Tijdelijke stimuleringsregeling zij-instroom leraren PO naar VO

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 juni 2007, nr. AP/OKP/2007/23891, ter bevordering van doorstroom van leraren primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs door middel van zij-instroom in het beroep (Tijdelijke stimuleringsregeling zij-instroom leraren PO naar VO)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 85a, eerste en vierde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 2.2.3, eerste en vijfde, lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 4 van de Wet overige OCenW-subsidies;

Besluit:

§ 1

Inleidende bepalingen

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en voor wat betreft het voorbereidend beroepsonderwijs aan agrarische opleidingencentra als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

b. bevoegd bezag: bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, dan wel bevoegd gezag van een agrarisch opleidingencentrum als bedoeld in artikel 1.3.3. de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft het daaraan verzorgde voorbereidend beroepsonderwijs;

c. leerplusarrangementschool: school die op basis van de Regeling leerplusarrangement VO en Nieuwkomers een subsidiebeschikking heeft ontvangen van de Minister op 9 februari 2007 met het kenmerk BVO-07/7757 M voor de kalenderjaren 2007 en 2008;

d. leraar primair onderwijs: degene die als groepsleraar bevoegd is tot het geven van onderwijs waarvoor op grond van artikel 32 a van de WPO bekwaamheidseisen zijn vastgesteld;

e. zij-instromer: leraar primair onderwijs die in het schooljaar 2007–2008 wordt benoemd dan wel aangesteld zonder benoeming met toepassing van artikel 33, eerste lid, onderdeel b, onder 3°, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

f. geschiktheidsverklaring: verklaring als bedoeld in artikel 118k van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel 2

Doelbepaling

1. De Minister verstrekt voor het schooljaar 2007–2008 op aanvraag aanvullende bekostiging ter bevordering van de doorstroom van 200 leraren primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs via de weg van zij-instroom in het beroep.

2. De aanvullende bekostiging wordt verleend op basis van de volgende overwegingen:

a. Dat de Tweede Kamer op 12  oktober 2006 het amendement van het lid Jan de Vries c.s. heeft aangenomen op de onderwijsbegroting 2007.

b. 200 leraren primair onderwijs worden in staat gesteld via de weg van zij-instroom in het beroep door te stromen naar scholen in het voortgezet onderwijs.

c. Met name Leerplusarrangementscholen, waar sociaal-maatschappelijke problemen cumuleren, worden gestimuleerd personeel te werven door leraren primair onderwijs als zij-instromer in het beroep aan te stellen.

Artikel 3

Aanvrager

De aanvullende bekostiging wordt verleend aan een bevoegd gezag van de school die in schooljaar 2007–2008 een zij-instromer in het beroep aanstelt dan wel benoemt.

Artikel 4

Vaststelling subsidieplafond

Voor de verstrekking van aanvullende bekostiging op grond van deze regeling is een bedrag beschikbaar van € 5.000.000.

Artikel 5

Hoogte bedrag

1. De aanvullende bekostiging bedraagt € 25.000 per zij-instromer.

2. De aanvullende bekostiging wordt verstrekt als tegemoetkoming in de kosten die gemoeid zijn met het zij-instroomtraject, zoals de kosten voor het geschiktheidsonderzoek, scholing, begeleiding en studieverlof.

§ 2

Aanvraag

Artikel 6

Aanvraag van een bijdrage en aanvraagprocedure

1. De aanvullende bekostiging wordt op aanvraag verleend.

2. Een aanvraag wordt op een volledig ingevuld en door het bevoegd gezag ondertekend aanvraagformulier met kenmerk CFI 67120, ingediend bij de Centrale Financiën Instellingen, ter attentie van BVO, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer.

3. Een aanvraag kan worden ingediend voor één of meerdere zij-instromers.

4. Per zij-instromer kan slechts eenmaal een aanvraag worden ingediend.

Artikel 7

Termijn indiening aanvraag

1. De indieningstermijn voor aanvragen opent met de dag dat de regeling in werking treedt.

2 Een aanvraag kan tot en met 16 juli 2007 worden ingediend.

§ 3

Verlening van de aanvullende bekostiging

Artikel 8

Criteria verdeling bij subsidieverlening

1. De Minister beslist gelijktijdig op alle aanvragen, waarbij aanvragen die zien op leerplusarrangementscholen voor gaan op aanvragen die zien op overige scholen.

2. Binnen de categorieën, bedoeld in de eerste volzin, verdeelt de Minister het beschikbare bedrag op basis van de volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, met betrekking tot de verdeling, als datum van ontvangst geldt.

Artikel 9

Beslistermijn

De Minister beslist uiterlijk op 31 augustus 2007 op een aanvraag voor aanvullende bekostiging.

§ 4

Verplichtingen subsidieontvanger

Artikel 10

Bescheiden

Het bevoegd gezag beschikt uiterlijk 1 januari 2008 over de volgende documenten:

a. een afschrift van de geschiktheidverklaring van de zij-instromer met uiterlijke afgiftedatum 15 december 2007;

b. een afschift van de akte van aanstelling dan wel de akte van benoeming van de zij-instromer; en

c. een afschrift van het getuigschrift van de zij-instromer waaraan de bevoegdheid is verbonden in het primair onderwijs als groepsleraar werkzaam te zijn.

Artikel 11

Scholings- en begeleidingsovereenkomst

Het bevoegd gezag overlegt desgevraagd de scholings- en begeleidingsovereenkomst, bedoeld in artikel 38 van de Wet op het voortgezet onderwijs. In deze overeenkomst worden afspraken vastgelegd over de taakomvang van de leraar die als zij-instromer in het beroep wordt aangesteld.

Artikel 12

Informatieplicht

De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens de Minister ingestelde onderzoekingen die erop gericht zijn de Minister inlichting te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.

§ 5

Verantwoording en betaling

Artikel 13

Verantwoording

1. De aanvullende bekostiging wordt verstrekt als tegemoetkoming in uitgaven die zijn verbonden aan het doel van deze regeling. Verrekening van eventueel niet-bestede middelen of overschotten vindt niet plaats, tenzij sprake is van voortijdige beëindiging als bedoeld in het derde lid.

2. De aanvullende bekostiging wordt uiterlijk besteed in 2008 en verantwoord in de jaarrekening die op dat jaar betrekking heeft.

3. Het bevoegd gezag meldt terstond aan de Minister een voortijdige beëindiging van het dienstverband van de zij-instromer, onder opgave van de al bestede gelden. Bij voortijdige beëindiging die niet wordt gevolgd door een andere benoeming of aanstelling als zij-instromer, geldt dat niet bestede middelen kunnen worden teruggevorderd. De niet bestede middelen worden in de jaarrekening verwerkt.

4. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de aanvullende bekostiging.

5. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat in de financiële administratie van de school voor iedere zij-instromer de voor het oordeel van de accountant benodigde gegevens en bewijsstukken aanwezig zijn.

Artikel 14

Betaling

De aanvullende bekostiging wordt in september 2007 in een keer betaald.

§ 6

Slotbepalingen

Artikel 15

Inwerkingtreding

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant, waarin zij wordt geplaatst.

2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 augustus 2009.

Artikel 16

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke stimuleringsregeling zij-instroom leraren PO naar VO.

Deze regeling zal met toelichting zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H.A. Plasterk.

Toelichting

Algemeen

De onderhavige regeling biedt scholen voor voortgezet onderwijs de mogelijkheid aanspraak te maken op extra financiële middelen om leraren primair onderwijs via de weg van zij-instroom in het beroep aan te nemen op hun school.

Op 12 oktober 2006 heeft de Tweede Kamer het amendement van de leden De Vries, Balemans en Lambrechts (Amendement-De Vries) op de onderwijsbegroting 2007 aangenomen (Kamerstukken II, 2005/06, 30 800 VIII, nr. 22). Het amendement beoogt eenmalig 200 leraren primair onderwijs via de weg van zij-instroom in het beroep door te laten stromen naar scholen in het voortgezet onderwijs.

De arbeidsmarkt in primair en voortgezet onderwijs is momenteel kwantitatief in evenwicht. De verwachting is dat de arbeidsmarkt voor het primair onderwijs ook de komende jaren vrijwel in evenwicht zal blijven. Voor het voortgezet onderwijs wordt in de onderwijsarbeidsmarktramingen van het Ministerie van OCW wel een aanzienlijk tekort voorzien. Als de economie tot 2010 sterk aantrekt, kan het tekort aan leerkrachten zelfs oplopen tot circa 5 procent van het aantal banen in 2010.

Met name scholen die vallen onder de regeling ‘Leerplusarrangement voortgezet onderwijs’ hebben moeite met het aantrekken van nieuwe docenten. Zij genieten dan ook een voorrangspositie ten opzichte van andere scholen voortgezet onderwijs.

1. Volledige tekst amendement-De Vries

Vooral in het voortgezet onderwijs dreigt in de komende jaren een lerarentekort. Dit amendement beoogt eenmalig 200 leraren primair onderwijs, zittend en zij die al dan niet tijdelijk geen baan in het onderwijs kunnen vinden, via de weg van zij-instroom in het beroep door te laten stromen naar de scholen in het voortgezet onderwijs in steden en wijken waar sociaal-maatschappelijke problemen cumuleren (leerplusarrangementscholen). Deze scholen kunnen minder makkelijk nieuwe leraren aantrekken dan scholen in de rest van Nederland. De scholen krijgen zo de middelen om meer ruimte te hebben om de scholings- en begeleidingskosten verbonden aan zij-instroom te dekken, waardoor het zij-instroom traject sneller met succes kan worden afgerond. Dat is goed voor zowel de school voortgezet onderwijs als de leraar primair onderwijs. Voor zittende leraren primair onderwijs betekent dit een aantrekkelijk carrièreperspectief. Als een zittende leraar primair onderwijs doorstroomt, kan die plaats weer worden opgevuld door een werkloze (jonge) leraar primair onderwijs. Zo slaan wij drie vliegen in een klap. De middelen worden toegekend op basis van afspraken over de doorstroom, waar mogelijk via regionale platforms. De nadere verdeling van de middelen zal plaatsvinden in overleg met de regionale platforms en het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) waarbij rekening gehouden wordt met de specifieke problematiek ontrent de lerarentekorten. Dekking wordt gevonden binnen de enveloppe lerarenbeleid.

2. Rol platforms

In de uitvoering van het amendement zullen een aantal regionale platforms (samenwerkingsverbanden van scholen, opleidingen voor onderwijspersoneel en andere relevante instanties binnen een regio) een voorlichtende en informerende rol spelen. Zij fungeren als aanspreekpunt voor de scholen in een regio of provincie en kunnen een helpende hand bieden bij het komen tot een match tussen scholen voortgezet onderwijs en leraren primair onderwijs die graag als zij-instromer in het beroep willen werken in het voortgezet onderwijs.

3. Administratieve lasten

De met deze regeling gemoeide administratieve lasten zijn beperkt. De aanvraag dient te worden ingediend door middel van het daartoe ter beschikking gestelde formulier. Op peildatum 1 januari 2008 dienen een aantal documenten in de administratie van het bevoegd gezag aanwezig te zijn. Verantwoording van de bestede middelen vindt plaats via de jaarrekening.

Artikelsgewijs

Artikel 4

Het vastgestelde subsidieplafond is gelijk aan het budget zoals beschikbaar gesteld door het amendement.

Artikel 8

Het amendement beoogt met name Leerplusarrangementscholen in de gelegenheid te stellen leraren primair onderwijs als zij-instromer in het beroep aan te stellen op de school. Deze categorie scholen zal dan ook met voorrang behandeld worden in de verdeling van de beschikbare middelen.

De aanstellingsomvang van de zij-instromer is bij voorkeur een minimale omvang van 0.6 fte, tenzij zij-instromer en bevoegd gezag anders overeenkomen.

Artikel 10

Met het ondertekende aanvraag formulier verplicht het bevoegd gezag zich een resultaatverplichting aan te gaan om een leraar primair onderwijs als zij-instromer in het beroep aan te stellen dan wel te benoemen in het voortgezet onderwijs in het schooljaar 2007/2008. Wanneer een aanvraag voor aanvullende bekostiging gehonoreerd is, dienen de gevraagde bescheiden als bewijslast dat het bevoegd gezag daadwerkelijk aan de resultaatsverplichting heeft voldaan.

Artikel 11

Wanneer een leraar beschikt over een geschiktheidsverklaring als bedoeld in artikel 118k van de Wet op het voortgezet onderwijs sluit hij een scholing- en begeleidingsovereenkomst met het bevoegd gezag. In de scholings- en begeleidingsovereenkomst als bedoeld in artikel 38 van de Wet op het voortgezet onderwijs staan de afspraken over hun wederzijdse rechten en plichten m.b.t. het uitvoeren van de noodzakelijk geachte scholing en begeleiding van de leraar.

Artikel 13

Verantwoording zal plaatsvinden door middel van de jaarrekening. Overeenkomstig de OCW-Richtlijnen voor de jaarverslaglegging wordt in de jaarrekening de aan het verslagjaar toe te rekenen subsidie herkenbaar als bate verantwoord, en worden de lasten verwerkt binnen de daartoe bestemde posten. De subsidie wordt opgenomen in bijlage D2 bij de jaarrekening onder het onderdeel ‘geoormerkte subsidie’.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk

Naar boven