Convenant MIVD-AIVD inzake de interceptie van niet-kabelgebonden telecommunicatie door de Nationale Sigint Organisatie

De Minister van Defensie, voor deze de directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor deze het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD),

overwegende;

dat de MIVD en de AIVD, onder meer vanuit doelmatigheidsoverwegingen, bij de uitvoering van hun wettelijke taken belang hebben bij wederzijdse technische of andere vormen van ondersteuning bij de uitoefening van bijzondere bevoegdheden als bedoeld in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv 2002),

dat de MIVD en de AIVD, in samenspraak met de coördinator voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, zijn overeengekomen een gezamenlijke organisatie te ontwikkelen voor de interceptie van niet-kabelgebonden telecommunicatie,

dat het doel van deze organisatie is de behoefte die de beide diensten hebben aan de interceptie van niet-kabelgebonden telecommunicatie zo efficiënt mogelijk te vervullen,

dat deze organisatie, ook wel Nationale Sigint Organisatie (NSO) geheten, wordt opgebouwd uit de afdeling Verbindingsinlichtingen van de MIVD en als bijzondere afdeling wordt ondergebracht binnen de MIVD,

dat met de oprichting van het satellietgrondstation te Burum op 6 september 2005 de eerste fase van de NSO is gerealiseerd,

dat medio 2005 de MIVD en de AIVD gezamenlijk een voorstel hebben ontwikkeld voor de tweede fase in de oprichting van de NSO, waarmee bij brief van 23 mei 2006 door de Minister van Algemene Zaken, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie is ingestemd,

dat met het besluit van de plaatsvervangend Secretaris-Generaal van Defensie d.d. 23 mei 2007, nr. BS/DP02007013930, het reorganisatieplan Realisatie NSO fase 2 is goedgekeurd, de NSO als bijzondere afdeling is ondergebracht binnen de MIVD en hiermee de tweede fase is gerealiseerd van de NSO,

dat in overeenstemming met artikel 8 van het Convenant MIVD-AIVD van 26 september 2003 (inzake het verlenen van technische ondersteuning op het gebied van satellietinterceptie door MIVD aan de AIVD) partijen het noodzakelijk achten dat onderhavig convenant in de plaats zal treden van voornoemd convenant,

komen met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder de artikelen 25, 26, 27, 36, 58 en 59 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv 2002), tot de volgende afspraken:

Artikel 1: Taakstelling NSO

De NSO is een facilitaire organisatie die verantwoordelijk is voor de technische, materiële en personele aspecten (met inachtneming van het beheerskader) van de interceptie van niet-kabelgebonden telecommunicatie ten behoeve van de MIVD en AIVD.

De algemene taakstelling van de NSO is onder te verdelen in drie hoofdgebieden:

a. Interceptie, technisch beheer van het interceptiemateriaal, technische en trafficanalyse alsmede source development gericht op de uitvoering van de interceptietaken, het waarborgen van de continuïteit van de interceptie op de korte en middellange termijn en het beschikken over adaptief vermogen t.b.v. nieuwe ontwikkelingen;

b. Verrichten van toegepast onderzoek en speciale projecten gericht op innovatie en continuïteit van de interceptie op de lange termijn;

c. Instandhouden en op verzoek beschikbaar stellen van sigint-detachementen (personeel en materieel) ten behoeve van de ondersteuning van tenminste twee CVH-operaties of andersoortige inzet.

Artikel 2: Aansturing NSO

De aansturing van de NSO door MIVD en AIVD gezamenlijk geschiedt volgens het zogenaamde drie-lagenmodel, waarbij het uitgangspunt is dat de MIVD en de AIVD de NSO aansturen op basis van gelijkwaardigheid. Dit betekent dat aansturing plaatsvindt op:

1. Gezagsmatig niveau, middels de Commissie Gezagsmatige Aansturing;

2. Operationeel niveau, middels het Operationeel Overleg;

3. Uitvoeringsniveau.

Het operationeel niveau legt verantwoording af aan het gezagsmatig niveau, het uitvoeringsniveau legt verantwoording af aan het operationeel niveau.

Artikel 3: Gezags- en beheersmatige aansturing van de NSO

3.1 De NSO wordt gezagsmatig aangestuurd door de Commissie Gezagsmatige Aansturing (CGA), bestaande uit de directeur MIVD en het hoofd AIVD. Zij kunnen zich doen vervangen. Onder gezagsmatige aansturing wordt verstaan de bevoegdheid om zowel planmatig als ad hoc te beslissen over de inzet van de NSO. Uitgangspunt hierbij is dat beide diensten op gelijkwaardige wijze door de NSO gefaciliteerd worden. Het voorzitterschap van de CGA rouleert jaarlijks tussen beide diensten waarbij het secretariaat verzorgd wordt door de dienst die het voorzitterschap bekleedt.

3.2 De CGA stelt de interceptiebehoefte in kwalitatieve- en kwantitatieve zin op de langere termijn vast, alsmede kaders voor (inter)nationale samenwerking, capaciteitsplanning, studie- en onderzoeksvoorstellen, beleids- en investeringsvoorstellen, de begroting en het jaarplan NSO.

3.3 De NSO wordt als bijzondere afdeling beheersmatig ingebed in de MIVD. De beheersmatige aansturing van de NSO vindt plaats door de directeur van de MIVD, waarvoor deze ten volle verantwoordelijk is. Onder beheersmatige aansturing wordt verstaan de dagelijkse leiding over de NSO. Dit omvat een verzameling (ondersteunende en operationele) activiteiten met als doel het waarborgen van de vereiste functionaliteit van middelen, zowel kwantitatief als kwalitatief alsmede de bevoegdheid om feitelijk financiële verplichtingen aan te gaan binnen de geaccordeerde begrotingskaders. Hiernaast omvat dit het zijn van contractpartij namens de Staat bij het aangaan van overeenkomsten met derden, zoals bij de verwerving of huur van bijvoorbeeld grond, hardware of software, voor zover deze feitelijk bij de NSO zijn ondergebracht. Daarnaast omvat beheersmatige aansturing de (functionele) aansturing van al het personeel dat werkzaam is bij of ten behoeve van de NSO.

3.4 De NSO is verantwoordelijk voor de inzetbaarheid van de sigint-detachementen. Inzet bij CVH-operaties geschiedt door en onder de verantwoordelijkheid van de MIVD/Defensie. Andersoortige inzet ten behoeve van beide diensten is mogelijk onder verantwoordelijkheid van de CGA, met dien verstande dat inzet bij CVH-operaties altijd voorrang heeft. Tijdens operaties kan een beroep op de NSO gedaan worden voor onderhoud aan de interceptie-apparatuur van de sigint-detachementen.

Artikel 4: Operationele aansturing NSO

4.1 De operationele aansturing van de NSO vindt plaats in het operationeel overleg. Het operationeel overleg bestaat uit één of meer vertegenwoordigers van zowel de MIVD, de AIVD als de NSO. Het operationeel overleg formuleert en evalueert de interceptie-opdrachten (interceptie en search), geeft aan welke activiteiten in (inter)nationaal kader dienen te worden uitgevoerd, bewaakt de uitvoering van studie- en onderzoeksvoorstellen, toetst de bijdrage van de NSO aan beleids- en investeringsvoorstellen voor de lange termijn op operationele noodzaak en adviseert, gevraagd en ongevraagd, de CGA over alle bovenstaande onderwerpen, inbegrepen beleid en investeringen.

Het voorzitterschap van het operationeel overleg rouleert jaarlijks tussen beide diensten, tegenovergesteld aan het voorzitterschap van de CGA, waarbij het secretariaat verzorgd wordt door de dienst die het voorzitterschap bekleedt.

4.2 In geval van verschil van inzicht binnen het operationeel overleg wordt de kwestie voorgelegd aan de CGA, die besluit op basis van de in artikel 3.1. van dit convenant nader geregelde verantwoordelijkheid voor de gezagsmatige aansturing.

4.3 De diensten kunnen ten behoeve van een goede taakuitvoering, zoals bij CVH-operaties, tijdelijk af wijken van de door de CGA overeengekomen keuzes en afspraken met betrekking tot prioriteit en capaciteit. Hierover vindt voorafgaand overleg plaats in het operationeel overleg en een voorstel hiertoe wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de CGA. Wanneer de afwijking voor een van beide diensten in een concreet geval niet aanvaardbaar is en geen consensus wordt bereikt, wordt de zaak voorgelegd aan de verantwoordelijke ministers.

4.4 Een adequate uitvoering van de interceptie-opdrachten (interceptie en search) wordt gewaarborgd door (fijn)afstemming tussen enerzijds de MIVD en de AIVD en anderzijds de NSO en door een eerste evaluatie van de interceptieresultaten. Hiertoe worden contactpersonen bij de diensten en de NSO aangesteld.

Artikel 5: Ondersteuning NSO door MIVD en AIVD

5.1 De NSO kan een beroep doen op de diensten voor linguïstische ondersteuning ten behoeve van traffic analyse en source development. In beginsel draagt de dienst waarvoor de hier bedoelde activiteit dient te worden verricht zorg voor de door de NSO verlangde ondersteuning.

5.2 De NSO kan een beroep doen op de diensten voor ondersteuning op het gebied van signaalonderzoek. In beginsel draagt de dienst waarvoor de hier bedoelde activiteit dient te worden verricht zorg voor de door de NSO verlangde ondersteuning.

Artikel 6: Personeel

6.1 De functies van Hoofd NSO en Plaatsvervangend Hoofd NSO, zullen met wederzijdse instemming gevuld worden door respectievelijk MIVD en AIVD.

6.2 AIVD-medewerkers kunnen, zonodig in afwijking van de Defensie personeelsbeheersystematiek, in aanmerking komen voor een (staf)functie bij de NSO.

6.3 AIVD-medewerkers die een functie bij de NSO krijgen, worden geplaatst met behoud van rechtspositie. Zij vallen als NSO-medewerker functioneel onder Hoofd NSO. De MIVD zal aan de AIVD de salariskosten vergoeden voor zover deze in overeenstemming zijn met de formatie en inschaling van de NSO.

Artikel 7: Boedelbeschrijving

7.1 Tot de boedel van de NSO behoren alle installaties, apparatuur, overige goederen, personeel en bijbehorende budgetten, als beschreven in de bijlage die als gerubriceerde bijlage 1 bij dit convenant behoort en zoals die op 23 mei 2007, als datum begin geldigheid van de NSO, aanwezig zijn op de locaties Satelliet Grondstation Burum (SGS NSO), Satelliet Grondstation Zoutkamp (SGS Zoutkamp), Verwervingscentrum Eibergen (VC Eibergen) en het Radio Ontvangstation Eemnes, alsmede op locaties in het buitenland.

7.2 De boedelbeschrijving vormt het uitgangspunt voor actuele en toekomstige investeringen ten behoeve van de NSO.

Artikel 8: Financiëel kader

8.1 Jaarlijks wordt door de NSO als budgethouder een begroting ingediend bij de stafafdeling Control van de MIVD conform het reguliere beleids-, plannings, en begrotingsproces (BPB-proces) van Defensie. Dit gebeurt nadat afstemming over de begroting heeft plaatsgevonden binnen de CGA.

8.2 Uitgaande van het principe dat de functionaliteit, zoals deze bestaat op 23 mei 2007, het moment van realisatie van de tweede fase van de NSO, in stand gehouden dient te worden, is het noodzakelijk vervangingsinvesteringen te plegen op de apparatuur. Hiervoor dient een inventarisatie gemaakt te worden van de levensduurkosten van de verschillende componenten van apparatuur. De vervangingsinvesteringen voor de locatie Eibergen worden opgenomen in de MIVD begroting. De vervangingsinvesteringen voor de locatie Burum worden opgenomen in het, in het kader van het Actieplan terrorismebestrijding en veiligheid, exogeen ter beschikking gestelde NSO budget. Voor de locaties Zoutkamp en Eemnes worden geen vervangingsinvesteringen opgenomen, aangezien deze locaties, zodra dit verantwoord is, worden afgestoten.

8.3 Naar aanleiding van het jaarplan NSO, met daarin opgenomen de meerjarenplanning, wordt bezien wat de behoefte is aan uitbreiding en innovatie van (interceptie)apparatuur. Deze behoeftestelling wordt geaccordeerd door de CGA.

