Warenwetregeling tijdelijke vrijstelling toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding (2007)

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 mei 2007, nr. VGP/VV 2770223, houdende de Warenwetregeling tijdelijke vrijstelling toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding (2007)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken;

Gelet op richtlijn nr. 2007/26/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 7 mei 2007 (PbEU L 118) tot wijziging van richtlijn 2004/6/EG met het oog op de verlenging van de geldigheidsduur daarvan, alsmede op artikel 16, eerste lid, van de Warenwet;

Besluit:

Artikel 1

Vrijstelling wordt verleend van artikel 2 van de Warenwetregeling Toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding, voor zover het betreft het verhandelen van producten voor bijzondere voeding waaraan een of meer in de bijlage genoemde stoffen zijn toegevoegd.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, werkt terug tot en met 1 januari 2007, en vervalt met ingang van 31 december 2009.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling tijdelijke vrijstelling toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding (2007).

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.

Bijlage

Deze bijlage behoort bij artikel 1 van de Warenwetregeling tijdelijke vrijstelling toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding (2007).

Stoffen die voor specifieke voedingsdoeleinden mogen worden toegevoegd aan producten voor bijzondere voeding, bedoeld in artikel 2 van de Warenwetregeling Toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding.

Categorie 1: vitamines

Vitamine E

D-alfa-tocoferylpolyethyleenglycol 1000 succinaat

Categorie 2: mineralen

Boor

boorzuur

natriumboraat

Calcium

aminozuurchelaat

pidolaat

Chroom

aminozuurchelaat

Koper

aminozuurchelaat

IJzer

hydroxide

pidolaat

aminozuurchelaat

Seleen

met seleen verrijkt gist

Magnesium

aminozuurchelaat

pidolaat

Mangaan

aminozuurchelaat

Zink

aminozuurchelaat.

Toelichting

Op 22 februari 2001 is gepubliceerd richtlijn nr. 2001/15/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 februari 2001 inzake stoffen die voor specifieke voedingsdoeleinden aan voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen mogen worden toegevoegd (PbEG L 52), verder te noemen: richtlijn 2001/15/EG. Richtlijn 2001/15/EG is geïmplementeerd bij de Warenwetregeling Toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding. Het verhandelen van producten die niet voldoen aan de Warenwetregeling Toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding, is met ingang van 1 april 2004 verboden.

Bij de vaststelling van richtlijn 2001/15/EG konden diverse stoffen die in een aantal lidstaten voor specifieke voedingsdoeleinden worden toegevoegd aan producten voor bijzondere voeding, niet in de bijlage bij de richtlijn worden opgenomen, aangezien die stoffen nog niet waren geëvalueerd door het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding. Hoewel de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid de evaluatie van die stoffen inmiddels heeft voltooid, moest het gebruik ervan voor de bereiding van producten die voor 1 april 2004 al in de handel worden gebracht, nog worden toegestaan. Derhalve diende te worden voorzien in een tijdelijke afwijking van richtlijn 2001/15/EG.

Gezien het voorgaande is op 22 januari 2004 gepubliceerd richtlijn nr. 2004/6/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 januari 2004 (PbEU L 15) houdende afwijking van richtlijn 2001/15/EG teneinde de toepassing van het handelsverbod voor bepaalde producten uit te stellen, verder te noemen: richtlijn 2004/6/EG. Richtlijn 2004/6/EG diende geïmplementeerd te worden krachtens de Warenwet. Dat is gebeurd bij de Warenwetregeling tijdelijke vrijstelling toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding. Deze regeling is evenwel vervallen sinds 31 december 2006.

Op 8 mei 2007 is vervolgens gepubliceerd richtlijn nr. 2007/26/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 7 mei 2007 (PbEU L 118) tot wijziging van richtlijn 2004/6/EG met het oog op de verlenging van de geldigheidsduur daarvan, verder te noemen: richtlijn 2007/26/EG.

Bij richtlijn 2007/26/EG is de geldigheid van richtlijn 2004/6/EG verlengd tot 31 december 2009. Deze verlenging was noodzakelijk aangezien bovengenoemde evaluatie door het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding en de bijbehorende administratieve handelingen nog niet waren afgerond. Ter uitvoering van richtlijn 2007/26/EG is deze nieuwe Warenwetregeling tijdelijke vrijstelling toevoeging stoffen aan producten voor bijzondere voeding (2007) vastgesteld. Deze nieuwe vrijstellingsregeling is inhoudelijk identiek aan de sinds 31 december 2006 vervallen vrijstellingsregeling.

Bij deze implementatie is de bijlage bij richtlijn 2004/6/EG wederom geheel overgenomen, aangezien producten voor bijzondere voeding met de daar genoemde stoffen thans in Nederland reeds in de handel zijn. Deze nieuwe regeling treedt direct in werking, werkt terug tot en met 1 januari 2007, en vervalt met ingang van 31 december 2009.

Richtlijn 2001/15/EG bepaalt dat de vrijstelling niet geldt indien de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid een negatief advies heeft uitgebracht over het gebruik van een stof bij de vervaardiging van voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen waarop die richtlijn van toepassing is. Daarom zal, zodra de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid een negatief advies heeft uitgebracht over het gebruik van een in de bijlage genoemde stof, deze regeling daaraan worden aangepast.

Deze regeling leidt niet tot administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven.

In onderstaande tabel wordt het verband weergegeven tussen de gewijzigde richtlijn 2004/6/EG, richtlijn 2007/26/EG en deze regeling.

Richtlijn 2004/6/EG, gewijzigd bij richtlijn 2007/26/EG

Richtlijn 2007/26/EG

Deze regeling

artikel 1

artikel 1

artikelen 1 en 2

artikel 2, lid 1, eerste alinea

artikel 2, lid 1, eerste en tweede alinea

artikel 2

artikel 2, lid 1, tweede alinea

artikel 2, lid 1, derde alinea

aanhef

artikel 2, lid 2, artikelen 3 en 4

artikel 2, lid 2, artikelen 3 en 4

– (geen implementatie vereist)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven