van de naamsbekendheid of gezamenlijke positionering/marketing.

Programmalijn C2. Het versterken van ontwikkeling op logistiek gebied

Projecten richten zich op het bundelen en verbeteren van kennis op logistiek gebied, het verbeteren van de aansluiting van logistieke opleidingen op het bedrijfsleven of het ontwikkelen en stroomlijnen van logistieke processen en technologieën in het gebied Noordvleugel Randstad.

Actielijn C2a. Ontwikkelen van logistieke processen en technologieën

Projecten richten zich op het stroomlijnen van processen of het ontwikkelen van technologieën in het gebied Noordvleugel Randstad waardoor de administratieve en fysieke stromen in het logistieke proces geoptimaliseerd worden, met aandacht voor intermodale vervoerconcepten (multimodaliteit).

D. Toerisme en congressen

Programmalijn D1. versterken van de internationale concurrentiepositie door verbeteren van stedentoerisme en vernieuwen van toeristische sterktes

Projecten dragen bij aan het verbeteren van internationaal stedentoerisme of het innoveren van toeristische dienstverlening, congressen en producten in het gebied Noordvleugel Randstad.

Actielijn D1a. Verbeteren van het internationale stedentoerisme en ontwikkeling nieuwe markten via wisselwerking regio en Amsterdam.

Projecten op regionale schaal richten zich op het beter benutten van hotelcapaciteit en congresfaciliteiten in het gebied Noordvleugel Randstad, integrale promotie van het gebied Noordvleugel Randstad (met Amsterdam als internationale toeristische trekpleister) of een betere presentatie van sterkten op het gebied van creativiteit en historie.

Actielijn D1b. Realiseren onderscheidende attracties en evenementen

Projecten richten zich op het realiseren van nieuwe onderscheidende internationale attracties en aan het realiseren van een nieuw grootschalig terugkerend evenement in het gebied Noordvleugel Randstad.

Programmalijn D2. Versterken van de internationale concurrentiepositie

Projecten dragen bij aan het versterken van de internationale concurrentiepositie van het gebied Noordvleugel Randstad als toplocatie voor congressen en tentoonstellingen of het ontwikkelen van een profilering op de sectorale speerpunten creatieve industrie, life sciences en medisch cluster, innovatieve logistiek en handel, kennisintensieve zakelijke diensten, toerisme en congressen in de Noordvleugel Randstad.

Actielijn D2a. Versterken van de concurrentiepositie in het congres- en tentoonstellingswezen.

Projecten richten zich op het stimuleren van samenwerking in de Noordvleugel Randstad bij het organiseren van congressen en tentoonstellingen of acquisitie in het gebied Noordvleugel Randstad van wetenschappelijke congressen

Actielijn D2b. Het bereiken van nieuwe markten

Projecten richten zich op het versterken van de samenwerking tussen bedrijven en overheden in het gebied Noordvleugel Randstad gericht op het beter toesnijden van het toeristisch product van het gebied Noordvleugel Randstad op de wensen van de (zakelijke) toeristen uit Azië.

Actielijn D2c. Het ontwikkelen van een profilering op sectorale speerpunten

Projecten richten zich op het ontwikkelen van het imago in het buitenland van de Noordvleugel Randstad op het gebied van life sciences en medisch cluster, creatieve industrie, logistiek en kennisintensieve zakelijke diensten.

E. Innovatie Kennis

Programmalijn E1. Versterking van het kennisnetwerk, van relaties tussen onderzoeksorganisaties en bedrijven en van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Projecten dragen bij aan versterking van het kennisnetwerk, van de relaties tussen onderzoeksorganisaties en bedrijven of van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt in de Noordvleugel Randstad.

Actielijn E1a. Het verbeteren van de wisselwerking tussen onderzoeksorganisaties en bedrijven

Projecten richten zich op commercialisering van kennis of op het formuleren van de eisen die bedrijven in het gebied Noordvleugel Randstad stellen ten aanzien van de vaardigheden en kennis waarover hun personeel moet beschikken en het laten aansluiten van het onderwijs in het gebied Noordvleugel Randstad op die eisen.

Programmalijn E2. Verbeteren van het innovatieve vermogen van kennisintensieve zakelijke diensten en het toegankelijk maken van innovaties op dit gebied

Projecten dragen bij aan het verbeteren van het innovatieve vermogen van kennisintensieve zakelijke diensten en het toegankelijk maken van innovaties op dit gebied voor MKB bedrijven in het gebied Noordvleugel Randstad. Tot de kennisintensieve zakelijke diensten worden bedrijven gerekend in de productie-intensieve diensten (banken, verzekeringswezen, pensioenfondsen, telecommunicatie) en de professionele, kennisintensieve diensten (financiële dienstverlening, advocatuur, management consulting en ICT consulting).

Actielijn E2a. Verbeteren van het organiserend vermogen van het cluster kennisintensieve zakelijke diensten.

Projecten richten zich op het verbeteren van het innoverend vermogen van bedrijven en o in het cluster kennisintensieve zakelijke diensten in het gebied Noordvleugel door het versterken van de kennisbasis of het ontwikkelen van ICT gebaseerde (overheids)diensten.

Actielijn E2b. Innovaties op het gebied van kennisintensieve zakelijke diensten

Projecten richten zich op de formulering en uitwerking van sectoroverstijgende innovatiestrategieën, het opstellen door bedrijven in het cluster kennisintensieve zakelijke diensten in het gebied Noordvleugel Randstad van gezamenlijke toekomstscenario’s voor de ontwikkeling van markten en technologie(ën) en daaruit voortvloeiende bedrijfsstrategieën (‘business roadmaps’), of de ontwikkeling en verkenning van de implementatie van in of buiten het cluster toepasbare innovaties in producten en diensten door bedrijven in het cluster kennisintensieve zakelijke diensten in het gebied Noordvleugel Randstad.

Bijlage 3

Gebiedsgericht programma als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta 2007 gebiedsgerichte programma’s.

Deze bijlage behoort bij de regeling van de Minister van Economische Zaken van 11 juli 2007,

nr. WJZ 7084223, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies in het kader van gebiedsgerichte projecten in de gebieden Oost-Nederland, Noordvleugel Randstad, Zuidvleugel Randstad, Zuidwest-Nederland en Zuidoost-Nederland (Subsidieregeling pieken in de delta 2007 gebiedsgerichte programma’s)

Gebiedsgericht programma Zuidvleugel Randstad

A. Vergroting economisch rendement Haven en industrie Complex Zuidvleugel

Programmalijn A1. Versterking concurrentiepositie Food Port

Inzet is de versterking van de concurrentiepositie van het gebied Zuidvleugel Randstad als toplocatie voor handel, logistiek en kwaliteitszorg van vers voedsel (‘food port’) door meer synergie in de activiteiten van bedrijven en onderzoeksorganisaties op het gebied van handel, logistiek en kwaliteitszorg van vers voedsel te stimuleren en door de inzet van informatie- en communicatietechnologie voor een systeem van dynamisch verkeersmanagement ten behoeve van de vlotte afhandeling van vervoersstromen in Haven en Industrie Complex en glastuinbouw.

Actielijn A1a. Versterken food port

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op het bevorderen van de samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en onderzoeksorganisaties ten behoeve van de ontwikkeling van het gebied Zuidvleugel Randstad als toplocatie voor handel, logistiek en kwaliteitszorg van vers voedsel (‘food port’).

Actielijn A1b. Dynamisch verkeersmanagement voor HIC en Glastuinbouw

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op de toepassing van informatie- en communicatietechnologie voor een systeem van dynamisch verkeersmanagement ten behoeve van de vervoersstromen van Haven en Industrie Complex en Glastuinbouw in het gebied Zuidvleugel Randstad.

Programmalijn A2. Betere benutting kennis- en opleidingsinfrastructuur voor procesefficiency in de (petro) chemische industrie

Inzet is om de bestaande kennis- en opleidingsinfrastructuur in het gebied Zuidvleugel Randstad beter te benutten voor innovatie en kennisontwikkeling ten behoeve van de procesefficiency in de chemie in het Haven en Industrie Complex.

Actielijn A2a. Efficiency productieprocessen

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op het verbeteren van de procesefficiency in de (petro) chemie door het door toeleverende bedrijven en onderzoeksorganisaties in het gebied Zuidvleugel Randstad toepassen en in de praktijk testen van actuele technologische kennis.

Programmalijn A3. Betere aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs in Haven- en Industrie Complex

Inzet is om het onderwijs in het gebied Zuidvleugel Randstad beter te laten aansluiten op de vraag naar de kennis en vaardigheden van personeel bij bedrijven in chemie en logistiek in het Haven- en Industrie Complex in het gebied Zuidvleugel Randstad.

Actielijn A3a. Aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs HIC

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op het formuleren van de eisen die bedrijven in chemie en logistiek in het Haven- en Industrie Complex in het gebied Zuidvleugel Randstad stellen ten aanzien van de vaardigheden en kennis waarover hun personeel moet beschikken en het laten aansluiten van het (v)mbo-onderwijs in het gebied Zuidvleugel Randstad op die eisen. Aan de uitvoering van het project leveren tenminste één beroepsonderwijsinstelling en één MKB-ondernemer een substantiële bijdrage.

B. Versterking innovaties in glastuinbouw toeleveranciers

Programmalijn B1. Bredere toepassing van kennis in en om de kas

Ingezet wordt op de bredere toepassing van kennis bij bedrijven en onderzoeksorganisaties in het gebied Zuidvleugel Randstad ten aanzien van de bouw van kassen en hoogwaardige systemen in en om de kas, gericht op versterking van de concurrentiepositie van het cluster van toeleveranciers aan de glastuinbouw.

Actielijn B1a. Innovaties in kassenbouw en high tech systemen in de glastuinbouw

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op (bredere toepassing van) innovaties in kassenbouw en hoogwaardige systemen in en om de kas in het gebied Zuidvleugel Randstad met betrekking tot robots in kassen, mechatronica, ICT, energie, systemen voor sorteren, verpakken en bundelen en monitoring & control tijdens het productieproces met toepassing van sensoren en radio frequency identification (RFID). Daartoe horen ook projecten gericht op de bundeling van kennis op deze terreinen. Aan de uitvoering van het project leveren tenminste één onderzoeksorganisatie en één bedrijf een substantiële bijdrage.

Programmalijn B2. Betere aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs in het glastuinbouwtoeleverancierscluster

Inzet is om het onderwijs in het gebied Zuidvleugel Randstad beter te laten aansluiten op de vraag naar de kennis en vaardigheden van personeel bij bedrijven in het glastuinbouwtoeleverancierscluster in het gebied Zuidvleugel Randstad.

Actie B2a. Aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs glastuinbouwtoeleveranciers

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op het formuleren van de eisen die bedrijven in het glastuinbouwcluster in het gebied Zuidvleugel Randstad stellen ten aanzien van de vaardigheden en kennis waarover hun personeel moet beschikken als gevolg van de invoering van nieuwe technologieën en werkprocessen in de kas, en op het laten aansluiten van het (v)mbo-onderwijs in het gebied Zuidvleugel Randstad op die eisen. Aan de uitvoering van het project leveren tenminste één beroepsonderwijsinstelling en één MKB-ondernemer een substantiële bijdrage.

C. Versterking cluster internationaal recht, vrede en veiligheid

Programmalijn C1. Vergroting economische spin-off in security

Ingezet wordt op vergroting van de economische spin-off van de kennis bij bedrijven en onderzoeksorganisaties in het gebied Zuidvleugel Randstad met betrekking tot technologie ten behoeve van terrorismebestrijding en handhaving van de openbare orde.

Actielijn C1a. Versterking toepassing technologie ten behoeve van terrorismebestrijding en openbare orde handhaving

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op meer bedrijvigheid in, en de (bredere) toepassing van bij bedrijven en onderzoeksorganisaties in het gebied Zuidvleugel Randstad aanwezige kennis van, technologie ten behoeve van terrorismebestrijding en openbare orde handhaving.

Programmalijn C2. Vergroting economische spin-off internationale opleidingen

Ingezet wordt op vergroting van de economische spin-off van internationale opleidingen, expertise en andere vormen van juridische dienstverlening op het gebied van internationaal recht, vrede en veiligheid die aangeboden worden door onderzoeksorganisaties en organisaties in het gebied Zuidvleugel Randstad op dat gebied.

Actielijn C2a. Vergroting bedrijvigheid rond internationale opleidingen recht, vrede en veiligheid

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op meer bedrijvigheid in het gebied Zuidvleugel Randstad op het terrein van het bieden van internationale opleidingen en het ontwikkelen van andere vormen van juridische en rechtsstatelijke dienstverlening op het gebied van internationaal recht, vrede en veiligheid.

Actielijn C2b. Aansluiting arbeidsmark en onderwijs internationaal recht, vrede en veiligheid

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op het formuleren van de eisen die instellingen en bedrijven in op het gebied van internationaal recht, vrede en veiligheid in het gebied Zuidvleugel Randstad stellen aan de vaardigheden en kennis waarover haar personeel moet beschikken en het laten aansluiten van het bacheloronderwijs in het gebied Zuidvleugel Randstad op die eisen.

D. Versterking van de economische activiteiten in de life & health sciences door betere benutting van kennis

Programmalijn D1. Verbeteren van het organiserend vermogen van het cluster

Ingezet wordt op het verbeteren van het vermogen van bedrijven in de life & health sciences in het gebied Zuidvleugel Randstad om hun behoefte aan kennis te formuleren en te bundelen en in die behoefte te voorzien door commerciële benutting van aanbod van kennis in het gebied Zuidvleugel Randstad.

Actielijn D1a. Vraagarticulatie op het terrein van de life & health sciences

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op het formuleren van de vraag van ondernemers in het gebied Zuidvleugel Randstad naar commercieel toepasbare kennis op het gebied van life & health sciences, en op het gebied van medische technieken en -instrumenten. Projecten kunnen tevens omvatten het opsporen en beschikbaar stellen van het kennisaanbod in het gebied Zuidvleugel Randstad dat geschikt is om aan deze vraag te voldoen. Projecten gericht op fundamenteel en industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling vallen daar niet onder.

Programmalijn D2. Betere aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs in life & health sciences

Inzet is om het onderwijs in het gebied Zuidvleugel Randstad beter te laten aansluiten op de vraag naar de kennis en vaardigheden van personeel bij bedrijven in het life & health sciences cluster in het gebied Zuidvleugel Randstad.

Actielijn D2a. Aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs life & health sciences

Projecten zullen worden geïnitieerd gericht op het formuleren van de eisen die bedrijven in het cluster life & health sciences in het gebied Zuidvleugel Randstad stellen ten aanzien van de vaardigheden en kennis waarover hun personeel moet beschikken, en op het laten aansluiten van het (v)mbo-onderwijs in het gebied Zuidvleugel Randstad op die eisen. Aan de uitvoering van het project leveren tenminste één beroepsonderwijsinstelling en één MKB-ondernemer een substantiële bijdrage.

Bijlage 4

Gebiedsgericht programma als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta 2007 gebiedsgerichte programma’s.

Deze bijlage behoort bij de regeling van de Minister van Economische Zaken van 11 juli 2007,

nr. WJZ 7084223, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies in het kader van gebiedsgerichte projecten in de gebieden Oost-Nederland, Noordvleugel Randstad, Zuidvleugel Randstad, Zuidwest-Nederland en Zuidoost-Nederland (Subsidieregeling pieken in de delta 2007 gebiedsgerichte programma’s)

Gebiedsgericht programma Zuidwest-Nederland

A. Procesindustrie: aan de top blijven als internationaal sterk competitieve regio

A1. Programmalijn maintenance: internationale hotspot hoogwaardig technologisch onderhoud

De ambitie is dat Zuidwest-Nederland in 2010 het gebied is dat excelleert op het gebied van hoogwaardig technisch onderhoud (maintenance). Daartoe wordt ingezet op de ontwikkeling van nieuwe methoden, technologieën, producten en diensten op het gebied van maintenance van de kapitaalintensieve complexen in het gebied Zuidwest-Nederland. Ook wordt ingezet op de ontwikkeling van kennis en het vermarkten en de verspreiding hiervan door onderzoeksorganisaties of bedrijven in het gebied Zuidwest-Nederland, ten einde nieuwe bedrijfsontwikkelingen bij bestaande bedrijven te bevorderen of nieuwe bedrijven aan te trekken.

Actielijn A1a. ontwikkelen en implementeren van geavanceerde kennis op het gebied van maintenance

Projecten hebben tot doel om door middel van samenwerking tussen bedrijven onderling of met onderzoeksorganisaties bij de ontwikkeling en toepassing van nieuwe onderhoudstechnologieën, de concurrentiepositie van de kapitaalintensieve procesindustrie in Zuidwest-Nederland te versterken.

Actielijn A1b. verzamelen, ontsluiten en vermarkten van maintenance-kennis en -⁠toepassingen

Projecten hebben tot doel om de bij bedrijven en onderzoeksorganisaties in het maintenancecluster in Zuidwest-Nederland aanwezige praktische kennis en toepassingen op het gebied van maintenance te verzamelen en toegankelijk te maken voor het midden- en kleinbedrijf in het maintenancecluster in Zuidwest-Nederland.

Actielijn A1c. inrichting, promotie en samenhang maintenance opleidingen

Projecten zijn gericht op het verbeteren van de samenwerking tussen MBO en HBO-maintenance-opleidingen in Zuidwest-Nederland en op het beter doen aansluiten van het aangeboden onderwijs in deze maintenance-opleidingen op de eisen die bedrijven in het maintenancecluster in Zuidwest-Nederland stellen ten aanzien van de vaardigheden en kennis van personeel. Aan de uitvoering van het project leveren tenminste één beroepsonderwijsinstelling en één ondernemer een substantiële bijdrage.

Actielijn A1d. Het stimuleren van nieuwe bedrijvigheid op het gebied van maintenance en de daarmee direct samenhangende bedrijvigheid binnen de maintenance-keten

Projecten hebben tot doel om meer innovatieve bedrijvigheid op het gebied van maintenance en de daarmee direct samenhangende bedrijvigheid binnen de maintenanceketen op het gebied van logistiek en ICT in Zuidwest-Nederland te bevorderen en daarmee bij te dragen aan versterking en verbreding van het maintenancecluster in Zuidwest-Nederland.

A2. Programmalijn bio-energie: Zuidwest-Nederland centrum voor nieuwe energiebronnen.

De ambitie is dat Zuidwest-Nederland in 2010 het centrum is waar ontwikkeling, productie en toepassing van bio-energie plaatsvindt. De inzet is gericht op het ontwikkelen en toepassen van bio-energiebronnen en aantrekken van nieuwe bedrijvigheid op het gebied van ontwikkeling, productie en toepassing van bio-energie in Zuidwest-Nederland.

Actielijn A2a. ontwikkelen en vermarkten van kennis en toepassingen van duurzaam grondstoffengebruik en bio- energievoorziening.

Projecten hebben tot doel om de concurrentiepositie van de bio-energiesector in Zuidwest-Nederland te versterken door middel van samenwerking tussen bedrijven onderling of met onderzoeksorganisaties in Zuidwest-Nederland op het gebied van de ontwikkeling van nieuwe technologie voor duurzaam grondstoffenverbruik, bio-energievoorziening en een beter gebruik van bestaande reststromen. De technologie zal moeten voldoen aan eisen die in de toekomst gesteld gaan worden inzake leveringsbetrouwbaarheid, CO2 neutraliteit, milieuvriendelijkheid en efficiency. Projecten dragen bij aan de realisatie van een schaalsprong ten opzichte van de ons omringende landen.

B. Logistiek: logistieke hotspot tussen twee mainports.

B1. Programmalijn: aantrekken nieuwe logistieke bedrijvigheid

De ambitie is om meer logistieke dienstverleners naar Zuidwest-Nederland te trekken door middel van verbetering van het vestigingsklimaat en door middel van gezamenlijke internationale promotie van Zuidwest-Nederland als aantrekkelijke vestigingsplaats voor logistieke dienstverleners. Beoogd resultaat is het aantrekken van nieuwe goederenstromen met een hoge(re) toegevoegde waarde.

Actielijn B1a. gerichte positionering van Zuidwest-Nederland als logistieke topregio

Projecten hebben tot doel om Zuidwest-Nederland als vestigingsplaats voor toonaangevende logistieke dienstverleners in binnen- en buitenland te promoten. Dit zal in nauwe samenwerking tussen onderzoeksorganisaties, bedrijven en overheden uit Zuidwest-Nederland moeten geschieden.

Actielijn B1b. professionalisering, promotie en samenhang logistieke opleidingen in aansluiting op vraag arbeidsmarkt

Projecten hebben tot doel om te komen tot een adequate opleidingsstructuur en vergroting van de instroom van studenten en leerlingen in het logistieke vakgebied in Zuidwest-Nederland. Daarbij zal kwalitatief hoogwaardig onderwijs worden afgestemd op de toekomstige vraag. De samenhang tussen de logistieke opleidingen op HBO-, MBO- en VMBO-niveau in Zuidwest-Nederland dient daarbij versterkt te worden.

B2. Programmalijn: innovatie binnen bestaande logistieke ketens

De ambitie is om vernieuwingen en doorbraken in de productie- en distributieketen te realiseren door nieuwe kennis en concepten toe te passen bij bedrijven in Zuidwest-Nederland, of door het uitwisselen van logistieke kennis en logistieke concepten, die bovendien snel en gemakkelijk toegankelijk gemaakt worden voor logistieke bedrijven in Zuidwest-Nederland.

Actielijn B2a. uitwisseling kennis en kunde tussen grootbedrijf en midden- en kleinbedrijf

Projecten zijn gericht op het stimuleren van de toepassing van innovatieve concepten door bedrijven in Zuidwest-Nederland door gebruik te maken van kennis van grote bedrijven of onderzoeksorganisaties in Zuidwest-Nederland of op het door grote bedrijven en MKB-bedrijven in Zuidwest-Nederland gezamenlijk ontwikkelen en toepassen van nieuwe innovaties. De daarmee ontwikkelde kennis wordt algemeen beschikbaar gesteld voor het bedrijfsleven.

B3. Programmalijn: innovatie tussen bestaande logistieke ketens

De ambitie is om grotere goederenstromen naar Zuidwest-Nederland te halen en deze efficiënter te verwerken door het optimaal benutten van de multimodale knooppunten in het gebied Moerdijk–Terneuzen–Vlissingen in combinatie met het slim combineren en koppelen van logistieke stromen en modaliteiten van afzonderlijke bedrijven in Zuidwest-Nederland. Aansluiting op de wensen van de producenten of verladers nu en in de toekomst is daarbij een voorwaarde.

Actielijn B3a. bevorderen van efficiënte en gebundelde logistieke stromen

Projecten hebben tot doel om de multimodale capaciteit in Zuidwest-Nederland te vergroten en bij te dragen aan betere benutting en afstemming van verschillende modaliteiten (spoor, water, weg, buisleiding) in Zuidwest-Nederland, waardoor efficiëntere en gebundelde logistieke stromen ontstaan.

