Wijziging Unieke kansen regeling

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 12 juni 2007, nr. WJZ 7070834, houdende wijziging van de Unieke kansen regeling in verband met vaststelling Schoon Fossiel tender 2007

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 3, eerste en vierde lid, en 6 van het Besluit EOS: demo- en transitie-experimenten;

Besluit:

Artikel I

De Unieke kansen regeling1 wordt gewijzigd als volgt:

In Bijlage 1 wordt het tekstblok

‘EEG3 = Schoon aardgas

Verduurzaming van de aardgasketen van aardgasproductie tot -gebruik door CO2-emissies op te vangen en op te slaan of als grondstof in te zetten c.q. door waterstof bij te mengen in de aardgasstromen.’

vervangen door het tekstblok:

EEG3 = Schoon fossiel

Verduurzaming van de productie en het gebruik van fossiele energiedragers door de uitstoot van CO2 in de atmosfeer te minimaliseren door deze CO2 af te vangen, te transporteren en op te slaan in een daarvoor geschikt opslagmedium.

Artikel II

1. Als periode, bedoeld in artikel 6 van het Besluit EOS: demo en transitie-experimenten, na afloop waarvan de aanvragen om subsidie krachtens de Unieke kansen regeling, die in die periode zijn ontvangen, worden behandeld, wordt vastgesteld: de periode die aanvangt op de dag waarop de regeling inwerking treedt en die loopt tot 12 juli 2007, 17:00 uur.

2. Het subsidieplafond, bedoeld in artikel 6 van het besluit, voor het verlenen van subsidies op aanvragen als bedoeld in het eerste lid, ontvangen in de daar genoemde periode, wordt voor projecten die zich uitsluitend bevinden op transitiepad EEG3 = Schoon fossiel, genoemd in de bij het besluit behorende bijlage 1, voor zover gericht op innovatieve afvang van CO2-emissies (innovatieve CO2-projecten), vastgesteld op € 11.800.000,–.

3. Het subsidieplafond, bedoeld in artikel 6 van het besluit, voor het verlenen van subsidies op aanvragen als bedoeld in het eerste lid, ontvangen in de daar genoemde periode, wordt vastgesteld op € 0,– met betrekking tot andere projecten dan innovatieve CO2-projecten.

4. In afwijking van artikel 3, eerste lid, eerste volzin, van het besluit, bedraagt de subsidie op een aanvraag gedaan in de periode genoemd in het eerste lid 30 procent van de projectkosten.

5. Het maximum subsidiebedrag per project, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het besluit, bedraagt, in afwijking van artikel 4, eerste lid, van de Unieke kansen regeling, voor innovatieve CO2-projecten € 10.000.000,–.

Artikel III

Op aanvragen om subsidie die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend en op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn verstrekt, blijft de Unieke kansen regeling van toepassing zoals die onmiddellijk voor dat tijdstip luidde.

Artikel IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Den Haag, 12 juni 2007
De Minister van Economische Zaken, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Algemeen

Schoon fossiel heeft als centraal oogmerk om energieketens of industriële ketens zo veel mogelijk klimaatneutraal te maken door CO2-uitstoot af te vangen en op te slaan, waardoor er minder geëmitteerd wordt. Het kan daarbij gaan om chemische en industriële processen waarbij CO2 in zuivere vorm vrijkomt en om energieconversieprocessen waarbij de CO2 voor of na verbranding van de fossiele brandstof wordt afgevangen via specifieke scheidingstechnologieën. De afgevangen CO2 kan vervolgens permanent worden opgeslagen in lege gas- of olievelden, aquifers of niet-winbare kolenlagen. Een uitgebreide beschrijving van de wijze waarop schoon fossiel tot stand komt en welke elementen daarbij een rol spelen is te vinden in het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) Special Report on Carbon Dioxide Capture and Storage (2005).

Nederland heeft een groot potentieel voor opslag van CO2. De Werkgroep Schoon Fossiel van het Platform Nieuw Gas/Schoon Fossiel heeft in een eerste verkenning vastgesteld dat marktpartijen kansen zien voor uiteenlopende demonstraties op het gebied van schoon fossiele technologieën.

Artikelsgewijs

Artikel I

Aangezien het ongewijzigde transitiepad (EEG3 = Schoon aardgas) teveel is toegespitst op aardgas om een bruikbaar transitiepad te kunnen vormen voor het bereiken van de doelstelling van deze tender, wordt dit transitiepad verbreed tot het transitiepad EEG3 = Schoon fossiel. Door deze wijziging is de Unieke kansen regeling in lijn met de visie van de Werkgroep Schoon Fossiel en beantwoordt de Unieke kansen regeling aan de investeringsbereidheid van marktpartijen ten aanzien van de eerste stappen op het transitiepad schoon fossiel.

Alle andere voorwaarden van de UKR blijven ongewijzigd.

Artikel II

Voor de besteding van de € 11.800.000,– voor schoon fossiel wordt gebruik gemaakt van deze tender op grond van de Unieke kansen regeling. De tender is niet ‘UKR-breed’, maar is speciaal gericht op dat deel van schoon fossiel, dat zich richt op de innovatieve afvang van CO2-emissies. De ‘versmalling’ van de tender wordt bewerkstelligd door het subsidieplafond op grond van artikel 6, tweede lid, van het besluit gedifferentieerd vast te stellen voor bepaalde categorieën projecten. Het subsidieplafond voor de projecten die zich bevinden op het transitiepad EGG3 en die gericht zijn op innovatieve afvang van CO2-emissies wordt vastgesteld op € 11.800.000,–, terwijl het subsidieplafond voor de overige projecten gedurende de tenderperiode op nul gezet wordt.

In verband met Europese regelgeving omtrent het milieusteunkader is het subsidiepercentage voor deze tender vastgesteld op 30% van de projectkosten.

Het totaal van de administratieve lasten is gelijk aan € 53.280,– op een totaal subsidieplafond van € 11.800.000,–, oftewel ongeveer 0,45% van het voor subsidie beschikbare bedrag.

Omdat het bij deze projecten gaat om grote investeringen, is het maximale subsidiebedrag voor deze tender verhoogd naar € 10.000.000,– per project. Hierbij wordt aangetekend dat bij een toekenning van een subsidie aan een project van € 5.000.000,– of meer, dit project individueel gemeld moet worden aan de Europese Commissie, voordat de subsidie uitgekeerd kan worden.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

  • 1

    Stcrt. 2004, 209; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 2 november 2006 (Stcrt. 217).

Naar boven