Wijziging Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 13 juni 2007, nr. WJZ 7066633, tot wijziging van de Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten en tot vaststelling van de perioden voor de indiening van de aanvragen en van de subsidieplafonds voor 2007 voor subsidies voor FND-haalbaarheidsprojecten en FND-innovatieprojecten

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

Artikel I

De Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 komt te luiden:

Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies voor FND-haalbaarheidsprojecten waarvoor de aanvragen zijn ontvangen in de periode, bedoeld in artikel 5, bedraagt € 2.000.000,–.

B

Artikel 5 komt te luiden:

Aanvragen voor een subsidie voor een haalbaarheidsproject moeten zijn ontvangen voor 5 november 2007, 18.00 uur.

C

Artikel 8, derde lid, komt te luiden

3. Voor het verstrekken van de subsidie voor een FND-innovatieproject zijn de artikelen 3, eerste lid, onderdelen b en c, tweede tot en met vierde lid, 4, 7, 13 tot en met 23, 28 tot 32, 33, eerste, tweede, derde en vijfde lid, en 34, van de kaderregeling van toepassing.

D

Aan artikel 9, eerste lid, wordt voor de punt aan het einde van het lid ingevoegd: voor zover deze kosten worden gemaakt door een ondernemer.

E

Artikel 11 komt te luiden:

1. De periode, bedoeld in artikel 12 van de kaderregeling, is voor het in 2007 aanvragen van een subsidie voor een FND-innovatieproject: de dag na de datum van inwerkingtreding van deze regeling tot 23 augustus 2007, 18.00 uur.

2. Het subsidieplafond, bedoeld in artikel 12 van de kaderregeling, voor het verlenen van subsidies voor FND-innovatieprojecten, waarvoor de aanvragen zijn ontvangen in de periode, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 8.000.000,–, waarvan:

a. voor FND-innovatieprojecten, uitgevoerd door een FND-samenwerkingsverband: € 5.000.000,–;

b. voor FND-innovatieprojecten, uitgevoerd door een FND-MKB-samenwerkingsverband: € 3.000.000,–.

F

Artikel 12, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het einde van onderdeel d vervalt de puntkomma en wordt ingevoegd: , waarbij onder verbetering van de sociale prestaties of van de sociale aspecten mede verstaan wordt: het realiseren van een bijdrage aan de volksgezondheid.

2. Onderdeel e vervalt.

G

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

2. De minister kan bij de subsidieverlening aan een MKB-ondernemer, een FND-samenwerkingsverband en een FND-MKB-samenwerkingsverband verplichtingen opleggen met betrekking tot het geven van bekendheid aan het project en de resultaten ervan.

2. In het derde lid wordt ‘ter uitvoering van het eerste lid’ vervangen door: ter uitvoering van het eerste en het tweede lid.

H

Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16a

Een publieke gefinancierde kennisinstelling draagt binnen een FND-samenwerkingsverband of een FND-MKB-samenwerkingsverband, waaraan de kennisinstelling deelneemt, slechts kennis of andere resultaten uit een FND-innovatieproject over aan een ondernemer die deelneemt aan het samenwerkingsverband, indien aan tenminste een van de volgende voorwaarden is voldaan:

a. de deelnemende ondernemingen dragen de volledige kosten van het project;

b. de resultaten waaraan geen intellectuele eigendomsrechten kunnen worden ontleend, mogen ruim worden verspreid en eventuele intellectuele eigendomsrechten op de resultaten die uit de activiteiten van de kennisinstelling voortvloeien, worden volledig aan de kennisinstelling toegekend;

c. de kennisinstelling ontvangt van de deelnemende ondernemingen een vergoeding die overeenstemt met de marktprijs voor de intellectuele eigendomsrechten die voortvloeien uit de door de kennisinstelling in het kader van het project uitgevoerde activiteit en die worden overgedragen aan de deelnemende ondernemingen. Eventuele bijdragen van de deelnemende ondernemingen in de kosten van de kennisinstelling worden op deze compensatie in mindering gebracht.

I

De bijlagen 2, 3 en 4 bij de Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten worden vervangen door de bij deze regeling opgenomen bijlagen.

Artikel II

De Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten zoals die luidde voor het tijdstip waarop deze regeling in werking is getreden, blijft van toepassing op subsidies voor FND-innovatieprojecten en FND-haalbaarheidsprojecten die voor dat tijdstip zijn aangevraagd, met dien verstande dat de deelnemers in een FND-samenwerkingsverband of een FND-MKB-samenwerkingsverband die bij de overdracht van kennis en resultaten voldoen aan artikel 16a, niet behoeven te voldoen aan artikel 33, vierde lid.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen die ter inzage worden gelegd bij SenterNovem, Juliana van Stolberglaan 3,

’s-Gravenhage.