Uitbreidings- en innovatieprojecten waarvoor een door de CGA geaccordeerde behoefte bestaat, worden door de MIVD ingediend via het reguliere behoeftestellingsproces bij de Defensiestaf. De benodigde investeringsgelden worden, afhankelijk van het project en op basis van een door de CGA geaccordeerde verdeelsleutel, verdeeld tussen beide diensten. Indien een verdeelsleutel voor de investeringsgelden wordt vastgesteld, wordt daarbij tevens een verdeelsleutel met betrekking tot het gebruik van de te verwerven capaciteit vastgesteld.

8.4 Innovatieprojecten die op 23 mei 2007 in uitvoering zijn, blijven onder de betreffende dienst ressorteren tot het moment van oplevering. Na afronding van deze projecten vindt overdracht aan de NSO plaats. Een overzicht van deze projecten is opgenomen in het jaarplan.

Artikel 9: Materieel

De MIVD is beheersmatig verantwoordelijk voor de NSO en voert uit dien hoofde het materieelbeheer. Al het materieel dat in gebruik is of komt bij de NSO, wordt administratief vastgelegd in de bij de MIVD in gebruik zijnde goederenbeheersystemen. De CGA besluit over het afstoten van materieel, na voorstellen hiertoe van het operationeel overleg, voor zover het gaat om het afstoten van interceptie- en verwerkingssystemen. De directeur van de MIVD besluit over het afstoten van overig materieel.

Artikel 10: Internationale samenwerking

10.1 De AIVD en de MIVD onderhouden elk vanuit hun eigen taakstelling internationale contacten. Het hoofd van de AIVD en de directeur MIVD lichten elkaar periodiek in over deze internationale contacten voor zover deze de inzet van de NSO regarderen, teneinde te waarborgen dat de belangen die de diensten hebben te behartigen niet worden geschaad.

De NSO heeft niet de bevoegdheid zelfstandig internationale samenwerkingsverbanden aan te gaan. Op basis van bestaande en mogelijke toekomstige sigint-behoeften van één of beide diensten kan de NSO de noodzaak tot een technische samenwerking kenbaar maken en het voorstel als zodanig voorleggen aan één of beide diensten afhankelijk van de gerelateerde sigint-behoefte.

10.2 Indien door de diensten, zelfstandig dan wel gezamenlijk, technische samenwerking op het gebied van sigint is aangegaan, zal de NSO de werkzaamheden voortvloeiende uit deze technische samenwerking feitelijk uitvoeren.

10.3 Indien de samenwerking door één van de diensten is aangegaan wordt de andere dienst in de gelegenheid gesteld van de opbrengst van deze technische samenwerking gebruik te maken mits dit niet in strijd is met de afspraken met de internationale partner of schadelijk is voor een goede taakuitvoering van één of beide diensten.

10.4 De NSO zal binnen het kader dat door de diensten wordt vastgesteld de bestaande internationale technische samenwerking gaan uitvoeren, te weten:

a. De NSO voert installatie en onderhoud uit m.b.t. interceptie-apparatuur, peilsystemen en aanverwante apparatuur/processen in binnen- en buitenland;

b. De NSO draagt, waar vereist, bij aan de internationale componenten van operaties met sigint-detachementen. Het betreft de materiële aspecten van sigint-detachementen, alsmede de personele en technische aspecten van operaties met sigint-detachementen;

c. De NSO onderhoudt in overleg met de MIVD en/of AIVD contacten met bestaande buitenlandse partners op het gebied van de NSO werkprocessen (interceptie, signaalanalyse, traffic analyse en source development);

d. De NSO draagt vanuit haar specifieke deskundigheid bij aan de VI-samenwerkingsverbanden van de MIVD en/of AIVD.

Artikel 11: Wijzigingen

Indien de partijen bij dit convenant van mening zijn dat dit convenant behoort te worden gewijzigd, treden zij met elkaar in overleg.

Artikel 12: Intrekking oude convenant

Het convenant MIVD-AIVD inzake het verlenen van technische ondersteuning op het gebied van satellietinterceptie d.d. 26 september 2003 wordt ingetrokken.

Artikel 13: Inwerkingtreding

Dit convenant treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit convenant zal worden geplaatst in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 1 juni 2007.
De Minister van Defensie,voor deze,
Directeur Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (wnd.),
J. Sikkel.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,voor deze,
Hoofd Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (wnd.),
T.P.L. Bot.

Naar boven