De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Defensie;
Gelet op de artikel 8, eerste lid, en artikel 59 van de Paspoortwet;
Besluit:
Artikel I
De Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 54, derde lid, wordt ‘overgaan’ vervangen door: overgegaan.
B
In de artikelen 66, 97, tweede lid, en 98, eerste lid, wordt ‘de Dienst Nationale Recherche Informatie van het Korps landelijke Politiediensten’ telkens vervangen door: het Expertise Centrum Identiteitsfraude en Documenten van de Koninklijke Marechaussee.
Artikel II
De Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 7 vervalt.
B
In artikel 67, derde lid, wordt ‘overgaan’ vervangen door: overgegaan.
C
In de artikelen 77, 110, tweede lid, en 111, eerste lid, wordt ‘de Dienst Nationale Recherche Informatie van het Korps landelijke Politiediensten’ telkens vervangen door: het Expertise Centrum Identiteitsfraude en Documenten van de Koninklijke Marechaussee.
Artikel III
De Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee 2001 wordt als volgt gewijzigd:
A
De titel van hoofdstuk II komt te luiden: Vaststelling aanspraak en geldigheid noodpaspoort.
B
In de artikelen 57, tweede lid, en 58, eerste lid, wordt ‘de Dienst Nationale Recherche Informatie van het Korps landelijke Politiediensten’ telkens vervangen door: het Expertise Centrum Identiteitsfraude en Documenten van de Koninklijke Marechaussee.
Artikel IV
De bijlagen bij de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001, de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 en de Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee 2001 worden als volgt gewijzigd:
A
Het formulier B4 in bijlage B (Standaardformulieren) en de formulieren C4 en C5 in bijlage C (Modelformulieren) worden vervangen door de formulieren B4, C4 en C5 die in bijlage 1 van deze regeling zijn opgenomen.
B
De bijlagen G (Tot verstrekking van paspoorten bevoegde buitenlandse posten) en H (Tot verstrekking van Nederlandse identiteitskaarten bevoegde buitenlandse posten) vervallen.
C
Bijlage I komt te luiden:
Bijlage I IAR-kaarten
Identificatiekaarten (IAR-kaarten) worden door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) verstrekt.
BZK verstrekt standaard vijf identificatiekaarten (IAR-kaarten) per door BZK beschikbaar gesteld reisdocumentenstation (RAAS). In de gevallen waar door BZK aanvullend nog een werkstation beschikbaar is gesteld, geldt dat voor dit werkstation drie IAR-kaarten worden verstrekt.
Een uitgiftelocatie kan extra IAR-kaarten aanvragen. IAR-kaarten mogen alleen worden aangevraagd voor vaste medewerkers, waarbij er per uitgiftelocatie in totaal niet meer dan 20 operationele IAR-kaarten mogen zijn. Deze grens is vastgesteld uit oogpunt van beveiliging.
De autorisatiebevoegde dient diefstal, verlies of onzorgvuldig gebruik van IAR-kaarten direct te melden bij Sdu Identification, zodat deze IAR-kaarten kunnen worden geblokkeerd. IAR-kaarten die defect raken bij initiële uitlevering of wegens technische mankementen worden op aanvraag vervangen.
De leveringstermijn van IAR-kaarten bedraagt circa een week. Spoedaanvragen worden alleen gehonoreerd als het een calamiteit betreft, in samenhang met het plaatsen van een nieuw RAAS en/of werkstation.
Artikel V
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De werkwijze met betrekking tot de meldingen ‘onregelmatigheden reisdocument’ en ‘gevonden reisdocument’ is met ingang van 1 maart 2007 gewijzigd. De daaraan verbonden werkzaamheden van de Dienst Nationale Recherche Informatie van het Korps landelijke politiediensten zijn overgenomen door het Expertise Centrum Identiteitsfraude en Documenten van de Koninklijke Marechaussee. De betreffende artikelen in de paspoortuitvoeringsregelingen en de modelformulieren C4 en C5 zijn overeenkomstig aangepast.
Op grond van artikel 8, eerste lid, Paspoortwet wijst de minister van Buitenlandse Zaken de consulaire posten aan die belast zijn met de uitvoering van bevoegdheden ingevolge de Paspoortwet. De aangewezen consulaten werden voorheen vermeld in de bijlagen G en H bij de paspoortuitvoeringsregelingen. In het licht van het aantal mutaties in de aanwijzing van consulaire posten, is het een efficiëntere werkwijze dat de minister van Buitenlandse Zaken zelf een voor ieder toegankelijk overzicht van aangewezen consulaire posten bijhoudt. Artikel 7 van de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland en de bijlagen G en H zijn daarom vervallen.
In bijlage I is de procedure inzake de verstrekking van identificatiekaarten (IAR-kaarten) voor het reisdocumentenstation (RAAS) vastgelegd. De wijziging houdt verband met het feit dat alle IAR-kaarten kosteloos worden verstrekt.
Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om enige tekstuele onvolkomenheden te repareren.