Wijziging Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s (vordering medebewind)

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5 juni 2007, nr. TRCJZ/2007/1573, houdende wijziging van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s (vordering medebewind)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op richtlijn nr. 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers en houdende wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad en intrekking van Richtlijn 92/117/EEG van de Raad (PbEG L 325);

Gelet op verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (PbEG L 325);

Gelet op de artikelen 111, 108 en 108a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de artikelen 3 en 3a van het Besluit bescherming tegen bepaalde zoönosen en bestrijding besmettelijke dierziekten;

Besluit:

Artikel I

De Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 96 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel 5° komt te luiden:

5°. het vergoeden van de kosten van het afvoeren, vernietigen en behandelen van de dieren en dierlijke producten, bedoeld onder 4°;

b. Na onderdeel 5° worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

6°. het vergoeden van de kosten voor de aankoop van vaccins;

7°. het vergoeden van de kosten voor bacteriologische tests;

8°. het erkennen van laboratoria als bedoeld in artikel 12 van verordening (EG) nr. 2160/2003.

2. Het vierde lid komt te luiden:

4. Het Productschap Pluimvee en Eieren kan ten aanzien van de artikelen 2, 3, 4, 5, 6, vijfde, zesde, achtste en negende lid, 7, en 8 van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007 bepalen dat bij overtreding van deze artikelen tuchtrechtelijke maatregelen worden gesteld.

Artikel II

De Subsidieregeling terugdringing salmonella in de pluimveesector 2006 wordt ingetrokken.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 juni 2007.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg.

Toelichting

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s (de Regeling). De in de Regeling neergelegde medebewindopdracht op het gebied van salmonella wordt op onderdelen aangepast.

In de Regeling is in de artikelen 95 en 96 een medebewindgrondslag opgenomen, op grond waarvan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de medewerking vordert van het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) op het gebied van, kort gezegd, de uitvoering van bepaalde artikelen van richtlijn nr. 2003/99/EG1 en verordening (EG) nr. 2160/2003 ter bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers2 . Ingevolge artikel 98 van de Regeling waren deze medebewindgrondslagen tot op heden nog niet van toepassing. Dit zou pas het geval zijn vanaf het moment van goedkeuring door de Commissie van het nationale bestrijdingsprogramma ter zake van zoönosen en zoönoseverwekkers. Van deze goedkeuring dient mededeling te worden gedaan in de Staatscourant. Inmiddels heeft de Commissie haar goedkeuring bij beschikking van 30 november 2006 aan het nationale bestrijdingsprogramma verleend3 en is van de goedkeuring mededeling gedaan. De medebewindgrondslagen zijn bijgevolg van toepassing.

Teneinde het PPE op basis van deze grondslagen de nodige ruimte en bevoegdheden te bieden om op correcte en op de meest efficiënte wijze uitvoering te kunnen geven aan richtlijn nr. 2003/99/EEG en verordening (EG) 2160/2003, is het noodzakelijk gebleken de medebewindgrondslag in artikel 96 op enkele punten aan te passen.

In de eerste plaats wordt het PPE door de onderhavige wijzigingsregeling bevoegd om niet alleen de subsidie te verlenen ter zake van de kosten voor ruimingen van dieren en vernietiging van producten bij een Salmonellabesmetting, maar om ook subsidie te verlenen ter zake van de kosten voor aankoop van vaccins tegen salmonella. Dit zelfde geldt voor subsidieverlening ter zake van de bacteriologische tests die periodiek uitgevoerd moeten worden.

Voorts is het PPE thans bevoegd om in medebewind de laboratoria te erkennen die uitvoering geven aan het nationale bestrijdingsprogramma. Het gaat hierbij om de laboratoria die de monsters onderzoeken die de ondernemer zelf op grond van verordening (EG) 2160/2003 en de daarop gebaseerde uitvoeringsverordeningen heeft laten nemen.

Het PPE geeft aan de vordering tot medewerking gehoor door middel van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007. Zoals uit de bestaande regeling ook reeds volgde, wordt de verordening deels tuchtrechtelijk gehandhaafd. Het tuchtrecht wordt toegepast voor zover het gaat om bepalingen die de belangen van met name de betrokken bedrijfsgenoten beschermen. Indien de bepaling belangen beschermt die de belangen van de betrokken bedrijfsgenoten overstijgen, zoals volksgezondheidsbelangen of nationaal ingrijpende diergezondheidsbelangen, wordt deze strafrechtelijk gehandhaafd.

Omdat de bovengenoemde subsidieverlening in medebewind door het PPE zal worden uitgevoerd, wordt de (ministeriële) Subsidieregeling terugdringing salmonella in de pluimveesector 2006 ingetrokken.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

  • 1

    Stcrt. 2005, 120; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 5 maart 2007 (Stcrt. 2007, 70).

Naar boven