Regeling uitbreiding doelgroep verlenging tegemoetkoming TRI

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 juni 2007, nr. SV/WV/07/21845, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten in verband met de uitbreiding van de groep herbeoordeelde arbeidsongeschikten die recht heeft op een verlenging van de duur van de tegemoetkoming en het opnemen van een aanvraagtermijn en wijziging van de Regeling afwijking datum Besluit eenmalige herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten in verband met het opschuiven van de einddatum van de periode van herbeoordelingen in artikel 1, eerste lid, onder a (Regeling uitbreiding doelgroep verlenging tegemoetkoming TRI)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 9 van de Kaderwet SZW-subsidies en artikel 1, tweede lid, van het Besluit eenmalige herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten;

Besluit:

Artikel I

Wijziging van de Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten

De Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid worden twee zinnen toegevoegd, luidende:

De herbeoordeelde dient de aanvraag in uiterlijk twee maanden na de datum waarop:

a. zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering is verlaagd of ingetrokken; of

b. zijn recht op werkloosheidsuitkering is geëindigd omdat de voor hem geldende uitkeringsduur is verstreken, indien het derde lid van toepassing is.

Het recht op een tegemoetkoming gaat in op de dag waarop de herbeoordeelde de aanvraag heeft ingediend, met dien verstande dat het recht niet eerder ontstaat dan de datum waarop de uitkering is verlaagd of ingetrokken respectievelijk, in de situatie, bedoeld in de tweede zin, onderdeel b, de datum waarop het recht op werkloosheidsuitkering is geëindigd.

2. In het tweede lid vervalt de tweede zin.

3. Het derde lid komt te luiden:

3. Indien de herbeoordeelde op de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering recht heeft op een werkloosheidsuitkering waarvan de resterende duur minder bedraagt dan twaalf maanden, heeft hij recht op een tegemoetkoming. De duur van dat recht op tegemoetkoming is twaalf maanden verminderd met de periode waarover hij recht heeft gehad op die werkloosheidsuitkering, gerekend vanaf de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering.

4. In het vierde lid vervalt ‘vanaf de datum waarop zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering is verlaagd of ingetrokken’.

5. In het zesde lid wordt ‘28, onderdelen a, d en g,’ vervangen door ‘28, onderdelen a, d, g, i, j en k,’ en wordt na ‘Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering’ ingevoegd ‘en de artikelen 30, eerste lid, 32, tweede en derde lid, 88, eerste lid, onderdeel a, 90, en 131, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen’.

6. In het achtste lid wordt ‘28, onderdelen a, d en g,’ vervangen door: 28, onderdelen a, d, g, i, j en k,.

7. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

10. Het UWV kan het eerste lid, tweede zin, buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing daarvan zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

B

In artikel 2a, eerste lid, wordt na ‘vierde lid,’ ingevoegd: of artikel 7c, derde lid,.

C

Na artikel 7b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7c

Overgangsrecht in verband met de Regeling uitbreiding doelgroep verlenging tegemoetkoming TRI

1. Artikel 2 zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel I van de Regeling uitbreiding doelgroep verlenging tegemoetkoming TRI, blijft van toepassing met betrekking tot een recht op tegemoetkoming dat is aangevraagd voor of op die dag.

2. In afwijking van artikel 2, eerste lid, tweede zin, kan een aanvraag op grond van dat artikel in ieder geval worden ingediend tot drie maanden na de dag van inwerkingtreding van de Regeling uitbreiding doelgroep verlenging tegemoetkoming TRI.

3. De herbeoordeelde wiens arbeidsongeschiktheidsuitkering is verlaagd of ingetrokken voor of op 23 september 2006 en die

a. vóór de datum van inwerkingtreding van de Regeling uitbreiding doelgroep verlenging tegemoetkoming TRI een aanvraag om een tegemoetkoming heeft gedaan; en

b. op 23 maart 2007 geen recht had op een tegemoetkoming of een werkloosheidsuitkering waarvan de hoogte is aangepast in verband met de verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering;

heeft recht op een extra tegemoetkoming.

4. De duur van de extra tegemoetkoming is zes maanden verminderd met de periodes waarover:

a. de herbeoordeelde recht had op tegemoetkoming op grond van artikel 2a; en

b. de herbeoordeelde recht had op een als gevolg van de verlaging of intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering ontstane of aangepaste werkloosheidsuitkering, gerekend vanaf zes maanden na de datum van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering.

