Tijdelijke wijziging werkgebied van Rendac Son B.V.

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 1 juni 2007, nr. TRCJZ/2007/1727, houdende een tijdelijke wijziging van het werkgebied van Rendac Son B.V.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 10 en 12 van de Destructiewet en artikel 24 van het Destructiebesluit;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Rendac: Rendac Son B.V. te Son;

b. BIR: Biologische Industriële Reststoffenverwerking B.V. te Lichtenvoorde;

c. VWA: Voedsel en Waren Autoriteit;

d. erkenning: erkenning verleend door de VWA op grond van artikel 13 van verordening (EG) 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PbEG L 273), in het kader van het Programma alternatieve verwerking slachtbijproducten.

Artikel 2

Het werkgebied van Rendac bestaat uit alle gemeenten in Nederland voor de verwerking van:

a. hoog risicomateriaal, en

b. gespecificeerd hoog risicomateriaal;

met uitzondering van het gebied, bedoeld in artikel 3, eerste lid, voor de periode, bedoeld in artikel 3, tweede lid.

Artikel 3

1. Het werkgebied van BIR bestaat uit de gemeente Lichtenvoorde, sectie N, nummers 1031, 1032, 1195 (ged.), 1198, 1392, 1393, 1394 en de gemeente Goor, sectie A, nummer 2441 voor de verwerking van:

a. hoog risicomateriaal, en

b. gespecificeerd hoog risicomateriaal.

2. Dit artikel is van toepassing gedurende de periode dat BIR beschikt over een erkenning.

3. De periode, bedoeld in het tweede lid, beslaat ten hoogste een jaar gerekend vanaf de verlening van de erkenning.

4. Van de aanvang en het einde van de periode, bedoeld het tweede lid, wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

Artikel 4

De Regeling vaststelling werkgebieden verwerkingsbedrijven hoog- en gespecificeerd hoog-risico-materiaal wordt ingetrokken.

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht bestaat voor een belanghebbende de mogelijkheid tegen dit besluit een bezwaarschrift in te dienen. Dat bezwaarschrift dient binnen zes weken na de datum van dit besluit te worden ingediend bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ter attentie van de Dienst Regelingen, Afdeling Recht & Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK te DEN HAAG.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg.

Toelichting

§ 1. Inleiding

Het onderhavige besluit strekt tot tijdelijke wijziging van de werkgebiedsindeling ten behoeve van de verwerking van slachtbijproducten in het kader van het Programma alternatieve verwerking slachtbijproducten (hierna: PAV).

§ 2. Omschrijving PAV

Het pilotprogramma PAV is opgezet naar aanleiding van een motie van de Tweede Kamer en sluit aan bij de wens van de Tweede Kamer om meer marktwerking binnen het destructiebestel te creëren. In het kader van PAV wordt onderzocht welke mogelijkheden en obstakels er zijn voor ondernemers, die tot de verwerkingsmarkt van destructiemateriaal willen toetreden.

Op basis van een Europese aanbestedingsprocedure zijn drie projecten aanbesteed. Alvorens aan te vangen met de verwerking van slachtbijproducten dienen de verwerkingsinstallaties erkend te worden en de ondernemers te beschikken over een werkgebied.

In concreto dienen de geselecteerde bedrijven gedurende een periode van 20 aaneengesloten weken slachtbijproducten te verwerken van de aan hen gelieerde slachterijen. Wanneer de installatie 20 aaneengesloten weken slachtbijproducten heeft verwerkt, eindigt de pilot en vervalt de erkenning.

Het functioneren van het nationale destructiebestel wordt thans nader onderzocht. De ervaringen, opgedaan in het kader van PAV, kunnen hieraan een bijdrage leveren.

§ 3. Wettelijk kader

Het destructiebestel is zo ingericht dat de minister voor iedere ingevolge artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1774/2002 erkende verwerker van categorie 1- en 2-materiaal (hoog risicomateriaal en gespecificeerd hoog risicomateriaal) met het oog op een doelmatige voorziening in de verwerking een werkgebied vaststelt waarin deze verwerker het exclusieve recht heeft dit materiaal te verwerken (artikel 10 Destructiewet). Dit exclusieve recht houdt tevens een verplichting in; de verwerker is verplicht binnen het werkgebied al het categorie 1- en 2-materiaal te verwerken (artikel 12 Destructiewet). Voor het materiaal dat niet kan worden verwerkt, kan een ontheffing op de verwerkingsplicht worden verleend.

§ 4. Besluit

Om dit onderzoek in het kader van PAV mogelijk te maken, wordt thans voor de periode van de pilot een werkgebied toegekend aan één van de geselecteerde verwerkingsbedrijven, te weten BIR. Het werkgebied van BIR bestaat uit de locatie van de slachterij Pingo Poultry te Goor en de locatie van het verwerkingsbedrijf BIR te Lichtenvoorde. Nederland blijft op dit moment voor het overige gedeelte toegekend aan Rendac Son B.V.. Omdat het hier een tijdelijk project betreft, waarbij het werkgebied tijdelijk wordt aangepast en de erkenning voor een zeer beperkte duur wordt verleend, is het vooralsnog de bedoeling dat geheel Nederland na afloop van de pilot weer als werkgebied ten deel valt aan Rendac Son B.V.. Eén van de vereisten, die in het kader van PAV aan de deelnemende bedrijven zijn gesteld, is dat de verwerkingsinstallatie 20 aaneengesloten weken slachtbijproducten moet verwerken. Deze periode kan verschillen per bedrijf. Derhalve is ervoor gekozen de duur van het werkgebied te koppelen aan de duur van de vereiste erkenning, met een maximum van één jaar vanaf het moment van verlening van de erkenning. In de Staatscourant wordt mededeling gedaan van het begin en einde van deze periode.

De erkenning is reeds door BIR aangevraagd en zal, mits BIR aan de gestelde vereisten voldoet, naar verwachting in juni 2007 verleend worden.

Dit besluit heeft voorshands alleen betrekking op één van de aan PAV deelnemende ondernemingen, te weten BIR. Zodra de andere deelnemende onderneming over een erkenning beschikt en de verwerkingsfaciliteiten in gereedheid zijn gebracht, zal dit besluit worden gewijzigd zodat ook deze onderneming een werkgebied toebedeeld krijgt.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven