Regeling naturalisatietoets Nederlandse Antillen

Regeling van de Minister van Justitie van 25 juni 2007, nr. DDS 5490470, ter uitvoering van het Besluit naturalisatietoets

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 23 van de Rijkswet op het Nederlanderschap;

Gelet op het Besluit naturalisatietoets;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de naturalisatietoets: de toets, genoemd in artikel 2, tweede lid, van het Besluit naturalisatietoets;

b. verzoeker: degene die op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap verzoekt om verlening van het Nederlanderschap;

c. de gezaghebber: de gezaghebber bij wie het verzoek om naturalisatie wordt ingediend.

Artikel 2

De naturalisatietoets, genoemd in artikel 2, tweede lid, van het Besluit naturalisatietoets is de toets zoals in opdracht van de IND ontwikkeld door het Bureau ICE te Lienden en de Stichting CITO Markt tussen 28 oktober 2002 en 1 september 2004, welke in de Nederlandse taal is overhandigd aan de regering van de Nederlandse Antillen en aldaar is vertaald in de Papiamentse en de Engelse taal.

Artikel 3

1. Bevoegd tot het afnemen van de naturalisatietoets is de door de Minister van Justitie van de Nederlandse Antillen daartoe aangewezen ambtenaar, autoriteit of instelling.

2. Tot de onder het eerste lid bedoelde bevoegdheid behoort de examinering van de Nederlandstalige naturalisatietoets alsmede de Papiamentstalige naturalisatietoets op Curaçao en Bonaire en de Engelstalige naturalisatietoets op Saba, Sint Maarten en Sint Eustatius.

3. De gezaghebber reikt aan de kandidaat die de naturalisatietoets met succes heeft afgelegd, twee gelijkluidende exemplaren van het certificaat naturalisatietoets uit, bedoeld in artikel 6, met daarop de aantekening of de verzoeker de naturalisatietoets heeft behaald in de Nederlandse taal, de Papiamentse dan wel de Engelse taal. Eén van de twee uit te reiken exemplaren bevat de zin ‘Dit betreft een duplicaat ten behoeve van het indienen van een naturalisatieverzoek’.

4. Indien de verzoeker zich beroept op ontheffing van een of meerdere onderdelen van de naturalisatietoets wegens een belemmering, als bedoeld in de artikel 4, eerste lid en onder a en b, van het Besluit naturalisatietoets, wordt omtrent het beroep op ontheffing geadviseerd door de daartoe door de gezaghebber aangewezen instantie.

Artikel 4

1. De resultaten van de naturalisatietoets worden standaard door twee correctoren beoordeeld. Er vindt geen nadere beoordeling plaats.

2. Indien een of meer onderdelen van de naturalisatietoets als onvoldoende worden beoordeeld, kan de verzoeker eerst na zes maanden het betreffende onderdeel of de betreffende onderdelen opnieuw afleggen.

Artikel 5

1. Aan het afleggen en de beoordeling van de resultaten van de naturalisatietoets alsmede aan het opnieuw afleggen en het beoordelen van de resultaten van niet gehaalde toetsonderdelen zijn kosten verbonden die door de verzoeker voorafgaande aan het afleggen van de betreffende toetsonderdelen voldaan dienen te worden.

2. De ter zake geldende tarieven zullen gepubliceerd worden in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap, toegespitst op het gebruik in de Nederlandse Antillen.

Artikel 6

Het modelcertificaat, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het Besluit naturalisatietoets, is het model in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 7

1. Deze regeling wordt met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant en het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen gepubliceerd.

2. Zij treedt in werking op 1 oktober 2007

3. Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling naturalisatietoets Nederlandse Antillen.

De Minister van Justitie, E.M.H. Hirsch Ballin.

Bijlage

stcrt-2007-133-p9-SC81265-1.gif

Toelichting

Algemeen

In deze ministeriële regeling wordt een aantal onderwerpen betreffende de naturalisatietoets in de Nederlandse Antillen nader geregeld. Het betreft de vaststelling van de naturalisatietoets, de mandatering aan de Minister van Justitie van de Nederlandse Antillen van de bevoegdheid tot aanwijzing van de instanties die bevoegd zijn tot het afnemen van de toets en bepalingen betreffende bezwaar tegen de beoordeling. Herkansingsmogelijkheden zijn steeds mogelijk, maar pas zes maanden na de vorige poging. Verder worden geregeld de aan het afleggen en de beoordeling van de naturalisatietoets verbonden kosten en de vaststelling van het model van het certificaat.

Deze regeling heeft alleen betrekking op naturalisatietoetsen die worden afgelegd in de Nederlandse Antillen. Alleen voor de vreemdeling die op of na 1 oktober 2007 in de Nederlandse Antillen een naturalisatieverzoek indient, is de naturalisatietoets (of de vrijstelling of de ontheffing daarvan) een nieuwe wettelijke voorwaarde. Dit volgt uit artikel 7 van het Besluit naturalisatietoets.

Artikelsgewijs

Artkel 2

De Antilliaanse naturalisatietoets is speciaal gericht op de Nederlands Antilliaanse samenleving in opdracht van de IND door Bureau ICE en de Stichting CITO Markt ontwikkeld. De toets bestaat uit een Deel I, waarin de maatschappijoriëntatie en de kennis van de staatsinrichting worden getoetst, alsmede uit een Deel II waarin de taalonderdelen (lezen, luisteren, schrijven en spreken) worden getoetst. Betrokkene wordt toegelaten tot Deel II, indien hij Deel I met goed gevolg heeft afgelegd.

Artikel 3

In deze bepaling wordt aangegeven dat de Minister van Justitie van de Nederlandse Antillen de tot examineren bevoegde instanties aanwijst. De Minister van Justitie van de Nederlandse Antillen wordt hiermee mandaat verleend om namens de Minister van Justitie van het Koninkrijk de bevoegdheid gegeven in artikel 2, vierde lid BN uit te oefenen. Er kan geen sprake zijn van delegatie van de bevoegdheid uit artikel 2, vierde lid BN, omdat een wettelijk voorschrift dat dat mogelijk zou maken ontbreekt (vgl. art. 10:15 Awb). De Minister van Justitie van de Nederlandse Antillen raadpleegt bij de aanwijzing de gezaghebber die de aanwijzing aangaat.

De aanwijzing kan ingevolge het Besluit naturalisatietoets indien de plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven de autoriteit betreffen die het verzoek om verlening van het Nederlanderschap in ontvangst neemt. In het bijzonder noemt de toelichting bij het Besluit Naturalisatietoets situaties waarin het praktisch niet mogelijk blijkt om een toetsende instantie aan te wijzen, zoals dat eventueel het geval kan zijn op de kleine bovenwindse eilanden, te weten Saba en Sint Eustatius.

De gezaghebbers zijn bevoegd zijn tot het verstrekken van het Certificaat aan de kandidaat die is geslaagd voor de naturalisatietoets. De uitreiking van het certificaat naturalisatietoets kan de gezaghebber in de praktijk over laten aan een daartoe gemachtigde, bijvoorbeeld de instelling die het examen heeft afgenomen.

Een geslaagde kandidaat ontvangt twee originele Certificaten, voorzien van identieke NA-nummers. Het exemplaar met de zin ‘Dit betreft een duplicaat ten behoeve van het indienen van een naturalisatieverzoek’ legt betrokkene over ten behoeve van zijn naturalisatiedossier op het moment van indiening van het naturalisatieverzoek. Het andere origineel behoudt betrokkene. Voor het uitreiken van twee originele Certificaten is vanuit het oogpunt van fraudebestrijding gekozen omdat hiermee in het naturalisatiedossier een origineel Certificaat aanwezig is.

Wijst de Minister van Justitie het naturalisatieverzoek af, dan stuurt de Immigratie- en Naturalisatiedienst in Nederland tezamen met de negatieve beschikking het originele Certificaat terug aan de (afgewezen) verzoeker.

Het in de bijlage opgenomen Certificaat Naturalisatietoets is zo veel mogelijk gelijk aan het Certificaat naturalisatietoets Aruba dat sinds 1 mei 2006 wordt uitgereikt en het van 1 april 2003 tot en met 2007 in Nederland uitgereikt Certificaat naturalisatietoets. Eenvormigheid is zo veel mogelijk nagestreefd, dit om de herkenbaarheid voor de gebruikers van het Certificaat te vergroten. Om die reden is het Nederlandse en Arubaanse Certificaat de basis van het onderhavige Certificaat, dat is aangevuld met specifiek Antilliaanse aspecten.

De verzoeker die kan aantonen door een belemmering niet in staat te zijn een of meerdere onderdelen van de toets af te leggen, is volledig ontheven van de verplichting om de naturalisatietoets af te leggen (artikel 4, eerste lid en onder a, van het Besluit naturalisatietoets). Sinds de wijziging per 1 april 2007 van het Besluit naturalisatietoets is gedeeltelijke ontheffing komen te vervallen. Een ontheffing betreft vanaf die datum altijd de volledige naturalisatietoets.

Indien de autoriteit die het naturalisatieverzoek in ontvangst neemt, twijfelt of verzoeker al dan niet alle toetsonderdelen kan afleggen, kan hij hem verwijzen voor een nadere beoordeling naar zijn huisarts die hem doorzendt naar een specialist. Ook kan het gaan om andere deskundigen die een advies moeten geven. De arts, specialist of andere deskundige adviseert de gezaghebber vervolgens of ontheffing mogelijk is. Betrokkene meldt zich vervolgens bij de gezaghebber om zijn naturalisatieverzoek in te dienen. De IND beslist uiteindelijk over de ontheffing.

Indien de toets met een voldoende resultaat is afgelegd, ontvangt de geslaagde twee gelijkluidend ingevulde en ondertekende exemplaren van het Certificaat Naturalisatietoets. Eén van de twee uit te reiken exemplaren bevat de zin ‘Dit betreft een duplicaat ten behoeve van het indienen van een naturalisatieverzoek’. Bij de indiening van zijn naturalisatieverzoek legt verzoeker dit laatstgenoemde exemplaar over ten behoeve van zijn naturalisatiedossier.

Artikel 4

Er staat tegen de beoordeling geen afzonderlijke bezwaar- en beroepsprocedure open, omdat bij de beoordeling van de toets een tweede correctie wordt uitgevoerd. Het gaat hierbij om een voorbereidingshandeling in de zin van artikel 6:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het oordeel omtrent de beoordeling van de resultaten van de naturalisatietoets treft de naturalisandus, los van het besluit op zijn verzoek om naturalisatie, niet rechtstreeks in zijn belang. Het oordeel over de resultaten van de naturalisatietoets is voor hem alleen van belang in het kader van de uiteindelijke beslissing op zijn naturalisatieverzoek. Tegen deze laatste beslissing staat bezwaar en beroep open in Nederland. Dit geldt ook voor vreemdelingen die in de Nederlandse Antillen willen naturaliseren. Zij zullen bezwaar en beroep moeten aantekenen op grond van de Awb in Nederland.

Verzoeker kan eerst na zes maanden de niet gehaalde toetsonderdelen opnieuw afleggen. De verversing van de vragen is een taak van de gezaghebbers.

Artikel 5

Verzoeker dient de kosten voorafgaande aan het afleggen van de naturalisatietoets aan de daarvoor aangewezen instantie te betalen. De kosten voor de toets zullen worden gepubliceerd in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap voor de Nederlandse Antillen.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin

Naar boven