Wijziging Subsidieregeling publieke gezondheid

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 juni 2007, nr. PG/ZP 2.775.323, houdende wijziging van de Subsidieregeling publieke gezondheid in verband met de aanvullende curatieve soa-bestrijding

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Artikel I

De Subsidieregeling publieke gezondheid1 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 61 wordt ‘de periode 1 september 2006 tot en met 30 april 2007’ vervangen door: de periode 1 september 2007 tot en met 30 april 2008.

B

Artikel 64 komt te luiden als volgt:

Artikel 64

De subsidie, bedoeld in artikel 60, bedraagt voor het boekjaar van 1 september 2007 tot en met 31 augustus 2008, ten hoogste € 41.273.921.

C

Voor artikel 68 wordt een opschrift ingevoegd, luidende:

§ 6.1. Algemeen

D

Artikel 68, onderdeel f, komt te luiden:

f. soa-onderzoek: onderzoek van lichaamsmateriaal ten behoeve van het stellen van een diagnose in het kader van de soa-bestrijding;.

E

Na artikel 68 worden een artikel en een opschrift ingevoegd, luidende:

Artikel 68a

Uiterlijk 15 juli van het jaar volgend op het jaar waarvoor een coördinerende GGD op grond van deze paragraaf een subsidie is verstrekt, zendt de coördinerende GGD de Minister de jaarrekening over het jaar waarvoor de subsidie is verstrekt.

§ 6.2

Soa-coördinatie en soa-bestrijding

F

Artikel 71 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt ‘In afwijking van paragraaf 2’ vervangen door: In afwijking van Hoofdstuk I, paragraaf 2,.

2. In het eerste lid vervalt ‘G. ’.

3. Het tweede lid vervalt.

4. Het derde lid wordt vernummerd tot het tweede lid.

G

De artikelen 75a tot en met 75e worden vervangen door de volgende opschriften en artikelen:

§ 6.3

Soa-onderzoek tot en met eerste helft van 2007

Artikel 75a

1. De Minister kan aan een instelling, die een ten behoeve van de gezondheidszorg geaccrediteerd laboratorium in stand houdt, een instellingssubsidie verstrekken voor soa-onderzoek.

2. De instellingssubsidie, bedoeld in het eerste lid, bedraagt per soa-onderzoek ten hoogste het daarvoor ingevolge de Wet tarieven gezondheidszorg vastgestelde tarief.

3. Een aanvraag van de instellingssubsidie, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend binnen twee maanden na afloop van het kwartaal waarvoor de instellingssubsidie wordt verstrekt.

4. De aanvraag wordt binnen drie maanden na afloop van het kwartaal waarvoor de instellingssubsidie, bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt onderbouwd met een overzicht van het aantal in het desbetreffende kwartaal verrichte soa-onderzoeken.

5. Nadat de aanvraag voor de instellingssubsidie, bedoeld in het eerste lid, is ingediend, kan de Minister voorschotten verlenen.

6. De Minister geeft binnen 4 weken na ontvangst van het overzicht, bedoeld in het vierde lid, een beschikking tot vaststelling van de instellingssubsidie, bedoeld in het eerste lid.

7. De artikelen 3, tweede en derde lid, 4, 5, 9, 14, 15, 17, 19, 22, 23, 24, 32, 33, 34, 35 en 36 zijn niet van toepassing op de instellingssubsidie, bedoeld in het eerste lid.

8. De instellingssubsidie, bedoeld in het eerste lid, wordt ten laatste verstrekt voor het tweede kwartaal van het jaar 2007.

§ 6.4

Soa-onderzoek vanaf tweede helft van 2007

Artikel 75b

1. De Minister kan aan een coördinerende GGD jaarlijks een instellingssubsidie verstrekken voor soa-onderzoek in het verzorgingsgebied waar de coördinerende GGD is gevestigd.

2. De instellingssubsidie voor soa-onderzoek, bedoeld in het eerste lid, wordt slechts verstrekt:

a. indien aan de desbetreffende GGD voor het desbetreffende jaar tevens een instellingssubsidie voor soa-coördinatie en soa-bestrijding is verstrekt;

b. voor zover het soa-onderzoek wordt uitgevoerd in een specifiek met het oog op het functioneren ten behoeve van de gezondheidszorg geaccrediteerd laboratorium;

c. voor zover het soa-onderzoek in het kader van de soa-bestrijding wordt verricht ten behoeve van het stellen van een diagnose met betrekking tot tenminste chlamydia trachomatis, gonorroe en syfilis.

Artikel 75c

In afwijking van artikel 9, eerste lid, wordt een aanvraag van de instellingssubsidie voor soa-onderzoek, bedoeld in artikel 75b, onderbouwd met een activiteitenplan en gaat deze aanvraag vergezeld van een opgave van het aantal soa-onderzoeken in de periode van 1 januari tot en met 30 juni van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de instellingssubsidie wordt verstrekt.

Artikel 75d

De Minister verleent een instellingssubsidie voor soa-onderzoek, bedoeld in artikel 75b, van ten hoogste het bedrag dat in afwijking van Hoofdstuk I, paragraaf 2, wordt berekend met de formule (G × 2) × H, waarbij wordt verstaan onder:

G. het totaal aantal soa-onderzoeken dat in het verzorgingsgebied van de desbetreffende coördinerende GGD is verricht in de periode van 1 januari tot en met 30 juni van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de instellingssubsidie wordt verstrekt, en

H. een normbedrag van € 150 per soa-onderzoek.

Artikel 75e

De coördinerende GGD waaraan een instellingssubsidie voor soa-onderzoek, bedoeld in artikel 75b, is verleend, draagt er zorg voor dat aan de Minister op door hem te bepalen wijze gegevens worden verstrekt over de uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt.

Artikel 75f

In afwijking van artikel 32, tweede lid, gaat de aanvraag voor de vaststelling van de instellingssubsidie voor soa-onderzoek, bedoeld in artikel 75b, vergezeld van een opgave van het totaal aantal soa-onderzoeken dat in het verzorgingsgebied van de desbetreffende coördinerende GGD is verricht in het jaar waarvoor de instellingssubsidie wordt verstrekt.

Artikel 75g

De Minister stelt een instellingssubsidie voor soa-onderzoek, bedoeld in artikel 75b, vast op het bedrag dat in afwijking van Hoofdstuk I, paragraaf 2, wordt berekend met de formule I × J, waarbij wordt verstaan onder:

I. het totaal aantal soa-onderzoeken dat in het verzorgingsgebied van de desbetreffende coördinerende GGD is verricht in het jaar waarvoor de instellingssubsidie wordt verstrekt, en

J. een normbedrag van € 150 per soa-onderzoek.

Artikel 75h

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, wordt een aanvraag voor een instellingssubsidie voor soa-onderzoek, bedoeld in artikel 75b, voor het jaar 2007 uiterlijk 15 augustus 2007 ingediend.

2. In afwijking van de aanhef van artikel 75d wordt de instellingssubsidie voor soa-onderzoek, bedoeld in artikel 75b, voor de verlening voor het jaar 2007 berekend met de formule G × H.

3. In afwijking van artikel 75f gaat de aanvraag voor de vaststelling van de instellingssubsidie voor soa-onderzoek, bedoeld in artikel 75b, voor het jaar 2007 vergezeld van een opgave van het totaal aantal soa-onderzoeken dat in het verzorgingsgebied van de desbetreffende coördinerende GGD is verricht in de periode van 1 juli 2007 tot en met 31 december 2007.

4. In afwijking van artikel 75g wordt voor de vaststelling van de instellingssubsidie voor soa-onderzoek, bedoeld in artikel 75b, voor het jaar 2007 onder de letter I verstaan: het totaal aantal soa-onderzoeken dat in het verzorgingsgebied van de desbetreffende coördinerende GGD is verricht in de periode van 1 juli 2007 tot en met 31 december 2007.

Artikel 75i

De artikelen 23 en 24 zijn niet van toepassing op een instellingssubsidie voor soa-onderzoek, bedoeld in artikel 75b.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.

Toelichting

Algemeen

Op grond van de Subsidieregeling publieke gezondheid wordt een aantal subsidies verstrekt op het terrein van de programmatische preventie en bevolkingsonderzoeken. De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de subsidiëring van de aanvullende curatieve bestrijding van seksueel overdraagbare aandoeningen (Hoofdstuk II, paragraaf 6, van de Subsidieregeling publieke gezondheid). De instellingssubsidie voor het verrichten van laboratoriumonderzoek naar dergelijke aandoeningen wordt toegevoegd aan de instellingssubsidie die een aantal GGD'en verstrekt wordt ten behoeve van de (coördinatie van de) bestrijding van seksueel overdraagbare aandoeningen (soa). Het laboratoriumonderzoek wordt immers verricht in het kader van die bestrijding. De rechtstreekse subsidiëring van de laboratoria kan dan vervallen.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A en B

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om het subsidieplafond voor het nationaal programma grieppreventie aan te passen voor het boekjaar dat loopt van 1 september 2007 tot en met 31 augustus 2008.

Onderdeel D

In de aangescherpte definitie van soa-onderzoek in artikel 68 wordt tot uitdrukking gebracht dat de analyses in de laboratoria verband houden met de soa-bestrijding.

Onderdeel E

De jaarrekening van de coördinerende GGD wordt gebruikt als referentiemateriaal bij het beoordelen van aanvragen. Tevens kan de jaarrekening worden aangewend bij het nagaan of de coördinerende GGD zich heeft gehouden aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn.

Onderdeel F

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele correcties in artikel 71 aan te brengen.

Onderdeel G

De voorschriften omtrent de instellingssubsidie voor laboratoria zijn gecomprimeerd in artikel 75a. Daaraan is in het achtste lid de bepaling toegevoegd dat de laboratoria uiterlijk tot en met het tweede kwartaal van 2007 rechtstreeks gesubsidieerd worden. Afgezien van redactionele aanpassingen zijn de voorschriften voor het overige ongewijzigd.

De instellingssubsidie voor soa-onderzoek wordt op een andere manier aan de coördinerende GGD’en verstrekt dan de instellingssubsidie voor soa-coördinatie en soa-bestrijding. Het bedrag van deze laatste subsidie wordt voor het jaar T in het jaar T–1 zonder voorafgaande verlening vastgesteld aan de hand van gegevens over het jaar T–2. De instellingssubsidie voor soa-onderzoek voor het jaar T wordt eerst in het jaar T–1 verleend en daarna in het jaar T+1 vastgesteld aan de hand van gegevens over het jaar T zelf. De verlening in het jaar T–1 geschiedt op basis van de halfjaarcijfers van dat jaar. De vaststelling in het jaar T+1 geschiedt op basis van het werkelijke aantal verrichte soa-onderzoeken in het jaar T. Als gevolg hiervan kan bij de vaststelling een hoger bedrag toegekend worden dan bij de verlening. Bij zowel verlening, als vaststelling wordt de instellingssubsidie voor soa-onderzoek berekend door een normbedrag van € 150 per soa-onderzoek. De hoogte van het normbedrag is historisch bepaald.

De instellingssubsidie voor soa-onderzoek wordt uitsluitend verstrekt als de desbetreffende coördinerende GGD ook een instellingssubsidie ontvangt voor soa-coördinatie en soa-bestrijding. Soa-onderzoeken dienen verder ten minste te zijn gericht op chlamydia trachomatis, gonorroe en syfilis. Vanzelfsprekend kunnen de soa-onderzoeken naar dergelijke aandoeningen uitsluitend verricht worden in laboratoria die gericht zijn op de gezondheidszorg.

Het aantal daadwerkelijk verrichte soa-onderzoeken is uiteindelijk bepalend voor de hoogte van de instellingssubsidie. Dat aantal is dan ook een belangrijk gegeven bij de aanvraag van de vaststelling van de instellingssubsidie. De opgave van dat aantal wordt gelegd naast de gegevens die de Minister lopende het jaar door middel van een geautomatiseerd systeem ontvangt over de verrichte soa-onderzoeken in het kader van de soa-bestrijding. In dat systeem, SOAP genaamd, worden gegevens over elk soa-onderzoek vastgelegd op een zodanige wijze dat eenvoudig een verband kan worden gelegd met het zorgverleningsproces voor de soa-bestrijding. Uiteraard zijn deze gegevens niet te herleiden tot personen. Het systeem en het gebruik daarvan zijn met zodanige waarborgen omkleed, dat het een betrouwbaar beeld geeft van de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 75h is opgenomen in verband met de invoering van de instellingssubsidie voor soa-onderzoek halverwege het lopende jaar. De subsidie voor 2007 bestrijkt slechts de tweede helft van dat jaar. Aangezien de regeling in juni 2007 in de Staatscourant wordt geplaatst, kunnen aanvragen met het oog op een gepaste indieningstermijn tot 15 augustus 2007 gedaan worden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

  • 1

    Stcrt. 2005, 181; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 25 oktober 2006 (Stcrt. 214).

Naar boven