5. Het UWV stelt het recht op een extra tegemoetkoming op aanvraag vast. De aanvraag kan tot drie maanden na de datum van inwerkingtreding van de Regeling uitbreiding doelgroep verlenging tegemoetkoming TRI worden ingediend. Het recht gaat in op de datum van aanvraag, met dien verstande dat het recht niet eerder ontstaat dan op de datum van inwerkingtreding van die regeling. Met uitzondering van artikel 2, eerste tot en met vierde lid, zijn de artikelen van deze regeling van toepassing op de extra tegemoetkoming.

Artikel II

Wijziging van de Regeling afwijking datum Besluit eenmalige herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten

Artikel 1 van de Regeling afwijking datum Besluit eenmalige herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid vervalt de dubbele punt en wordt na ‘1 juli 2006’ ingevoegd: en wordt de einddatum van de in dat onderdeel genoemde periode vastgesteld op 1 juli 2009.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2 In afwijking van artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit eenmalige herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten wordt de einddatum van de in dat onderdeel genoemde periode vastgesteld op 1 juli 2009.

Artikel III

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel II, onderdeel 3, terugwerkt tot en met 1 januari 2007.

Artikel IV

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling uitbreiding doelgroep verlenging tegemoetkoming TRI.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 juni 2007
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.P.H. Donner.

Toelichting

Algemeen

Uitbreiding verlenging tegemoetkoming

In het kader van de zogenaamde eenmalige herbeoordelingsoperatie die in oktober 2004 van start is gegaan, is de Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten (TRI) vastgesteld. Het doel van de TRI is om herbeoordeelde arbeidsongeschikten meer tijd te geven een passende baan te vinden door het bieden van inkomenszekerheid. Daarom voorziet de TRI in een tijdelijke tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten van wie de arbeidsongeschiktheidsuitkering is verlaagd of ingetrokken na de herbeoordeling, tenzij aansluitend op die verlaging of intrekking recht bestaat op (aanpassing van) een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW). Voorts heeft een herbeoordeelde arbeidsongeschikte recht op een (verkorte) tijdelijke tegemoetkoming als de duur van het recht op een WW-uitkering korter is dan de maximale duur van de tijdelijke tegemoetkoming.

Die maximale duur van het recht op een tijdelijke tegemoetkoming bedroeg aanvankelijk zes maanden. In het Coalitieakkoord is afgesproken om deze maximale duur te verlengen naar twaalf maanden. Deze verlenging is inmiddels gerealiseerd door de wijziging van de TRI die op 21 maart 2007 is gepubliceerd (Stcr. 2007, 57), en die twee dagen daarna in werking is getreden.

De onderhavige regeling geeft aan twee groepen herbeoordeelde arbeidsongeschikten materiële aanspraken, omdat zij van voornoemde verlenging geen profijt hebben gehad. Ten eerste komen degenen die in het verleden reeds (maximaal) zes maanden een tijdelijke tegemoetkoming hebben gehad, in aanmerking voor een extra tegemoetkoming met nog eens zes maanden. Ten tweede komen degenen die in het verleden – na hun herbeoordeling – een WW-uitkering van langer dan zes maar korter dan twaalf maanden hebben ontvangen, alsnog in aanmerking voor een tijdelijke tegemoetkoming, waarvan de duur het verschil is tussen twaalf maanden en de duur van de ontvangen WW-uitkering. Zo krijgen mensen die herbeoordeeld zijn meer tijd voor re-integratie en goede ondersteuning en wordt de mogelijkheid voor maatwerk bij re-integratie versterkt. Hierna zal meer uitgebreid op de gevolgen voor de verschillende groepen worden ingegaan.

Daarnaast wordt in de onderhavige regeling geïntroduceerd dat herbeoordeelde arbeidsongeschikten die na de inwerkingtreding ervan een aanvraag indienen, dit binnen een bepaalde periode moeten doen. Om de gevolgen daarvan goed in beeld te brengen, wordt hierna onderscheid gemaakt tussen degenen die een tijdelijke tegemoetkoming vóór respectievelijk ná de inwerkingtreding van de onderhavige regeling hebben aangevraagd.

