Tijdelijke regeling toezichtsgebied klassieke varkenspest 2006

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 9 mei 2006, nr. TRCJZ/2006/1517, houdende de instelling van een toezichtsgebied in verband met klassieke varkenspest in Duitsland (Tijdelijke regeling toezichtsgebied klassieke varkenspest 2006)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 9 en 11 van Richtlijn 2001/89/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (PbEG L 316);

Gelet op de artikelen 17, 30 en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel 1

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. gebied: in de bijlage bij deze regeling aangewezen toezichtsgebied;

b. varken: dier van de familie van de Suidae;

c. minister: minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

d. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers.

2. Onder mest van varkens wordt mede verstaan mest waarin mest van varkens is verwerkt.

Artikel 2

1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg zonder vervoermiddel, van:

a. vee;

b. pluimvee;

c. levende producten van varkens;

d. mest van varkens;

e. diervoeders voor varkens;

f. rauwe melk afkomstig van bedrijven waar tevens varkens worden gehouden;

uit, naar of binnen het gebied is verboden.

2. Het is in het gebied verboden mest van varkens aan te wenden.

3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, geldt niet voor het vervoer van eendagskuikens, die met een PVE-geleidebiljet rechtstreeks worden vervoerd naar een pluimveebedrijf, mits de aflevering plaatsvindt op de openbare weg grenzend aan het pluimveebedrijf van bestemming.

4. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, geldt niet voor het vervoer van diervoeders voor varkens rechtstreeks van de fabriek naar het bedrijf waarvoor de diervoeders bestemd zijn.

5. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, geldt niet indien de rauwe melk rechtstreeks van het bedrijf waar tevens varkens worden gehouden naar de melkfabriek wordt vervoerd.

Artikel 3

1. Het is verboden vervoermiddelen, gebruikt of kennelijk bestemd voor het vervoer van:

a. vee;

b. pluimvee;

c. levende producten van varkens;

d. mest van varkens;

e. diervoerders voor varkens;

f. rauwe melk afkomstig van bedrijven waar tevens varkens worden gehouden;

te verplaatsen binnen het gebied.

2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor de toepassing van de uitzondering, bedoeld in artikel 2, derde lid.

3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor de toepassing van de uitzonderingen, bedoeld in artikel 2, vierde en vijfde lid, mits de vervoermiddelen bij het verlaten van het bedrijf waar varkens worden gehouden gereinigd en ontsmet worden overeenkomstig een door de Voedsel en Waren Autoriteit goedgekeurd hygiëneprotocol.

Artikel 4

In het gebied zorgt de houder van varkens ervoor dat een bezoeker voordat deze een bedrijfsgebouw betreedt, of voordat hij het bezochte bedrijf verlaat, de nodige hygiënemaatregelen in acht neemt om elk risico van verspreiding van het virus van klassieke varkenspest zo veel mogelijk te beperken.

Artikel 5

In het gebied houdt de houder van varkens een register bij van alle bezoeken waarin ten minste wordt opgenomen:

a. naam, adres en woonplaats van de bezoeker;

b. reden van het bezoek;

c. voorzover het bezoek plaatsvindt met een vervoermiddel: aard en kenteken van het vervoermiddel, en

d. datum en tijdstip van aankomst en vertrek van de bezoeker.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling toezichtsgebied klassieke varkenspest 2006.

Artikel 7

Deze regeling wordt op 9 mei 2006 om 22.00 uur, aan de media bekendgemaakt en treedt onmiddellijk daarna in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 mei 2006.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
overeenkomstig het door de minister genomen besluit,
R.M. Bergkamp.

Bijlage

Toezichtsgebied Borken (Duitsland)

1. Vanaf de kruising van Oude Bocholtsebaan (gemeente Winterswijk) en Meester Brouwerlaan, de Meester Brouwerlaan volgend in oostelijke richting tot aan De Slingeweg.

2. De Slingeweg volgend in noordelijke richting tot aan Kottenseweg.

3. Kottenseweg volgend in oostelijke richting tot aan Aalbrinkstegge.

4. Aalbrinkstegge volgend in noordoostelijke richting tot aan Vosseveldseweg.

5. Vosseveldseweg volgend in zuidelijke richting tot aan Bekeringweg.

6. Bekeringweg volgend in noordelijke richting tot aan Bredelerweg.

7. Bredelerweg volgend in noordoostelijke richting tot aan Illebergdiek.

8. Illebergdiek volgend in zuidoostelijke richting tot aan de grens van Nederland en Duitsland.

9. De grens van Nederland en Duitsland volgend in zuidwestelijke richting tot aan Brandenweg (gemeente Winterswijk).

10. Brandenweg volgend in noordelijke richting tot aan Holdersweg.

11. Holdersweg volgend in noordoostelijke richting tot aan Meerdinkweg.

12. Meerdinkweg volgend in noordelijke richting tot aan Boveltweg.

13. Boveltweg volgend in westelijke richting tot aan Schoolweg.

14. Schoolweg volgend in noordoostelijke richting tot aan Hijinkhoekweg.

15. Hijinkhoekweg volgend in noordelijke richting tot aan Oude Bocholtsebaan.

16. Oude Bocholtsebaan volgend in noordelijke richting tot aan kruising met Meester Brouwerlaan.

Toelichting

In Borken (Duitsland) is in de nabijheid van de Nederlandse grens een geval van klassieke varkenspest vastgesteld. Teneinde verdere verspreiding van deze besmettelijke ziekte te voorkomen dienen op grond van artikel 9 van Richtlijn 2001/89/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (PbEG L 316) een beschermingsgebied en een toezichtsgebied vastgesteld te worden. Een gedeelte van het toezichtsgebied rondom de plaats van de uitbraak bevindt zich op Nederlands grondgebied. Op grond van artikel 11 van richtlijn 2001/89/EG dienen ten aanzien van het toezichtsgebied maatregelen te worden vastgesteld, ter voorkoming van verdere verspreiding van de dierziekte. Samengevat houden deze maatregelen het volgende in.

Elk vervoer van vee (herkauwende en eenhoevige dieren en varkens) en pluimvee, zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Gezondheids en welzijnswet voor dieren, vanuit, naar en binnen het gebied, waarvan de begrenzing is aangegeven in de bijlage bij onderhavige regeling, is verboden. Dit verbod geldt ook voor levende producten van varkens (zoals sperma, eicellen en embryo’s), alsmede voor mest van varkens, waaronder mede begrepen mengsels van mest, waarin mest van varkens is verwerkt. Diervoeders voor varkens mogen alleen rechtstreeks van de fabriek naar het bedrijf van bestemming worden vervoerd. Tot slot mag rauwe melk afkomstig van bedrijven waar tevens varkens worden gehouden alleen rechtstreeks van het bedrijf naar de fabriek worden vervoerd. Ook het aanwenden van mest van varkens is verboden.

Het verplaatsen van vervoermiddelen gebruikt of kennelijk bestemd voor het vervoer van bovengenoemde dieren, producten en mest is niet toegestaan binnen het gebied.

Voorts is bepaald dat in het gebied bezoekers van varkensbedrijven voordat deze een bedrijfsgebouw betreden, alsmede voordat zij het bezochte bedrijf verlaten de nodige hygiënemaatregelen in acht nemen om elk risico van verspreiding van het virus van klassieke varkenspest zo veel mogelijk te beperken. Ten slotte dienen deze bezoekers geregistreerd te worden in een bezoekersregister.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

overeenkomstig het door de minister genomen besluit,

R.M. Bergkamp

Naar boven