Wijziging Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen
Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 december 2006, Directie Arbeidsmarkt, nr. AM/AMI/06/102218, tot wijziging van de Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en Uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 3, tweede lid, onder a, en tweede lid, en 22 van de Wet arbeid vreemdelingen;
Besluit:
Artikel I
De Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en Uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen1 worden als volgt gewijzigd:
Aan de Bijlage ‘Mededeling als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Wet arbeid vreemdelingen’, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 10 door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd,luidende:
11. Een vreemdeling, zoals bedoeld in artikel 2, onder b, van de Richtlijn (EG) 2003/109(PB L 16 van 23.1.2004), betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen, die gedurende ten minste één jaar legaal in Nederland verblijf heeft gehad.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 21 december 2006.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.
Toelichting
Een vreemdeling met de nationaliteit van een staat die geen lidstaat is van de Europese Unie en die 5 jaar legaal verblijf heeft in een lidstaat van de Europese Unie, kan de status van langdurig ingezetene krijgen. Met deze status kan hij zich legaal vestigen in een andere lidstaat op voorwaarde dat hij over voldoende middelen van bestaan beschikt (beroep op bijstand is reden tot verblijfsbeëindiging).
Wat betreft arbeid mag een lidstaat tot één jaar verblijf beperkende maatregelen opleggen.
Nederland heeft deze richtlijn dusdanig geïmplementeerd dat de Wet arbeid vreemdelingen gedurende het eerste jaar van verblijf volledig van toepassing is. De werkgever die een langdurig ingezeten derdelander te werk wil stellen, dient dan ook te beschikken over een tewerkstellingsvergunning.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H.A.L. van Hoof