Wijziging Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 juni 2007, nr. ARBO/A&V/2007/15639, tot wijziging van de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 24, tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 8.1, tweede lid, van de Arbeidstijdenwet;

Besluit:

Artikel I

De artikelen 8.1 en 8.2 van de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving komen als volgt te luiden:

Artikel 8.1

De ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit, bedoeld in artikel 1 van de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren Voedsel en Waren Autoriteit belast met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de Drank- en Horecawet, Warenwet of Vleeskeuringswet gestelde voorschriften, zijn mede belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens:

a. de Arbeidsomstandighedenwet en de Arbeidstijdenwet, met betrekking tot arbeid verricht in een hotel, pension, conferentieoord, restaurant, cafetaria, lunchroom, ijssalon, café, bar-dancing, discotheek, nachtclub, seizoen-⁠horecabedrijf, tearoom, koffiehuis, sociëteit, buffet in een bioscoop, theater of trein, buffet in een buurt- of clubhuis dan wel een daaraan verwante inrichting, waar tegen vergoeding logies wordt verstrekt, al dan niet alcoholische dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt;

b. de Arbeidsomstandighedenwet, met betrekking tot arbeid verricht in verband met het in bedrijf nemen en houden van een waterinstallatie die water in äerosolvorm in de lucht kan brengen, niet zijnde een collectieve watervoorziening, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, of collectief leidingnet, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder h, van de Waterleidingwet.

Artikel 8.2

De ambtenaren, bedoeld in artikel 8.1, worden met betrekking tot de in dat artikel bedoelde arbeid aangewezen als de ambtenaar, bedoeld in:

a. de Arbeidsomstandighedenwet: de artikelen 27, eerste lid, 28, eerste en tweede lid, 28a, 29, vierde lid, en 36, eerste lid;

b. de Arbeidstijdenwet: de artikelen 4:1, vijfde lid, 8:2 en 10.3, eerste lid.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 4 juni 2007.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.P.H. Donner.De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg.

Toelichting

Met de onderhavige wijzigingsregeling worden aan controleurs van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) diverse toezichthoudende en handhavende c.q. uitvoerende bevoegdheden met betrekking tot de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) en Arbeidstijdenwet (ATW) toegekend.

Het gaat hierbij om arbeid verricht in de horecasector. De in artikel 8.1, onderdeel a, gegeven omschrijving van horecasector sluit aan bij de zgn. Bedrijfsindeling van de Kamer van Koophandel (BIK-codes 551, hotels/pensions/conferentieoorden, 553, restaurants/cafetaria e.d. en 554, cafés e.d.). De belangrijkste typen worden genoemd in artikel 8.1, onderdeel a. Met de woorden ‘daaraan verwante inrichtingen’ wordt aangegeven dat het niet om een uitputtende opsomming gaat. Het gaat om alle in bovengenoemde BIK-codes opgenomen typen.

Artikel 8.1, onderdeel b, betreft een reeds medio 2006 aan VWA-controleurs toegekende bevoegdheid.

Het is van oudsher aan de toezichthouders/inspecteurs van de Arbeidsinspectie (AI) om toezicht te houden op de naleving van de voorschriften van de Arbowet en ATW.

Gelet op het feit dat bedrijven in de horecasector reeds om andere redenen, bv. ingevolge de Drank- en Horecawet, Tabakswet, Warenwet of Vleeskeuringswet, frequent worden bezocht door de toezichthouders/controleurs van de VWA, is het efficiënt om hen ook bevoegdheden ten behoeve van het toezicht op de naleving van de Arbowet en ATW toe te kennen, zulks met inachtneming van de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de AI en de politieke verantwoordelijkheid van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Dit alles ook ter uitvoering van het op 11 september 2006 door de regering aan de Tweede Kamer aangeboden Projectplan Eenduidig Toezicht (TK 2005–2006, 29362, nr. 107); zijnde mede een reactie op een door diezelfde Kamer aangenomen motie Aptroot.

De betreffende bevoegdheden zijn mede opgedragen aan VWA-controleurs. Dit betekent dat de inspecteurs van de AI (primair) bevoegd blijven op dit werkterrein. Om overlap bij het optreden van beide categorieën functionarissen te voorkomen zijn inmiddels samen-werkingsafspraken gemaakt met betrekking tot het toezicht op de naleving van de Arbowet en ATW in de horeca-sector.

Klachten over de arbeidsomstandigheden en meldingen van arbeidsongevallen behoren primair te worden ingediend bij de VWA (frontoffice). Deze klachten en meldingen worden vervolgens doorgeleid naar de AI voor verdere afdoening. De werkgever wordt alsdan geacht te hebben voldaan aan zijn meldplicht, mits de melding direct is gedaan (artikel 9 Arbowet).

VWA-controleurs zullen actief toezicht houden op projectbasis en in geval van nog nader door de AI en VWA aan te duiden categorieën misstanden.

De AI is verantwoordelijk voor het maken van de risico-analyses, het opstellen van de projectplannen, het handhavingsbeleid en de lijst van misstanden. Dit alles uiteraard in overeenstemming met de VWA.

VWA-controleurs krijgen met betrekking tot arbeid verricht in de horecasector niet alleen de bevoegdheid tot het houden van toezicht, maar op grond van artikel 8.2 ook tot een stuk handhaving c.q. uitvoering. Dit alles conform het handhavingsbeleid van de AI.

In dit kader worden de betrokken VWA-controleurs de nodige bestuursrechtelijke bevoegdheden toegekend, te weten de bevoegdheid tot het stellen van een eis tot naleving (artikel 27, eerste lid, Arbowet/artikel 4.1, vijfde lid, ATW), de bevoegdheid tot stillegging van de werkzaamheden (artikel 28 Arbowet/artikel 8.2, eerste en tweede lid, ATW) en de mogelijkheid tot toepassing bestuursdwang (artikel 28a Arbowet/artikel 8.2, vierde lid, ATW).

In verband met het sanctieinstrument van de bestuurlijke boete in de Arbowet en ATW zij er op gewezen dat de taak van de VWA-controleurs zich op grond van gemaakte werkafspraken zal beperken tot het geven van een waarschuwing c.q. het opstellen van een boeterapport (artikel 36 Arbowet/artikel 10.3 ATW).De eventuele bestuurlijke boete op grond van artikel 37 Arbowet/artikel 10.4 ATW, blijft namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid opgelegd worden door de daartoe door hem aangewezen functionaris van de AI, te weten het Hoofd van de Afdeling bestuurlijke boete.

Wat betreft het stellen van een eis tot naleving geldt dat als de werkgever het niet met dit besluit eens is, hij op grond van artikel 31 Arbowet/artikel 7.2 ATW administratief beroep kan instellen bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hetzelfde geldt voor het bevel tot stillegging en het besluit tot toepassing van bestuursdwang.

De afhandeling van bezwaar- en beroepsprocedures is eveneens een verantwoordelijkheid van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven