Aanwijzing voor de Consumentenautoriteit inzake het sluiten van massaschade-overeenkomsten

Algemene aanwijzing van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 1 juni 2007, nr. EP/MW 7064640, inzake de wijze waarop de Consumentenautoriteit een overeenkomst tot vergoeding van schade, als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, van de Wet handhaving consumentenbescherming tot stand brengt

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 2.6, derde lid, van de Wet handhaving consumentenbescherming;

Besluit:

Artikel 1

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

a. Minister: de Minister van Economische Zaken;

b. wet: de Wet handhaving consumentenbescherming;

c. overeenkomst tot de afwikkeling van massaschade: een overeenkomst als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, van de wet.

d. onafhankelijk derde: persoon die als onafhankelijk bemiddelaar optreedt bij de onderhandelingen tot het sluiten van een overeenkomst tot de afwikkeling van massaschade.

Artikel 2

Het starten van onderhandelingen door de Consumentenautoriteit tot het sluiten van een overeenkomst tot de afwikkeling van massaschade behoeft de instemming van de Minister.

Artikel 3

Alvorens de Consumentenautoriteit een verzoek tot instemming als bedoeld in artikel 2 doet, stelt zij consumentenorganisaties gedurende tien werkdagen in de gelegenheid om hun zienswijze te geven over het voornemen om een overeenkomst tot de afwikkeling van massaschade te sluiten. Van het voornemen doet de Consumentenautoriteit mededeling op haar website.

Artikel 4

De Consumentenautoriteit draagt bij de wederpartij, waarmee de Consumentenautoriteit voornemens is om een overeenkomst tot de afwikkeling van massaschade te sluiten een onafhankelijke derde voor. De wederpartij dient schriftelijk in te stemmen met de benoeming van de onafhankelijke derde.

Artikel 5

Het verzoek tot instemming als bedoeld in het artikel 2 dient in ieder geval de volgende gegevens te bevatten:

a. de naam van de betrokken partijen;

b. de wettelijke bepalingen die naar het oordeel van de Consumentenautoriteit zijn overtreden;

c. de reden op grond waarvan de Consumentenautoriteit onderhandelingen wil starten;

d. de naam van de persoon van de onafhankelijke derde;

e. informatie waaruit blijkt dat deze persoon onafhankelijk is;

f. de schriftelijke instemming van de wederpartij met de benoeming van de onafhankelijke derde.

Artikel 6

De Minister kan aan zijn instemming aanvullende voorwaarden verbinden omtrent de wijze waarop de Consumentenautoriteit de overeenkomst tot de afwikkeling van massaschades tot stand brengt.

Artikel 7

Deze aanwijzing treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 8

Deze aanwijzing wordt aangehaald als: Aanwijzing voor de Consumentenautoriteit inzake het sluiten van massaschade-overeenkomsten.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dat besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag, waarop dit besluit in de Staatscourant is geplaatst een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, ALP L/1410, Postbus 20101, 2500 EC Den Haag.

Deze aanwijzing zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 juni 2007.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, F. Heemskerk.

Toelichting

Op grond van artikel 2.6 van de Wet handhaving consumentenbescherming (hierna de Wet) is de Consumentenautoriteit bevoegd een overeenkomst tot afwikkeling van massaschade te sluiten met een of meer partijen die schade hebben veroorzaakt door overtreding van een wettelijke bepaling met handhaving waarvan de Consumentautoriteit is belast.

De Consumentenautoriteit is hiertoe bevoegd, indien zij constateert dat een van de wettelijke bepalingen die zij op grond van de Wet kan handhaven, is overtreden. Echter, de Consumentenautoriteit zal slechts van haar bevoegdheid gebruik maken indien consumenten en schadeveroorzakende partij(en) niet zelf tot afwikkeling van de geleden schade komen.

Het is aan de Consumentenautoriteit te beslissen of zij onderhandelingen wil starten en hieromtrent een verzoek in te dienen bij de Minister. De Consumentenautoriteit behoudt het recht voorrang te verlenen aan het handhaven van de wettelijke bepalingen, in plaats van het starten van onderhandelingen tot het sluiten van een overeenkomst tot de afwikkeling van massaschade, indien de overtreder(s) dezelfde partij(en) zijn als de schadeveroorzakende partij(en).

Deze aanwijzing strekt ter uitvoering van artikel 2.6, derde lid van de wet, waarin is bepaald dat de Minister een aanwijzing kan geven over de wijze van totstandkoming van de overeenkomst tot afwikkeling van massaschade.

In deze aanwijzing is bepaald dat de Consumentenautoriteit instemming van de Minister behoeft alvorens zij onderhandelingen kan starten. Voordat de Consumentenautoriteit instemming aan de Minister verzoekt om te starten met onderhandelingen tot het sluiten van een overeenkomst tot de afwikkeling van massaschade, zal zij consumentenorganisaties in de gelegenheid stellen hun zienswijze te geven over de noodzaak om een massaschadeovereenkomst te sluiten.

De onderhandelingen tussen de Consumentenautoriteit en de schadeveroorzakende partij(en) zullen altijd worden geleid door een onafhankelijke derde, die als bemiddelaar zal optreden. De benoeming van de onafhankelijke derde behoeft schriftelijke instemming van de schadeveroorzakende partij(en).

De Consumentenautoriteit zal aan de Minister een verzoek tot instemming overleggen. In dit verzoek om instemming is onder meer de naam van de onafhankelijke derde vastgelegd. De Consumentenautoriteit kan niet starten met de onderhandelingen voordat de Minister heeft ingestemd met het voorstel. De Minister besluit of hij instemming zal verlenen aan de Consumentenautoriteit. De Minister kan daarbij aan de Consumentenautoriteit aanvullende voorwaarden stellen, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven.

De Minister zal – in ieder geval tot de eerste evaluatie van de wet welke is voorzien in de eerste helft van 2009 – de Eerste en Tweede Kamer informeren over zijn voornemen instemming te verlenen aan de Consumentenautoriteit onderhandelingen te beginnen om een overeenkomst tot afwikkeling van massaschade te sluiten en over de persoon van de onafhankelijke derde.

Als de onderhandelingen uitmonden in een overeenkomst tot afwikkeling van massaschade, kunnen de Consumentenautoriteit en de betrokken partijen een verzoekschrift indienen bij het Gerechtshof te Amsterdam (artikel 2.6, eerste lid van de wet).

Als aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, zal het Gerechtshof de overeenkomst algemeen verbindend verklaren (artikel 907, tweede lid, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek).

De Consumentenautoriteit zal de Minister in kennis stellen van de uitkomst van de onderhandelingen en de inhoud van de overeenkomst tot afwikkeling van massaschade.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

Naar boven