C. Toerisme: trendbreuk en optimaliseren toeristisch potentieel

C1. Programmalijn: aantrekken van kwalitatief hoogwaardige, innoverende bedrijven en nieuwe markten

De ambitie is om de concurrentiepositie van Zuidwest-Nederland als toeristische bestemming te vergroten door het aantrekken van kwalitatief hoogwaardige en innoverende bedrijven en investeerders die bereid en in staat zijn om te investeren in de ontwikkeling van nieuwe aansprekende toeristische producten in Zuidwest-Nederland in samenwerking met bedrijven in de zorg, agri-business, cultuur of watergerelateerde bedrijven in Zuidwest-Nederland.

Actielijn C1a. innovaties bevorderen in product–marktcombinaties

Projecten zijn gericht op het identificeren en tot stand brengen van kansrijke allianties tussen de toeristische sector en andere sectoren in Zuidwest-Nederland, die leiden tot nieuwe producten waarmee nieuwe markten worden bereikt voor Zuidwest-Nederland, of op innovaties van het bestaande aanbod aan toeristische producten van Zuidwest-Nederland. De projecten dienen in alle gevallen een substantiële bijdrage te leveren aan de groei van de toeristische economie in Zuidwest-Nederland.

C2. Programmalijn: versterken en ontsluiten van de kennisinfrastructuur

De ambitie is de opbouw van een kennisnetwerk in Zuidwest-Nederland waardoor praktisch toepasbare kennis over toerisme wordt opgebouwd, toegankelijk gemaakt en verspreid. Dit netwerk omvat bestaande onderzoeksorganisaties, toeristische ondernemers en overheden in Zuidwest-Nederland. Projecten dienen een versnelling te realiseren in de innovatie en vermarkting van het toeristisch product in Zuidwest-Nederland

Actielijn C2a. kennisnetwerk voor toeristische innovatie

Projecten zijn gericht op het beschikbaar komen van kennis die aansluit op kennisvragen van ondernemers en overheden in Zuidwest-Nederland voor de productontwikkeling en de vermarkting van het toeristisch product Zuidwest-Nederland.

Bijlage 5

Gebiedsgericht programma als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta 2007 gebiedsgerichte programma’s.

Deze bijlage behoort bij de regeling van de Minister van Economische Zaken van 11 juli 2007,

nr. WJZ 7084223, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies in het kader van gebiedsgerichte projecten in de gebieden Oost-Nederland, Noordvleugel Randstad, Zuidvleugel Randstad, Zuidwest-Nederland en Zuidoost-Nederland (Subsidieregeling pieken in de delta 2007 gebiedsgerichte programma’s)

Gebiedsgericht programma Zuidoost-Nederland

Programmalijn 1: Kennis

Het stimuleren van de (eu-regionale) samenwerking bij gerichte kennisontwikkeling op de kennisassen high tech systemen & materialen, food & nutrition en life sciences & medische technologie in Zuidoost-Nederland.

Actielijn 1.1.

Het stimuleren van de (eu-)regionale samenwerking op het gebied van de kennisontwikkeling voor high tech systemen en materialen in Zuidoost-Nederland.

Projecten zijn gericht op industrieel onderzoek en de verspreiding van de in het project ontwikkelde kennis op het gebied van advanced motion systems voor toepassing in de semiconductor en printing industrie, nano positioning of scientific instruments en intelligent autonomous motion systems voor medische (thuis-)toepassingen. Kennisontwikkeling is in de projecten geen doel op zich maar staat ten dienste van het opstarten van initiatieven en projecten die ingebracht kunnen worden in het nationale innovatieprogramma Point One. Projecten zijn geheel of hoofdzakelijk gericht op industrieel onderzoek.

Programmalijn 2: Kunde

Het stimuleren van de (eu-)regionale samenwerking op het gebied van ontwikkeling en innovatie tussen MKB-bedrijven onderling en tussen MKB-toeleveranciers en Original Equipment Manufacturers met een sterke technologiepositie op gebied van high tech systemen en materialen, food & nutrition en life sciences & medische technologie in Zuidoost-Nederland.

Actielijn 2.1.

Het stimuleren van (eu-)regionale samenwerking op het gebied van ontwikkeling en innovatie tussen regionale MKB-bedrijven en tussen regionale MKB-toeleveranciers en OEM’s (Original Equipment Manufacturers) met een sterke technologiepositie in Zuidoost-Nederland.

Projecten zijn gericht op het ontwikkelen van grote, internationaal onderscheidende clusters, op het gebied van foodprocessing, semicon en electronic production equipment, medische systemen, automotive specials, functional foods, moleculaire geneeskunde, farma, biomaterialen of performance materials. Het stimuleren dat bedrijven faciliteiten en apparatuur voor elkaar toegankelijk maken is daarbij een belangrijke voorwaarde. Bedrijven in ondersteunende technologieën (enabling technologies) of onderzoeksorganisaties kunnen deel uitmaken van de clusters. Projecten zijn hoofdzakelijk gericht op experimentele ontwikkeling.

Programmalijn 3: Kassa

Het stimuleren van marktgericht innovatief ondernemerschap en de toepassing van beschikbare kennis en kunde door bedrijven in high tech systemen & materialen, food & nutrition en life sciences & medische technologie of bedrijven in ondersteunende technologieën en onderzoeksorganisaties in Zuidoost-Nederland.

Actielijn 3.1.

Het stimuleren van de (eu-)regionale samenwerking bij de koppeling van design en technologie binnen high tech systemen & materialen, food & nutrition en life sciences & medische technologie in Zuidoost-Nederland.

Projecten zijn gericht op het bevorderen van innovatieve productontwikkeling door samenwerking tussen designbedrijven en bedrijven in high tech systems & materialen, food & nutrition of life sciences & medische technologie. Het stimuleren en faciliteren van nieuw en doorgroeiend ondernemerschap in design of het versterken van netwerken tussen deze designbedrijven en bedrijven in high tech systemen en materialen, food & nutrition of life sciences & medische technologie kan onderdeel uitmaken van het project. Onderzoeksorganisaties kunnen deel uitmaken van deze netwerken. Afstemming met bestaand en in ontwikkeling zijnd nationaal beleid is daarbij een voorwaarde.