Tot slot bevat de onderhavige regeling prikkels om de herbeoordeelde arbeidsongeschikte zo snel mogelijk aan het werk te helpen. Daartoe worden – naast de bestaande – diverse specifieke re-integratieverplichtingen geïntroduceerd. Het betreft verplichtingen gericht op inschakeling in de arbeid. De herbeoordeelde arbeidsongeschikte is verplicht te zoeken naar werk (sollicitatieplicht) en aangeboden passende arbeid te verrichten. Hij mag geen eisen stellen in verband met door hem te verrichten arbeid die het aanvaarden of verkrijgen van passende arbeid belemmeren. De herbeoordeelde arbeidsongeschikte is verder verplicht mee te werken aan het opstellen van de re-integratievisie of het re-integratieplan. Ook dient hij te voldoen aan de in de re-integratievisie of het re-integratieplan opgenomen concrete verplichtingen.

Aanvragen om tijdelijke tegemoetkoming voor inwerkingtreding van de onderhavige regeling

Alleen de herbeoordeelde arbeidsongeschikten die een tijdelijke tegemoetkoming hebben aangevraagd, hebben kunnen profiteren van de verlenging naar twaalf maanden. Dit betreft de volgende twee groepen. Ten eerste de groep bestaande uit de herbeoordeelde arbeidsongeschikten die op 23 maart 2007 recht hadden op een tijdelijke tegemoetkoming (de zogenaamde lopende gevallen); dat wil zeggen dat hun arbeidsongeschiktheidsuitkering is ingetrokken of verlaagd na 23 september 2006. De duur van hun tijdelijke tegemoetkoming is inmiddels verlengd tot een maximale periode van twaalf maanden. Ten tweede de groep bestaande uit de herbeoordeelde arbeidsongeschikten die na 23 maart 2007 recht hebben gekregen op een tijdelijke tegemoetkoming (de zogenaamde nieuwe gevallen). Zij hebben na hun aanvraag direct aanspraak gekregen op een tijdelijke tegemoetkoming voor een maximale periode van twaalf maanden.

Degenen van wie het recht op tijdelijke tegemoetkoming voor 23 maart 2007 is geëindigd (zogenaamde beëindigde gevallen), hebben echter geen profijt gehad van de verlenging naar twaalf maanden: zij hebben na hun aanvraag een tijdelijke tegemoetkoming ontvangen voor een duur van maximaal zes maanden. Deze ongelijke behandeling valt niet te rechtvaardigen. Immers, de TRI biedt een inkomensgarantie aan iedereen die is herbeoordeeld in het kader van de eenmalige herbeoordelingsoperatie. Het zou niet billijk zijn dat herbeoordeelde arbeidsongeschikten korter recht hebben op een tijdelijke tegemoetkoming, enkel en alleen vanwege het feit dat zij op een eerdere datum zijn herbeoordeeld dan anderen.

In de onderhavige regeling wordt daarom geregeld dat zij alsnog in aanmerking kunnen komen voor een extra tegemoetkoming met zes maanden. Daarvoor dienen zij wel tijdig een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit moeten zij binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze regeling bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) doen. Het UWV zal deze groep beëindigde gevallen overigens actief informeren over de mogelijkheid van een nieuwe aanvraag. De nieuwe aanvraag heeft tot gevolg dat het UWV hen een tweede tijdelijke tegemoetkoming, extra tegemoetkoming geheten, toekent van zes maanden. Daarbij geldt dat deze extra tegemoetkoming ingaat op de datum waarop de aanvraag wordt ingediend. Dit heeft de volgende twee redenen. Ten eerste behoudt de betrokkene daardoor bij zijn re-integratie nog zes maanden de zekerheid van een goed inkomen. Dit is in overeenstemming met het doel van de TRI. Ten tweede kan het UWV daardoor een evenredige maatregel opleggen als de betrokkene zich onvoldoende inspant om te re-integreren.