Den Haag, 13 juni 2007.
De Minister van Economische Zaken, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

I

Algemeen

I.1

Achtergrond

Met deze wijzigingsregeling wordt beoogd de Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2-module van de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten (verder: Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2) naar aanleiding van de ervaringen opgedaan in 2006 inhoudelijk op een aantal punten te wijzigen. Daarbij worden voorschriften gewijzigd of vervangen die in de praktijk ongewenste gevolgen hebben voor de subsidieaanvragers of de andere deelnemers in samenwerkingsverbanden.

Artikel 33, vierde lid, van de Kaderregeling, dat bepaalt dat kennis en resultaten alleen op basis van marktconforme voorwaarden mogen worden overgedragen, is vervangen door een nieuw artikel 16a, dat aan de deelnemers van een FND-samenwerkingverband of een FND-MKB-samenwerkingverband meer vrijheid biedt om onderling afspraken te maken over de verrekening van vergoedingen voor de onderlinge uitwisseling van kennis en diensten binnen het FND-innovatieproject.

De huidige regeling stelt het subsidiepercentage voor subsidiabele kosten die uitsluitend betrekking hebben op industrieel onderzoek vast op 35%. In de praktijk blijkt behoefte te bestaan om voor de kosten die door kennisinstellingen worden gemaakt in het kader van industrieel onderzoek, het subsidiepercentage te hanteren dat in de kaderregeling wordt genoemd, te weten 50%.

Ten aanzien van de rangschikkingscriteria voor FND-innovatieprojecten wordt enerzijds de bijdrage van de projecten aan de volksgezondheid als onderdeel van de sociale prestaties of van de sociale aspecten uitdrukkelijk in de beoordeling meegenomen, en is het criterium uitstralend effect naar het Midden- en Kleinbedrijf vervallen. Indien projecten zich hiervoor lenen kunnen op basis van het nieuwe tweede lid van artikel 16 bij de subsidieverlening aan de subsidieontvanger (een MKB-ondernemer, een FND-samenwerkingsverband of een FND-MKB-samenwerkingsverband) verplichtingen worden opgelegd met betrekking tot het geven van bekendheid aan het project en de resultaten ervan.

Daarnaast wordt in voor het jaar 2007 het subsidieplafond en de periode voor de indiening van aanvragen voor subsidies voor FND-haalbaarheidsprojecten vastgesteld, alsmede het subsidieplafond en de tenderperiode ten behoeve van de subsidieverlening voor FND-innovatieprojecten.

I.2

Administratieve lasten

Het totaal van de verkrijgingskosten voor FND-haalbaarheidsprojecten en FND-innovatieprojecten is € 394.500 op een subsidieplafond van € 10.000.000,- voor 2007, oftewel ongeveer 3,9 procent van het voor subsidie beschikbare bedrag. Voor FND-haalbaarheidsprojecten is uitgegaan van 54 ingediende projecten waarvan naar schatting 44 gehonoreerd kunnen worden. Voor FND-innovatieprojecten is uitgegaan van 32 ingediende projecten waarvan naar schatting 16 gehonoreerd kunnen worden. Tevens is ten opzichte van de vorige regeling het vaststellingsformulier ten behoeve van FND-haalbaarheidsprojecten verder vereenvoudigd. Dit levert een lichte besparing op, die verder niet resulteert in een verlaging van het percentage verkrijgingkosten. Het Adviescollege toetsing administratieve lasten heeft laten weten de regeling niet te selecteren voor een toets.

I.3

Staatssteun

De wijziging van artikel 9, eerste lid, heeft geen gevolgen voor de beoordeling van de staatssteunaspecten, omdat het subsidiepercentage voor kennisinstellingen binnen het door de Europese Commissie goedgekeurde zogenoemde PRIOO-kader blijft.

De vervanging van de toepasselijkheid binnen samenwerkingsverbanden van artikel 33, vierde lid, van de Kaderregeling door artikel 16a, voor de onderlinge verhouding tussen de deelnemers binnen FND-samenwerkingsverbanden en FND-MKB-samenwerkingsverbanden, met name ten aanzien van het voorkomen van indirecte staatssteun bij de samenwerking met publiek gefinancierde kennisinstellingen, levert evenmin problemen met staatssteun op. Voor het overige bevat deze regeling geen wijziging van de soorten projecten, of FND-(MKB)-samenwerkingsverbanden.

II

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A en B

In de artikelen 4 en 5 van de Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2 wordt het subsidieplafond voor 2007 voor het verlenen van subsidies voor FND-haalbaarheidsprojecten vastgesteld, alsmede de periode waarin de aanvragen voor deze subsidies moeten worden ingediend.

Onderdeel C

De reeks van artikelen uit de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten die van toepassing zijn bij de behandeling van subsidieaanvragen voor FND-haalbaarheidsprojecten, wordt opnieuw vastgesteld.

Bij innovatieprojecten is het mogelijk dat tussen de verschillende deelnemers in een samenwerkingsverband of tussen de deelnemers in een samenwerkingsverband en derden kennis wordt overgedragen. Artikel 33, vierde lid, van de Kaderregeling bepaalt dat deze overdracht tegen marktconforme tarieven en voorwaarden geschiedt. Het apart in rekening brengen van de vergoeding voor de overdracht van kennis of resultaten is tussen de deelnemers in een samenwerkingsproject niet steeds gewenst. In plaats hiervan moeten de deelnemers in een samenwerkingsverband afspraken maken overeenkomstig het nieuwe artikel 16a. Met betrekking tot kennisoverdracht aan een partij buiten het samenwerkingsverband wordt als uitgangspunt genomen dat de deelnemers in een samenwerkingsverband er op economische gronden voor kiezen om een marktconforme prijs te bedingen, in welk geval indirecte staatssteun eveneens is uitgesloten.

Onderdeel D

Artikel 9, eerste lid, van de Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2 stelt een van de kaderregeling afwijkend subsidiepercentage vast voor subsidies voor de kosten van een FND-innovatieproject die uitsluitend betrekking hebben op industrieel onderzoek.

Met onderdeel D wordt beoogd te regelen dat een kennisinstelling overeenkomstig artikel 3 van de Kaderregeling kan rekenen op een subsidiepercentage van 50 voor de subsidiabele kosten voor zover die betrekking hebben op industrieel onderzoek. Voor kennisinstellingen is dit een verruiming ten opzichte van de regeling van 2006. Hiermee wordt beoogd om de inbreng van kennisinstellingen te verruimen en daarmee de mogelijkheid te bieden meer risicovolle, innovatieve projecten op grond van deze regeling te subsidiëren.

Onderdeel E

In artikel 11 van de Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2 worden voor 2007 het subsidieplafond en de periode voor het indienen van subsidieaanvragen voor FND-innovatieprojecten vastgesteld

Onderdeel F

Artikel 12, derde lid, van de Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2 bevat de criteria die de adviescommissie hanteert voor de rangschikking van (aanvragen voor subsidie voor) FND-innovatieprojecten.

Bij het criterium verbetering van de sociale prestaties van de deelnemers of verbetering van de sociale aspecten van de samenleving in de zin van het realiseren van een bijdrage aan de volksgezondheid kan o.a. worden gedacht aan het gericht ontwikkelen van innovatieve producten of processen die kunnen bijdagen aan een gezonde voeding, hetgeen een bijdrage vormt aan de verbetering van de volksgezondheid. De mate waarin deze bijdrage aan de verbetering van de volksgezondheid door het project kan worden gerealiseerd wordt binnen het criterium van artikel 12, derde lid, onderdeel d meegewogen.

Voor voorbeelden wordt verwezen naar bijlage 1, bedoeld in artikel 1, eerste lid onderdeel b, onder de beschrijving van innovatiethema’s van fase 2 van het Innovatieprogramma Food and Nutrition Delta Fase 2. Bij dit onderwerp kan ook worden gewezen op de herziene Richtlijnen goede voeding 2006 van de Gezondheidsraad (Richtlijnen goede voeding 2006-achtergronddocument Den Haag: Gezondheidsraad, 2006; publicatie nr. A06/08).

Bij het criterium verbetering van de ecologische aspecten van de samenleving kan onder meer worden gedacht aan innovatieve producten of productiemethodes die leiden tot grondstofbesparing of waterbesparing of energie-efficiëncy of beperking van schadelijke emissies naar water, bodem of lucht of een combinatie hiervan. Beide onderdelen van dit criterium representeren het duurzaamheidsaspect van het FND- innovatieprogramma.

Op het vervallen van artikel 12, derde lid, onderdeel e, is in het algemeen gedeelte van de toelichting ingegaan.

Onderdeel G

Er wordt mogelijk gemaakt dat de minister bij de subsidieverlening voor innovatieprojecten verplichtingen oplegt met betrekking tot het geven van bekendheid aan het project en de resultaten ervan. Dit vervangt deels het vervallen rangschikkingscriterium met betrekking tot het uitstralend effect. De adviescommissie kon dit criterium niet goed gebruiken bij de beoordeling omdat het uitstralend effect niet goed naar voren te brengen is in het projectvoorstel. Aan het idee van uitstralend effect wordt echter blijvend belang gehecht; daarom is naar een andere invulling gezocht.

Een van de doelen van het subsidiëren van FND-innovatieprojecten, uitgevoerd door FND-MKB-samenwerkingsverbanden, is immers om aansprekende en kortdurende innovatie projecten met een hoog risico en een grote economische meerwaarde van MKB-ondernemers te ondersteunen en daarmee aan andere MKB-ondernemers te demonstreren hoe belangrijk innovatie voor hen kan zijn.

Onderdeel H

Op 1 januari 2007 is de Europese kaderregeling voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in werking getreden. Dit steunkader bevat specifieke voorschriften voor het voorkomen van indirecte steun die kan ontstaan door overdracht van kennis, die is voortgekomen uit activiteiten van kennisinstellingen die gefinancierd zijn met publieke middelen, naar ondernemingen. In artikel 16a worden dezelfde voorwaarden voor overdracht van kennis en resultaten van de activiteiten van de kennisinstellingen aan de ondernemingen die deelnemen aan een samenwerkingsverband waaraan de kennisinstelling deelneemt gehanteerd als het steunkader doet om indirecte staatssteun te voorkomen.

Als eerste is er de situatie dat de kennis die overgedragen wordt door een publieke kennisinstelling ontstaat door activiteiten die volledig zijn betaald door de ondernemer of ondernemers die deelnemen aan het samenwerkingsverband.

Een overdracht is ook zonder meer toegestaan als daarbij geen sprake is van bescherming door intellectuele eigendomsrechten. Er is dan geen sprake van ongelijk voordeel. Iedere ondernemer kan op gelijke wijze profiteren van kennis die door publieke financiering tot stand is gekomen

De derde situatie is die waarbij wel overdracht naar één ondernemer of een beperkte groep van ondernemers binnen het samenwerkingsverband plaats vindt. In dat geval moet het voordeel van het publieke geld waarmee de kennis tot stand is gekomen gecompenseerd worden. Dat kan door een overdacht waarbij de kopende ondernemer(-s) een vergoeding betalen die overeenstemt met de marktprijs. Als door de koper is meebetaald aan de totstandkoming van de betreffende kennis, mogen die kosten in mindering worden gebracht. Voor het bepalen van de hoogte van de vergoeding gelden geen vaste regels. Dat er sprake is van een vergoeding die overeenkomt met een marktprijs kan blijken uit gevoerde onderhandelingen, advies van deskundigen of bijvoorbeeld vergoedingen die in andere situaties betaald zijn voor vergelijkbare kennis.

Onderdeel I

Gebleken is dat in de aanvraagformulieren voor de vaststelling van de subsidie vragen waren opgenomen die voor FND-haalbaarheidsstudies niet relevant waren. In verband hiermee is het formulier vervangen. Tevens zijn er aanpassingen in de formulieren nodig in verband met de wijzigingen die thans worden doorgevoerd in de subsidieregeling

Artikel II

De subsidieaanvragen die voor inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend, moeten op grond van de bij de indiening geldende regels van de Subsidieregeling Food & Nutrition Delta Fase 2 worden behandeld. Dat wordt door deze bepaling bewerkstelligd.

Indien bij de subsidievaststelling van subsidies die voor inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend blijkt dat de subsidieontvangers bij de overdracht van kennis en resultaten van de projecten hebben voldaan aan artikel 16a, zal niet worden getoetst of aan artikel 33, vierde lid is voldaan.

Artikel III

Om ondernemingen, kennisinstellingen en samenwerkingsverbanden de gelegenheid te geven om snel met hun projecten voor 2007 te starten, treedt de regeling op de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin de regeling wordt gepubliceerd in werking. Aanvragen voor subsidie kunnen daardoor snel daarna ingediend worden en in behandeling worden genomen; bij de sector is bekend dat voor 2007 subsidies verstrekt worden voor FND-haalbaarheidsprojecten en voor FND-innovatieprojecten.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven