Vaststelling formulier notariële verklaring inzake ouderlijke verantwoordelijkheid

Besluit van 29 juni 2007, tot vaststelling van het formulier voor een notariële verklaring inzake ouderlijke verantwoordelijkheid

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 25, tweede lid, van de Uitvoeringswet internationale kinderbescherming;

Besluit:

Artikel 1

Het formulier voor de verklaring inzake ouderlijke verantwoordelijkheid ingevolge artikel 25 van de Uitvoeringswet internationale kinderbescherming luidt als volgt:

Verklaring inzake ouderlijke verantwoordelijkheid ingevolge artikel 25 Uitvoeringswet internationale kinderbescherming

1. Op .......... verklaar ik, .........., notaris te .........., Nederland met betrekking tot:

2. .......... (naam minderjarige), van het mannelijke/vrouwelijke geslacht*, hierna te noemen ‘de minderjarige’,

naam vader: ..........,

naam moeder: ..........,

nationaliteit van de minderjarige: ..........,

gewone verblijfplaats van de minderjarige in Nederland:

te .......... (adres van de gewone verblijfplaats van de minderjarige in Nederland, dat wil zeggen: gemeente en woonadres);

dat:

3. (Naam van de persoon of de instelling waaraan de verklaring is afgegeven) ..........

adres ..........

4. gemachtigd is om in het belang van de genoemde minderjarige of voor diens rekening alle rechtshandelingen te verrichten met betrekking tot alle goederen*/ een bepaald goed*, (namelijk ..........) of een bepaalde categorie van de goederen* (namelijk ..........) van deze minderjarige, behoudens de navolgende rechtshandelingen: ..........;

of

dat:

5. (Naam van de persoon of de instelling waaraan de verklaring is afgegeven) ..........

adres ..........

gerechtigd is alle rechtshandelingen te verrichten die op een aan deze verklaring gehechte bijlage zijn vermeld;

6. en voorts dat de genoemde persoon of instelling de volgende verdere bevoegdheden ten aanzien van de goederen van de minderjarige heeft: .......... (doorhalen indien niet van toepassing).

7. Mogelijkheid om zich te laten vertegenwoordigen door een derde: ja/nee*

8. Nadere opmerkingen: ..........

9. De genoemde bevoegdheden eindigen op (voorzover van toepassing) ..........

10. Datum van deze verklaring: ..........

Handtekening/zegel van de notaris

* Doorhalen wat niet van toepassing is

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 juni 2007.
De Minister van Justitie, E.M.H. Hirsch Ballin.

Toelichting

Het onderhavige besluit is gebaseerd op artikel 25 van de Uitvoeringswet internationale kinderbescherming (Stb. 2006, 123). Dit artikel geeft uitvoering aan artikel 40 van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 (Verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen (Trb. 1997, 299). Dit verdragsartikel voorziet in de mogelijkheid van aanwijzing, door een verdragsstaat, van een autoriteit die aan personen of instellingen die zijn bekleed met ouderlijke verantwoordelijkheid over een kind dat zijn gewone verblijfplaats in die staat heeft, of belast zijn met de bescherming van de persoon of het vermogen van het kind, een verklaring kan afgeven waarin de hoedanigheid en de bevoegdheden van die persoon of instelling zijn aangegeven. De verklaring kan worden afgegeven ongeacht of de hoedanigheid en de bevoegdheden voortvloeien uit een beslissing van een autoriteit dan wel op andere wijze zijn ontstaan. Ingevolge artikel 40, tweede lid, van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 wordt de betreffende persoon geacht de in de verklaring genoemde hoedanigheid en bevoegdheden te bezitten behoudens tegenbewijs.

Het eerste lid van artikel 25 van de uitvoeringswet wijst voor Nederland de notaris aan als instantie die de verklaring afgeeft. In het tweede lid van artikel 25 is bepaald dat voor de verklaring een formulier wordt vastgesteld. Het in het onderhavige besluit vastgestelde formulier is door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie ontworpen op basis van een daartoe strekkend voorstel van de Union Internationale du Notariat latin.Verwezen wordt in dit verband naar het commentaar van die organisatie destijds is gegeven over het ontwerpverdrag, en dat is opgenomen in de stukken inzake de totstandkoming van het verdrag (Conférence de La Haye de Droit international privé, Actes et documents de la Dix-huitième Session, Tome II, Protection des enfants, blz. 206).

Het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 was op het tijdstip van totstandkoming van dit besluit nog niet door Nederland geratificeerd. Het EU-Raadsbesluit dat voorziet in collectieve ratificatie door EU-lidstaten die nog geen partij bij het verdrag zijn, is geblokkeerd door een voorbehoud van Spanje. De verklaring kan evenwel ook worden afgegeven in gevallen waarin de ouderlijke verantwoordelijkheid berust op de Verordening ‘Brussel IIbis’ (Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van de Europese Unie van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1347/2000 (PbEU L 338). Ingevolge artikel 2 van de uitvoeringswet bestaat de in artikel 25 geboden mogelijkheid ook in gevallen die niet door het verdrag of door de verordening ‘Brussel IIbis’ worden bestreken.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin

Naar boven