Aanvragen om tijdelijke tegemoetkoming ná inwerkingtreding van de onderhavige regeling

Bij herbeoordeelde arbeidsongeschikten die een aanvraag voor een tijdelijke tegemoetkoming indienen na inwerkingtreding van deze regeling, kan onderscheid worden gemaakt tussen drie groepen. Ten eerste is er een groep herbeoordeelde arbeidsongeschikten die in het verleden na de verlaging of intrekking van hun arbeidsongeschiktheidsuitkering, recht hadden op een WW-uitkering van langer dan zes maar korter dan twaalf maanden. Als dit WW-recht is geëindigd voor 23 maart 2007, dan hadden zij geen recht op een tijdelijke tegemoetkoming. Zij zullen dan ook geen tijdelijke tegemoetkoming hebben aangevraagd, want deze zou zijn afgewezen. Ook deze groep heeft dus geen profijt gehad van de verlenging van het recht op tijdelijke tegemoetkoming naar twaalf maanden. Deze groep is sterk vergelijkbaar met de hiervoor genoemde groep beëindigde gevallen. Vanuit een oogpunt van rechtsgelijkheid dienen zij daarom alsnog in aanmerking te komen voor een tijdelijke tegemoetkoming. Ook voor deze groep geldt dat zij daartoe binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze regeling een aanvraag bij het UWV moeten indienen. Het UWV zal deze groep eveneens actief informeren over de mogelijkheid van een aanvraag. Deze aanvraag heeft tot gevolg dat het UWV hen een tijdelijke tegemoetkoming toekent, met dien verstande dat op de duur van twaalf maanden de duur van de ontvangen WW-uitkering in mindering wordt gebracht. Daarbij geldt, naar analogie bij de beëindigde gevallen, dat het recht op tijdelijke tegemoetkoming ingaat op de datum van de aanvraag. De redenen daarvoor zijn dezelfde als bij de hiervoor genoemde groep van beëindigde gevallen: de tijdelijke tegemoetkoming is bedoeld om de betrokkene inkomenszekerheid te bieden bij zijn re-integratie, en het UWV kan de betrokkene een evenredige maatregel opleggen als hij zich daarvoor onvoldoende inspant.

Ten tweede is er een groep herbeoordeelde arbeidsongeschikten die niet eerder (dat wil zeggen voor inwerkingtreding van deze regeling) een tijdelijke tegemoetkoming heeft aangevraagd, hoewel ze daar wel recht op hadden. Met andere woorden, zij hebben geen gebruik gemaakt van de TRI. Deze groep kan alsnog in aanmerking komen voor een tijdelijke tegemoetkoming, mits binnen drie maanden na inwerkingtreding van de onderhavige regeling een aanvraag bij het UWV wordt ingediend. Op die manier wordt voorkomen dat het UWV nog lange tijd na het ontstaan van een recht moet vaststellen of, en zo ja, wanneer dat recht is ontstaan. De termijn van drie maanden is dan ook een voorwaarde voor het recht op een tijdelijke tegemoetkoming: een te laat ingediende aanvraag leidt ertoe dat er geen recht ontstaat. Een tijdig ingediende aanvraag heeft tot gevolg dat het UWV hen een tijdelijke tegemoetkoming toekent voor een maximale duur van twaalf maanden. En ook in dit geval gaat dit recht in op de datum van de aanvraag.

Tot slot is er een groep herbeoordeelde arbeidsongeschikten van wie de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt verlaagd of ingetrokken ná inwerkingtreding van deze regeling. Voor deze groep gaat gelden dat een aanvraag voor een tijdelijke tegemoetkoming binnen twee maanden na die verlaging of intrekking moet worden ingediend, dan wel – indien zij recht hebben op een aansluitende WW-uitkering van korter dan twaalf maanden, binnen twee maanden na eindiging van dat WW-recht. De redenen en gevolgen daarvan zijn gelijk aan hetgeen in de vorige alinea is beschreven.

Opschuiven einddatum herbeoordelingen

Tot en met het derde kwartaal van 2006 zijn 200.000 herbeoordelingen verricht. Op dat moment resteerden nog circa 150.000 herbeoordelingen. De afspraken in het Coalitieakkoord en de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 2 maart 2007 over de maximering van de urenomvang van de maatmanuren, brengen veel extra werkzaamheden voor het UWV mee in de vorm van ambtshalve herbeoordelingen. In overleg met het UWV is besloten om de einddatum van de herbeoordelingsoperatie te verschuiven naar 1 juli 2009. Als gevolg hiervan is het noodzakelijk een van het Besluit eenmalige herbeoordeling arbeidsongeschiktheidswetten afwijkende einddatum vast te stellen voor de herbeoordelingsperiodes, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a en b, van dat besluit.

Aan artikel 1 van de Regeling afwijking datum Besluit eenmalige herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten wordt daartoe een lid toegevoegd. De einddatum voor de herbeoordelingsperiode voor personen geboren op of na 1 juli 1956 wordt hiermee met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2007 gesteld op 1 juli 2009.

De einddatum voor de herbeoordelingsperiode voor personen geboren tussen 1 juli 1954 en 1 juli 1956 wordt eveneens gesteld op 1 juli 2009.

Financiële en economische gevolgen

In het Coalitieakkoord is afgesproken dat de duur van de TRI-tegemoetkoming wordt verlengd van zes naar twaalf maanden, zowel voor lopende en nieuwe gevallen als voor beëindigde gevallen. Voor de lopende en nieuwe gevallen (mensen die al een tijdelijke tegemoetkoming ontvangen of daar als gevolg van een herbeoordeling in de toekomst nog recht op zullen krijgen) is die verlenging al gerealiseerd door de wijziging van de TRI op 21 maart 2007 (Stcr. 2007, 57). Voor de beëindigde gevallen en voor degenen die in het verleden na hun herbeoordeling recht hadden op een WW-uitkering van langer dan zes maar korter dan twaalf maanden, wordt de verlenging in de onderhavige regeling geregeld. Beide groepen dienen binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze regeling, een aanvraag voor een extra tijdelijke tegemoetkoming van zes maanden in te dienen bij het UWV.

Op basis van de huidige inzichten worden er gedurende de herbeoordelingsoperatie in totaal maximaal 20.000 TRI-tegemoetkomingen toegekend. Voor de totale duur van zes maanden kost een TRI-tegemoetkoming ongeveer € 2.500. De verlenging van de TRI kost daarom ongeveer € 50 miljoen. Omdat een deel van de uitkeringen al verlengd wordt (in verband met scholing), bedragen de netto kosten ongeveer € 45 miljoen. De uitvoeringskosten van de TRI liggen tussen de 5% en 10%, zodat de totale kosten de € 50 miljoen niet overschrijden. Dit betreft de kosten van de verlenging voor alle gevallen, zowel de lopende en de nieuwe als de beëindigde.

Ontvangen commentaren

Het UWV en de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) hebben een concept van de onderhavige regeling beoordeeld vanuit een oogpunt van respectievelijk uitvoerbaarheid en toezichtbaarheid. De IWI voorziet geen problemen bij de toezichtbaarheid van de voorgenomen wijzigingen. Naar het oordeel van het UWV zijn de voorgestelde wijzigingen uitvoerbaar vanaf 1 juli 2007, mits de aanvraagtermijn in het kader van het overgangsrecht wordt vastgesteld op drie in plaats van twee maanden. Dit voorstel van het UWV is overgenomen. Voorts heeft het UWV desgevraagd aangegeven om de einddatum van de herbeoordelingsoperatie op 1 juli 2009 te stellen. Ook dit voorstel is overgenomen.

Artikelsgewijs

Artikel I. Wijziging van de Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten

Onderdeel A

Artikel I, onderdeel A, (wijziging van artikel 2 van de TRI) regelt drie zaken. Ten eerste wordt in het eerste lid van artikel 2 van de TRI geregeld dat de vereiste aanvraag moet worden ingediend binnen twee maanden na de datum van verlaging of intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering van de herbeoordeelde (als artikel 2, tweede of vierde lid van toepassing is) of uiterlijk binnen twee maanden nadat het recht op werkloosheidsuitkering is geëindigd, als dat recht is ontstaan op het moment van verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering of de hoogte ervan als gevolg van die verlaging of intrekking is aangepast (als artikel 2, derde lid, van toepassing is). Wel wordt in het nieuwe tiende lid van artikel 2 van de TRI geregeld dat het UWV bevoegd is de tegemoetkoming toe te kennen als toepassing van het eerste lid, tweede zin, (de termijn waarbinnen de aanvraag moet worden ingediend) zou leiden tot een kennelijke hardheid. Een aanvraag is dus wel altijd vereist.

Ten tweede wordt geregeld dat het moment van ontstaan van het recht niet langer wordt gekoppeld aan het moment van verlaging of intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering respectievelijk het moment van eindiging van het recht op werkloosheidsuitkering. Het moment van het ontstaan van het recht wordt geregeld in artikel 2, eerste lid, en niet langer in het tweede, derde of vierde lid van dat artikel. De onderhavige wijziging ziet erop dat het recht in beginsel ontstaat op de datum waarop de aanvraag is ingediend. Het recht kan echter niet eerder ontstaan dan op de datum waarop de arbeidsongeschiktheidsuitkering is verlaagd of ingetrokken respectievelijk de datum waarop het recht op werkloosheidsuitkering is geëindigd (artikel 2, derde lid).

Ten derde worden extra re-integratieverplichtingen in de TRI opgenomen. Hiertoe is een aantal verplichtingen van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) van overeenkomstige toepassing verklaard in artikel 2, zesde lid, van de TRI. Dit betreft ten eerste de verplichtingen voor de herbeoordeelde arbeidsongeschikte om mee te werken aan het opstellen van de re-integratievisie of het re-integratieplan, te handelen volgens de in de re-integratievisie of het re-integratieplan opgenomen verplichtingen en bij niet-naleving mededeling te doen van de reden hiervan (artikel 28, onderdelen i, j en k, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering). Daarnaast betreft het verplichtingen die gericht zijn op inschakeling in de arbeid (artikel 30, eerste lid, van de Wet WIA). De herbeoordeelde arbeidsongeschikte is verplicht aangeboden passende arbeid te verrichten (onderdeel a), in voldoende mate te trachten passende arbeid te verkrijgen (sollicitatieplicht) (onderdeel b) en geen eisen te stellen in verband met door hem te verrichten arbeid die het aanvaarden of verkrijgen van passende arbeid belemmeren (onderdeel c). Niet of niet behoorlijke nakoming van laatstgenoemde verplichtingen leidt tot een gehele of gedeeltelijke, blijvende of tijdelijke weigering van de tegemoetkoming (artikel 88, eerste lid, onderdeel a, van de Wet WIA). Het Maatregelenbesluit UWV is van overeenkomstige toepassing (artikel 90 en 131, tweede lid, van de Wet WIA). Voorts is artikel 32, tweede en derde lid, van de Wet WIA en de daarop berustende bepalingen van overeenkomstige toepassing. Dit betekent dat het UWV op grond van de Regeling vrijstelling verplichtingen WW en Wet WIA en het Besluit ontheffing verplichtingen WW en Wet WIA vrijstelling of ontheffing kan verlenen van verplichtingen als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet WIA.

Onderdeel B

De onderhavige wijziging van artikel 2a van de TRI regelt dat ook de herbeoordeelde die een recht heeft op extra tegemoetkoming op grond van artikel 7c, derde tot vijfde lid, van de TRI (zie de artikelsgewijze toelichting bij onderdeel C) en een noodzakelijke opleiding of scholing volgt, zijn recht op tegemoetkoming behoudt totdat die opleiding of scholing is beëindigd.

Onderdeel C

Het onderhavige artikel voegt een nieuw artikel (artikel 7c) toe aan de TRI, dat overgangsrecht opneemt in verband met de onderhavige regeling.

Artikel 7c, eerste lid, van de TRI ziet erop dat in de situatie dat een recht op tegemoetkoming al is aangevraagd voor de datum van inwerkingtreding van de onderhavige regeling, artikel 2 zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel I van de onderhavige regeling, van toepassing blijft. Dit betekent dat de aanvraagtermijn niet van toepassing is en het moment van het ontstaan van het recht in die situaties ongewijzigd blijft.

Op grond van artikel 7c, tweede lid, van de TRI kan een aanvraag op grond van artikel 2 in ieder geval worden ingediend tot drie maanden na de datum van inwerkingtreding van de Regeling uitbreiding doelgroep verlenging tegemoetkoming TRI. Dit betekent dat ook in de situatie dat er een langere periode dan drie maanden is gelegen tussen de datum van verlaging of intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering en het moment waarop de aanvraag is ingediend, de aanvraag nog tijdig is ingediend. In die gevallen is wel het aangepaste artikel 2 van toepassing. Ten eerste is dit van belang voor degenen die voor de inwerkingtreding van de onderhavige regeling geen tijdelijke tegemoetkoming hebben aangevraagd, hoewel ze daar wel recht op hadden. Ten tweede is dit van belang voor degenen die voor de inwerkingtreding van de onderhavige regeling geen tijdelijke tegemoetkoming hebben aangevraagd, omdat ze na de verlaging of intrekking van hun arbeidsongeschiktheidsuitkering, recht hadden op een WW-uitkering van langer dan zes maar korter dan twaalf maanden. Als deze twee groepen na de datum van inwerkingtreding van de onderhavige regeling alsnog een aanvraag indienen, geldt voor hen een duur van de tegemoetkoming van (maximaal) twaalf maanden.

Op grond van artikel 7c, derde tot en met vijfde lid, van de TRI heeft de herbeoordeelde van wie arbeidsongeschiktheidsuitkering is verlaagd of ingetrokken voor 23 september 2006 en die voor 23 maart 2007 een aanvraag heeft ingediend voor een tijdelijke tegemoetkoming en die op 23 maart 2007 geen recht had op een tegemoetkoming of een – in verband met de verlaging of intrekking aangepaste – WW-uitkering, recht op een extra tegemoetkoming. Ten eerste is dit van belang voor degenen die voor 23 maart 2007 reeds een tijdelijke tegemoetkoming van (maximaal) zes maanden hadden ontvangen. Deze personen kwamen na de vorige wijziging van de TRI, niet in aanmerking voor de verlenging naar (maximaal) twaalf maanden. Ten tweede is dit van belang voor degenen die voor de inwerkingtreding van de onderhavige regeling een WW-uitkering hadden van langer dan zes maar korter dan twaalf maanden, en – ondanks dat ze daar geen recht op hadden – een tijdelijke tegemoetkoming hebben aangevraagd. Beide groepen hebben aanspraak op een extra tegemoetkoming.

De duur van deze extra tegemoetkoming bedraagt zes maanden. Op die zes maanden worden in mindering gebracht periodes waarover:

a. de herbeoordeelde recht had op tegemoetkoming omdat hij nog een noodzakelijke opleiding of scholing volgde; en

b. de herbeoordeelde vanaf zes maanden na de datum van de intrekking of verlaging recht had op een werkloosheidsuitkering die is ontstaan op het moment van of is aangepast als gevolg van de verlaging of intrekking van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering.

De toepasselijkheid van dit artikel is gekoppeld aan de verlaging of intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering voor of op 23 september 2006. In de situatie dat dit is gebeurd op of na die datum heeft de herbeoordeelde op grond van artikel 2 zoals dat is komen te luiden per 23 maart 2007 (de datum van inwerkingtreding van de Regeling verlenging tegemoetkoming TRI) al recht op een tegemoetkoming voor de duur van twaalf maanden gezien de onmiddellijke werking van de Regeling verlenging tegemoetkoming TRI. Overigens is artikel 7c, derde lid, van de TRI niet van toepassing als er op 23 maart 2007 nog een recht op tegemoetkoming bestond op grond van de TRI. Ook in die situatie was er immers nog sprake van een bestaande rechtspositie op 23 maart 2007, en dus op een recht op tegemoetkoming van 12 maanden. Evenmin is artikel 7c, derde lid, van de TRI van toepassing als er op dat moment recht bestond op een – in verband met de verlaging of intrekking aangepaste – WW-uitkering. Op grond van het per die datum aangepaste artikel 2 van de TRI heeft deze persoon immers recht op een tegemoetkoming van 12 maanden.

Het UWV stelt het recht op extra tegemoetkoming op grond van artikel 7c, derde lid, op aanvraag vast. De aanvraag kan tot drie maanden na de datum van inwerkingtreding van de Regeling uitbreiding doelgroep verlenging tegemoetkoming TRI worden ingediend. Het recht gaat, evenals het recht op grond van artikel 2 zoals dat komt te luiden met de inwerkingtreding van de onderhavige regeling, in op de datum van aanvraag. Het recht kan alleen niet eerder ontstaan dan op de datum van inwerkingtreding van die regeling.

Artikel III. Inwerkingtreding

Deze regeling heeft onmiddellijke werking. Dit betekent dat de wijzigingen niet slechts van toepassing zijn op hetgeen na inwerkingtreding van deze regeling voorvalt, maar ook op hetgeen bij haar inwerkingtreding bestaat, zoals bestaande rechtsposities en verhoudingen. De wijziging van de Regeling afwijking datum Besluit eenmalige herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten die betrekking heeft op de einddatum voor de herbeoordelingsperiode voor personen geboren op of na 1 juli 1956 heeft terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2007.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner

Naar boven