Vaststelling elektronische aanvraagprocedure voor subsidies via Senterloket

Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken van 2 juli 2007, nr. WJZ 7079770, houdende vaststelling van de elektronische aanvraagprocedure voor subsidies via Senterloket

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 2:15, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

§ 1

Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a. aanvraagapplicatie: toepassing van de website die de mogelijkheid biedt om elektronisch subsidieaanvragen in te dienen;

b. certificaat: elektronisch document dat waarborgen biedt omtrent de identiteit van de gebruiker met een geldigheid van twee jaar;

c. certificaathouder: degene aan wie het certificaat is afgegeven en de bezitter van de private sleutel;

d. elektronische handtekening: handtekening die bestaat uit elektronische gegevens waarbij de uitvoerder aan een private sleutel een publieke sleutel koppelt, waardoor de certificaathouder met zijn private sleutel een document kan ondertekenen;

e. uitvoerder: SenterNovem of de EVD internationaal ondernemen en samenwerken;

f. website: website van SenterNovem voor het elektronisch indienen van subsidieaanvragen (www.senterloket.nl).

Artikel 2

Deze beleidsregel is van toepassing op het elektronisch indienen van een subsidieaanvraag via de website.

Artikel 3

1. Het elektronisch indienen van een subsidieaanvraag is mogelijk indien de subsidieregeling is opengesteld voor elektronisch indienen.

2. Op de website wordt een overzicht gegeven van de opengestelde regelingen.

§ 2

De aanvraagprocedure

Artikel 4

1. Om toegang te krijgen tot de aanvraagapplicatie is een certificaat en pincode vereist.

2. Op de website kan een certificaat worden opgevraagd en geïnstalleerd.

3. Bij het aanvragen van het certificaat geeft certificaathouder zijn pincode op aan de uitvoerder.

4. Door middel van het installeren van het certificaat ontvangt de certificaathouder het certificaat met daarin opgeslagen de private sleutel.

Artikel 5

Het elektronisch indienen van subsidieaanvragen geschiedt op de volgende wijze:

a. de certificaathouder verkrijgt toegang tot de aanvraagapplicatie door in te loggen met het certificaat en de pincode;

b. de certificaathouder start een nieuwe aanvraag en selecteert de subsidieregeling waarvoor hij elektronisch een subsidieaanvraag wil indienen;

c. de certificaathouder vult de subsidieaanvraag in en controleert deze.

Artikel 6

1. Indien de certificaathouder de tekenbevoegde is van de organisatie die een subsidieaanvraag wil indienen, ondertekent hij de subsidieaanvraag met een elektronische handtekening en dient hij de subsidieaanvraag in.

2. Indien de certificaathouder niet de tekenbevoegde van de organisatie is, kan hij een tekenbevoegde autoriseren om de aanvraag te ondertekenen of in te dienen.

§ 3

Slotbepalingen

Artikel 7

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 juli 2007.
De Minister van Economische Zaken, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

1. Doel en aanleiding

In deze beleidsregel is in hoofdlijnen neergelegd de wijze waarop een elektronische subsidieaanvraag bij Senterloket kan worden ingediend. De twee grootste uitvoeringsinstanties van het Ministerie van Economische Zaken op het gebied van subsidies, de agentschappen SenterNovem en de EVD internationaal ondernemen en samenwerken, maken van dit Senterloket gebruik om elektronisch aanvragen mogelijk te maken.

Op grond van artikel 2:15 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kunnen subsidieaanvragen elektronisch naar het bestuursorgaan worden verzonden indien het bestuursorgaan kenbaar heeft gemaakt dat de elektronische weg is geopend. Op de website (www.senterloket.nl) wordt een overzicht gegeven van de regelingen waarvoor elektronisch aanvragen mogelijk is. De Awb bepaalt verder dat het bestuursorgaan nadere eisen kan stellen aan het gebruik van de elektronische weg. In de onderhavige beleidsregel wordt hier invulling aan gegeven.

Het op hoofdlijnen vastleggen van de procedure die gevolgd moet worden om elektronisch aanvragen in te dienen, is gewenst vanuit het oogpunt van betrouwbaarheid, vertrouwelijkheid en uniformiteit. Hier zal in paragraaf 2 nader op in worden gegaan. Specifiekere eisen worden door de uitvoerders vastgesteld en gepubliceerd op de website.

2. Elektronische aanvraagprocedure

Het elektronisch indienen van subsidieaanvragen kent voor zowel de gebruiker als de uitvoerder vele voordelen, waaronder:

– de aanvraag en de elektronische correspondentie blijven bewaard, zodat deze bij een volgende aanvraag nog bekend zijn. De administratieve lasten voor zowel de uitvoerder als de gebruiker zullen hierdoor afnemen;

– gebruikers kunnen samenwerken aan een aanvraag zonder bij elkaar in dezelfde fysieke ruimte aanwezig te zijn;

– de aanvragen worden overzichtelijker en meer uniform aangeleverd waardoor de uitvoerder in veel gevallen sneller op een aanvraag kan reageren.

Een zwaarwegend punt bij de elektronische gegevensuitwisseling is het zorgdragen voor betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid. Het versturen van een E-mail met daarin een subsidieaanvraag volstaat niet, omdat niet met zekerheid kan worden vastgesteld of de aanvrager degene is die hij zegt te zijn en of de inhoud van het stuk onderweg niet gewijzigd is. Voor de aanvrager is het daarnaast van belang dat onbevoegden niet de kans hebben gehad om kennis te nemen van de inhoud van het bericht.

De eisen die in deze beleidsregel aan het elektronische verkeer tussen de uitvoerders en de aanvrager worden gesteld hebben tot doel de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van elektronische berichten zoveel mogelijk te waarborgen. De belangrijkste elementen zullen hier kort worden toegelicht.

2.1 Certificaat

Voordat er gebruik kan worden gemaakt van de aanvraagapplicatie van het Senterloket, dient de gebruiker zich bekend te maken aan het Senterloket. Dit vindt plaats door middel van het intypen van een zelfbedachte pincode en de gegevens die benodigd zijn voor de afgifte van een certificaat. Het certificaat is een elektronisch document dat waarborgen biedt omtrent de identiteit van de gebruiker. Een certificaat is op naam gesteld van een werknemer of vertegenwoordiger van de organisatie.

Indien de gebruiker reeds in het bezit is van een certificaat dat is uitgeven door de Kamers van Koophandel of de Belastingdienst, dan kan deze zich met dat certificaat aanmelden. De pincode is noodzakelijk om in te loggen in de aanvraagapplicatie.

2.2 Private, publieke sleutel en elektronische handtekening

Een elektronische handtekening afgegeven door de tekenbevoegde van een organisatie heeft dezelfde rechtsgevolgen als een handgeschreven handtekening, indien de methode die daarbij is gebruikt voor authentificatie voldoende betrouwbaar is. Bij een digitale handtekening koppelt de uitvoerder aan een persoon twee codes die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden: een publieke en een private sleutel. De koppeling van deze publieke sleutel aan een persoon wordt vastgelegd in een digitaal certificaat. De betreffende persoon kan vervolgens een elektronisch bestand ondertekenen met zijn private sleutel en zelfbedachte pincode. De ontvanger van dit bestand kan (alleen) met de bijbehorende publieke sleutel verifiëren of het bericht ongewijzigd is en of het afkomstig is van de bezitter van de bijbehorende (geheime) private sleutel. De publieke sleutel is bekend bij de uitvoerder.

§ 3. Technische notificatie

Deze beleidsregel is op grond van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998, zoals gewijzigd door Richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften genotificeerd in Brussel, aangezien het hier gaat om technische voorschriften die worden gesteld aan het elektronisch aanvragen van subsidie (notificatienummer 2007/0366/NL). Deze voorschriften kunnen worden gezien als eisen aan een dienst van informatiemaatschappij.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven