Wijziging openstellingsbesluit LNV-subsidies
Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van de Staatssecretaris van Financiën van 11 mei 2007, nr. TRCJZ/2007/1500, houdende bepalingen met betrekking tot de aanvraag hernieuwde rangschikking Natuurschoonwet 1928 in de overgangsperiode
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en de Staatssecretaris van Financiën,
Gelet op artikel 7, achtste lid, van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928;
Besluiten:
Artikel I
Het openstellingsbesluit LNV-subsidies wordt gewijzigd als volgt:
A
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
Dit besluit berust tevens op artikel 7, achtste lid van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928.
B
Na artikel 75b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 75c
1. Een verzoek als bedoeld in artikel VI, derde lid, van de Wet van 14 december 2000 tot wijziging van de Wet op de belastingen van rechtsverkeer, de Natuurschoonwet 1928, de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Coördinatiewet Sociale Verzekering, geschiedt met gebruikmaking van het formulier ‘Aanvraag (geen) hernieuwde rangschikking als landgoed Natuurschoonwet 1928’ dat is opgenomen in bijlage IV.
2. In afwijking van artikel 7, eerste en tweede lid, van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928 bevat het verzoek, bedoeld in het eerste lid, de in het formulier gevraagde gegevens en worden bij het verzoek de documenten overgelegd zoals aangegeven in het formulier.
C
Na Bijlage III van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies wordt de bij deze regeling opgenomen Bijlage ingevoegd, onder toevoeging van het opschrift ‘Bijlage IV’.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2007.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 11 mei 2007.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg.De Staatssecretaris van Financiën, J.C. de Jager.
Bijlage
Bijlage IV








Toelichting
Op grond van artikel VI, eerste lid, van de wet van 14 december 2000 tot wijziging van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, de Natuurschoonwet 1928, de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet op de vennootschapbelasting 1969 en de Coördinatiewet Sociale Verzekering (Stb. 2000, 551) vervallen alle gezamenlijke rangschikkingen op basis van de Natuurschoonwet 1928 zoals die luidde tot 1 juni 2007. Dit gebeurt op 1 juni 2009. Tot deze datum kan een nieuw verzoek tot (her)rangschikking worden ingediend.
Het verzoek om een onroerende zaak opnieuw aan te merken als landgoed wordt ingevolge artikel 7 van het Rangschikkingsbesluit ingediend met gebruikmaking van een daartoe bestemd formulier. Artikel 7, eerste en tweede lid, bepaalt welke informatie moet worden verschaft bij het indienen van een verzoek. Veel informatie die nodig is voor de beoordeling van een aanvraag om (her)rangschikking van de onroerende zaken die nu deel uitmaken van een gezamenlijke rangschikking is reeds bekend bij Dienst Regelingen. Deze informatie is immers verstrekt bij het verzoek tot gezamenlijke rangschikking. Het is niet nodig dat deze informatie opnieuw wordt verstrekt. Daarom bepaalt artikel 7, achtste lid, dat bij regeling van Onze Ministers kan worden afgeweken van het eerste en tweede lid. Onderhavige regeling geeft invulling aan deze bepaling. Er is een speciaal formulier ontwikkeld. Hiermee kunnen de administratieve lasten beperkt worden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg
De Staatssecretaris van Financiën,
J.C. de Jager