Ontheffing VFR-vluchten in klasse A luchtruim

Dienst Luchtvaartpolitie

7 mei 2007

Nr. IVW TBE 44.1.b

- 2007 - 26 - Luchtvaartpolitie

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gezien het verzoek om ontheffing d.d. 23-05-2007, ontvangen op 23-05-2007 van de Dienst Luchtvaartpolitie (DLVP). Contactpersoon: dhr. A. de Gelder. Adres: Thermiekstraat 2, 1117 BC Schiphol.

Overwegende dat de vereiste maatschappelijke relevantie blijkt uit, onder andere, de opdrachten van de Dienst Luchtvaartpolitie (DLVP), voor het uitvoeren van: fotovluchten en vluchten met een conventioneel karakter. De Dienst Luchtvaartpolitie (DLVP) is onderdeel van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) en verleent door middel van helikopters en vliegtuigen luchtsteun aan de gehele Nederlandse politie. Deze ondersteuning kan variëren van het maken van foto’s om een milieudelict aan te kunnen tonen, tot het volgen van een vluchtauto met hierin de daders van een overval.

Gelet op artikel 44, vijfde lid, van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op het vliegtuig van het type Cessna 182 en op de helikopter van het type Bo-105 Bölkow, in gebruik bij de Dienst Luchtvaartpolitie (DLVP), waarmee VFR-vluchten worden uitgevoerd, in het gehele Nederlandse luchtruim met klasse A, ten behoeve van het uitvoeren van fotovluchten en vluchten met een conventioneel karakter, in opdracht van de Dienst Luchtvaartpolitie (DLVP).

Artikel 2

Aan de gezagvoerders van de in artikel 1 genoemde luchtvaartuigen wordt van 29-05-2007 tot en met 29-05-2008, ontheffing verleend van het verbod tot het uitvoeren van VFR-vluchten in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A, genoemd in artikel 44, eerste lid, onder b, van het Luchtverkeersreglement, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

a. de gezagvoerder is in het bezit van een geldig CPL of ATPL;

b. de vluchten worden uitgevoerd als een gecontroleerde VFR-vlucht;

c. de gezagvoerder is te allen tijde in staat de vlucht onder instrument vliegvoorschriften voort te zetten;

d. de vluchten worden slechts uitgevoerd indien het vliegzicht minimaal 8 km bedraagt, afstand tot de wolken, horizontaal 1500 m, verticaal 300 m bedraagt;

e. het luchtvaartuig is gecertificeerd en uitgerust voor vluchten onder instrument vliegvoorschriften, waaronder een werkende SSR-transponder Mode S of Mode A en C;

f. indien van toepassing: Tenminste 5 werkdagen van tevoren worden de vluchtgegevens, de te vliegen route en andere relevante informatie aangeleverd bij de operationele helpdesk.

Artikel 3

Aan de gezagvoerders van de luchtvaartuigen die de in artikel 1 genoemde vluchten uitvoeren wordt door de betrokken luchtverkeersleidingsdienst een afwijkende klaring, als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van het Luchtverkeersreglement verstrekt. Deze klaring wordt verstrekt voor het afwijken van luchtverkeersroutes zoals bedoeld in artikel 3 van de Regeling luchtverkeersdienstverlening (Stcrt. Nr. 195, d.d. 15 september 1998), indien de luchtverkeerssituatie dit toelaat mits de volgende voorschriften in acht worden genomen.

a. gegevens worden minimaal 1 uur van tevoren aangeleverd bij de Operationele Helpdesk LVNL.

De volgende gegevens dienen te worden verstrekt:

- naam PIC

- telefoonnummer operator

- registratie / callsign aircraft

- plaatsnaam en markering van iedere individuele target

- benodigde tijd per target

- gewenste hoogte

- aanvullende informatie die de vluchtuitvoering kan beïnvloeden;

b. voor het invullen van deze gegevens wordt gebruik gemaakt van een speciaal sjabloon. Het sjabloon Fotoprojecten is opvraagbaar bij de Operationele Helpdesk LVNL;

c. na toezending van bovenstaande gegevens ontvangt men, indien van toepassing, van de Operationele Helpdesk LVNL een projectformulier met een projectnummer. Dit projectnummer dient bij verdere coördinatie gebruikt te worden. Tijdens de vlucht dient de vlieger dit projectformulier bij zich te hebben zodat de verkeersleider en de vlieger over exact dezelfde informatie beschikken;

d. voor aanvang van een vlucht, maar altijd vóór indienen van het vliegplan, is door de gezagvoerder telefonisch toestemming verkregen voor het uitvoeren van de vlucht. Daartoe neemt hij contact op met de onder “Additional Information” op het projectformulier genoemde instantie. De variabele gegevens zullen worden uitgewisseld evenals eventuele operationele instructies of bijzonderheden. Aanwijzingen van de betreffende medewerker Operationele Helpdesk LVNL of supervisor worden nauwlettend opgevolgd;

e. na verkregen toestemming zal door de gezagvoerder een vliegplan worden verstuurd via de daarvoor gebruikelijke kanalen. Dit gebeurt 1 uur (of 2 uur in geval van (gedeeltelijk) IFR vlucht) vóór de EOBT. Het vliegplan zal mede worden geadresseerd worden aan EHMCZQZX , EHAAZFZX en EHAMZXHD. Dit zijn dus extra adressen en dienen gebruikt te worden naast de normale adressering zoals toepasselijk voor uw vliegplan;

f. item 18 van het vliegplan moet de volgende gegevens bevatten:

- “ATTN Supervisor photoproject xxxx”, waarbij xxxx het toegekende projectnummer voorstelt;

- mobiele telefoonnummer van de gezagvoerder;

- de vermelding “coordinated with” gevolgd door ofwel “Operationele Helpdesk” ofwel “supervisor MilATCC”;

g. voor het maken van de opnamen dient de cameraman in het bezit te zijn van een op zijn / haar naam gestelde luchtopnamevergunning, verkregen bij het Ministerie van Defensie, MIVD/ACIV/BBMG, Sectie Luchtfotografie, Postbus 20701, 2500 ES Den Haag;

h. de betrokken coördinatiepartner (Operationele Helpdesk LVNL of MilATCC) wordt telefonisch op de hoogte gehouden van vertraging, annulering of wijziging van de betreffende vlucht. De vluchtuitvoerder blijft zelf verantwoordelijk voor het up to date houden van het vliegplan in verband met vertraging, annulering of wijziging.

Gegevens van de Operationele Helpdesk LVNL:

Luchtverkeersleiding Nederland

t.a.v. Operationele Helpdesk

Postbus 75200

1117 ZT Luchthaven Schiphol

Gegevens van MilATCC

AOCS Nieuw Milligen

t.a.v. Supervisor MilATCC

Postbus 52

3886 ZH Garderen

i. indien een project in de toekomst niet meer gevlogen zal worden dient dit per e-mail te worden gemeld aan de Operationele Helpdesk LVNL;

j. indien luchtverkeerstechnische redenen daartoe noodzaken, kan de betrokken luchtverkeersleidingsdienst de vlucht doen uitstellen, dan wel annuleren;

k. de vluchtuitvoerder is, indien een vlucht tevens plaatsvindt in een ander FIR dan het Amsterdam FIR of in een deel van het Amsterdam FIR waar door een niet-Nederlandse ATC-unit luchtverkeersdienstverlening wordt geleverd, te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het vooraf coördineren van deze vlucht met een vertegenwoordiger van deze niet-Nederlandse ATC-unit.

Artikel 4

De aanvrager draagt er zorg voor dat de gezagvoerder bekend is met de inhoud van deze beschikking.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 29 mei 2007 en vervalt met ingang van 29 mei 2008, tenzij deze voortijdig wordt ingetrokken.

De Minister van Verkeer en
Waterstaat,
namens deze,
de unitmanager Unit Kennis, Advies en Berichtgeving, Toelating/Continuering Luchtruim,
R.J. Putters.

Bezwaar

Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen, op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

- de naam en het adres van de indiener;

- de dagtekening;

- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

- de gronden van het bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Verkeer en Waterstaat

Toezicht Beheereenheid

Unit Juridische Zaken

Postbus 90653

2509 LR Den Haag

Naar boven