Wijziging Subsidieregeling programma starters op buitenlandse markten 2004

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 1 juli 2007, nr. WJZ 7078159, tot wijziging van de Subsidieregeling programma starters op buitenlandse markten 2004

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

Artikel I

De Subsidieregeling programma starters op buitenlandse markten 20041 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel d wordt ‘het bewerken van’ vervangen door: het voor eigen rekening en risico bewerken van.

2. In onderdeel j wordt ‘het behalen door de ondernemer of een van zijn vaste medewerkers van een in het kader van internationaal ondernemen relevant diploma dat is erkend door de Stichting Examenkamer’ vervangen door: het volgen door de ondernemer of een van zijn vaste medewerkers van opleidingen, cursussen, workshops, seminars, trainingen en dergelijke, die relevant zijn voor het internationaal ondernemen en waarvan de kwaliteit gewaarborgd is.

3. In onderdeel l wordt ‘internationale octrooien’ vervangen door: octrooien.

B

Artikel 2, derde lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel b wordt vervangen door:

b. voor zover de aanvrager vóór het indienen van de aanvraag ter zake van de in het internationaliseringsplan genoemde activiteiten reeds verplichtingen is aangegaan, tenzij de minister daarvoor toestemming heeft gegeven.

2. Onderdeel e wordt vervangen door:

e. aan een aanvrager die een onderneming in stand houdt als bedoeld in artikel 1, onderdelen a, b, c, f en h, van de Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 (Pb EU L 379) betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun;.

3. Onderdeel f wordt vervangen door:

f. indien, door een of meer bestuursorganen, aan de aanvrager over een periode van drie belastingjaren reeds € 200.000 of meer – dan wel, indien het een onderneming in het wegvervoer betreft: € 100.000 of meer – subsidie is verstrekt zonder goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;.

C

In artikel 3, tweede lid, wordt ‘meer bedraagt dan €  100.000’ vervangen door: meer bedraagt dan € 200.000 dan wel, indien het een onderneming in het wegvervoer betreft, € 100.000.

D

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het vijfde lid wordt vervangen door:

a. de kosten van opleidingen, cursussen, workshops, seminars, trainingen en dergelijke die relevant zijn voor het internationaal ondernemen en, indien van toepassing, het in het kader daarvan behalen van een diploma;

b. de door de ondernemer betaalde reis- en verblijfkosten, gemaakt door stagiairs als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, alsmede, indien het stages betreft van drie maanden of langer, de contractueel vastgelegde stagevergoedingen;

c. de kosten voor de tijdelijke inhuur van één of meer op het terrein van internationaal ondernemen ervaren interim-managers voor zover die kosten direct verband houden met de ondersteuning van de uitvoering van het internationaliseringsplan.

5. Als kosten van het vergroten van kennis en kunde op het gebied van internationaal ondernemen worden uitsluitend in aanmerking genomen:

2. In het zevende lid vervalt ‘internationale’.

E

De in artikel 6, eerste en tweede lid, genoemde bijlagen 1 en 2 worden vervangen door de bij deze regeling behorende bijlagen 1 en 2.

F

De in artikel 12, tweede lid, genoemde bijlage 3 wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage 3.

Artikel II

Het subsidieplafond voor het in 2007 verstrekken van subsidies op grond van de Subsidieregeling programma starters op buitenlandse markten 2004 wordt verhoogd tot € 11.475.000,–.

Artikel III

1. Op aanvragen om subsidie die vóór het tijdstip van de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend en op subsidies die vóór dat tijdstip zijn verstrekt, blijft de Subsidieregeling programma starters op buitenlandse markten 2004 van toepassing, zoals die onmiddellijk voor dat tijdstip luidde.

2. In afwijking van het eerste lid wordt het in artikel I, onderdeel F vastgestelde formulier gebruikt voor alle aanvragen om subsidievaststelling krachtens de Subsidieregeling programma starters op buitenlandse markten 2004 gedaan na inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij de EVD, Juliana van Stolberglaan 148, ’s-Gravenhage.

Den Haag, 1 juli 2007.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, F. Heemskerk.

Toelichting

Algemeen

Deze wijziging van de PSB-regeling heeft tot doel enkele technische aanpassingen en verduidelijkingen te bewerkstelligen. In de uitvoeringspraktijk van PSB is tevens gebleken dat ondernemers tegen een aantal onnodige knelpunten aanlopen. De in deze wijzigingsregeling opgenomen aanpassingen beogen de ondernemer meer flexibiliteit te bieden bij de verkenning van het zakendoen op een buitenlandse markt.

Administratieve lasten

De totale administratieve lasten van PSB zijn in 2003 voor MKB ondernemers berekend op 6,1% van het toen geldende subsidieplafond van € 5,8 mln. Ultimo 2006 zijn de totale administratieve lasten, als gevolg van afname van het aantal afgewezen aanvragen, afgenomen tot ca. 5,0% van het voor dat jaar geldende subsidieplafond van € 10.245.000.

Voor de individuele aanvrager van PSB zijn de administratieve lasten vrijwel onveranderd. Deels zijn de administratieve lasten het gevolg van handelingen zoals het invullen van het aanvraagformulier en het vaststellingsformulier. De PSB-regeling is bedoeld voor kennisoverdracht aan de MKB ondernemer. Het grootste deel van de administratieve lasten heeft dan ook betrekking op de uren die de ondernemer noodzakelijk besteedt voor het verkrijgen van advies en de opstelling van het internationaliseringsplan door de adviseur. Deze dienstverlening van de adviseur wordt formeel tot de administratieve lasten gerekend. De bij deze regeling aangepaste formulieren, waarin de keuzemogelijkheden voor activiteiten worden vergroot, leiden niet tot veranderingen in de informatieverplichtingen. Dit jaar wordt PSB geëvalueerd, waarbij ook aandacht zal worden besteed aan de administratieve lasten c.q. de informatieverplichtingen. Mogelijk leiden de onderzoeksresultaten tot vermindering hiervan.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Artikel 1, onderdeel d is aangepast om aan de doelgroep van MKB ondernemers duidelijk te maken dat zij zelf de buitenlandse markt moeten bewerken. Met PSB wordt namelijk beoogd onervaren MKB ondernemers gericht te ondersteunen bij de oriëntatie op of het bewerken van buitenlandse markten. Het succes van PSB wordt bepaald door de mate waarin de deelnemers zelf nieuwe export realiseren. Het bedrijf dient daarom voor eigen rekening en risico de in het internationaliseringsplan genoemde nieuwe buitenlandse markt te bewerken. Bedrijven die bijvoorbeeld vanuit een agentschap voor een opdrachtgever handelen, worden hiermee uitgesloten.

Artikel 1, onderdeel j is aangepast om de keuzemogelijkheden te verbreden teneinde het volgen van opleidingen, cursussen, workshops, seminars, trainingen e.d. die relevant zijn voor het internationaal ondernemen aan te moedigen. PSB stimuleert de onervaren ondernemer en/of een van zijn vaste medewerkers cursussen en opleidingen te gaan volgen die kunnen worden afgesloten met een diploma of een certificaat. Ook kan het gaan om deelname aan workshops, seminars e.d. die gericht zijn op een bepaald aspect van de exportpraktijk bijv. op incoterms. Daarnaast valt te denken aan bedrijfsgerichte en op internationaal zakendoen toegespitste cultuur- en taaltrainingen. Als waarborg voor de kwaliteit dient de opleiding en/of het examen gecertificeerd of erkend te zijn of dient de opleiding te worden verzorgd door een bekende en gerenommeerde opleider of instituut. Cursussen en opleidingen waarin zelfstudie centraal staat, zoals schriftelijke opleidingen en opleidingen die bijv. via internet worden aangeboden, worden binnen PSB niet ondersteund.

Artikel 1, onderdeel l is aangepast omdat aan het aanvragen van internationaal octrooi, merk- of modelregistratie voor een buitenlandse markt vaak de bescherming van de thuismarkt van de MKB ondernemer vooraf gaat. Bij indiening van een Nederlandse octrooiaanvraag hebben innovatieve ondernemers een jaar lang het recht om ook in het buitenland dezelfde aanvraag in te dienen. De ondernemer wordt daardoor in staat gesteld om naast de verkenning van zijn exportmogelijkheden ook te onderzoeken in hoeverre het aanvragen van octrooi, merk- of modelregistratie voor zijn product in het doelland interessant is.

Artikel I, onderdeel B

Artikel 2, derde lid, onderdeel b is aangepast om te voorkomen dat een aanvraag tot subsidieverlening of subsidievaststelling in zijn geheel moet worden afgewezen als voor één van de activiteiten, of een deel daarvan, verplichtingen zijn aangegaan voor indiening van de aanvraag tot subsidieverlening. Hoewel geen afbreuk wordt gedaan aan het uitgangspunt dat geen subsidie wordt verstrekt als de aanvrager vóór het indienen van de aanvraag tot subsidieverlening verplichtingen is aangegaan, maakt de wijziging het mogelijk de afwijzing te beperken tot dat deel waarvoor reeds verplichtingen zijn aangegaan. Ook is toegevoegd dat de minister uitzonderingen op de algemene regel kan toestaan, voor zover daarvoor voorafgaand toestemming is gevraagd en gegeven. In elk geval dienen genoemde verplichtingen onmiskenbaar gerelateerd te zijn aan het internationaliseringsplan. Een dergelijke uitzondering kan bijvoorbeeld worden overwogen bij een vroegtijdige aanmelding voor een beursdeelname vanwege het beperkt aantal beschikbare plaatsen voor de opbouw van een stand.

Artikel 2, derde lid, onderdelen e en f zijn gewijzigd als gevolg van de nieuwe

de-minimisverordening (Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun). Uitgesloten van PSB zijn de productie, verwerking van en handel in specifiek omschreven producten uit de primaire landbouw, visserij en aquacultuur. Betreffende producten zijn uitgezonderd van het toepassingsgebied van de

de-minimisverordening. Het zogenoemde de-minimisbedrag is bepaald op € 200.000 per onderneming resp. € 100.000 voor een onderneming in het wegvervoer en betreft alle activiteiten waarvoor steun wordt verleend uit hoofde van de de-minimisverordening gedurende een periode van drie belastingjaren.

Artikel I, onderdeel C

Artikel 3. De aanpassing in het tweede lid vloeit eveneens voort uit de nieuwe

de-minimisverordening.

Artikel I, onderdeel D (Artikel 4)

Artikel 4, vijfde lid, is gewijzigd in verband met verbreding van de keuzemogelijkheden voor het volgen van opleidingen, cursussen, workshops, seminars, trainingen en dergelijke; ter wille van de leesbaarheid is de redactie van het hele artikellid herzien.

Artikel 5, zevende lid, is gewijzigd als gevolg van bovenvermelde aanpassingen met betrekking tot octrooi, merk- en modelregistratie.

Artikel I, onderdelen E en F

Het in artikel 6 bedoelde aanvraagformulier en internationaliseringsplan, alsmede het in artikel 12 bedoelde vaststellingsformulier zijn in beperkte mate gewijzigd als gevolg van de eerder besproken aanpassingen.

Artikel II

Het subsidieplafond voor 2007 is vastgesteld op € 11.475.000. Dit jaar kunnen daarmee ca. 850 bedrijven worden ondersteund bij de opstelling van hun internationaliseringsplan.

Artikel III

De aanpassingen zijn van toepassing op alle nieuwe aanvragen en dus niet op reeds verstrekte subsidies. Dit betekent dat indien een subsidie is verleend maar nog niet is vastgesteld, voor de vaststelling het regime van toepassing is dat direct voor de inwerkingtreding van deze regeling geldig was.

Het nieuwe formulier met betrekking tot subsidievaststelling moet worden gebruikt vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling, dus ook in de reeds bestaande subsidierelaties. Daarmee wordt het regime dat van toepassing is in die bestaande relaties niet gewijzigd.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

  • 1

    Stcrt. 2004, 214; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 10 augustus 2006 (Stcrt. 159).

Naar boven