Wijziging Regeling geurhinder en veehouderij

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 9 juli 2007, nr. BWL/2007056577, Directoraat-Generaal Milieubeheer, Directie Bodem, Water, Landelijk Gebied, Afdeling Landbouw, handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, tot wijziging van de Regeling geurhinder en veehouderij

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij en artikel 2, zesde lid, van de Regeling geurhinder en veehouderij;

Besluit:

Artikel I

In bijlage 1 bij de Regeling geurhinder en veehouderij1 wordt de tabel die behoort bij de hoofdcategorie Varkens vervangen door de tabel uit de bijlage bij deze regeling.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 juli 2007.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.M. Cramer.

Bijlage

Varkens (zie eindnoot 3)

 

RAV-nr.

Diercategorie

Geuremissiefactor

D 1

Fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kilo

 

D 1.1

Biggenopfok (gespeende biggen)

 
 

emissiearme huisvesting (a.e. ≤ 0,3 kg/dierplaats) (zie eindnoot 4)

5,4

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

3,8

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

3,0

 

overige huisvesting

7,8

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

5,5

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

4,3

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14 (70% reductie)

2,3

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15 (80% reductie)

1,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01 (75% reductie)

2,0

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.02 (75% reductie)

2,0

D 1.2

Kraamzeugen (inclusief biggen tot spenen)

 
 

emissiearme en overige huisvesting

27,9

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

19,5

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

15,3

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14 (70% reductie)

8,4

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15 (80% reductie)

5,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01 (75% reductie)

7,0

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.02 (75% reductie)

7,0

D 1.3

Guste en dragende zeugen

 
 

emissiearme en overige huisvesting

18,7

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

13,1

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

10,3

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14 (70% reductie)

5,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15 (80% reductie)

3,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01 (75% reductie)

4,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.02 (75% reductie)

4,7

D 2

Dekberen, 7 maanden en ouder

 
 

emissiearme en overige huisvesting

18,7

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

16,1

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

12,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14 (70% reductie)

5,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15 (80% reductie)

3,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01 (75% reductie)

4,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.02 (75% reductie)

4,7

D 3

Vleesvarkens, opfokberen van 25 kilo tot 7 maanden, opfokzeugen van 25 kilo tot eerste dekking (zie eindnoot 5)

 
 

emissiearme huisvesting (a.e. ≤ 1,5 kg/dierplaats)

17,9

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

12,5

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

9,8

 

overige huisvesting

23,0

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

16,1

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

12,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14 (70% reductie)

6,9

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15 (80% reductie)

4,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01 (75% reductie)

5,8

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.02 (75% reductie)

5,8

Toelichting

Algemeen

Op 1 januari 2007 is de Wet geurhinder en veehouderij in werking getreden, tesamen met de bijbehorende uitvoeringsregeling, de Regeling geurhinder en veehouderij (hierna: Rgv). De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Rgv.

Sinds de inwerkingtreding van de wet zijn twee gecombineerde luchtwassystemen geïntroduceerd die de geuremissie vanuit een huisvestingssysteem significant verminderen, vergeleken met andere luchtwassystemen die in Nederland worden toegepast. Een gecombineerd luchtwassysteem is een voorziening die met toepassing van een combinatie van technieken (een waterwasser, chemische wasser en een biofilter) de emissies van ammoniak, geur en fijn stof vanuit een huisvestingssysteem reduceert. Beide systemen zijn consequent significant onderscheidend ten opzichte van de twee andere gecombineerde luchtwassystemen die thans in de Rgv worden genoemd, namelijk het gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14 (70% reductie) en het gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15 (80% reductie).

De nieuwe gecombineerde luchtwassystemen zijn ontwikkeld voor en worden toegepast in de varkenshouderij. Het geuremissiereducerend effect van de systemen is voor alle diercategorieën (alleen ‘overige huisvesting’) gelijk, namelijk 75% voor het systeem met het kenmerk BWL 2007.01 en eveneens 75% voor het systeem met het kenmerk BWL 2007.02.

De geuremissiefactoren die bij de nieuwe luchtwassystemen behoren, zijn toegekend op basis van metingen, uitgevoerd door een deskundig onderzoeksinstituut. Deskundigen hebben de verschillende meetrapporten en systeembeschrijvingen die de basis vormen voor de geuremissiefactoren op volledigheid en juistheid beoordeeld. Vervolgens hebben zij de minister van VROM geadviseerd over de te hanteren geuremissiefactoren.

Over de relatie met andere regelgeving merk ik nog het volgende op.

De prestaties van huisvestings- en luchtwassystemen zijn niet alleen van belang voor het milieuaspect geurhinder, maar ook voor de emissies van ammoniak en fijn stof. Op 16 mei 2007 heb ik in verband met de introductie van beide gecombineerde luchtwassystemen – en een aantal huisvestingssystemen – de Regeling ammoniak en veehouderij aangevuld1 .

Het hierboven genoemde gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01 (75% reductie) is in de Regeling ammoniak en veehouderij omschreven als ‘D 1.1.15.3 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2007.01)’. Het andere, hierboven genoemde gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.02 (75% reductie) is omschreven als ‘D 1.1.15.4 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02)’.

De overige systemen die aan de Regeling ammoniak en veehouderij zijn toegevoegd, zijn vanuit het oogpunt van geuremissie onvoldoende onderscheidend, vergeleken met de systemen die thans reeds in de Rgv zijn opgenomen. Alleen voor de twee genoemde gecombineerde luchtwassystemen was aanleiding voor de opname van een aparte geuremissiefactor.

Gedetailleerde beschrijvingen met schematische tekeningen van de beide luchtwassystemen kunnen worden gevonden op de website www.Infomil.nl of worden opgevraagd bij InfoMil te Den Haag, tel. 070-3735575, e-mail: info@infomil .nl

Artikel II (inwerkingtreding)

De gegevens uit de Regeling geurhinder en veehouderij worden gebruikt bij milieuvergunningverlening aan veehouderijen. Een actuele regeling, met recente gegevens, bevordert een soepele vergunningverlening. Een soepele vergunningverlening is temeer gewenst, omdat deze regeling de toepassing van innovatieve technieken faciliteert, die de emissie van ammoniak, fijn stof en geur aanzienlijk reduceren. Deze regeling werkt niet belastend uit voor de doelgroep.

Om die reden is afgezien van inwerkingtreding op één van de vier zogenoemde ‘vaste verandermomenten’ en van het stellen van een termijn van ten minste drie maanden tussen publicatie en inwerkingtreding. Als gevolg daarvan is de gewijzigde Rgv vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavige regeling van toepassing op vergunningaanvragen die op of na die datum worden ingediend. Het achterwege laten van een bijzonder overgangsrecht betekent ook, gezien de huidige jurisprudentie, dat de gewijzigde Rgv moet worden toegepast op vóór die datum ingediende aanvragen, waarop het bevoegd gezag op de datum van inwerkingtreding nog een beslissing moet nemen. Dit laatste stemt overeen met het uitgangspunt dat bij een beslissing op een aanvraag om een milieuvergunning de meest recente milieutechnische inzichten moeten worden toegepast.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer

  • 1

    Stcrt. 2006, 246.

Naar boven