Wijziging beleidsregeling criteria regionale arrangementen, verlenging Toetsingskader Plan van Scholen, criteria en procedures leerwegondersteunend onderwijs

Beleidsregel van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 april 2006, nr. VO/BenB-2006/13498, houdende wijziging van de beleidsregeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 6 augustus 2005, nr. VO/B&B-2005/27924 (Stcrt. 2005, 161)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 75 van de Wet op het voorgezet onderwijs;

Besluit:

Artikel I

De beleidsregeling houdende criteria regionale arrangementen voor de schooljaren 2005–2006 en 2006–2007, verlenging van het Toetsingskader Plan van Scholen 2005–2007 voor de periode 2007–2009, alsmede houdende criteria en procedures voor het verkrijgen van toestemming voor verplaatsing, omzetting, splitsing, nevenvestiging en het aanbieden van leerwegondersteunend onderwijs per 1 augustus 2006 van 6 augustus 2005, nr. VO/B&B-2005/27924 (Stcrt. 2005, 161) wordt als volgt gewijzigd:

Aan Hoofdstuk I, wordt, na het onderdeel Aanvraagprocedure regionale arrangementen, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Aanvraagprocedure smal regionaal arrangement voor nevenvestiging zorg

Inleiding

Op een nevenvestiging zorg, als bedoeld in artikel 19, vierde lid, van de wet op het voortgezet onderwijs, kunnen op dit moment alleen leerlingen voor bekostiging in aanmerking komen als zij geïndiceerd zijn door een Regionale Verwijzingscommissie (RVC).

Uit de praktijk blijkt dat er niet-geïndiceerde leerlingen zijn die veel baat hebben bij de aanpak op de nevenvestiging zorg. Dit vanwege de beschikbare deskundigheid, kleinere groepen, geen verstoring van het reguliere aanbod etc. Het gaat onder meer om de volgende groepen leerlingen:

– leerlingen, waarvoor de school middelen ontvangt uit het regionale zorgbudget van het samenwerkingsverband,

– LGF geïndiceerde leerlingen, en

– andere leerlingen die naar het oordeel van de scholen extra zorg nodig hebben.

Om de bevoegde gezagorganen van scholen met een nevenvestiging zorg in staat te stellen zorg te bieden aan niet-geïndiceerde leerlingen, wordt:

– Voor de onderbouw (nu nog leerjaar 1 tot en met 3, vanaf 1-8-2007 leerjaar 1 en 2) – zonder aanvraagprocedure – alsnog per 1 augustus 2005 toegestaan dat bij alle nevenvestigingen zorg niet-geïndiceerde leerlingen in de onderbouw staan ingeschreven en als niet-geïndiceerde leerlingen worden bekostigd. Het onderwijsaanbod betreft in de onderbouw niet meer schoolsoorten dan waarvoor toestemming is verleend aan de school of scholengemeenschap, waaraan de nevenvestiging zorg verbonden is.

– Voor het afsluitend onderwijs (de bovenbouw) wordt – op aanvraag – voor een nevenvestiging zorg toestemming verleend voor het inschrijven van niet-geïndiceerde leerlingen, mits aan de criteria voor een smal regionaal arrangement is voldaan. Het kan niet meer schoolsoorten betreffen dan waarvoor toestemming is verleend aan de school of scholengemeenschap, waaraan de nevenvestiging zorg verbonden is.

Organisaties voor Bestuur en Management hebben ingestemd met dit voornemen van OCW.

Smal regionaal arrangement

Samenwerkende scholen in de regio kunnen een aanvraag indienen voor een regionaal arrangement, waarbij de betrokken scholen zich in hun regiovisie en hun onderlinge afspraken beperken tot de opvang van zorgleerlingen. Op dat moment is er sprake van het aanvragen van een zgn. smal regionaal arrangement.

Dit arrangement is bedoeld om de scholen in staat te stellen aan niet-geïndiceerde leerlingen op een nevenvestiging zorg afsluitend onderwijs aan te kunnen bieden.

Criteria voor een smal regionaal arrangement

Bij de aanvraag kunnen zich de volgende situaties voordoen:

1. De aanvragende regio heeft reeds goedkeuring gekregen voor een ‘gewoon’ regionaal arrangement. In dat geval is er sprake van een wijziging in het arrangement en moet de aanvraag als zodanig worden ingediend.

De aanvrager van de aanpassing van het regionaal arrangement moet voldoen aan hoofdstuk I van bovengenoemde beleidsregeling. In afwijking daarvan:

– is hernieuwd overleg met het bedrijfsleven, met het aansluitend beroepsonderwijs en een advies van de provincie niet verplicht;

– worden er afspraken geformuleerd met betrekking tot de zorgleerlingen, als aanvulling op de al bestaande afspraken en de regiovisie.

2. De aanvragende regio heeft nog geen goedkeuring gekregen voor een ‘gewoon’ regionaal arrangement. In dat geval kan een aanvraag voor smal regionaal arrangement worden ingediend. De criteria voor een aanvraag van een ‘gewoon’ regionaal arrangement gelden met dien verstande dat:

– de regiovisie en de regionale afspraken zich mogen beperken tot de opvang van de zorgleerling, en

– overleg met het bedrijfsleven en het aansluitend beroepsonderwijs niet verplicht is.

Overgangsregeling schooljaar 2005/2006

Voor aanvragen in het schooljaar 2005/2006 geldt een overgangsregeling: aanvragen ingediend uiterlijk 1 juni 2006 worden goedgekeurd voor 1 augustus 2006, indien voldaan is aan de voorwaarden.

Voor aanvragen in het schooljaar 2006/2007 geldt dezelfde termijn als voor een ‘gewoon’ regionale arrangement: aanvragen ingediend uiterlijk 1 maart 2007 worden goedgekeurd per 1 augustus 2007, indien voldaan is aan de voorwaarden.

Toelichting vaste voet personele bekostiging

De extra vaste voet in de personele bekostiging, die aan een vo-school is toegekend in de periode 1998–2002 in verband met de samenvoeging met een voormalige vso-lom school of afdeling, blijft gehandhaafd na het verlenen van goedkeuring aan een smal regionaal arrangement.

Artikel II

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant, waarin zij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven