Besluit tot vaststelling forfaitair percentage afval 2006

Besluit tot vaststelling van het percentage duurzame elektriciteit van de totale hoeveelheid elektriciteit die wordt opgewekt door middel van niet-zuivere biomassa in een afvalverbrandingsinstallatie

21 april 2006

Nr. ET/ED 6023246

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 14, tweede lid, van de Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit;

Besluit:

Artikel 1

Het percentage, bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit, bedraagt in kalenderjaar 2006 47 procent.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Een afschrift van het besluit wordt gezonden aan de garantiebeheerinstantie.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks is betrokken binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en juridische Zaken, Postbus 20101, 2500 EC Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef van deze besluit vermelde datum.

Den Haag, 21 april 2006.
Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Toelichting

Op basis van artikel 14, tweede lid, van de Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit dient de Minister van Economische Zaken jaarlijks vast te stellen, dat uitdrukt welk gedeelte van de totale hoeveelheid elektriciteit die wordt opgewekt door middel van niet-zuivere biomassa in een afvalverbrandingsinstallatie, duurzame elektriciteit is. Dit is van belang indien duurzame elektriciteit wordt opgewekt door middel van niet-zuivere biomassa in een afvalverbrandingsinstallatie. De garantiebeheerinstantie gaat uit van dit percentage om de hoeveelheid duurzame elektriciteit vast te stellen, waarvoor garanties van oorsprong worden afgegeven. Dit besluit stelt het percentage vast voor 2006. Het bepalen van het aandeel duurzame elektriciteit bij een afvalverbrandingsinstallatie is lastig vanwege de inhomogeniteit van de brandstof.

Omdat er wel al jarenlang onderzoek wordt gedaan naar de samenstelling van het Nederlands afval is er voor gekozen om met behulp van deze gegevens het duurzame percentage van de bij de afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) verbrande afvalstromen te berekenen. De berekeningsmethode wordt al jaren toegepast bij het monitoren van duurzame energie uit AVI’s en is onderdeel van het bredere monitoringsprotocol duurzame energie.

Het onderzoek wordt uitgevoerd door het CBS, in samenwerking met het Afval Overleg Orgaan (AOO). Besloten is om het percentage dat van toepassing was voor het jaar 2005 niet te wijzigen. De gehanteerde berekeningsmethode zal in 2006 opnieuw worden bekeken. Voor het kalenderjaar 2006 wordt het percentage op 47% vastgesteld.

Naar boven