Wijziging Regeling vergunning tot vluchtuitvoering

Regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat tot wijziging van de Regeling vergunning tot vluchtuitvoering in verband met medische keuringen bemanningsleden helikopters

3 mei 2006

Nr. HDJZ/LUV/2006-620

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 104, vijfde lid, van de Regeling Toezicht Luchtvaart;

Besluit:

Artikel I

Na artikel 3 van de Regeling vergunning tot vluchtuitvoering1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4

1. Voor de beoordeling of het luchtvervoer op veilige wijze zal worden verricht, wordt door de aanvrager tevens aangetoond dat bemanningsleden als bedoeld in:

a. JAR-OPS 3 Appendix 1 bij 3.005(d) Helicopter Emergency Medical Service (HEMS) welke de functie van HEMS Crew Member uitvoeren, en

b. JAR-OPS 3 Appendix 1 bij 3.005(h) Helicopter Hoist Operations (HHO) welke de functie van HHO Crew Member uitvoeren,

voldoen aan de medische keuringseisen klasse 2, bedoeld in de Regeling geneeskundige instanties, geneeskundigen en medische verklaringen voor de luchtvaart met dien verstande dat:

1. JAR-FCL 3.105 sub (a)(2) van toepassing is;

2. in plaats van JAR-FCL 3.340 sub (a), JAR-FCL 3.220 sub (a) van toepassing is;

3. JAR-FCL 3.345 sub (d) niet van toepassing is; en

4. de initiële en periodieke gehoortest, bedoeld in JAR-FCL 3.355 sub (b) vereist is.

2. De artikelen 11, tweede lid, en 12, onderdelen a, b en c, van de in het eerste lid genoemde regeling zijn van overeenkomstige toepassing.

3. Om aan te tonen dat de in het eerste lid bedoelde bemanningsleden voldoen aan de gestelde medische eisen, wordt bij een initiële afgifte, wijziging of verlenging van een vergunning voor het verrichten van luchtvervoer, waarbij de in het eerste lid bedoelde bemanningsleden werkzaamheden uitvoeren, door de aanvrager een verklaring overgelegd die is afgegeven door een geautoriseerde medische instantie respectievelijk geneeskundige als bedoeld in artikel 2 respectievelijk artikel 5 van de in het eerste lid genoemde regeling.

Artikel II

1. Een bemanningslid als bedoeld in artikel 4 van de Regeling vergunning tot vluchtuitvoering dat niet voldoet aan de in dat artikel bedoelde eisen, kan in afwijking van deze eisen worden goedgekeurd, indien:

a. het bemanningslid op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling aantoonbaar een in artikel 4 van de genoemde regeling bedoelde functie uitoefende; en

b. het afwijken van de eisen niet afdoet aan het op een veilige wijze verrichten van luchtvervoer.

2. Een geautoriseerde medische instantie respectievelijk geneeskundige als bedoeld in artikel 2 respectievelijk artikel 5 van de Regeling geneeskundige instanties, geneeskundigen en medische verklaringen voor de luchtvaart kan in een in het eerste lid bedoeld geval vervangende eisen stellen om te waarborgen dat het luchtvervoer op een veilige wijze wordt verricht.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, M.H. Schultz van Haegen.

Toelichting

Met ingang van 1 januari 2002 is in JAR-OPS 3 opgenomen, dat een bemanningslid van een traumahelikopter niet zijnde de bestuurder van de helikopter medisch gekeurd moet zijn, omdat deze bemanningsleden de bestuurder assisteren bij de vluchtuitvoering. Ter invulling van die eis is in Nederland gekozen voor een klasse 1 keuring als bedoeld in de Regeling geneeskundige instanties, geneeskundigen en medische verklaringen voor de luchtvaart.

Gebleken is echter, dat deze keuring te zwaar is voor de betrokken bemanningsleden. Ook is gebleken, dat een klasse 2 keuring met enkele aanpassingen, die specifiek op de taak van de die bemanningsleden betrekking hebben, zeer wel voldoet. De aanpassingen hebben betrekking op de afstandscherpte van het gezichtsvermogen, de kleurwaarneming en de gehooreisen. Derhalve is overgestapt op een aangepaste klasse 2 keuring.

Bijgaande regeling tot wijziging van de Regeling vergunning tot vluchtuitvoering voorziet in die medische keuring. Nadrukkelijk zij er nog op gewezen, dat een positieve uitslag van de medische keuring voldoende is, er wordt geen medische verklaring afgegeven door de minister en die behoeft derhalve ook niet te worden aangevraagd. Wel moet kunnen worden aangetoond dat de uitslag van de medische keuring positief is. Dit zal de aanvrager van de vergunning tot vluchtuitvoering bij de initiële afgifte, verlening of wijziging van een vergunning doen door het overleggen van een verklaring van de medische instantie of geneeskundige die de keuring heeft uitgevoerd.

Tenslotte worden dezelfde medische eisen gesteld aan de bemanningsleden, niet zijnde de bestuurder, van helikopters voor de zogenaamde HHO-vluchten (Helicopter Hoist Operations; vluchten ten behoeve van bijvoorbeeld het afzetten van loodsen op schepen).

Bij de eerste keuringen is een beperkt aantal bemanningsleden goedgekeurd, hoewel zij niet geheel aan de voorgeschreven eisen voldeden, aangezien de afwijkingen geen invloed hebben op de taakuitoefening van betrokkenen en de veiligheid van het luchtverkeer. Betrokkenen zijn goedgekeurd op grond van hetzij voldoen aan compenserende eisen, hetzij na het positief afleggen van vliegtests. Zolang zij aan deze aanvullende eisen kunnen voldoen, is er geen reden om deze bemanningsleden bij de verlengingskeuring af te keuren. Artikel II beoogt deze situatie te reguleren. De bijzondere positie die de bedoelde bemanningsleden innemen met betrekking tot de keuringseisen neemt niet weg dat de overige verplichtingen die voortvloeien uit artikel 4 van de Regeling vergunning tot vluchtuitvoering ook op deze bemanningsleden van toepassing zijn.

Nu de klasse 2 keuring in de praktijk met ingang van 1 januari 2005 is ingevoerd, wordt in artikel III aan de regeling terugwerkende kracht verleend tot en met die datum.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M.H. Schultz van Haegen

  • 1

    Stcrt. 1996, 244; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 21 november 2002, Stcrt. 232.

Naar boven