Actielijn 3.2.

Het stimuleren van de (eu-)regionale samenwerking bij de ontwikkeling van Zuidoost-Nederland tot een toonaangevende productontwikkelingsregio op het gebied van life sciences en medische technologie in Zuidoost-Nederland.

Projecten zijn gericht op het op vernieuwende wijze verder ontwikkelen van Zuidoost-Nederland tot een regio waarin kennis en kunde van internationale bedrijven via productontwikkelingstrajecten neerslaat. Uitgesloten zijn acquisitieactiviteiten die onder de reguliere activiteiten van de regionale ontwikkelingsmaatschappijen vallen.

Programmalijn 4: Kenniswerkers

Het stimuleren van de (eu-)regionale samenwerking bij de flexibilisering van de arbeidsmarkt en voldoende instroom van kennismigranten voor bedrijven en onderzoeksorganisaties op het gebied van high tech systemen & materialen, food & nutrition en life sciences & medische technologie in Zuidoost-Nederland.

Actielijn 4.1.

Het stimuleren van de (eu-)regionale samenwerking bij het aantrekken van kennismigranten op het gebied van high tech systemen & materialen, food & nutrition of life sciences & medische technologie in Zuidoost-Nederland.

Projecten zijn gericht op het werven van kennismigranten die van essentieel belang zijn voor bedrijven en onderzoeksorganisaties op het gebied van high tech systemen & materialen, food & nutrition of life sciences & medische technologie in Zuidoost-Nederland. Voorwaarde daarbij is dat projecten gedragen en ontwikkeld worden door de betreffende sector zelf en zowel een knelpunt in de werving van kennismigranten op één van de hiervoor genoemde gebieden oplossen, als een bijdrage leveren aan (de ontwikkeling van) nationaal beleid, gericht op het stimuleren van de instroom van kennismigranten.

Actielijn 4.2.

Het stimuleren van (eu-)regionale samenwerking bij het versnellen van het ‘settling in’-proces van kennismigranten in Zuidoost-Nederland.

Projecten zijn gericht op de versnelling van het ‘settling in’ proces van kennismigranten voor bedrijven en onderzoeksorganisaties op het gebied van high tech systemen & materialen, food & nutrition of life sciences & medische technologie in Zuidoost-Nederland door middel van bundeling van de dienstverlening samenhangend met vestiging in Zuidoost-Nederland van deze kennismigranten. Afstemming met (de ontwikkeling van) nationaal beleid is daarbij een belangrijke randvoorwaarde.

Programmalijn 5: Open innovatie

Het stimuleren van de (eu-)regionale samenwerking bij het bevorderen van open innovatie en de ontwikkeling van toonaangevende campussen in Zuidoost-Nederland.

Actielijn 5.1.

Het stimuleren van (eu-)regionale samenwerking bij de toepassing van open innovatie door bedrijven en onderzoeksorganisaties op het gebied van high tech systemen & materialen, food & nutrition of life sciences & medische technologie in Zuidoost-Nederland.

Projecten zijn gericht op het op vernieuwende wijze vormgeven van het innovatieproces van bedrijven en onderzoeksorganisaties in Zuidoost-Nederland door het succesvol integreren van buiten het bedrijf of onderzoeksorganisatie ontwikkelde technologie en kennis. Voorwaarde voor projecten binnen deze actielijn is dat zij experimenteel van aard zijn, en gericht op het toepassen van methodieken, vaardigheden en werkwijzen. Zo mogelijk moet daarbij aangesloten worden op bestaande initiatieven in Zuidoost-Nederland gericht op het beter toegankelijk maken van topkennis voor het MKB. Het opstellen van gezamenlijke toekomstscenario’s voor de ontwikkeling van markten en technologieën en daaruit voortvloeiende bedrijfsstrategieën (‘business roadmaps’) door bedrijven in high tech systemen en materialen, food en nutrition en life sciences en medische technologie, onderzoeksorganisaties en enabling sectoren in Zuidoost-Nederland kan deel uitmaken van projecten.

Actielijn 5.2.

Het stimuleren van de (eu-)regionale samenwerking bij de ontwikkeling van toonaangevende campussen in Zuidoost-Nederland op het gebied van high tech systemen & materialen, food & nutrition of life sciences & medische technologie in Zuidoost-Nederland.

Projecten zijn gericht op de ontwikkeling van bedrijventerreinen voor kennisintensieve bedrijven of onderzoeksorganisaties op het gebied van high tech systemen & materialen, food & nutrition of life sciences & medische technologie (‘campussen’) rondom reeds op het terrein gevestigde onderzoeksorganisaties of bedrijven met een omvangrijke eigen basisresearch (minstens 200 FTE). Projecten moeten leiden tot de vestiging van nieuwe bedrijven op het terrein of de uitbreiding van reeds op het terrein gevestigde bedrijven. Projecten gericht op betere samenwerking tussen op het terrein gevestigde bedrijven en onderzoeksorganisaties vallen ook onder deze actielijn.

Toelichting

Algemeen

1. Doel en aanleiding

Deze regeling is mede gebaseerd op de Subsidieregeling pieken in de delta 2007. Met de Subsidieregeling pieken in de delta 2007 wordt beoogd vorm te geven aan de nieuwe gebiedsgerichte economische aanpak zoals deze is verwoord in de nota Pieken in de Delta1 . De voorliggende regeling werkt deze aanpak uit voor de gebieden, genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Subsidieregeling pieken in de delta 2007.

Deze regeling bevat het subsidieplafond voor de gebieden, de indieningsperiode, aanvullende afwijzingsgronden, aanvullende rangschikkingscriteria per gebied en in de bijlagen de gebiedsgerichte programma’s. Het betreffen hier programma’s als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Subsidieregeling pieken in de delta 2007.

2. Ervaringen aanloopjaar 2006

In 2006 zijn de eerste ervaringen opgedaan met de gebiedsgerichte programma’s. Omdat met deze programma’s wordt beoogd een meerjarig kader te geven, zijn de programma’s in hoofdlijnen gelijk gebleven en slechts in beperkte mate aangescherpt. Ook zijn in deze regeling naar aanleiding van de ervaringen in 2006 een aantal rangschikkingscriteria scherper en preciezer geformuleerd en is voor onder meer het gebiedsgerichte programma van het gebied Zuidvleugel Randstad, Noordvleugel Randstad, Zuidoost-Nederland en Oost-Nederland bepaald dat projecten een minimale omvang dienen te hebben. In 2007 is een groter budget beschikbaar dan in 2006; de subsidieplafonds voor de gebiedsgerichte programma’s zijn dan ook verhoogd.

3. Administratieve lasten

In de Subsidieregeling pieken in de delta 2007 zijn de administratieve lasten beschreven. De te verwachten administratieve lasten voor het bedrijfsleven zijn daarin gekwantificeerd op 3,71 %.

Artikelsgewijs

Artikel 6

Artikel 11, tweede lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta 2007 bevat criteria aan de hand waarvan de Minister, gehoord de programmacommissie van het desbetreffende gebied, de aanvragen per gebied zal rangschikken. In aanvulling op deze criteria zijn in artikel 6 van deze regeling aanvullende criteria opgenomen die specifiek gelden voor het gebied Oost-Nederland.

In onderdeel a is bepaald dat een gebiedsgericht project hoger wordt gerangschikt naarmate een gebiedsgericht project een bijdrage levert aan meer in het gebiedsgerichte programma gedefinieerde kennisgebieden in het gebied Oost-Nederland. Voor dit criterium is gekozen omdat juist op de inhoudelijke verknopingen tussen deze drie kennisgebieden – Food&Nutrition, Technology en Health – nieuwe kansen kunnen worden gecreëerd en benut, welke uiteindelijk zullen leiden tot een significante toename van de bedrijfsinvesteringen en toegevoegde waarde.

Ingevolge het criterium geformuleerd in onderdeel b zal een gebiedsgericht project hoger gerangschikt worden naarmate de financiële bijdrage van ondernemers aan een gebiedsgericht project groter is. Voor het goed kunnen benutten van de pieken van het gebied Oost-Nederland is betrokkenheid van ondernemers essentieel. Ondernemers zullen slechts dan financieel in een gebiedsgericht project participeren, indien het betreffende project voorziet in een duidelijke vraag of behoefte van deze partijen. Om het vraaggerichte karakter van gebiedsgerichte projecten te kunnen staven, is de mate van financiële ondersteuning van de projecten door deze partijen (relatief en absoluut) maatgevend.

Daarnaast is in onderdeel c bepaald dat een project hoger gerangschikt zal worden naarmate de kans op continuering van resultaten na afloop van het gebiedsgericht project groter is. Daarmee wordt gestimuleerd dat projecten niet alleen incidenteel maar structureel bijdragen aan versterking van de economische structuur.

Tenslotte is in onderdeel d als rangschikkingscriterium opgenomen de mate waarin een gebiedsgericht project nieuwe bedrijvigheid stimuleert in de vorm van werkgelegenheid, omzet en export. Deze effecten zullen niet altijd direct uit een project voortvloeien, daarom is doorslaggevend de mate waarin deze effecten worden gestimuleerd. De effecten kunnen dus direct of indirect zijn, maar ook in het laatste geval zal een deugdelijke prognose aan de rangschikking ten grondslag moeten liggen.

Artikel 7

Artikel 11, tweede lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta 2007 bevat criteria aan de hand waarvan de Minister, gehoord de programmacommissie van het desbetreffende gebied, de aanvragen per gebied zal rangschikken. In aanvulling op deze criteria zijn in artikel 7 van deze regeling aanvullende criteria opgenomen die specifiek gelden voor het gebied Noordvleugel Randstad.

De samenwerking tussen diverse actoren, bijvoorbeeld ondernemers en onderzoeksorganisaties, in het gebied Noordvleugel Randstad is niet groot. Om die samenwerking te verbeteren is in onderdeel a aan dit aspect aparte waarde toegekend bij de beoordeling van projecten.

De opzet van Pieken in de Delta is projecten tot stand te brengen die een wezenlijke bijdrage leveren aan de economie van het gebied Noordvleugel Randstad. De mate van innovativiteit speelt hierbij een belangrijke rol. Het kan hier gaan om zowel technologische als organisatorische innovativiteit. Gelet hierop is in onderdeel b bepaald dat naarmate een gebiedsgericht project innovatiever is de Minister een project hoger zal rangschikken.

Het programma heeft tot doel het verder ontwikkelen van de Noordvleugel Randstad als topregio binnen Europa. Daarom is in onderdeel c er voor gekozen een gebiedsgericht project hoger te rangschikken wanneer evident is dat het een grotere bijdrage levert aan de internationale profilering van het gebied Noordvleugel Randstad.

Artikel 8

Artikel 11, tweede lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta 2007 bevat criteria aan de hand waarvan de Minister, gehoord de programmacommissie van het desbetreffende gebied, de aanvragen per gebied zal rangschikken. In aanvulling op deze criteria zijn in artikel 8 van deze regeling aanvullende criteria opgenomen die specifiek gelden voor het gebied Zuidvleugel Randstad.

Allereerst wordt op grond van onderdeel a bezien welke bijdrage een project levert aan een intensievere samenwerking tussen onderzoeksorganisaties, tussen ondernemers of tussen ondernemers en één of meerdere onderzoeksorganisaties in het gebied Zuidvleugel Randstad. Voor dit criterium is gekozen omdat één van de centrale knelpunten in de Zuidvleugel Randstad is de geringe mate waarin de voor handen zijnde kennis en bedrijvigheid van elkanders nabijheid gebruik maken. Projecten die daaraan een grotere bijdrage leveren worden daarom hoger gerangschikt.

Daarnaast is in onderdeel b als rangschikkingscriterium opgenomen de mate waarin een gebiedsgericht project nieuwe bedrijvigheid stimuleert in de vorm van werkgelegenheid, omzet en export. Aangezien deze effecten niet altijd direct uit een project zullen voortvloeien, is doorslaggevend de mate waarin deze effecten worden gestimuleerd. De effecten kunnen dus direct of indirect zijn, maar ook in het laatste geval zal een deugdelijke prognose aan de rangschikking ten grondslag moeten liggen.

Artikel 9

Artikel 11, tweede lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta 2007 bevat criteria aan de hand waarvan de Minister, gehoord de programmacommissie van het desbetreffende gebied, de aanvragen per gebied zal rangschikken. In aanvulling op deze criteria zijn in artikel 9 van deze regeling aanvullende criteria opgenomen die specifiek gelden voor het gebied Zuidwest-Nederland.

In onderdeel a is bepaald dat een gebiedsgericht project hoger zal worden gerangschikt als de financiële participatie van ondernemers in het project groter is. Voor dit criterium is gekozen omdat de financiële participatie van ondernemers een belangrijke indicatie is dat het project aansluit bij de vraag van ondernemers en daardoor ook kan rekenen op hun steun en betrokkenheid. De steun en betrokkenheid van ondernemers is van belang voor het welslagen van een gebiedsgericht project.

Onderzoeksorganisaties, ondernemers of publieke cofinanciers die intensief samenwerken zullen meer kunnen profiteren van elkaars nabijheid om zo de geformuleerde doelstellingen daadwerkelijk te realiseren. Op grond van onderdeel b worden gebiedgerichte projecten die aantoonbaar een grotere bijdrage leveren aan een intensievere samenwerking tussen een onderzoeksorganisatie, een ondernemer of een publieke cofinancier daarom hoger gerangschikt.

In onderdeel c is bepaald dat een gebiedsgericht project dat een grotere bijdrage levert aan de verspreiding van de door het project opgedane kennis en ervaring naar ondernemers, onderzoeksorganisaties, gemeenten of openbare lichamen hoger gerangschikt zal worden. Het gaat hier om een actieve verspreiding van de ontwikkelde kennis of vaardigheden na afloop van een project, bijvoorbeeld in de vorm van ‘best practices’. Hiermee wordt de opgedane kennis of ervaring van een project geborgd.

In onderdeel d is als rangschikkingscriterium opgenomen de mate waarin een gebiedsgericht project nieuwe bedrijvigheid stimuleert in de vorm van meer werkgelegenheid, omzet en export in het gebied Zuidwest-Nederland. Aangezien deze effecten niet altijd direct uit een project zullen voortvloeien, is doorslaggevend de mate waarin deze effecten worden gestimuleerd. De effecten kunnen dus direct of indirect zijn, maar ook in het laatste geval zal een deugdelijke prognose aan de rangschikking ten grondslag moeten liggen.

Op grond van onderdeel e wordt een gebiedsgericht project dat een grotere bijdrage levert aan een intensievere samenwerking tussen een ondernemer, een onderzoeksorganisatie of een publieke cofinancier in het gebied Zuidwest-Nederland en Vlaanderen hoger gerangschikt. Met het programma wordt mede beoogd een impuls te geven aan de economie op de schaal van Zuidwest-Nederland en Vlaanderen. Naarmate projecten meer leiden tot samenwerking op dit schaalniveau, worden ze hoger gerangschikt. Samenwerking op dit schaalniveau draagt er ook toe bij dat een gebiedsgericht project meer massa krijgt. Daarnaast kan door middel van samenwerking synergie ontstaan tussen de lopende en in ontwikkeling zijnde grensoverschrijdende economische programma’s en het gebiedsgerichte programma van het gebied Zuidwest-Nederland.

Artikel 10

Artikel 11, tweede lid, van de Subsidieregeling pieken in de delta 2007 bevat criteria aan de hand waarvan de Minister, gehoord de programmacommissie van het desbetreffende gebied, de aanvragen per gebied zal rangschikken. In aanvulling op deze criteria zijn in artikel 10 van deze regeling aanvullende criteria opgenomen die specifiek gelden voor het gebied Zuidoost-Nederland.

De Minister van Economische Zaken heeft zich bereid verklaard om via Pieken in de Delta meerjarig te investeren in het gebied Zuidoost-Nederland. Van groot belang is dat deze investeringen duurzaam zijn om daarmee ook in de toekomst een toppositie met een helder uitzicht op de top te creëren. Derhalve wordt veel waarde gehecht aan een helder toekomstperspectief waaruit blijkt dat de resultaten die voortkomen uit een gefinancierd initiatief gecontinueerd kunnen worden. Gelet hierop is in onderdeel a bepaald dat een gebiedsgericht project hoger gerangschikt zal worden naarmate de kans op continuering van de resultaten na afloop van het gebiedsgericht project groter is.

De ambitie van de toptechnologie regio Zuidoost-Nederland reikt verder dan de huidige top-5 status. Om deze ambitie verder vorm te geven en ook te bekrachtigen is het van belang dat projecten die voor financiering in aanmerking komen, een bijdrage leveren aan de uitstraling van de regio als toptechnologie regio. Op deze manier kan ook wat betreft de beeldvorming nadrukkelijk de concurrentie worden aangegaan met andere Europese toptechnologie regio’s. Met het oog hierop is in onderdeel b bepaald dat een gebiedsgericht project hoger zal worden gerangschikt indien die project een grotere bijdrage levert aan de internationale en nationale profilering van het gebied Zuidoost-Nederland als toptechnologie regio.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven