Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatscourant 2007, 11 pagina 6 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatscourant 2007, 11 pagina 6 | Besluiten van algemene strekking |
Regeling van de Minister van Justitie van 7 januari 2007, nummer INDUIT066940AUB, houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (zesenvijftigste wijziging)
De Minister van Justitie,
Gelet op artikel 24, eerste en tweede lid van de Vreemdelingenwet 2000 en de artikelen 1.4 , 3.4, 3.99 en 3.101 van het Vreemdelingenbesluit 2000;
Besluit:
Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 3.1, derde lid, wordt onder vervanging de punt in onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd luidende:
e. ‘arbeid toegestaan, TWV alleen gedurende eerste twaalf maanden vereist’.
B
Aan artikel 3.9 word een lid toegevoegd, luidende:
4. In afwijking van het eerste lid geschiedt de afgifte van documenten of schriftelijke verklaringen waaruit het rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder a of f, van de Wet blijkt – voor zover sprake is van een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de wet onder de beperking genoemd in artikel 3.4, eerste lid onder a, aa, e, f of n van het Besluit, ingediend door een houder van een EG-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen die is afgegeven door een andere staat die partij is bij het verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, dan wel de echtgenoot of het minderjarige kind van die houder, in geval het gezin reeds was gevormd in die andere staat – door de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
C
In artikel 3.32 wordt na het woord ‘verlenen’ ingevoegd: of het wijzigen.
D
In artikel 3.33c wordt na het woord ‘verlenen’ ingevoegd: of het wijzigen.
E
In artikel 3.34g, eerste lid, wordt na het woord ‘verlenen’ ingevoegd: of het wijzigen.
Deze regeling wordt met de toelichting geplaatst in de Staatscourant en treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze is geplaatst.
Op 1 december 2006 zijn ter implementatie van de richtlijn nr. 2003/109/EG van de Raad van de Europese Unie van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (PbEU 2004, L 16 en 2006, 169) in werking getreden de Wet van 23 november 2006 houdende wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 (Stb. 30 november 2006, nr. 584) en het Koninklijk Besluit van gelijke datum houdende wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Stb. 30 november 2006, nr. 585).
In verband met deze implementatie is het noodzakelijk enkele aanpassingen in de regeling te verrichten met betrekking tot het stellen van arbeidsmarktaantekeningen, de plaats van indiening van de aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, het aanvraagformulier tot het verlenen van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd en de bevoegdheid van de korpschef tot afgifte van verklaringen en documenten waaruit het rechtmatig verblijf blijkt.
De onderhavige regeling strekt daartoe.
Vreemdelingen die in Nederland de verblijfsvergunning als EG-langdurig ingezetene aanvragen
De nieuwe status van EG-langdurig ingezetene kan worden toegekend aan een vreemdeling met de nationaliteit van een derde land – niet een EU-lidstaat – die ten minste vijf jaar rechtmatig verblijf heeft gehad op basis van een niet-tijdelijke verblijfsvergunning óf in het bezit is van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd.
De aanvraag strekt tot het verlenen of wijzigen van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd. Indien de vreemdeling voldoet aan de Europese vereisten wordt dat tot uitdrukking gebracht in de aantekening ‘EG-langdurig ingezetene’ op het verblijfsdocument. Indien niet aan de Europese maar wel aan de nationale voorwaarden wordt voldaan wordt dat tot uitdrukking gebracht door de aantekening ‘II’. Het gewijzigde wettelijk systeem heeft consequenties voor de leges; zie hiervoor de toelichting artikelsgewijs.
Vreemdelingen die houder zijn van een EG-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen die is afgegeven door een andere EU-lidstaat en in Nederland een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd aanvragen
De EG-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen biedt de vreemdeling de mogelijkheid om voor een periode van langer dan drie maanden in een andere EU-lidstaat te verblijven om daar onder bepaalde voorwaarden een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd te verkrijgen, bijvoorbeeld voor het verrichten van arbeid in loondienst, arbeid als zelfstandige, voor studie of beroepsopleiding of verblijf als economisch niet-actieve. De houder van een verblijfsvergunning voor EG-langdurig ingezetenen die is afgegeven door een andere staat die partij is bij het verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, dan wel de echtgenoot of het minderjarige kind van die houder, in het geval het gezin reeds was gevormd in die andere staat, is vrijgesteld van het vereiste om te beschikken over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf. Ingevolge artikel 3.33a van deze regeling wordt de aanvraag van een vreemdeling die niet in het bezit is van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf die overeenkomt met het verblijfsdoel waarvoor de verblijfsvergunning is aangevraagd ingediend bij één van de in bijlage 18 genoemde kantoren van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. De wetswijziging heeft gevolgen voor de plaats van indiening van de aanvraag van de verblijfsvergunning en kan tevens gevolgen hebben voor de arbeidsmarktaantekening op het verblijfsdocument. Zie hiervoor de toelichting artikelsgewijs.
De verplichting om te beschikken over een tewerkstellingsvergunning blijft gedurende de eerste twaalf maanden bestaan voor een houder van een EG-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen, die is afgegeven door een andere staat die partij is bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
De vreemdeling die houder is van een EG-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen die is afgegeven door een andere staat die partij is bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, dan wel de echtgenoot of het minderjarige kind is van die houder, in geval het gezin reeds was gevormd in die andere staat is op grond van artikel 17, eerste lid, onder g van de Vreemdelingenwet 2000 vrijgesteld van het mvv-vereiste.
Ingevolge artikel 3.33a van de regeling worden aanvragen om een verblijfsvergunning van deze categorie personen behandeld door de in bijlage 18 genoemde loketten van de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
De houder van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd kan ingevolge artikel 20 van de Wet een aanvraag indienen om de reeds verleende vergunning te wijzigen. Dit is van belang in geval die houder de Europese status van langdurig ingezetene wenst te verkrijgen, teneinde zich in een andere lidstaat van de Europese Unie te vestigen. De aanvraag tot wijziging strekt tot toekenning van een verblijfsvergunning als EG-langdurig ingezetene door op de reeds verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, waarop reeds de aantekening ‘II’ is gesteld, tevens de aantekening ’EG-langdurig ingezetene’ te stellen.
De houder van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd kan ingevolge artikel 20 van de Wet een aanvraag indienen om de reeds verleende vergunning te wijzigen. Nu het een aanvraag betreft die is gebaseerd op artikel 20 van de Wet, ligt indiening van een zodanige aanvraag bij het kantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst te Zwolle voor de hand.
De leges ter zake van de afdoening van een aanvraag tot wijziging van de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd zijn gelijk aan de leges ter zake van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd. Er wordt immers aan dezelfde voorwaarden getoetst, namelijk de voorwaarden tot verlening van een zodanige verblijfsvergunning die bij of krachtens artikel 21 Vreemdelingenwet 2000 worden gesteld.
De Minister van Justitie,
E.M.H. Hirsch Ballin
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2007-11-p6-SC78849.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.